ZIE OOK:
Asterix 4
Asterix 5
Asterix 8

Asterix 9
Asterix 10
Asterix 15
Asterix 19
Asterix 20
Asterix 24
 
D A T A S H E E T
Tekenaar:
Albert Uderzo
Scenarist:
René Goscinny
Uitgever:
De Geïllustreerde Pers (1970)
Lombard / Standaard Uitgeverij (1970)
Amsterdam Boek (1972)
Dargaud Benelux / Oberon (1976)
Dargaud Benelux / Lombard (1976)
Dargaud Benelux (Nederlands) (1984)
Dargaud Benelux (Vlaams) (1984)
Dargaud Benelux (1987)
Hachette (1999)
Eerste druk: 1970
Oorspronkelijke titel:
Une Aventure d'Astérix le Gaulois 6: Astérix et Cléopâtre
Uitvoering:
SC, kleur
HC, kleur (1999)
Quoi? Om te bewijzen dat de Egyptenaren nog steeds een geniaal volk zijn, zal koningin Cleopatra in drie maanden een luxueus paleis laten bouwen. Architect Tekenis roept daartoe de hulp in in van zijn oude vriend Panoramix. Asterix en Obelix vergezellen hem naar Egypte. Ondanks de tegenwerking van Tekenis' rivaal Plurkis en later van Julius Caesar zelf, slaagt de bouw van het paleis. Voor één keer krijgt Obelix een paar druppels toverdrank om uit een pyramide te kunnen ontsnappen. En passant trapt hij ook de neus van de sfinx af. De neus van Cleopatra speelt trouwens een opmerkelijke bijrol.
Et alors? Zij het minder aanwezig op de pagina's dan de titelhelden Asterix en Obelix is Cleopatra de ware vedette van deze strip. Ze gedraagt zich als een diva vol streken, maar toont op gepaste tijde haar goede en vrijgevige hart. In andere gevallen toont ze zich als een vrouw waarmee niet valt te sollen. Met "het grootste avontuur dat ooit getekend werd" schreef René Goscinny bijna als eerste (en zeker op een dergelijke, populaire, wijdverspreide schaal) een album waarin een van de sterkste vrouwen in de Franco-Belgische stripgeschiedenis ten tonele werd gevoerd. In werkelijkheid profileerde Cleopatra zich minder vrouwelijk. Goscinny en Albert Uderzo mikten eerder op herkenning door de somptueuze en peperdure film Cleopatra uit 1963 met Elizabeth Taylor in de hoofdrol over wie in de jaren vóór de release van de film heelder societykolommen werden gevuld. De pracht en praal uit de film tekende Uderzo naar hartenlust na. Het ontzag voor de gigantische piramides van Gizeh en de monumentale sfinx worden door Obelix gecounterd door respectievelijk de uitspraak "Bah! Geef MIJ maar menhirs!" en het onopzettelijke doen verdwijnen van de neus. Het Franse chauvinisme tot uidrukking gebracht?
Aantal genomineerde albums van Uderzo: 18/440
Aantal genomineerde albums van Goscinny: 27/440
Faits divers (Uderzo en Goscinny):
Uderzo en Goscinny zien we nog enkele keren terug in deze top. Door de immense hoeveelheid proberen we de verzamelde info thematisch te verzamelen. Op deze pagina houden we het op (teken)films, Uderzo, Goscinny en Asterix actief in andere domeinen. Alle thema's zullen elkaar uiteraard overlappen.
• Volgens Uderzo was Goscinny op tv nooit naturel en niet te herkennen. Soms stotterde hij zelfs. Hij had het moeilijk om woorden beginnend met een "m" uit te spreken. Hij zei "mmmm" en verving snel het bedoelde woord door een ander zonder beginleter "m".
• In 1959 plantte Goscinny zijn eerste voetafdrukken in de cinemawereld. Hij fungeerde als gagman (hij bedacht dus gags) voor de film Le Tracassin van Alex Joffé met Bourvil in de hoofdrol. Hij kreeg er niets eens voor betaald. Voor de twee Kuifje-films Kuifje en het Geheim van de Gulden Vlies (1961) en Kuifje en de Blauwe Sinaasappelen (1964) schreef hij mee aan het scenario.
• Hij was de co-scenarist van Feu Lord Glendale, een dramatische komedie voor de Belgische televisie in 1963.
• In samenwerking met Jean-Jacques Sempé (voor wie hij al De Kleine Nicolaas schreef) werkte hij aan Tous les Enfants du Monde, een komedie van André Michel met Bernadette Lafont, Michael Lonsdale en Pierre Tornade dat niets anders was dan een adaptatie van De Kleine Nicolaas met vier sketches gefilmd in Moskou, Tokio, New York en Parijs. De laatste sketch was dus De Kleine Nicolaas-bijdrage.
• Pas dankzij de ontmoeting met cineast Pierre Tchernia zouden zijn cinematografische uitstapjes een ander elan aanmeten. Naast de Asterix- en Lucky Luke-tekenfilms hielp hij mee aan de twee televisiefilms L'Arroseur Arrosé (1965) en Deux Romains en Gaule, een eerste soort van Asterix-filmadaptatie (zonder Asterix) met Roger Pierre en Jean-Marc Thibault in de hoofdrollen. De film projecteerde het leven van alledag in de jaren zestig naar dat van Lutetia ten tijde van het Romeinse rijk. Uderzo en Goscinny vertolkten een bijrolletje in deze prent, respectievelijk als arme tekenaar in de straten van de stad (waar hij een Asterix-figuurtje met krijt tekent op een trottoir) en een kelner.

• Gedurende drie maanden in 1969 maakten Goscinny, Marcel Gotlib, Gébé en Fred het dagelijkse radioprogramma Le Feu de Camp du Dimanche Matin voor Europe 1. In 1976 schreef hij alleen Les Mini-Chroniques dat hij ook nog eens presenteerde.
• Eind jaren zestig verdeelde Goscinny zijn tijd tussen het schrijven van stripscenario's, het hoofdredacteurschap van Pilote, filmscripts en het schrijven van novellen en romans.
• In 1972 volgde een groot succes met de zwarte komedie Le Viager dat Goscinny samen met Tchernia schreef en realiseerde. Michel Serrault en Michel Galabru speelden met verve de hoofdrollen. Het succes leidde naar een nieuwe samenwerking in 1973 voor Les Gaspards, een fantastisch-ecologische fabel.
• In 1972-1973 bestond al het plan om Iznogoedh naar een film om te zetten met Louis de Funès (die tijdens een verkennend gesprek bij een ontbijt op de Champs Elyssées te kennen gaf liever Asterix te spelen)
, Peter Sellers, Vittorio Gassman of zelfs Alec Guiness (onverwoestbaar als Obi Wan Kenobi uit de Star Wars-films) in de gedroomde hoofdrol van de snode kalief, Philippe Noiret in de rol van de kalief, Woody Allen of Michel Serrault als een magiër en Jacqueline Bisset als Sharade. Het script lag klaar, de preproductie was begonnen, maar het budget bleek ontoereikend voor de benodigde special effects waarbij onder meer een tapijt geloofwaardig moest kunnen vliegen. De dood van Goscinny maakte voorgoed een einde aan de plannen tot het jaar 2005 waarin er alsnog een film van uitkwam. Jacques Villeret, de acteur die in de rondbuikige huid kroop van de kalief, stierf op 28 januari 2005, kort na het voltooien van de opnames.
• Verder schreef Goscinny nog televisiesketches en drie originele scenario's voor Le Maître du Monde (1975), L'Escale en Trafalgar. Enkel Trafalgar schopte het tot een opvoering in 1976, zijn enige theaterstuk.
• Het scenario van Le Maître du Monde werd trouwens opgestuurd naar Peter Sellers, van wie Goscinny een fan was, om hem de hoofdrol te kunnen aanbieden. Goscinny kreeg nooit een antwoord van de Engelse acteur. Maar het jaar erop, in 1976, kwam een film in de zalen die de basis van Goscinny's verhaal klakkeloos had gestolen. Die film heette The Pink Panther Strikes Again, geregisseerd door Blake Edwards met Sellers in de hoofdrol. Een klacht wegens plagiaat werd ingediend, maar ook hier bracht de dood van Goscinny de voortgang in een ander straatje.
• Uderzo en Goscinny richtten in de jaren zeventig Studios Idéfix op, een tekenfilmmaatschappij die van start ging met het maken van De Twaalf Werken van Asterix (ook wel Asterix en de Helden of Asterix Verovert Rome genoemd — de Nederlandse tekenaar/animator Börge Ring en de Toonder Studio's werkten hier aan mee) en De Ballade van de Daltons. De tweede tekenfilm zal hij nooit in voltooide fase zien. Hij stierf aan een hartaanval op 4 november 1977 op de leeftijd van amper 51 jaar. Daarna werd de handddoek in de ring gegooid. Op zakelijk niveau stonden de heren auteurs en de betrokken uitgever Georges Dargaud niet sterk. Er ging een fortuin verloren aan de tekenfilmstudio. Maar het was een must want spijt om het niet gedaan te hebben, wilden de auteurs niet hebben. Minder gepassioneerd door de cinema verkozen Dargaud en Uderzo om na de dood van Goscinny zich terug te trekken uit de tekenfilmstudio. Enkele weken tevoren kreeg Goscinny in februari 1978 nog een César (de Franse Oscar) voor zijn gehele œuvre, postuum. Bedenk zelf maar een grapje rond César (de verfranste naam van Caesar) en Goscinny.
Un Bon Chien Vaut Mieux que Deux Tu l'Auras in 1976 was een tekenfilm met het hondje Idefix in de hoofdrol, gemaakt door de zelfopgerichte Studios Idéfix.
• Voor De Ballade van de Daltons sprak Goscinny zelf de stem in van het paard Jolly Jumper.
• Een weinig gekende film was een adaptatie van het Lucky Luke-album De Rechter uit 1970. Goscinny en Morris werkten eraan mee. Jean Girault regisseerde en Robert Hossein en Pierre Perret speelden mee. De film werd een flop en raakte snel vergeten. Ook de film uit 1991 met Terence Hill en de daaruitvloeiende televisieserie stierf een snelle en stille dood. In 2004 kwam nog Les Daltons uit van Philippe Haïm.
Lucky Luke, Tous à l'Ouest was de meest recente Lucky Luke-verfilming uit 2007 naar het album De Postkoets.
• Na 17 draaiweken en een budget van twintig miljoen euro was er in februari 2009 een einde gekomen aan de opnames van de Franse film Le Petit Nicolas die op 30 september 2009 zijn Franse première beleeft. Omdat de formule van de in totaal 250 geschreven kortverhalen zich niet leent tot een bioscoopfilm van langere duur, werd een nieuw verhaal bedacht met Joachim A des Ennuis als sleutelverhaal. Daarin staat het verlatingsangstthema centraal waarop kon worden voortgeborduurd. Verder werd een synthese gemaakt van alle verhalen waardoor in de mate van het mogelijke alle leuke, opmerkelijke en herkenbare elementen aan bod konden komen. Dochter Anne Goscinny is opgetogen met de film. Bij een bezoekje aan de set vond ze de acteurtjes en de decors zo waarachtig dat ze moest huilen van de emotie. Dat belooft. In 2011 moet een teklenfilmserie volgen.

Faits divers (Asterix):
• Een beschuldiging van vrouwenhaat stootte tegen de borst, vooral die van Goscinny's echtgenote. Sinds het begin kwamen er veel vrouwen voor in de strip en dan was er Cleopatra. De reden waarom er geen vrouwen een hoofdrol deelden, lag bij de strenge Franse commissie die over alles waakte dat was bestemd voor de jeugd. Een te grote aanwezigheid van vrouwen kon niet. De auteurs hielden enkel rekening met deze verordeningen.
Asterix' multimediacarrière begon als radiofeuilleton op Radio-Luxembourg (vandaag RTL, een van de toenmalige hoofdfinanciers van Pilote). Stemmenacteur Roger Carel vertelde er elke dag onuitgegeven Asterix-sequenties. Het Belgische animatiebedrijf Belvision, de tekenfilmpoot van Raymond Leblancs Lombard, sprong op de kar en maakte korte Asterix-filmpjes voor de Belgische tv-markt. Ze kenden een zodanig succes dat ze aan elkaar werden gemonteerd voor een langspeeltekenfilm: Asterix de Galliër, de eerste tekenfilm in een reeks van voorlopig negen tekenfilms en drie live action-films. In het Olympisch jaar 2008 kwam de derde film uit: Asterix en de Olympische Spelen. Over de rudimentair geanimeerde Asterix de Galliër, dat een groot succes kende in de bioscopen met wachtrijen in Frankrijk, merkte Goscinny op dat "het niet echt Disney is".
• Uderzo en Goscinny waren niet tevreden over Asterix de Galliër als tekenfilm. Toch lieten ze Belvision begaan. Toen daarna Het Gouden Snoeimes als tekenfilm zou worden omgezet, blokkeerden de auteurs dit plan. Goscinny wilde liever in zee gaan met Pierre Tchernia. Hij herschreef vervolgens Asterix en Cleopatra en hielp Tchernia met de regie voor deze tekenfilm. Naast het kwaliteitsverschil tussen Belvision en de eigen geproduceerde tekenfilms wilde hij vooral onafhankelijkheid en eigen zeggenschap hebben. Als bewonderaar van Walt Disney, waarvan hij het Franse equivalent uit de grond wilde stampen, richtte hij met Dargaud en Uderzo Studios Idéfix op met de Latijnse vertaling Delirant Isti Romani! (jawel, "ze zijn gek die Romeinen") in het logo dat gelijkenissen vertoonde met het MGM-logo met de brullende leeuw). Het zou voortaan eigen tekenfilms produceren. Met het vergaarde budget hoorde het plots tot de vijf grootste filmmaatschappijen van Europa. Uderzo en Goscinny staken er elk veertig procent kapitaal in. Georges Dargaud hoestte de overige twintig procent op.
• Met Claude Leloch namen de auteurs contact op om een film gerealiseerd te krijgen. Hij had een welbepaald idee om geen professionele acteurs te gebruiken. Hij aasde op de man uit de straat en gaf de auteurs dan ook de opdracht om mensen tegen te houden wanneer ze leken op een van hun personages. Goscinny antwoordde: "Als ik een gast ontmoet die op Asterix lijkt, dan ren ik doodsbenauwd weg".

• Voor de première van de eerste tekenfim, Asterix de Galliër, huurde men een dwerg in om als verklede Asterix de kinderen te ontvangen. Maar de kleintjes moesten ervan huilen. Dat leerde Uderzo om in Parc Astérix enkel kleine vrouwen in het pak van Asterix te steken.
• Vooral vanaf de jaren zeventig vonden reclamemakers dat ze wel gebruik konden maken van de figuren van Uderzo en Goscinny om producten te helpen verkopen. De harten van de Fransen had Asterix toch al ingepalmd, nu nog hun portefeuille.
• In de jaren zeventig gingen Uderzo, Goscinny en Georges Dargaud naar de VS om er Joseph Barbera te ontmoeten van de tekenfilmstudio Hanna-Barbera met de bedoeling te onderhandelen over een tekenfilmserie van Asterix. Barbera legde een scenario voor dat niets te maken had met Asterix. Hij voegde eraan toe dat ze elkaar opnieuw zouden ontmoeten in Parijs om samen te werken. In de kantoren van de Franse filmmaatschappij Gaumont vond een nieuwe ontmoeting plaats. Barbera beweerde daar dat er in geen enkel Asterix-album een goed idee zat om te exploiteren voor de cinema. "Alles is slecht!" was een gevleugelde uitspraak. Uderzo stond sito presto recht en eindigde de besprekingen met "Goed, dan eindigt het hier!". Barbera probeerde het nog te sussen door te zeggen dat erover kon gebabbeld worden. Uiteindelijk kreeg Uderzo door dat Barbera nooit een Asterix-album gelezen had.
• In 1988 verscheen het speciale album Astérix par Toutatis, enkel in het Frans maar ook enkel voor blinden want de uitvoering was in braille. Het album werd gemaakt in samenwerking met Uderzo en het Olivier Poncer, een instituut voor blinden. Het werd uitgegeven door Chardon Bleu en telt 32 pagina's.
• In 1989 werd het Parc Astérix geopend in Oise, dertig kilometer buiten Parijs. Eerdere plannen voor een Asterix-dorp werden in een andere Franse gemeente afgewezen door de inwoners in een referendum.
• Op 23 januari 2002 (en daarna) ruilde de hamburgerketen Mac Donald's hun mascotte, de verschrikkelijke onleuke clown Ronald Mc Donald, in Frankrijk in voor Asterix in de hoop het Franse verzet tegen de globalisering te breken. Voor het eerst in de geschiedenis van de fastfoodketen liet het een afwijking toe in hun wereldwijde uniforme promotie en image building. Een Mac Everzwijn kwam niet op het menu.
• Tekenfilmtitels: Asterix de Galliër (1967, het Belvision-vehikel), Asterix en Cleopatra (1968, Goscinny was co-regisseur), Asterix Verovert Rome of De Twaalf Werken van Asterix of Asterix en de Helden (drie filmtitels voor dezelfde prent — 1976, Uderzo en Goscinny deden de regie), Asterix Contra Caesar (1985, geregisseerd door Paul en Gaetan Brizzi, later werkzaam bij de inmiddels opgedoekte Franse afdeling van Disney), Asterix bij de Britten (de laatste bij Dargaud uit 1986, tegelijkertijd gemaakt met Asterix Contra Caesar, de decors werden gerecycleerd), Asterix en de Knallende ketel (1989, kwam in hetzelfde jaar uit als het Asterix-pretpark), Asterix Verovert Amerika (1994, co-productie met een Duitse tekenfilmstudio, oorspronkelijk in het Duits gefilmd met een Engelse nasynchronisatie voor de internationale markt) en Asterix en de Vikingen (2007).
• In tegenstelling tot de meeste tekenfilms werden de twee live action-films met Christian Clavier en Gérard Depardieu in de respectievelijke rollen van Asterix en Obelix een waar kassucces. In Frankrijk werden Asterix & Obelix tegen Caesar (1999) en Asterix & Obelix: Missie Cleopatra (2002) twee van de best bezochte films aller tijden. Het waren ook de duurste. Het budget van Missie Cleopatra bedroeg 53 miljoen euro. Met meer dan 78 miljoen euro was Asterix en de Olympische Spelen in 2008 de duurste prent in de Franse filmgeschiedenis. Voormalig F1-coureur Michael Schumacher speelde een opgemerkte cameorol als wagenrenner Schumix. Depardieu moest Christian Clavier nu naast zich dulden als Asterix. Verder stonden grote namen als Alain Delon, Claudia Cardinale, de Belg Benoît Poelvoorde (eigenlijk de ware hoofdrolspeler van de film), oud-voetballer Zinédine Zidane, tenisster Amélie Mauresmo, David Beckham en de reusachtige worstelaar Nathan Jones op de aftiteling.
• Bij de productie van de eerste film vroeg men aan de Italiaanse acteur Roberto Begnini (die ooit nog inspecteur Clouseau speelde in een Pink Panther-sequel!) om een Romein te vertolken in de film. Hij weigerde in eerste instantie met het argument: "A neen, als Italiaan kan ik dat niet maken ten opzichte van mijn voorouders..." Men heeft hem aan het verstand gebracht dat dit een belachelijke houding was en uiteindelijk stemde hij toe.
• Na La Grande Vadrouille (17 miljoen bezoekers) met Louis de Funès en Bourvil in de hoofdrol was Missie Cleopatra (14.557.000 bzoekers) de tweede best bezochte film in de Franse filmgeschiedenis. Tot daar in 2008 Les Ch'tis (een schertsfilm over de Noord-Fransen) bijkwam die alle records verpulverde.
• De Verenigde Staten heeft zijn Golden Raspberries, Frankrijk kent al sinds 2005 de Gérards toe. Beide awards zijn bedoeld voor de slechtste films, acteurs, regisseurs en diverse meer van het afgelopen jaar. De Gérard voor de "Slechtste Film van de Cinemageschiedenis in 2007" ging naar Asterix en de Olympische Spelen. Franck Dubosc, de vertolker van Assurancetourix, werd bekroond als "Mannelijke Wanhoop". Kaamelott-auteur Alexandre Astier speelde een gastrolletje als de Romein Malosinus en werd daarvoor eveneens beloond met een Gérard.
• Regisseur Roman Polanski is een stripfan. Niet alleen deed hij ooit beroep op Hermann voor het storyboard van een piratenfilm die er nooit kwam, maar in een tv-uitzending op 25 januari 1973, naar aanleiding van de door hem geregisseerde film The Tragedy of Macbeth (uit 1971), toonde hij zich ook als een analytisch lezer. Op een van de vragen antwoordde hij: "Wanneer in de strip Asterix de legers van links naar rechts trekken, is alles in orde. Wanneer ze verslagen zijn, trekken ze van rechts naar links". Een compliment voor Uderzo als een kiene stripregisseur.

• Dat Asterix en Cleopatra niet eindigde met een traditioneel banket in het dorp, maar wel zij aan zij met Julius Cesar de vijand, kon niet door de beugel van veel lezers. Ze lieten de auteurs weten dat ze zich niet meer zulke grapjes mochten veroorloven. Het deed denken aan de dag dat Hergé Kuifje voorzag van een jeansbroek in plaats van een golfbroek of het nieuwe jurkje van Wiske uit Suske en Wiske. In elk van de albums verwachten lezers een dorpsgevecht tussen Kostunrix en Hoefnix, een schipbreuk van de piraten, enkele gevechten met Romeinen en Assurancetourix die op het eind aan een boom is vastgeknoopt. Als er een van deze gimmicks ontbrak, dan regende het brieven. Vandaag ervaart Uderzo de karakters als een gevangenis. Het is hem niet toegestaan Asterix te laten evolueren terwijl er niet mag geraakt worden aan enkele vaste waarden.

Faits divers (Asterix en Cleopatra):
• Naar aanleiding van de release van Asterix 33: Het Geheime Wapen in 2005 organiseerde De Stripspeciaalzaak een lezerswedstrijd waarin werd gevraagd naar een Asterix-top 5. In deze uitslag behaalde Asterix en Cleopatra de derde plaats in de aldus bekomen Asterix Top Six. Daarom verwijzen we je door naar deze pagina voor een overzicht van alle (onvertaalde) knipoogjes, historische verwijzingen, cameo's en trivia die het album rijk is.