1960
- Het eerste album van Guust Flater is een feit: een onooglijk
albumpje, niet groter dan een stripstrook, gedrukt op restanten papier
en enkel in het Frans met niets meer dan de titel Gaston.
Veel boekhandelaars denken dat het om een presentje van de uitgeverij
gaat en delen het gratis uit. De oplage bedraagt volgens de Matla-catalogus
vermoedelijk 350 exemplaren. Vandaag is het een peperduur collector's
item.
Nog in 1960 moet er wel betaald worden voor Robbedoes en Kwabbernoot
12: Het Nest van de Marsupilami's, deel 13: De Bezoeker uit
de Oertijd én deel 14: De Gevangene van Boeddha.
1960
- Ai, in Robbedoes nummer 1174 heeft Guust Flater
een koe gewonnen, een probleem en voeding voor een reeks gags met
verstrekkende gevolgen... De koe op de redactie is namelijk echt gebeurd.
Franquin zegt tegen Charles Dupuis dat hij van plan
is een serie te maken rond een koe op kantoor nadat Guust het beest
won op een tombola. Hij zou ervanaf geraken door ze als prijs uit
te loven in een wedstrijd. Dupuis vindt het een prima idee en koopt
een koe. Foto's dienen als documentatie, maar het komt niet direct
tot een strip. Franquin vergeet de zaak een beetje. Maar na een tijdje
vraagt Dupuis hoe het met de koeiengrappen zit. Wanneer Franquin eindelijk
begint aan de koeienreeks, heeft Dupuis de koe al verkocht. Dupuis
zoekt vervolgens een nieuwe koe, met ongeveer dezelfde zwarte vlekken
en koopt er nog één omdat de wedstrijd loopt in zowel
België als Frankrijk. Door de koe wordt Guust Flater zogezegd
ontslagen. Maar liefst zevenduizend lezers schrijven een brief en
pleiten voor zijn terugkeer. De commentaren op meneer Dupuis zijn
niet mals en van het grofste soort. De koeienreeks loopt door tot
nummer 1182.
1961 -
Verschijning van Robbedoes en Kwabbernoot 15: Z van Zwendel
bij Dupuis.
1961 - In Robbedoes nummer 1205
start QRN op Bretzelburg (aanvankelijk onder de titel QRM
op Bretzelburg, QRN blijkt later een betere radiocode voor te
stellen). Op 28 december 1961, in nummer 1237 wordt de voorpublicatie
gestaakt. Aanvankelijk lukt het hem niet meer te tekenen. Daarna krijgt
hij een virale hepatitis. Pas in april 1963 wordt de publicatie hervat.
Eigenlijk wil Franquin Zwendel opnieuw laten opdraven, maar dat is
tegen de zin van uitgever Charles Dupuis. Nog maar
net was Zwendel de booswicht in twee opeenvolgende verhalen. Franquin
wordt opgedragen iets anders te vinden. Hij zakt af naar zijn beste
vriend Peyo en brainstormt met Yvan Delporte,
Jidéhem, Jean Roba en anderen
op een andere verhaalwending. Na een nacht komt het gezelschap er
niet uit. Maar Greg — die eigenlijk gestopt
is met Robbedoes om Olivier Blunder voorrang te
geven — brengt een oplossing in de vorm van een radio-amateur,
waarvan hij er ook een kent. Franquin gaat daarop foto's nemen van
alle mogelijke zend- en ontvangsttoestellen. Pas nadien verzint Greg
het verhaal over de kleine koning onder de knoet.
Het mag allemaal niet baten. Net wanneer dokter Kilikil de marteling
met het krijtje op het schoolbord wil uitvoeren, valt Franquin in
een depressie en stopt met tekenen. Alleen Guust Flater geeft
'm nog het nodige tekenplezier die hij dan ook voortzet.
1962 - Door
de afwezigheid van Robbedoes en Kwabbernoot profiteert Guust
Flater er vanaf 4 januari 1962 van om voortaan met zijn halvepaginagags
de cover te sieren.
1962
- Juffrouw Jannie maakt haar intrede in de Guust-strips
op 15 november 1962. De rosse paardenstaart van het toen nog weinig
sexy opdondertje maakt het kostuum voor een gekostumeerd bal àf:
zij mag met haar haardos in het achtereind ronddraven.
1962 - Het vervolg
op het eerste Zwendel-album verschijnt nu ook, 't is te zeggen deel
16: De Schaduw van Z.
1962 - Een
voor Le Parisien Libéré getekend Robbedoes-verhaal
vult de leemte in het weekblad op. Robbedoes en de Miniatuurtjes
(met medewerking van Jean Roba als assistent voor
de decors en nevenpersonages) loopt vanaf nummer 1273 tot nummer 1302
uit 1963.
1963 - Verschijning
van Flaterfeest, het eerste album op half formaat (oblongformaat)
en met het nummer 2, een vergissing van de uitgeverij.
1963 - Het
tweede deel van QRM/QRN op Bretzelburg loopt opnieuw van
Robbedoes nummer 1303 tot 1340. De aankondiging ervan gebeurt
door Guust Flater in nummer 1303 van 4 april 1963, het nummer waarmee
tevens de 25ste verjaardag van het weekblad wordt gevierd.
1964 - Robbedoes
en Kwabbernoot 17: Robbedoes en de Bobbelmannen (het titelverhaal
verschijnt niet in voorpublicatie in Robbedoes) en Guust
3: Flaters als Water rollen van de persen bij Dupuis.
1964 - Spirou-lezers
worden verwend. Van 26 maart (nummer 1354) tot 28 mei 1964 (nummer
1363) loopt een geïllustreerd leesverhaal: Les Robinsons
du Rail, een verhaal met Robbedoes, Kwabbernoot en Guust Flater
geschreven door Yvan Delporte en geïllustreerd
door Franquin en Jidéhem.
1964 - Het
paasverhaal Prettig Paasfeest, Roeltje staat te bewonderen
in Robbedoes nummer 1354.
Guust koopt een tweedehandswagen. Gag 321 doet Kwabbernoot en de striplezende
gemeenschap kennismaken met Guusts zeer bekende Fiat.
1965 - De
Kooi is een Marsupilami-kortverhaal dat het beest confronteert
met de jager Bring M. Backalive. Will tekent de vele
decors van het Amazonewoud.
1965 - Na QRN
op Bretzelburg aarzelt hij om de reeks verder te zetten. Bravo
Brothers is eerder een lang verhaal van Guust Flater. Het begint
te lopen vanaf nummer 1435 en eindigt in nummer 1455 van 1966.
Guust 4: Flaters te Koop en Biographie d'un Gaffeur
verschijnen bij Dupuis. Deze laatste is een niet-vertaalde
pocket in de collectie Gags de Poche (het verschijnt als
het nummer 26) waarvoor Franquin bijna alle van de allereerste Guust
Flater-gags hertekent om ze nauwer te laten aansluiten met zijn
toenmalige tekenstijl en ze te laten passen op het pocketformaat.
Het is een weinig bekende uitgave want ze verschenen hierna niet meer
in album, op enkele losse gags na voor de Rombaldi-collectie
in de jaren tachtig.
1966 - In tegenstelling tot
de totstandkoming van het verhaal, zijn er minder problemen bij het
uitgeven van het album Robbedoes en Kwabbernoot 18: QRN op Bretzelburg.
Om het album binnen het gangbare aantal pagina's van een regulier
album te houden, worden enkele pagina's en losse scènes geschrapt.
Er ontbreken vier platen, een scène waarin de Marsupilami met
het ingeslikte radiozendertje de stad intrekt. Ook de liedjesteksten
zijn veranderd voor de albumpublicatie om het geheel tijdlozer te
maken. De toenmalige hit Kili-Watch uit 1960 van de Brusselse
The Cousins (later nog gecoverd door Bobbejaan
Schoepen en Johnny Halliday) is vervangen
door de eeuwige klassieker Twee Ogen zo Blauw. Een strookje
met een martelscène is ook geschrapt. Daarin moet Kwabbernoot
rondlopen in een paar schoenen die een paar maten te klein zijn.
En eindelijk verschijnt het oblongalbum Guust 1: Flagrante Flaters.
Dupuis ziet zijn vergissing met de verkeerde nummering
in. Eigenlijk zou deel 1 dus chronologisch deel 4 op oblongformaat
moeten zijn.
1966 - In de Collection
du Carroussel (een collectie met niet-vertaalde, door Robbedoes-medewerkers
geïllustreerde kinderboeken) verschijnen er twee albums van Franquin
met decors van Will: Joyeuses Pâques pour
le Petit Noël en Les Étranges Amis de Noël.
1966 - Na
412 gags op een halve pagina verschijnt Guust Flater vanaf 30 juni
1966 frequenter en vanaf 14 juli definitief op een hele pagina.
1967 - Guust 5
(géén spookalbum) verschijnt als laatste in de reeks
oblongalbums. De titel luidt Flappende Flaters.
1967
- Een nieuw gevaarte maakt zijn intrede in de redactielokalen
van Robbedoes. In Guust-gag 449 introduceert Guust zijn muzikale
uitvinding de Flaterfoon.
1967 - In
Robbedoes nummer 1539 tot nummer 1556 uit 1968 loopt Hommeles
in Rommelgem. Het valt Franquin steeds zwaarder om een reeks
te tekenen die hem de keel uithangt. Hij zoekt zijn beste vriend Peyo
op en samen met Peyo-studiomedewerker Roland Goossens
(zeg maar Gos) en Yvan Delporte
werken ze er aan het scenario, al blijft het vooral morele hulp. In
ruil helpt Franquin Peyo een handje door enkele ideeën te leveren
voor het verhaal De Smurfen en de Krwakakrwa. De gemuteerde
vogel en zijn naam is een creatie van Franquin.
1968 - Op
8 februari 1968 verschijnt de laatste pagina van het Robbedoes-verhaal
Hommeles in Rommelgem, meteen ook Franquins laatste Robbedoes-pagina
wat hem betreft.
1968
- Met een hele last minder op zijn schouders zet hij Guust
Flater solo verder. Tot dan toe heeft Jidéhem
hem al die jaren geassisteerd. Op de redactie heeft Pruimpit voortaan
de ondankbare taak om Guust tot werken aan te manen.
Op de koop toe komt er ook nog een album uit: Guust 6: Flaters
Schade, het eerste album op volwaardig formaat.
1969 - Verschijning
van Guust 7: Van Flaters Gesproken... en Robbedoes en
Kwabbernoot 19: Hommeles in Rommelgem.
De jonge Bretoense tekenaar Jean-Claude
Fournier neemt het vlaggenschip Robbedoes en Kwabbernoot
over. Franquin besluit hem te helpen door zelf de Marsupilami voor
zijn rekening te nemen in het verhaal De Goudmaker, dat van
Robbedoes nummer 1624 tot 1646 loopt. De overgang zou daardoor
minder bruusk lijken voor de lezers. Nochtans beslist hij de rechten
op het personage te behouden en is dit meteen het laatste optreden
van het gele springbeest in de Robbedoes-reeks.
1969
- In de collectie Réussir van uitgeverij
Marabout verschijnt een interviewboek van Philippe
Vandooren met Franquin en Jijé. In
Comment On Devient Créateur de Bandes Dessinées
leggen de tekenaars uit hoe hun carrière verliep en hoe zij
strips tekenen. De oplage van de eerste druk bedraagt 30.000 exemplaren,
snel gevolgd door een extra druk van 20.000 exemplaren. Vandooren
wordt in 1982 hoofdredacteur van Spirou en in 1987 uitgeefdirecteur
van Dupuis.
Nieuwe generaties tekenaars en auteurs van nu danken — ook in
deze rubriek! — hun eigen carrière aan dit boek. Vandaag
is het hopeloos uitverkocht. In 2001 verschijnt een herziene herdruk
bij Niffle, aangevuld met nieuwe illustraties.
1970 - Guust 8: Flaters
van Formaat vervoegt de verzameling gags in album. Het aanbreken
van een nieuw decennium is goed voor een uitbreiding in de cast nevenpersonages
in het mini-universum van Guust. In de jaren zeventig komen een grijze
muis, een goudvis, een speelse kat en een cynisch-lachende meeuw de
jongste bediende gezelschap houden.
1970 - Broodnodige
heruitgave van de inmiddels onvindbaar geworden oblongalbums Flaterfeest
en Flaters als Water in Guust R1: Flaterfestijn.
De "R" staat voor Recueil (verzameling) of Réédition
(heruitgave).
Ook in album: Robbedoes en Kwabbernoot 20: De Goudmaker
door Fournier en Franquin.
1970 - Op 12 december 1970 bedenkt hij voor het eerst
een extra grapje in Guust-gag 644. Franquin maakt van zijn
handtekening rechts onderaan de pagina een illustratie op zich. Een
aarzelend begin van een vaste — en geestige — traditie.
1971 - Verschijning
van Guust 9: Het Geval Flater.
Franquin tekent in Guust-gag 697 zijn eerste monster, nog
onopvallend op een poster aan de muur.
In Robbedoes nummer 1721 tot 1723 loopt Tembo Taboe,
een Robbedoes-verhaal uit 1958 voor de Franse krant Le
Parisien Libéré.
In Robbedoes staan verspreid over het jaar een vijftal Marsupilami-gags.
Tot en met 1981 verschijnen er sporadisch losse gags en kortverhalen
over en met de Marsupilami.
1972 - Het tweede R-album verschijnt:
Daverende Flaters te Koop. Het zijn nieuwe gags, aangevuld
met degene uit het oblongalbum Flaters te Koop.
Verder ook nog Guust 10: Die Reuze Flater.
1973 - Bij Lombard verschijnt
Ton en Tineke 3: Boordevol Grappen. Nog lang niet alle gags
zijn daarmee in album uitgegeven.
Dupuis gooit daar Guust R3: Flagrante Flappende
Flaters (een bundeling van Flagrante Flaters en Flappende
Flaters) en Guust 11: Flaters, Floppen en Flouzen tegenaan.
1973 - Guust heeft zich onmisbaar
gemaakt in het tijdschrift Robbedoes. Maar er komt een eind
aan de wekelijkse regelmaat. De hele maand mei staat er geen Guust
in het blad. De (echte) redactie zoekt noodoplossingen door bijkomende
redactionele stukken over Guust te verzinnen. De verkoop van het tijdschrift
daalt. Vanaf 27 september herdrukt het blad oude Guust-gags
in de zogeheten Rubriek Klassiek. Guust staat er weer elke
week. Moet ook, want meer dan Robbedoes staat hij voor de esprit van
het tijdschrift. Hij is vertegenwoordigd in haast alle redactionele
rubrieken uit die tijd.
1974 - Op de allereerste editie
van het stripfestival van Angoulême — vandaag het belangrijkste
in Europa — ontvangt hij de Grote Prijs voor
het geheel van zijn œuvre. Enkel Jijé,
Morris (maar dat was ter gelegenheid van de twintigste
editie van het festival) en François Schuiten
wonnen ooit als Belg de Grote Prijs van het festival.
Dupuis brengt de prijs luister bij door drie albums
uit te brengen: Guust R4: Heet van de Flater (gags en redactionele
teksten), Guust 12: De Flater-Bende en Robbedoes en Kwabbernoot
24: Tembo Taboe nadat er vier Robbedoes-albums van Fournier
hieraan voorafgaan. Het album is aangevuld met Marsupilami-gags
die in de afgelopen jaren verschenen.