1975
- Aan de jonge interviewer Numa Sadoul
verklaart Hergé in Tintin et Moi
dat hij zich maar een armzalig tekenaar voelt in vergelijking met
Franquin, "een groot artiest".
Ondertussen ontzegt Franquin de lezers nieuwe Guust-gags
bijna het hele jaar door. Op gag 821 in januari 1975 na vult Robbedoes
Flaters afwezigheid op met de Rubriek Klassiek. Ook Franquins
eerste verhalen De Tank, De Erfenis van Robbedoes, Het Kant-en-Klaar
Huis en Robbedoes en de Robot worden vanonder het stof
gehaald voor deze rubriek. Niet alle lezers stellen het op prijs.
1975 - De piepjonge uitgeverij
Jacques Glénat geeft in zwart-wit een softcoveralbum
uit van een dertigtal pagina's waarin een deel van de nog niet eerder
in album opgenomen gags van Ton en Tineke prijken.
1975 - Een
nieuwe wending maakt Franquin als coscenarist voor de reeks Isabel
van Will. Raymond Macherot (de auteur
van Chlorophyl en Snoesje) en Yvan Delporte
zijn de andere scenaristen, die Isabel al in 1969 bedenken.
In Robbedoes nummer 1929 tot 1935 en 1965 tot 1972 uit 1976
lopen respectievelijk De Hekserij van Oom Hermes en Het
Eiland der Verdoemden. Franquin zorgt voor de donkere touch aan
de histories.
1976 - De Erfenis
en Radar de Robot openen een nieuwe collectie bij Dupuis:
Jeugdzonden, met daarin oud werk van bekende auteurs. De
gepubliceerde verhalen zijn opnieuw ingekleurd. Guust Flater gidst
jou doorheen de opgenomen strips.
Op de speciaal voor deze edities getekende covers staan linksboven
de peuterhoofdjes van Robbedoes en Kwabbernoot. We zouden het kunnen
beschouwen als de oereditie van de succesvolle, stoute Robbedoes-spin-off
De Kleine Robbe van Tome & Janry.
Robbedoes en de Robot is aanwezig in Robbedoes nummer
1973 tot 1979 in de Rubriek Klassiek.
1976 - Op
scenario van zijn vriend Marcel Gotlib tekent Franquin
verschillende gags voor het humoristische blad Fluide Glacial,
een uitgave van Gotlib en een paar van zijn collega's die wegliepen
van Pilote. In 1976 zijn het drie verhalen in de nummers
7 (oktober 1976), 8 (het verhaal De Vos en de Schijtlijster)
en 9 (het verhaal Slowburn). Het is de eerste samenwerking
tussen de twee tekenaars.
In Robbedoes 2019 tot 2035 van 1977 loopt het Isabel-verhaal
De Ceintuur van Cassiopea van Will op coscenario
van Franquin, Raymond Macherot en Yvan Delporte.
1977
- Op 17 maart 1977 verschijnt het eerste nummer van Le
Trombone Illustré, een zogezegd clandestiene bijlage bij
het Franstalige weekblad Spirou nummer 2031. Franquin kan
hierin zijn meest zwartgallige gedachtes de vrije loop in de eerste
gags van Idées Noires (Zwartkijken). Daarnaast
verzorgt hij een wekelijkse titeltekening met ontzettend veel detail
en verschijnen er enkele verhaaltjes van de Marsupilami geschreven
door Yvan Delporte en met decors van Will.
De bijlage is onder andere een aanbod aan Franquin om hem er weer
bovenop te halen. De laatste jaren lijdt hij aan zowat de zwaarste
inzinking uit zijn leven. De gezondheid is slecht, de financiën
van die mate dat hij geen werk nodig heeft en de zelfkritiek immens.
De bijlage duurt echter niet langer dan dertig nummers, tot oktober
1977. Onder meer de tegenkanting van conservatieve abonnees, een waakzame
Spirou-redactie en jaloerse tekenaars — die niet mochten
meedoen — doen het blad de das om. Maar 't is voor Franquin
voldoende om op een ander niveau artistiek uit de hoek te komen. Bovendien
publiceert hij op dezelfde dertig maal acht pagina's als onder andere
René
Hausman, Enki Bilal, Jean-Claude
Mézières, Jean Roba, Sirius,
Martin Lodewijk, Peyo, Peter
de Smet, Claire Bretécher, Marcel
Gotlib, Jacques Tardi, The-Tjong
Khing, Grzegorz Rosinski, Derib,
Didier Comès, René Follet,
Jijé, Raymond Macherot, Mœbius,...
53 auteurs in totaal.
Een poging om Le Trombone Illustré bij Casterman
te doen herleven in het maandblad (A Suivre) onder de naam
Et Pendant Ce Temps à Landerneau faalt na enkele nummers
(het loopt in de nummers 9 tot 16).
1977
- In november verschijnt op vraag van Marcel Gotlib
een speciaal nummer van Fluide Glacial met negen in Le
Trombone Illustré verschenen Zwartkijken-grappen.
Daarna is het de beurt aan een hele reeks nieuwe gags vanaf januari
1978.
Het nieuwe Nederlandse stripblad De Vrije Balloen onder co-redactie
van Patty Klein
profiteert er ook van en brengt voor het eerst Zwartkijken
in vertaling onder de kop Zwarte Humor.
1978 - Voor Frédéric
Jannin (die in Le Trombone Illustré debuteert
met German en Wij) schrijft Franquin samen met Yvan
Delporte kortverhalen over een norse veertiger en zijn huurder,
een mol die zijn duiten haalt uit een in de grond verborgen schat
met goudstukken. Pieter Pook en Molleke wordt in de loop
van de jaren voorgepubliceerd in Robbedoes.
Slechts zes nieuwe Guust-gags verschijnen in Robbedoes.
In album komt Isabel 3: De Hekserij van Oom Hermes uit, getekend
door Will en geschreven door Franquin, Yvan
Delporte en Raymond Macherot.
1978
- Dupuis distilleert uit voorheen onuitgegeven
gags het speciale album Guust en de Marsupilami. Het ligt
niet zonder reden in de winkels. De Duits/Nederlandse schlagerzanger
Dennie Christian heeft namelijk een hit te pakken
met het lied Hoeba Hoeba Hop over Guust en de Marsupilami.
Het is een commerciële keuze om per se een album uit te brengen.
Tegen de zin van Franquin want hij wil niet dat de wereld van Guust
en de Marsupilami in elkaar overvloeien.
In Robbedoes 2111 tot 2137 van 1979 loopt het Isabel-verhaal
Een Rijk van Tien Morgen van Will op coscenario
van Franquin en Yvan Delporte.
1979 - Guust 13:
Flater Verdient een Optater verschijnt bij Dupuis.
Op de laatste pagina waarschuwt Pruimpit voor het bestaan van Guust
5: het kunnen alleen spookalbums zijn of illegale uitgaves.
Het album Cauchemarrant is een speciale uitgave van Audie
met daarin vele monsters die Franquin heeft getekend, meestal als
droedels in zijn vrije tijd, en losse stripjes zoals De Marshall,
een westernheld die op het eind van de pagina het leven laat.
Isabel 4: De Ceintuur van Cassiopea is nieuw, nog steeds getekend
door Will en geschreven door Franquin, Yvan
Delporte en Raymond Macherot.
Dit jaar houdt Franquin het op een twintigtal Guust-gags
en maandelijkse gags van Zwartkijken, that's it.
1980 - De Nederlandse
stripspeciaalzaakeigenaar Hans Matla herdrukt het
allereerste Gaston-albumpje, uitgebreid met de eerste, genummerde
Guust-aflevering, ter gelegenheid van het tienjarig bestaan
van Stripantiquariaat Panda. De oplage bedraagt slechts
500 exemplaren bestemd als geschenk voor vaste klanten en relaties.
1980
- Guust in de cinema, jaja! Een Franse langspeelfilm van
regisseur, producer en scenarist Paul Boujenah met
echte acteurs verovert de Waalse en Franse zalen onder de titel Fais
Gaffe à Lagaffe, maar de prent verdwijnt al snel roemloos
uit de cinema's. Een zekere Roger Mirmont speelt
de hoofdrol als G. Franquin wil niet dat de namen van de personages
uit de gags overgenomen worden in de film.
1980 - Bij Dupuis
verschijnt een verzamelbundel met alle dertig nummers van Le Trombone
Illustré in een beperkte oplage. Franquin tekent er een
cover voor.
1980 - De
stripacademie van Stockholm kent Franquin de Adamson-prijs
toe, toen de Nobelprijs voor de strip. Hij moet de lauwerkrans delen
met Jean Giraud.
Bij Dupuis verschijnt Isabel 5: Een Rijk van
Tien Morgen, getekend door Will en geschreven
door Franquin en Yvan Delporte. Raymond Macherot
haakt af.
Ondertussen loopt in Robbedoes 2217 tot 2236 van 1981 loopt
het Isabel-verhaal De Behekste Vijver van Will op
coscenario van Franquin en Yvan Delporte.
1981 - Zwartkijken
1 verschijnt bij Yendor.
Pieter Pook en Molleke verschijnt als opener van de Debuut-reeks.
In Robbedoes 2270 staat opnieuw een kortverhaal van de Marsupilami
en de jager Bring M. Backalive.
Bij Editions L'Atelier verschijnt een uitgave van
Les Robinsons du Rail, een geïllustreerd verhaal met
Robbedoes, Kwabbernoot en Guust Flater.
Isabel 6: De Behekste Vijver komt uit, getekend door Will
en geschreven door Franquin en Yvan Delporte.
1982 - Verschijning
van Guust 14: De Flater-Saga bij Dupuis.
Bij Magic Strip verschijnt een opnieuw ingekleurde
herdruk van Roeltje en de Elaoin in softcover- en hardcovereditie.
De inkleuring is het werk van Yves Chaland en zijn
echtgenote.
En nu gaat het bergaf. Door gezondheidsproblemen en een zware depressie
onderbreekt Franquin twee jaar lang zijn loopbaan. Met Zwartkijken
stopt hij definitief in het septembernummer van Fluide Glacial
(in mei 1983 wordt de laatste uitgegeven in het maandblad). Hij
is uitgekeken op de pessimistische boodschap en volgens hem sluipt
de routine er te veel in.
1982
- Vijf jaar na de stopzetting van Le Trombone Illustré
verschijnt een 31ste nummer. Franquin moest dan wel aan meneer Dupuis
beloven dat het nooit wordt verdergezet bij een andere uitgever, maar
met de titel Le Tromblon Illetré wordt dat omzeild.
In het eenmalige nummer publiceren onder andere Yann
en Conrad (die de erotische covertekening verzorgt),
Edmond Baudoin, Philippe Bercovici,
Vuillemin en Charlie Schlingo.
1982
- Yendor lanceert het stripmaandblad Rhaa
Lovely. In bijna elk nummer staat een Zwartkijken-grap,
maar het blad stopt na nummer 18 van februari 1984.
1982
- Franquin en zijn creaties beroeren ook stripjournalisten.
Het kransje Kees de Bree, Jac Drewes
en Rob van Eijck van het Nederlandse Stripschrift
schrijven met wat hulp Stripschriftspecial 5 bijeen, De
F van Flater ofte De Virtuoze Humor van André Franquin.
In deze special staan stukken interview, beschouwende artikels, toen
nog niet eerder gepubliceerde gags en weggelaten scènes.
1983 - Guust 5
verschijnt... of toch niet helemaal. Guus 5: De Ballade van de
Klaters is zowel een hommage als een parodie met een veertigtal
auteurs die elk een eigenzinnige Guust-gag leveren. Franquin
schrijft een voorwoord. Het album verschijnt in vertaling bij Yendor.
1983 - Op
16 juni 1983 verschijnt Robbedoes Album+ 6 met daarin dertig
pagina's die zijn opgehangen aan Franquin. De Valse Falsaris,
een kortverhaal van Robbedoes en Kwabbernoot door Tome
& Janry, brengt het spookalbum Guust 5 nogmaals
ter sprake. Op coscenario van Franquin en Yvan Delporte
is ook Isabel aanwezig met het kortverhaal De Stijgbui.
Bernard Hislaire parodieert met Frommeltje en
Viola een pagina uit Het Nest van de Marsupilami's.
Ook Frank Pé, André Geerts,
Marc Hardy, Jean Roba, Charles
Degotte, Frédéric Jannin en
Paul Deliège doen wat rond Franquin of een
van zijn scheppingen.
1984 - Ondanks Franquins
stopzetting van Zwartkijken is er nog genoeg materiaal om
een half album te vullen. Dat is dan ook wat piraatuitgevers doen
in de vorm van illegale uitgaves. Als reactie verschijnt het officiële
tweede deel als oblongalbum, ook in vertaling bij Yendor.
1984 - Dupuis
gaat in zee met Rombaldi en brengt het eerste deel
van vijf luxedelen uit van Guust. Per deel, gebonden in blauw
leder met goudopdruk, zijn drie albums gebundeld, aangevuld met vele
onuitgegeven gags, illustraties, geïllustreerde verhalen, kalanders,
teksten,...
1985 - Nog lang niet
alles van Guust is in album verschenen. In Guust 0: Gadgets
en Gags zijn de allereerste cartoons en gags te boek gesteld.
Bij Dupuis/Rombaldi verschijnen
deel 2, 3 en 4 in de luxereeks van Guust Flater.
In Robbedoes nummer 2477 tot 2480 loopt dan weer Franquins
laatste bijdrage aan de Isabel-reeks met het verhaal Het
Orakel van Delft.
198?
-
Nog vóór de zelfstandige stripreeks Marsupilami
een feit is, wil men bij Dupuis het succes van de
tekenfilmreeks De Smurfen herhalen met een andere stripreeks.
De keuze valt op de Marsupilami.
Maar Franquin wil in de jaren tachtig de klus niet alleen klaren.
Hij zoekt een team bijeen dat hem een handje helpt bij voorbereidende
tekeningen om de tv-producers over de streep te trekken. Voor de jungledecors
hoeft hij niet ver te zoeken, da's een specialiteit van Will.
Verschillende jungledieren laat hij uitwerken door Marc Wasterlain.
Franquin geeft de toen nog jonge Didier Conrad de
kans om diverse figuurstudies van de Marsupilami te tekenen, de boosaardige
personages en het kleine Indianenmeisje Cuxicu te ontwerpen. Yann
is dan nog maar een beginnend scenarist die de eerste drie delen van
De Onnoembaren op zijn naam heeft, getekend door Conrad.
Hij schrijft samen met Yvan Delporte een paar scenario's
voor potentiële tv-episodes.
Een eerste scenario valt in goede aarde. Het wordt in 1989 gerecycleerd
voor Marsupilami 3: Mars, de Zwarte. De Amerikaanse tv-bobo's
zijn echter als de dood voor het overtreden van de strenge regels
in verband met jeugdprogramma's: geen geweld, geen seks, geen drugs,
geen alcohol en geen racisme. Door dat laatste ketst het tekenfilmproject
af. De Indianenstam kan namelijk niet door de beugel. Om de producers
te proberen overtuigen, vliegt Franquin tegen zijn zin naar Hollywood.
Ondertussen is er al een pilot van vijf minuten gedraaid, gemaakt
door een Japanse studio (zonder medeweten van Franquin).
Het filmpje is een artistieke mislukking. Na vele pogingen en vele
aanpassingen door hemzelf en derden, geeft Franquin er volkomen de
brui aan en na een vooropgestelde deadline verkoopt hij de rechten
aan een zakenman die daarvoor de uitgeverij Marsu Productions
opzet. Voortaan zal het weer om strips draaien... Maar Walt
Disney maakt in 1992 alsnog een seizoen tekenfilmepisodes
waarin het dier volop tatert.
1985 -
Dupuis geeft Guust R1 tot en met R4 uit
in hardcovereditie.
1986 -
Opnieuw een ereprijs voor Franquin. Hij ontvangt de Nationale
Prijs voor Grafische Kunsten.
Hetzelfde jaar rolt ook Guust R5: Het Zware Verleden van Guust
Flater van de persen. Het gedoe rond het nummer 5 is hiermee
tot een eind gekomen. Het album is een niet-chronologisch samenraapsel
van tot dan toe niet eerder in album verschenen gags, aangevuld met
gags voor reclamedoeleinden.
Isabel 7: Het Orakel van Delft verschijnt bij Dupuis.
Ook Guust R5 tot en met deel 9 verschijnen in herdcoverformaat.
1986 -
Guust Flater maakt in november 1986 een comeback in Robbedoes
met gag 897. Franquin wil de 1000 halen.
1986
- Et Franquin Crea la Gaffe is een monumentaal
interviewboek van Numa Sadoul, die enkele jaren ervoor
Hergé aan de tand voelde voor het al even
belangrijke Tintin et Moi. Het verschijnt bij Distri
BD-Schlirf.
1986 -
In 1986 en 1987 geeft Rombaldi zeven bundels uit
van Robbedoes en Kwabbernoot plus eentje met zowat alle verhalen
van de Marsupilami en Roeltje en de Elaoin.
1987 -
Franquin wil het wat makkelijker voor zichzelf maken en vertrouwt
de rechten van de Marsupilami toe aan zakenman en fan Jean-François
Moyersoen. Hij verkrijgt de rechten door Franquin een financieel
zeer aantrekkelijk voorstel te doen (een aanbod waar Dupuis
nooit kon aan tippen) en stationeert de kersverse uitgeverij Marsu
Productions in Monaco.
Een
eerste album, De Staart van de Marsupilami, verschijnt er
met hulp van de jonge, Belgische tekenaar Luc Collin
(Batem) op scenario van Greg. Officieel
beperkt Franquin zich tot de regie, in de praktijk komt het erop neer
dat Batem geen enkele prent zonder hulp van Franquin heeft getekend.
Franquin tekent wel de cover op zijn eentje.
Grote budgetten worden voorzien voor de release ervan. Het verhaal
wordt in een zestal tijdschriften voorgepubliceerd, onder andere in
Panorama, de voorloper van P-magazine.
1987 -
Aangestoken door de Rombaldi-collectie, die alles
wil bundelen van Franquin, geeft Dupuis in een duurzame
hardcoveruitvoering met wikkel QRN op Bretzelburg uit, dit
keer aangevuld met alle weggeknipte pagina's en scènes met
toelichting.
1987 -
In een genummerde oplage van 6.000 exemplaren geeft Philips
Consumer Products het album Wat 'n Knap Stel Guust en
de Philips Batterijen uit met de gags die Franquin maakte over
en met Philips-batterijen.
1987 -
In de Côte d'Or-collectie van dezelfde smaakvolle gelegenheidsuitgever
verschijnen twee albums van Ton en Tineke.
1987 -
Het Franse J'Ai Lu is gespecialiseerd in pocketuitgaven
van bestaande strips. Ook Guust Flater moet eraan geloven.
De tot dan toe verschenen gags verschijnen in zeventien pockets. Franquin
maakt er vele kleine tekeningetjes voor om gaten en verloren hoekjes
op te vullen die er komen door de hermontage van de gags.
1988 -
Ook Dupuis probeert pockets op de markt te lanceren
met de twee Guust-titels Flaters als Water en Flaters
te Koop in de collectie Starstrip.
1988
- Dossier Franquin is een overzichtsalbum
in tekst en beeld van Franquins carrière, geschreven door Kris
de Saeger. De uitgave van Arboris bevat
vele onuitgegeven illustraties. In 1997 verschijnt een versie in softcover
met geüpdatete tekst en gewijzigde beelden.
Bij dezelfde uitgever verschijnt Zwartkijken Kompleet, toen
nog met blauwe coverkleur. De eerste druk raakt in amper drie maanden
compleet uitverkocht. Van de Franse eerste druk vliegen veertigduizend
exemplaren de deur uit in slechts één maand.
En nu alle gags toch meteen bij elkaar staan, ziet ook een afsluitend
deel in de Rombaldi-collectie het licht.
1988 -
Bij Marsu Productions komt een tweede Marsupilami-album
uit: De Bamboe-Baby. Greg staat nog steeds
paraat voor het scenario, maar hij voelt zich niet langer comfortabel
bij een personage dat niet kan spreken. Franquin zet ook een stapje
terug en superviseert voortaan Batems werk aan het album. Per nieuw
album bemoeit hij er zich minder mee.
1989 - De twee eerder
verschenen albums uit de Jeugdzondenreeks verschijnen nu
ook als Buiten Reeks-albums in de reguliere reeks van Robbedoes
en Kwabbernoot.
1989 -
Op de Waalse omroep RTBF en de Franse zender A2
loopt in 1989 het stripprogramma Merci, Gaston dat zich afspeelt
op de kantoren van Dupuis en nieuws verschaft over
net verschenen strips bij de uitgeverij. Verschillende gags van Guust
Flater, met Kwabbernoot en Robbedoes, worden door vermomde acteurs
met gigantische poppenhoofden nagespeeld, bijvoorbeeld gag 71 (de
vlieg op de lamp).
1989 -
Franquin springt aan boord van een tekenfilmserie. Hij creëert
er speciaal De Banjers voor met scenario's van onder meer
Yvan Delporte, bijgestaan door Jean Léturgie.
Maar Franquins detaillistische tekeningen zijn moeilijk te adapteren
naar animatie.
Na het bekijken van de eerste episode, grijpt Franquin naar een fles
gin om de zware ontgoocheling door te spoelen. Bovendien gaat de producent
die de tekenfilmserie financiert na twintig afgewerkte episodes failliet
na een reeks fout afgelopen zaken in de immobiliënsector. De
tekenfilmserie loopt dus ook fout af. Voor dit tekenfilmproject levert
Franquin volgens Léturgie duizenden tekeningen met storyboards,
schetsen, uitgewerkte scènes en zoveel meer.
1989 -
Marsu Productions geeft Marsupilami 3 uit,
Mars, de Zwarte. Yann is nu de scenarist.
In hetzelfde jaar verschijnt ook nog Marsupilami 4: Stuifmeel
op de Monte Urticando, eveneens op scenario van Yann.
1989 -
Loempia bundelt in de eerste twee van vier albums
en in chronologische volgorde alle gags van Ton & Tineke.
Franquin tekent er nieuwe covers voor. Kalm Blijven, Ton!
en Ik Maak me niet druk! zijn de titels.
De Jaren Ton en Tineke is een eerste van drie luxealbums
(telkens genummerd op 400 exemplaren en gesigneerd door Franquin)
die de achtergrond schetsen van de periode en de omstandigheden waarin
de reeks tot stand is gekomen, de gags van deel 1 incluis.
1989 -
Arboris publiceert twee softcoveralbums en een integrale
hardcoverversie met storyboards van De Banjers. En daar blijft
het ook bij want de rechten zijn nog steeds geblokkeerd, ook in het
Frans.