ZIE OOK:
De Kinderen van de Wind 2
De Kinderen van de Wind 3
De Kinderen van de Wind 4
De Kinderen van de Wind 5
D A T A S H E E T
Tekenaar:
François Bourgeon
Scenarist:
François Bourgeon
Uitgever:
Oberon (1981)
Oberon / Glénat (1987)
Big Balloon (1990)
Casterman (1995)
12bis (2009)
Eerste druk: 1981
Oorspronkelijke titel:
Les Passagers du Vent 1:
La Fille sous la Dunette

Uitvoering:
HC, kleur (1984, 1995, 2009)
SC, kleur (1990)
Quoi? Na een ongeluk veroorzaakt door een albatros merkt matroos Hoël op dat er op de achtersteven van het schip de Marie-Caroline twee meisjes op het balkon staan. Vreemd, was een van hen geen jongen die zich als dusdanig onder de matrozen begeeft? Hoël speelt open kaart met Isabeau. Toch wordt hij gekielhaald voor het lef dat hij opbracht om een voor matrozen verboden plaats te betreden. Maar hij houdt zijn mond over de identiteit van Isa. In ruil redt zij zijn leven. Het complotje schept een band. Maar er is nog iemand die wat in de mot heeft. De spanning stijgt aan boord en op de koop toe daagt de Engelse vijand op.
Et alors? Wat een ondeugend karaktertje, die Isa. Met een sterke vrouw in de hoofdrol — een meisje nog — had François Bourgeon het betrekkelijk makkelijk om er een al even sterk en gedocumenteerd verhaal omheen te weven. Vooral in Het Meisje in het Want is zij de spilfiguur. Pas in latere delen kwamen andere thema's meer op de voorgrond. Ook al stond zij nog steeds haar mannetje. Doorheen de reeks zien we haar evolueren, volwassen worden. Maar geniet met dit eerste deel nog van haar jeugdige overmoed en onbezonnenheid nu ze nog meester is van de situatie... alhoewel? De samengetelde punten van alle vijf albums die van de reeks in de FransenTop terechtkwamen, geven als resultaat dat De Kinderen van de Wind een van de meest gewaardeerde reeksen van een Franse stripmaker is.
Aantal genomineerde albums van Bourgeon: 10/440
Faits divers (Bourgeon):
• Het fandom van amateuruitgevers lag aan de wieg van uitgeverijen als Futuropolis, Magic Strip en Glénat. Naast herdrukken van oude meesterwerken bouwden ze een fonds op met werk van nieuwe auteurs. Jaques Glénat begon met het fanzine Schtroumpf – Les Cahiers de la Bande Dessinée. Vandaag is Glénat een van de grootste uitgeverijen en beschikte Jacques onderweg over een van de grootste foruinen van Frankrijk. Bourgeon kreeg zijn kans in het maandblad Circus, uitgegeven door Glénat, waarin De Kinderen van de Wind van start ging.
• Op het gerenommeerde festival van Angoulême heeft Bourgeon tot nu toe enkel publieksprijzen gewonnen. Niet erg, vindt hij, want de Grote Prijs van de stad Angoulême brengt heel wat vervelende verplichtingen met zich mee. Er moet een affiche getekend worden, een programma en een reeks expo's voor het daaropvolgende jaar voorgesteld worden.
• Na het plotse overlijden van Jean-Paul Dethorey op 2 mei 1999 bleef de bedoelde Vrije Vlucht-trilogie Op Zoek naar Venus (op scenario van Jean-Pierre Autheman) steken bij plaat 38 van het tweede deel. Bourgeon kende Dethorey al sinds 1972-1973 toen ze samen met Christian Lacroix, André Juillard en Didier Convard werkten voor uitgeverij Fleurus en tijdschriften als Fripounet. Ze deelden dezelfde scenarist, Robert Génin, voor elk van hun series. Vanaf 1976 was dat Beatrijs en Coen in het geval van Bourgeon. In 1982 nam Convard de serie als tekenaar over van Bourgeon. Dethory's weduwe, Julie, dacht eraan om Bourgeon te contacteren om het verhaal verder af te maken. Autheman en Dupuis wilden het verhaal niet onuitgegeven en onafgewerkt laten. De scenarist schreef er een einde voor waardoor Bourgeon slechts acht pagina's moest tekenen om van een tweeluik te kunnen spreken. Omdat Dethorey zijn platen schilderde, liet Bourgeon het bij potloodversies omdat hij toch niet eenzelfde kleurenpalet en werkwijze kon presenteren. Voor Bourgeon was Op Zoek naar Venus (dat zich afspeelt in 1870) na vijftien jaar een terugkeer naar hetzelfde tijdperk als dat van De Kinderen van de Wind (omstreeks 1783). Met vier van de acht pagina's kon hij ook weer schepen en zeezichten tekenen. En ook in De Kinderen van de Wind 1 kwam een vrouw voor die zich kleedde als man om ongestoord het dek te kunnen opgaan.

Faits divers (De Kinderen van de Wind):
De Kinderen van de Wind kwam er eigenlijk doordat Bourgeon in extra vrije tijd (door de stopzetting van het tijdschrift Lisette waarvoor hij strips tekende) een scheepsmodel had gebouwd, compleet met minimatroosjes, waardoor hij zin kreeg een verhaal te vertellen dat zich aan boord van het fregat afspeelde.
• Na zijn passage bij Lisette, Pif, Fripounet en Djin stuurde hij zijn platen van De Kinderen van de Wind op naar Circus die de reeks tussen 1979 en 1983 in voorpublicatie presenteerde. Het stond aan de oorsprong van de nieuwe realistische strip met concrete publicaties van andere historisch-realistische reeksen in het tijdschrift Vécu in de jaren tachtig en negentig die het fortuin van Glénat zouden aansterken.

• Les Passagers du Vent
is de oorspronkelijke reeksnaam. Bourgeon verklaarde dat in het woord "passager" de betekenissen"‘passagier", "doorgang" en "reis" zitten. Hij wilde het verhaal vertellen van enkele personen die een reis begonnen, een avontuur op zich, maar ook een weg naar volwassenheid... waar de vertaalde "kinderen" in de titel dan weer een contrast van is. "Wind" verwijst naar het natuurelement, maar ook als symbool voor zuiverheid. Het zijn de woorden van Bourgeon, niet de onze. Belangrijk was natuurlijk dat het een pakkende titel zou zijn waar het publiek iets in zou zien.
• Argumenten om met de reeks te beginnen, waren er genoeg. Het avontuur in een mensenleven sprak Bourgeon aan, evenals zijn interesse in de ontdekkingsreizen van de achttiende eeuw. Naast het feit dat hij onderwerpen als de zee en de scheepvaart kon behandelen (een grote passie van hem) was vooral de notie van het totale gebrek aan ruimte op schepen in die tijd dat hem fascineerde. Mensen leefden maandenlang op elkaar gepropt in de meest erbarmelijke omstandigheden. Daar wilde hij zich in verdiepen.
• Buiten enkele cyclussen die Jean-Michel Charlier schreef voor Blueberry en Roodbaard (maar dan wel binnen langlopende reeksen) bestond in de jaren zeventig en tachtig en daarvóór amper een tendens om afgeronde verhalen te vertellen in een cyclus van meerdere albums. Samen met Het Land van Langvergeten, De Zeven Levens van de Sperwer en Op Zoek naar de Tijdvogel groeide De Kinderen in de Wereld mee in deze evolutie. Maar het was dus Bourgeon die als eerste een bres sloeg in de gewoonte om afzonderlijke verhalen per album in een langlopende reeks te vertellen. In 1979 nam hij het absolute voortouw voor een nieuwe generatie strips voor volwassenen met het eerste deel van De Kinderen van de Wind. Niet veel later volgden voornoemde reeksen die allen profiteerden van een hernieuwde aandacht voor strips bij pers en publiek. Datzelfde jaar won Bourgeon een Alfred (de toenmalige beste albumprijs van Angoulême) voor Het Meisje in het Want. Daardoor kwam hij voor het eerst uit de betrekkelijke anonimiteit. Eindelijk erkenning! Voor hem betekende het in ieder geval een flinke duw in de goede richting. De Grote Prijs van de stad Angoulême en het presidentschap van het festival won hij tot nu toe echter niet. Het is een van de grootste lacunes op het palmares van het festival.
• Op zijn eentje zorgde Bourgeon ook voor een opflakkering van het historische genre. Het historisch-realistische om verder te verduidelijken. De manier waarop hij met zijn documentatie omging, had ook zijn weerslag op verhaal, relaties en de psychologie van zijn personages. Andere stripmakers gebruikten enkel documentatie om decors, objecten en feiten te recycleren.
• Isa is het sleutelpersonage van de reeks. Bourgeon wilde Hoël wel belangrijker maken, maar hij was eigenlijk niet in hem geïnteresseerd. Zonder antipathiek te zijn, heeft hij geen enkele opvallende karaktertrek. Mary daarentegen is wat lichtvoetiger en dromeriger. Daarin vult ze Isa aan. Dat in zijn reeksen de vrouwelijke personages het zeel naar zich toetrekken, is een erfenis van zijn werk voor de meisjesbladen Lisette en Djin. Uit gewoonte maakte hij toen gebruik van veel vrouwelijke hoofdpersonages. De scenario's die hij kreeg voorgelegd, waren van de hand van vrouwen en dat speelde ook mee. Geredeneerd vanuit zijn standpunt als tekenaar vond hij het tevens prettiger om vrouwen te tekenen. Hij vond veel voldoening in de sensualiteit van de tekeningen.
• Een tweede reden voor de vrouw als hoofdrolspeelster is dat de avonturen die Bourgeon ze laat beleven vaak heftig en gewelddadig zijn en zich afspelen in warrige tijdsperioden. De verfrissende blik van een vrouw op deze situaties is een uitdaging voor Bourgeon als scenarist. Een vrouw geeft volgens hem eerder en scherper haar kritiek op geweld en vernietiging om haar heen. Als brenger van nieuw mensenleven staat ze zelf dichter bij het leven en hecht ze daar veel waarde aan. tegenover allerlei zaken als slavernij, het leven op zee en oorlog stelt ze zich veel menselijker op. Via Isa en Mary (De Kinderen van de Wind), Mariotte (De Gezellen van de Schemering), Cyann en Nacara (De Cyclus van Cyann) is Bourgeon in staat om het menselijke of onmenselijke van een situatie te benadrukken.
• Hoewel de reeks zich in de achttiende eeuw afspeelt, zijn de gedragingen van Isa die van een rationele vrouw uit de twintigste eeuw. Als een soort verslaggeefster fungeert ze voor de lezer als doorgeefluik met een moderne visie op toenmalige praktijken. Toch ontkende Bourgeon dat ze daarmee uit de context van haar eeuw zou vallen. Personen zoals Isa (die op het einde van de rit niet ouder is dan een achttienjarige!) met een vooruitstrevende blik, waren er in die tijd al wel. Het verzet tegen de slavenhandel bestond al lange tijd en ook de Franse Revolutie, waarbij de burgerbevolking zijn mondigheid vond, stond voor de deur. Omdat ze uit een adellijk geslacht kwam, werden haar ook bepaalde levensvrijheden toegestaan. Zeker in haar geval omdat ze een vader had die zijn verantwoordlijkheden nogal lichtzinnig opvatte en er een losbandig leven op nahield. Geen wonder dat Isa wilde kappen met haar oude leventje en wilde opkomen voor haarzelf.
• Isa is niet gebaseerd op iemand die Bourgeon kent, maar ze toont wel overeenkomsten met Beatrijs uit de serie Beatrijs en Coen. Toen hij met het beroep begon, moest hij erg snel tekenen, vanwege de deadlines die hem werden opgelegd. Daardoor had hij niet de tijd om zijn personages uit te werken. De overeenkomst met andere personages is te wijten aan gemakzucht, biechtte Bourgeon eerlijk op. Bij zijn nieuwe reeksen na De Kinderen van de Wind kwam hij daarvan los, met de vele tussenliggende jaren tussen twee albums als gevolg.
• Wat Bourgeon Isa het meest verwijt is haar gebrek aan humor. Ze heeft een te serieus karakter. Hij had haar achteraf gezien misschien wat minder zeurderig kunnen maken.
• Op literair gebied doet Isa een beetje denken aan Moll Flanders, het personage dat Daniel Defoe (van Robinson Crusoë, weet je wel) schiep in de achttiende eeuw. Zij werd geboren in de gevangenis van New Gate, prostitueerde zich, trouwde vijfmaal met onder wie haar eigen broer en ze was een avonturierster die haar deel van de struggle for life-koek in een vooral mannelijke wereld kreeg. Alleen zit Isa er warmpjes voor, ook al verloor ze een grotere rijkdom nadat ze als kind van identiteit wisselde met haar gezelschapsdame Agnès. Onder die identiteit werd ze ook verkracht door haar onwetende broer Benoît...
• De verkoop van originelen vindt Bourgeon een beetje ziekelijk. Ze worden soms verkocht aan hogere prijzen dan schilderijen. Het zijn originelen die niet eens voor dat doel zijn gemaakt want een origineel voor een strip is bedoeld voor reproductie. In het geval van Bourgeon waren er ook vervalsingen op de markt. Op een dag kreeg hij een telefoon van iemand die van hem originelen wilde kopen. Bourgeon antwoordde dat hij daar niet aan meedoet, maar de beller antwoordde arrogant dat hij dat in de periode van De Kinderen van de Wind wel deed. Bourgeon vroeg hem naar het nummer van de plaat uit welk album. Na een snelle controle, omdat hij net zijn platen had geordend, hield hij de bewuste plaat in zijn handen. Het bleek dus niet gestolen, maar vervalst.
• Ook van signeersessies wou Bourgeon niet veel weten. Dat ging ook terug tot zijn De Kinderen van de Wind-periode. Dezelfde dag dat hij aan Glénat een plaat moest afleveren, werd hij meegetroond naar een supermarkt om er tussen de winkelwagentjes te signeren. Zonder een album verkocht of gesigneerd te hebben, kwam hij ervan terug met een stijve nek. Natuurlijk vroeg Glénat ook naar de plaat. Als antwoord viel er: "Goed, ik heb m'n plaat niet af, wat mijn werk is om mijn albums te kunnen verkopen, wat jullie werk is. Jullie zien me niet meer terug op welke signeeractie dan ook."
• Bourgeon spande een proces aan tegen Glénat in verband met auteursrechten. Het probleem was een berekening van percentages van rechten voor de verkoop van albums buiten de boekwinkels. Bourgeon won, kreeg zijn geld, stapte over naar Casterman (waar hem nog meer juridisch getouwtrek stond te wachten — zie De Cyclus van Cyann) en zorgde voor een precedent in de Franse uitgeefwereld. Alle contracten van uitgevers moesten aangepast worden. De volledige reeks werd door Casterman herdrukt met hertekende covers en backcovers en een nieuwe lettering. Ook de fotogravure van de platen werd opnieuw gedaan zodat de kleuren dichter bij de originele inkleuring lagen zoals Bourgeon ze het liefst zag.
Oberon verkocht volgens Glénat Benelux-uitgever Paul Herman achtduizend exemplaren van De Kinderen van de Wind in het Nederlands, in die tijd behoorlijk goed.
• Al in de jaren tachtig kreeg Bourgeon filmvoorstellen om De Kinderen van de Wind te verfilmen. het kolossale budget dat daar normaal gezien voor nodig was (toch als men het verhaal niet drastich wilde veranderen), deed deze plannen varen. Maar het interesseerde hem wel om iemand als Roman Polanski zijn visie op de reeks te zien overbrengen op het scherm.
• Elk album van De Kinderen van de Wind kende een verkochte oplage van telkens een miljoen exemplaren. De reeks werd in achttien talen uitgegeven.

• Na onenigheid en een reeks processen met Casterman keerde hij terug naar Vents d'Ouest (een imprint van Glénat) voor het vervolg van De Cyclus van Cyann. In de meest recente interviews naar aanleiding van deel 4 van de sf-serie had hij het meermaals over een nieuw, groot project, een historisch album met veel pagina's. Volgens iets oudere interviews ging het gewoon om een nieuwe cyclus van De Kinderen van de Wind. Sinds juli 2008 werd dat laatste bevestigd. In september 2009 kwam een nieuw album uit bij uitgeverij 12bis, ook in vertaling bij dezelfde uitgeverij. In de aanloop ervan gaf 12bis de reeks De Kinderen van de Wind opnieuw uit onder de reeksnaam Kinderen van de Wind met gloednieuwe covers, een nieuwe vertaling en lettering.
Dominique Burdot (oud-uitgever Vents d'Ouest) en Laurent Muller (oud-uitgever Glénat) verlieten hun respectievelijke werkgevers om een eigen uitgeverij te beginnen. 12bis heeft als aardigheid dat er in de albums (om te beginnen veel manga's) geen paginanummer 13 voorkomt, wel een 12bis. Dat was althans de bedoeling, maar in de Nederlandse albums is dat grapje niet te merken. Nu goed, in januari 2010 komt er nóg een nieuw deel van Kinderen van de Wind bovenop. Bourgeon heeft er lang genoeg aan kunnen werken. In een Frans interview liet hij optekenen dat dit tweeluik ook meteen het einde van de reeks betekent. Maar dan wel een slot dat bestaat uit 142 pagina's. Op het einde van deel 5 was Isa amper achttien jaar, maar al wel volwassen geworden. Die evolutie vormde een van de hoofdthema's van de eerste cyclus. Nog een compleet leven was er dus te verzinnen.
  Bourgeon omschreef het finale tweeluik als een van zijn meest geconcentreerde. Bij het werken aan het tweeluik beleefde hij niet eerder zo veel plezier aan het maken van een strip sinds het net zo uitgebreide deel 3 van De Gezellen van de Schemering, De Laatste Zang van de Malaterres, onze nummer 2 in de FransenTop. 12bis haalde hiermee een eerste grote vis binnen want ook het volledige andere fonds van Bourgeon is nu in het bezit van de uitgeverij. Alleen de twee delen van De Cyclus van Cyann die bij Vents d'Ouest verschenen, blijven daar.
• Het verhaal van Het Kleine Meisje Bois-Caïman maakt enkele sprongen in de tijd. In eerste instantie ontmoeten we Isa opnieuw na vijf jaar. Dan is ze 23 jaar. Ze is ondertussen de secretaresse geworden van Claire de Magnon die ze nochtans in deel 5 betrapte in de armen van Hoël. Hun verstandhouding bestaat uit de nodige confrontaties, maar ook uit wederzijds respect en plagerijen. Samen zijn ze werkzaam op de plantage die we nog kennen uit Het Ebbehout. Dat vijfde album heeft Bourgeon altijd als onafgewerkt beschouwd. Naar eigen zeggen had hij vijftien tot twintig pagina's extra nodig om zijn ei kwijt te kunnen. Indertijd (en nu nog steeds) stonden de uitgeverijen erg weigerachtig tegen albums die meer dan de standaarduitvoeringen van 48 pagina's telden. Meer bedrukt papier in een extra katern betekent immers een hogere productieprijs en was dat het sop wel de kolen waard? Diezelfde discussie voerde Bourgeon net zo goed met Glénat als met Casterman waar hij dus later naar overstapte.
• Het verbaasde je misschien dat je ook een 98-jarige, aan een pijp vastgeroeste Isa zal leren kennen. Dat is niet eens overdreven voor die tijd want volgens Bourgeon konden Creolen, als ze allerlei epidemies overleefden, best oud worden in de Amerikaanse staat Louisiana. In de eerste cyclus speelde het verhaal zich af rond 1780. Aanvankelijk gebeurt dat ook nog in de nieuwe cyclus. En toch beginnen we in het jaar 1862 om het pad te volgen van Isa's dochter Zabo naar de naam Isabeau. Bourgeon beschouwt de twee verschillende tijdperken als twee tektonische platen die over elkaar schuiven. Op een gegeven moment zal de lezer van de ene plaat op de andere springen zonder dat hij het eerst door heeft. Bourgeon wil de overgangen zo natuurlijk mogelijk houden zonder geforceerde flashbacks. Beide tijdperken komen gelijkwaardig aan bod in de beide delen.
• Om Zabo vanuit alle hoeken te kunnen tekenen, sculpteerde hij zoals hij wel vaker deed in het verleden een buste. Zo kon hij ook bepaalde lichtinvallen beter bestuderen. Als dochter van een rijke plantagehouder weet ze niet beter bij het uiten van racistische opmerkingen. Ze nam de vooroordelen en het denigrerende taalgebruik tegen zwarten van haar vader over met dooddoeners als "De negers zijn hier gelukkiger dan in Frankrijk". Van haar moeder erfde ze gelukkig goeie punten over. Zo is Zabo niet ongevoelig voor het lot van de slaven, toch meer dan haar vader.
• Het verhaal speelt zich dus ook af in de jaren 1862 en 1863 ten tijde van de Amerikaanse Burgeroorlog en die bepaalt in grote mate het lot van de personages. Bourgeon koos als decor vooral de staat Louisiana en de stad New Orleans dat op dat moment al was ingenomen door de Noordelijken. Eenmaal de keuze voor de locatie vastlag, kon hij verder om documentatie te vergaren. Zo ontdekte hij veel complexere motivaties die aan de oorlog ten grondslag lagen.
O ja, aan veel schepen moest je je niet meer verwachten. Het speelt zich voornamelijk af op land, op de plantages, in de stad, in de bayous,... Na vijftien jaar boten tekenen, wilde hij wel eens veranderen van decor.
• Van Isa's geliefde Hoël is nog amper sprake in de nieuwe albums. Ergens refereerde hij naar een ontmoeting in New Orleans tussen Hoël en Jean Laffite, een van de laatste piraten die in 1815 met de Amerikanen vocht tegen de Britten en tegelijk clandestiene slaventransporten verzorgde. Na een verblijf in Mexico verkaste de piraat naar Brussel waar hij zijn laatste dagen sleet en er wel nog het Communistisch Manifest van Karl Marx en Friedrich Engels hielp financieren. Tussen de kompanen van Laffite zou dus ook Hoël zich hebben bevonden, aldus Bourgeon. Voor de rest heeft hij weinig interesse in de figuur van Laffite om er passages in de strip aan te wijden. Het voorgaande vertelde hij in een interview en komt niet voor in de strip.
• Over Mary kon hij kwijt dat ze teruggekeerd is naar Engeland met haar kind waarna niets meer van haar werd vernomen. In de dagen van de Napeoleontische oorlogen, die Europa plaagden, verliep de postbedeling erg traag, vooral naar overzeese gebieden. Vandaar dat het contact snel verwaterde.
• In juni 2009 passeerde Bourgeon nog in Doornik bij drukkerij Lesaffre om er de kleuren te checken op de eerste drukproeven van Kinderen van de Wind 6. Dit voorrecht is slechts aan weinig auteurs gegund. Ook Régis Loisel komt steeds van Canada overwaaien naar België om het drukwerk van elk nieuw album van Magasin Général te controleren. De eerste oplage van de Franse editie van Het Kleine Meisje Bois-Caïman bedroeg 280.000 exemplaren.
• Het eerstvolgende album dat op hem wacht om gemaakt te worden, is het allerlaatste deel van De Cyclus van Cyann. En daarna? Wel, als hij nog lang genoeg leeft, stort hij zich misschien nog op andere stripprojecten. Het zou opnieuw een historische reeks zijn. "Er zijn nog genoeg onderwerpen te behandelen die zich kunnen afspelen tussen de periode waarin we Zabo achterlaten en de onze", is de uitspraak van de auteur waarmee we het daaromtrent moeten stellen.


Faits divers (Het Meisje in het Want):
• Een vrouw aan boord was in deze tijden niet vanzelfsprekend. De enige toegelaten vrouwen waren passagiersters of de echtgenote van de kapitein. Onder de bemanning bevonden zich beslist geen vrouwen.
• Dankzij de boeken van Jean Boudriot, een grote marinespecialist, leerde hij hoe mensen uit die tijd op een zeilschip leefden. Boudriot gaf duidelijke info over de promiscuïteit waarmee zeelieden moesten omgaan met daarnaast alle andere aspecten van het zeemansleven. Eénmaal kreeg Bourgeon de gelegenheid om met Boudriot van gedachten te wisselen. Eigenlijk was hij een beetje bang dat de schrijver zou vinden dat Bourgeon info heeft geroofd voor zijn eigen heil. Maar de historicus wilde net met zijn boeken nastreven dat hij de lezers meer begrip, duidelijkheid en info over die periode kon bijbrengen. Hij voegde er zelfs aan toe dat Bourgeon op zijn beurt elementen had behandeld die hij in zijn eigen werk niet naar voren had laten komen. Op grond van oude teksten wist Bourgeon inderdaad details in te brengen om voorwerpen en decors tot nieuw leven te brengen. Zo liet hij in Het Meisje in het Want Isa en Hoël in een gevechtscorridor zien. Dat is een ruimte waar scheepstimmerlui vaak werken om opgelopen schade te herstellen. Het materiaal dat ze daarvoor gebruikten lag er veelvuldig verspreid: gereedschap, touwen, timmerhout. Op historisch niveau is deze scène superinteressant want geen enkele schilder of tekenaar uit verleden en heden heeft zich ooit de moeite getroost om deze nietige ruimte in beeld te brengen. Bourgeon zag hierin een voordeel van het stripverhaal: het weergeven van details, ook al komen ze slechts één keer voor in beeld. Deze luxe kent de film niet, beweerde Bourgeon, wegens de kosten die eraan zijn verbonden. Boudriot zou achteraf over de corridorscène nog zeggen: "Deze scène is bij mijn weten de enige voorstelling ter wereld waarin dit verblijf in perspectief wordt getoond."
• Overige informatie vond hij in het marinemuseum in Parijs om er de scheepsmaquettes te bestuderen en in de bibliotheek extra info op te snorren. In de eerste plaats was dat om zijn eigen scheepsmodel te perfectioneren. Honderden uren heeft hij eraan gebouwd en bijgeschaafd. Toch speelt Het Meisje in het Want zich op een ander schip af: een handelsschip met 74 kanonnen, de Marie-Caroline. In 1977 las hij in het vierdelige boek Le Vaisseau de 74 Canons (in totaal 1049 pagina's geschreven door Boudriot!) over die ene boot alles wat hij nodig had. Alle interieurs van de boot stonden erin beschreven, maar niet steeds afgebeeld. Zijn papieren personages kon hij in ene getrouwe omgeving laten rondwandelen.
• Voor de scène waarin een soldaat een kogel in zijn lichaam krijgt op pagina 33 vond Bourgeon documentatie in het Musée de l'Armée (het Legermuseum) in Parijs waar een met een kogel doorboord harnas te bekijken is dat men vond op het slagveld van Waterloo. Het gat is zo groot als een bord om te eten.
• Van pagina 21 tot 29 (minus de flashback) bevinden Isa en Hoël zich in het kraaiennest. Van de 42 plaatjes zijn er geen twee die op elkaar lijken. Hier toont Bourgeon zich weer als een meesterregisseur. Geen enkele filmregisseur zou trouwens voor één scène 42 camerastandpunten gebruiken.