|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
François Bourgeon
Scenarist:
François Bourgeon /
Claude Lacroix
Uitgever:
Casterman
Eerste druk: 1993
Oorspronkelijke titel:
Le Cycle de Cyann 1: La sOurce et la sOnde
Uitvoering:
HC, kleur |
Quoi?
De planeet Olh wordt geteisterd door de dodelijke
Purperkoortsen die het mannelijke deel van de bevolking
decimeren. De situatie wordt zo nijpend dat Lazuli
Olsimar, in het nauw gebracht door de machtsbeluste
priesters van O, besluit zijn dochter Cyann uit te
sturen naar het verre ilO waar misschien een remedie
te vinden is.
Et alors?
De vrijheid die de tekenaar zich toemat om een
geheel eigen universum te schapen, ging opnieuw (net
zoals bij zijn vorige twee reeksen De Kinderen
van de Wind en De Gezellen van de Schemering)
gepaard met een drang naar overvloedige documentatie,
deze keer met behulp van Claude Lacroix.
Maar in plaats van een indruk van historische geloofwaardigheid
was er nu veeleer een bewijs van een rijkdom aan details.
De Cyclus van Cyann is een van de grootste
bestsellers in het sf-genre. Geen wonder dat er om
de rechten werd gestreden wanneer François
Bourgeon te kennen gaf het niet eens te zijn
met de editoriale lijn van het toenmalige Casterman.
Bij deel 1 was er nog geen sprake dat er dik tien
jaar later een zwaard van Damocles boven hem zou komen
te hangen.
Aantal genomineerde albums
van Bourgeon: 10/440
Aantal
genomineerde albums van Lacroix: 3/440
|
Faits
divers (Bourgeon en Lacroix):
François Bourgeon komen we nog enkele keren
tegen in deze top. Wij bewaren deze gegevens voor
hoger genoteerde albums.
• Claude Lacroix werd geboren op 1 januari 1944.
• Zijn eerste humoristische tekeningen zag hij
gepubliceerd in L'Os à Moelle in 1964. Daarna
volgden publicaties in Candide, Arts et Loisirs,
Elle, Plexus, Hara-Kiri, La Vie Française,
50 Millions de Consommateurs,...
• Zowel als scenarist en als tekenaar werkte
hij voor striptijdschriften als Pieds Nickelés,
Lisette, Formule 1, Gomme, Pilote, Métal Hurlant,
Okapi, Je Bouquine, enzovoort. Bij Lisette
leerde hij Bourgeon kennen.
• Hij was een begenadigd illustrator voor de
wetenschappelijke pers. Bladen als Constellation,
Fiction, Galaxie en Le Club du Livre d'Anticipation
bestelden vaak tekeningen bij hem.
• Ook als journalist liet hij zich niet onbetuigd,
maar dan wel via didactische en wetenschappelijke
illustraties. Deze kon hij kwijt in Jeux et Stratégie,
Le Journal de Mickey, Le Point, Science et Vie,...
• Voor Pilote maakte hij L'Homme
au Chapeau Mou waarvan tussen 1979 en 1982 drie
albums verschenen, het eerste onder het pseudoniem
van Tartempion.
• Onder het pseudoniem Alias
maakte hij Fariboles Sidérales. Onder
eigen naam volgden nog Les Aventures des Gammas (1976)
en in 2006 het historisch-didactische Les Riches
Heures de la Cathédrale Notre-Dame de Paris.
• Het echte stripseriewerk kwam er in 1980 met
Yann de Zwerver op scenario van Robert
Génin. De reeks verscheen bij Lombard.
Van de zes Franse titels raakten enkel de eerste drie
vertaald.
Faits divers (De
Cyclus van Cyann):
• De Cyclus van Cyann kwam er omdat
Bouregon eventjes in een ander genre wilde stappen
na de grote geschiedenisevocaties in De Kinderen
van de Wind en De Gezellen van de Schemering.
Nu kon hij eens zelf een wereld creëren in plaats
van rekening te houden met allerhande documentatie.
Er was een verlangen naar een nieuwe uitdaging en
verandering. Het scheppen van een sf-universum zou
desondanks een titanenwerk worden. Met gretigheid
nam hij het aanbod van Lacroix aan om een handje te
helpen. Volgens een overeenkomst zouden ze regelmatig
samenzitten om elke stap in het conceptieproces te
overlopen. En dat Lacroix zich niet zou bemoeien met
hoe Bourgeon de pagina's zou tekenen. Maar voor elk
album kwam een andere samenwerking tot stand. Voor
De brOn en de sOnde ontwierp Bourgeon praktisch
alle kostuums. Voor Aïeïa van Aldaal
gebeurde dat door Lacroix.
• Omdat sf zowel een immense vrijheid inhoudt,
maar daardoor tegelijk een valkuil betekent, vroeg
hij hulp aan Lacroix. Deze man is een oude vriend
die hij al kent uit de jaren zeventig toen ze samen
voor jeugdbladen tekenden. Hij legde hem uit dat hij
een sf-reeks wilde maken waarbij een universum zou
gecreëerd worden van a tot z. Een enorm karwei
dat hij niet alleen aankon. Voor de zaken die hij
minder graag zou doen en waarvan hij vreesde dat hij
er zich te gemakkelijk vanaf zou maken, deed hij een
beroep op Lacroix. Maar Lacroix wilde ook niet het
vijfde wiel aan de wagen zijn. Het kwam erop neer
dat ze samen de fundamenten van het verhaal zouden
uitwerken. De decors, de technologie, de opstand van
de planeten, het aantal ringen van ilO, kortom, de
hele verhaalstructuur kwam gezamenlijk tot stand.
Bourgeon schreef vervolgens het verhaal, maakte de
decoupage en verzorgde alle tekenwerk. Ook was er
een geweldige samenwerking met betrekking tot het
scenario en de tekeningen. Ze vergaarden allerhande
documentatie en discussieerden erover. Bourgeon schreef
de synopsis die hij opstuurde naar Lacroix om er vervolgens
opnieuw over te praten. Het was een haast eeuwigdurend
pingpongspelletje waarbij Bourgeon steeds het voorkeursrecht
behield over scenario en personages. De gehele samenwerking
stond van bij het begin vast, tot de financiële
details toe.
• Wat ook al vaststond, was de uitgave van het
encyclopedisch nevenalbum La Clé des Confins
na het verschijnen van de eerste twee albums. Het
was bedoeld om de lezers te kunnen laten delen in
de informatie met anekdotes en gegevens over diersoorten
die niet in de albums voorkomen en die eigenlijk ook
geen grote rol van betekenis hebben. We leren tevens
meer over de jeugd van Cyann, haar moeder en we vernemen
meer achtergrondinfo over alles (en veel meer) die
de eerste twee albums markeerden. Een nagenoeg compleet
lexicon in tekst en illustraties vervolledigt de uitgave
uit 1997. Er staan zelfs recepten in!
• De reeks is voor Bourgeon een soort schaakspel
waarbij hij en Lacroix nog veel onbekende terreinen
willen ontdekken. Ze nodigen de lezer uit om met hen
mee te spelen, er plezier aan te beleven en door details
uit hun verhaal op exploratie te trekken.
• Lacroix wierp zich vooral op het ontwerp van
de voertuigen. Bourgeon kroop in de huid van kostumeerder.
Lacroix legde zich toe op de stad en de architectuur.
De idee voor de etagestructuur kwam van Bourgeon,
maar Lacroix bedacht de infrastructuur. In het algemeen
verzon hij alles wat met techniek te maken had terwijl
Bourgeon het zichtbare deel van de voorbereidingen
deed. Bovendien maakten ze samen maquettes die dienden
als voorbeeld.
• Aanvankelijk was het de bedoeling om het project
in twee albums af te ronden van elk 85 pagina's. De
auteurs wisten niet of ze er daarna nog wel zin in
zouden hebben om De Cyclus van Cyann nieuw
leven in te blazen. Of indien ze nog wel zouden willen
samenwerken. Nu Cyann een verleden heeft, kon in de
volgende albums haar toekomst verteld worden.
• Voor een luxeversie van de eerste twee delen
van De Cyclus van Cyann was er sprake van
een hologram. Bourgeon houdt niet te veel van afgeleide
producten en merchandising, maar nu zwichtte hij voor
het voorstel. Alleen de kostprijs stak stokken in
de wielen.
• De eerste twee albums bevatten elk net meer
dan 110 pagina's. In plaats van het verhaal op te
splitsen in vier of vijf albums kozen ze bewust voor
een vertelling met twee karakteristieke gedeelten:
het eerste die zich afspeelt op Ohl en een tweede
op ilO net zoals bij Raket
naar de Maan en Mannen
op de Maan van Kuifje. Als lezer
van Kuifje en Robbedoes hield hij
het meest van de tweeluiken zoals Het Geheim van
de Eenhoorn en De Schat van Scharlaken Rackham,
De 7 Kristallen Bollen en De Zonnetempel
en de Maan-cyclus. En dus net zo goed van
Z van Zwendel en De Schaduw van Z.
De brOn en de sOnde omschreef Bourgeon als
"een beetje onze Raket
naar de Maan" terwijl Zes
Seizoenen op ilO doorgaat voor Mannen
op de Maan.
• In 1999 kaartte Lacroix al eens een probleem
aan bij Casterman. Op 11 mei 1999 schreef hij een
brief aan de uitgeverij om zijn verbazing uit te drukken
bij het ontvangen van zijn laatste auteursrechten.
Volgens hem grensde de afwezigheid van duidelijkheid
en transparantie aan het surrealisme. Volgens zijn
telling zouden er zelfs een kleine elfduizend verkochte
exemplaren niet in rekening zijn gebracht. Allemaal
verdwenen?! Casterman stelde als antwoord voor om
een onafhankelijke revisor aan te stellen om de absolute
oplage te bestuderen en te berekenen. Bourgeon weigerde
dit voorstel en vroeg uit wederwraak alle documenten
op met betrekking tot het druk- en bindproces, de
verkoop van zijn albums evenals de interne boekhoudkundige
documenten voor de verstrekking van gratis exemplaren
voor de pers en als relatiegeschenk. De auteurs vroegen
ook alle contracten op die te maken hadden met de
exploitatie van afgeleide producten en buitenlandse
albumrechten. Ze argumenteerden hun weigering voor
de aanstelling van een financiële expert omdat
deze persoon geen enkel legaal recht bezat om eventuele
terugvorderingen te eisen van de uitgeverij. Liever
schakelden ze daarvoor het gerecht in. In tussentijd
ontvingen Bourgeon en Lacroix een immense kartonnen
doos met voordelen in natura, volgens de uitgever
om hun goeie wil te tonen bij het uitbetalen van de
rechten sinds 1986.
• Tussen Zes Seizoenen
op ilO en Aïeïa van Aldaal
lagen meer dan zes jaar. Bourgeon en Lacroix hebben
in die zes jaar echt wel gewerkt. In oktober 2001
was het album in volle productie, er zouden enkele
pagina's herwerkt worden en volgens een raming zou
het nog eens een jaar kosten vooraleer het album zou
kunnen verschijnen. Maar toen viel een gerechtelijk
bevel in de bus. Eind 1999 was Casterman niet meer
dezelfde uitgever als voorheen na de overname van
Flammarion. Bourgeon wilde overstappen
naar een andere uitgeverij uit ontevredenheid over
het beleid van Casterman sinds de overname. Casterman
wilde hem echter houden aan zijn contract waarin stond
dat hij nog een derde deel van De Cyclus van Cyann
moest leveren. De auteurs werden gerechtelijk aangemaand
om het album af te leveren. Drie jaar leek het gerecht
voldoende om een album te produceren. Per dag te laat
vanaf maart 2002 zouden ze duizend euro moeten dokken.
Al die tijd ontvingen ze geen auteursrechten op de
eerste albums. Het bevel werkte averechts. Er werd
gestopt met werken aan deel 3 en er werd gebrainstormd
over een vierde deel, waarmee de auteurs geen enkele
overeenkomst hadden met gelijk welke uitgever. Langs
de andere kant dacht Bourgeon er sterk aan om te stoppen
met strips als hij zijn proces in beroep ook nog eens
zou verliezen. Hij wilde geen slaaf zijn van een uitgever.
Ondertussen, in 2004, hield hij zich bezig met het
ontwerpen van glas-in-loodramen, zijn oude metier
waarvoor hij studeerde. De rechtszaak viel in zijn
voordeel uit zodat Bourgeon kon uitwijken naar een
andere uitgeverij. Het duurde niet lang of hij hervatte
zijn werk als striptekenaar. Casterman behield wel
het recht over zijn oudere albums.
• Dit zwaard van Damocles manifesteerde zich
onder meer door het bezoek van deurwaarders met een
tas vol aanmaningen, een document dat zoveel betekende
als een inbeslagneming van goederen en een sommatie
om alle benodigd materiaal te leveren voor de realisatie
van het album. Dit alles onder de bedreiging van een
boete van duizend euro per dag, 365.000 euro per jaar.
Casterman beweerde later dat het niet echt de intentie
had om de boetes te incasseren. Hoe dan ook zouden
Bourgeon en Lacroix als geen ander leren over het
uitgeven van strips, de evolutie van een bedrijf,
de werking van justitie en de gevolgen ervan op menselijk
en beroepsvlak.
• Het nieuws ging de wereld rond. De rechten
van een auteur stonden op het spel. Verschillende
auteurs steunden Bourgeon en Lacroix, tot hun aanwezigheid
in de gerechtszaal toe waar het beroep op de aanmaning
werd behandeld. Art Spiegelman (Maus)
had er ook zijn zegje in en steunde de auteurs. Voor
het Franse gerecht won het duo net dankzij die overname
in beroep. In tussentijd was Casterman weer in andere
handen, ditmaal de Italiaanse uitgeversgroep Rizzoli-Corriere
della Sera. Het ondertekende contract gebeurde
met een andere uitgeverij dan die na de overname.
Daarna moest nog een strijd worden geleverd met de
Belgische justitie. Het precedent zorgde voor een
tweede overwinning.
• Na een lange juridische strijd waren de auteurs
vrij om andere oorden op te zoeken. Ze gingen bij
Vents d'Ouest langs die hen hartelijk
verwelkomde. Na het aangekondigde einde van Peter
Pan was er nood aan een nieuwe bestseller. Voortaan,
vanaf 2004, zou De Cyclus van Cyann bij deze
Franse uitgever verschijnen, een imprint van Glénat
die instond voor de Nederlandstalige productie van
de albums. Het verlies van Bourgeon bij Casterman
werd dan weer gecompenseerd met de komst van Enki
Bilal die eerst nog bij Les Humanoïdes
Associés het laatste deel van de trilogie
De Slaap van het Monster moest uitbrengen,
wat een paar jaar zou kosten. En om de cirkel rond
te maken, verliet ook Jacques Tardi
Casterman in datzelfde jaar om naar Les Humanoïdes
Associés te vertrekken, zij het niet exclusief
en voorgoed. Zijn eerste titel daar werd Kleine
West Coast Blues naar een roman van Jean-Patrick
Manchette.
• De terugkeer van Bourgeon naar Glénat,
waar hij al eens eerder met slaande deuren vertrok
na De Kinderen van de Wind, behoefde geen
verdere uitleg dan dat het intussen om een andere
soort uitgeverij ging. De kaderleden van toen, waarmee
hij het aan de stok had, waren al lang verdwenen,
al ging het veeleer om de methodes van toen die hem
niet zinden. Er was voor De Cyclus van Cyann
een contract van beperkte duur. Als alles goed verliep,
dan zou er gewoon worden verdergewerkt. Indien niet,
dan zouden beide partijen elkaar in alle vrijheid
verlaten. De bij Glénat verschenen albums kenden
alvast een promotioneel duwtje in de rug om u tegen
te zeggen.
• Bourgeon interesseert zich naar eigen zeggen
meer in de evolutie van het personage Cyann terwijl
Lacroix er meer van houdt om werelden te scheppen.
Nochtans neemt Bourgeon zijn taak als tekenaar ook
ter harte. Voor Aïeïa van Aldaal
maakte hij een maquette op schaal 1/35.
• We hebben nog één deel van De
Cyclus van Cyann te goed. Deel 5 sluit de sf-serie
af. Maar daarvóór nog zal een groots
historisch one-shot verschijnen. "Groots"
in de eerste plaats door het aantal pagina's dat ongeveer
eenzelfde omvang zal kennen als De Gezellen van
de Schemering 3: De Laatste Zang van de Malaterres.
Faits divers (De
brOn en de sOnde):
• De basisopzet van Bourgeon bestond uit een
planeet met veel zeewater en een cultus die is gebaseerd
op water. Lacroix zag het helemaal anders, maar het
beviel Bourgeon wel, dus gingen ze die piste op.
• Twee machten verdelen de planeet, de ene religieus-filosofisch
dat dichtbij het boeddhisme staat (de brOn), de andere
is een aristocratische kaste (de sOnde) die zijn bestaan
wijdt aan het ontdekken en het koloniseren van het
heelal.
• Het Olhiens alfabet is niet zomaar een fantasie.
Het valt te ontcijferen. Er zijn lezers die dat effectief
deden en hun resultaten opstuurden naar Bourgeon.
Soms stonden er niet veel fouten in, maar er bestaan
inderdaad enkele moeilijkheden met dubbelgeplaatste
medeklinkers en gearticuleerde klanken die als één
symbool worden weergegeven. Volgens afspraak geven
Bourgeon en Lacroix de oplossing niet prijs behalve
aan enkele ingewijden en zij die de moeite namen om
het alfabet te begrijpen. Mocht je zelf een poging
willen wagen, pas dan op voor de graffiti in de wijken
want daar staan — bewust geschreven —
fouten in. Ook de namen in muurinscripties zijn geen
honderd procent betrouwbare hulp want het is opgesteld
in een afgeleide van het alfabet. De kalligrafie ervan
houdt ook al varianten in.
• Ook een goeie vondst schuilt in de naamgeving:
hoe meer O's in de naam en hoe meer naar links van
de naam die O staat, hoe belangrijker de drager van
de naam is. Hoe dan bijvoorbeerd ilO ten opzichte
van Ohl staat, laat zich raden. Er zitten nog wel
zo'n spelletjes van Bourgeon in, nergens uitgelegd
evenwel, alleen bestemd voor het oog van de puzzelaar.
• De lanceringsschans zoals die op pagina 106
voorkomt, maakte van de auteurs in 1997 eventjes visionaire
ontwerpers. In het Amerikaanse tijdschrift Aviation
Week (over ruimte- en luchtvaart) ontdekte Lacroix
dat een bedrijf een dergelijke lanceringsmethode bestudeerde
met exact dezelfde functies zoals in de strip stond
beschreven, maar dan als een tunnel in een berg. Het
artikel verscheen in juni 1995, twee jaar na het album.
• By the way, de Purperkoorts is geen
metafoor voor aids. De auteurs gingen uit van de idee
van een epidemie, dat van alle tijden is. Purperkoortsen
treffen alleen mannen, aids daarentegen iedereen.
|
|