Reeds in de jaren vijftig las ik wekelijks de avonturen van Robbedoes. Wat me het meeste beviel, nadat ik in mijn tienerjaren gefascineerd was door de albums van Kuifje, was het gevoel van vrijheid, de verbeeldingskracht en de zin voor avontuur die Franquin de lezer voorschotelde.
Ik ontmoette Franquin voor het eerst in 1957 in Brussel, samen met Pat Mallet. We waren twee studenten en beginnende tekenaars, nog naïef maar nieuwsgierig. We durfden het aan om in die tijd, toen de communicatiemiddelen nog beperkt waren, een afspraak te maken met onze haast onbereikbare leermeester. Die ontmoeting is bepalend geweest voor mijn verdere loopbaan.
Franquin, die waarschijnlijk in die tijd minder lastig gevallen werd dan later het geval zou zijn, ontving ons met een ongelofelijke vriendelijkheid en geduld en maakte de hele dag voor ons vrij. Zijn vrouw Liliane, toen een jonge moeder, maakte een Chinees gerecht klaar voor die twee studenten die van ver (Parijs) kwamen. Franquin bekeek ons werk met een milde belangstelling. Deze ontmoeting is me, samen met vele andere van een recentere datum, erg bijgebleven door de muur van enthousiasme en (wederzijdse?) verlegenheid die mijn latere, meer professionele contacten nooit hebben uitgeveegd.
Mijn aspiraties als beginnend tekenaar hebben volop geprofiteerd van zijn werk en tegelijkertijd heeft mijn fascinatie voor zijn oeuvre mij enkele jaren later aangetoond dat er eigenlijk geen verwantschap mogelijk was. Ravian, de sciencefictionstrip die ik samen met Pierre Christin maakte, kon zich maar ontwikkelen door de vader te verlaten van wie ik veel had geleerd. Niet door de deur keihard achter me dicht te slaan, maar door er rustig en vreedzaam afstand van te nemen.
In de wereld van het stripverhaal blijft de impact van Franquin onbetwistbaar groot. Zijn nerveuze en directe tekenstijl heeft intussen misschien zijn plastische kracht verloren — zonder twijfel door de overvloed aan enthousiaste opvolgers. Zijn zin voor verzet in een stripwereld die in die tijd nogal conservatief was (ah, het antimilitarisme van het Metomol in de tijd van de oorlog in Korea), zou vandaag de dag, echter, nog steeds de geest moeten opfrissen van de vele liefhebbers van gewelddadige strips, zowel mannen als vrouwen, die volledig in beslag zijn genomen zijn door de beelden op televisie.
Voor mij is Franquin de enige ware verteller van de stripwereld, de man door wie de 'grafische roman' volledig tot ontwikkeling is gekomen.
[vertaald
door Jeroen François / eindredactie door Peter D'Herdt] |