Patty
Klein

[gecontacteerd door Wouter Porteman]
Albums van Patty Klein (1946, Nederland):
Baron van Tast tot Zeveren (scenario voor Jan van Haasteren, Uitgeverij Kobold + collectie Arboris Stripselektie, Arboris) Erik en Opa (2 albums, scenario voor Jan van Haasteren, Malmberg den Bosch) Hard Gelach en Andere Verhalen (in samenwerking met Andries Brandt en Willy Lohmann scenario voor Jan van Haasteren, collectie Arboris Stripselektie, Arboris) Heidi/Heidi en Peter (scenario voor Piet Wijn, Oberon) Horre, Harm en Hella (samen met Andries Brandt scenario voor Jan van Haasteren, 1 album, Tango + 3 albums, Arboris) Johnny Goodbye (scenario voor Dino Attanasio, deel 5, Oberon) De Nieuwe (illustraties van Willy Lohmann, Meulenhoff) Noortje (scenario voor Jan Steeman, 19 albums, Geïllustreerde Pers/Uitgeverij VNU Tijdschriften/Sanoma Uitgevers + 4 albums, Oberon) Schanulleke (scenario voor Eric De Rop, 4 albums, Standaard Uitgeverij) Sjaak en Oom George (scenario voor Jan van Haasteren, De Vrijbuiter) Sjors & Sjimmie (in samenwerking met Wilbert Plijnaar en Jan van Die scenario voor Robert van der Kroft, 3 albums (deel 1, 2 en 4), Oberon/Big Balloon) Storende Verhalen (in samenwerking met Andries Brandt, Frans Buissink en Thé Tjong King scenario voor Thé Tjong King, Panda + herdruk bij Mondria) Trollen Verhaaltjes (scenario voor Piet Wijn, The Keij Position). En verder vele scenario's voor onder andere Toonder Studio's (diverse tekenaars) voor de reeksen Tom Poes, Panda, Polletje Pluim, Yogi beer, De Grote Boze Wolf,...

Kleine wereld:
Zoals hieronder al vermeld, is Patty Klein een van de medeoprichters van De Vrije Balloen in 1978. Het striptijdschrift publiceerde kort na de Franse publicatie van de gags in Le Trombone Illustré voor het eerst in het Nederlands Zwarte Humor, dat later als Zwartkijken te boek werd gesteld.
Wat maakt van Franquin zo’n bijzonder auteur?
Zijn vakmanschap, zijn eigen, onnavolgbare stijl, zijn humor, zijn ongebreidelde fantasie, zijn zwarte humor, zijn baldadigheid, en zo kan ik nog tijden doorgaan. Die man was UNIEK en een groot, lichtend voorbeeld voor alle karikaturale stripmakers.
Hoe maakte u voor het eerst kennis met Franquin of zijn albums? Wat herinnert u zich van hem? Heeft u persoonlijke contacten met hem gehad?
Door Guust (de kleine, oblongboekjes) maakte ik voor het eerst kennis met Franquins werk. Misschien had ik al eerder strips van zijn hand gelezen, maar de naam was nog niet blijven hangen. Ik ben toen snel alles van hem gaan aanschaffen en lezen: Guust, Robbedoes, de Marsupilami, enzovoort en heb sindsdien zijn werk gevolgd. Toen ik met een stel stripcollega's het satirische stripblad De Vrije Balloen oprichtte in de tachtiger jaren, hebben we Franquin gevraagd of we daarin zijn Zwarte Humor (Zwartkijken, wp) mochten publiceren. Hij stond zeer positief tegenover het initiatief van De Vrije Balloen: een groep professionele stripmakers die hun eigen blad oprichtten, waarin iedereen evenveel te vertellen had. Voor een zacht prijsje (zestig gulden per pagina, herinner ik me nog) mochten we dus in elk nummer een pagina Zwarte Humor plaatsen. Jan van Haasteren tekende een kop boven de strip in Franquin-stijl en Hans van den Boom vertaalde de strips uit het Frans. Na enige tijd ontvingen we een brief van uitgeverij Yendor met de mededeling dat zij Zwarte Humor in Nederland in album gingen uitgeven en het alleenrecht op de strip in Nederland gekregen hadden. Vervolgens gebruikten zij de lettering, vertaling en de kop van Jan van Haasteren in hun album, zonder ook maar één cent te betalen en zelfs zonder bronvermelding. En wij waren Zwarte Humor kwijt...
Veel later, toen ik de gagstrip Schanulleke schreef voor Standaard Uitgeverij, heb ik een keer tijdens mijn bezoeken in Antwerpen Franquin in een café daar ontmoet. Collega's maakten me attent op hem en ik ben even met hem gaan praten. Hij was heel vriendelijk (dat was hij geloof ik altijd), maar hij was toen al zwaar depressief en een schaduw van zichzelf. Ik was er down van.
Wat is uw favoriete Franquin-album, -avontuur, -gag of -personage en waarom?
Moeilijk om er één te kiezen. Ik denk toch, al met al, de Bravo Brothers (heette dat niet Hommeles in Rommelgem?). Ik heb er werkelijk om zitten huilen van het lachen, wat een fantasie en humor! Nadat ik dat gelezen had, traden er regelmatig ook apen op fietsjes en dergelijke in mijn strip op. Tot de Stichting Aap werd opgericht en apen eigenlijk heel zielig bleken te zijn.
Heeft Franquin ook uw werk beïnvloed?
Zeer zeker! Nadat ik strips had leren schrijven bij Toonder Studio's (1973), ging ik me al snel specialiseren in de gagstrip. Ik heb toen ooit een analyse over humor in strips gemaakt aan de hand van de Guust-boekjes: ik bekeek hoe Franquin zijn gag vertelde, hoe hij tot zijn eindgrap raakte e.d. Daar heb ik érg veel van geleerd. Franquin begon bijvoorbeeld met de reactie, frustratie, het vluchtgedrag e.d. van omstanders en pas op de laatste plaat zie je de oorzaak van die reacties. Ook leerde ik dat de herhaling een grote rol in humor speelt: als iemand voor de vierde keer een taart in zijn gezicht krijgt, is dat aanmerkelijk leuker dan wanneer het de eerste keer gebeurt.
Als ik één gag zou mogen noemen, is mijn favoriet de pagina Zwarte Humor over bonsai. De sadistische wellust waarmee de bonsaikweker zijn afknijp = snij- en treiterwerk beschrijft. En dan zijn minikroost, dat als menselijk bonsai in zo’n dwergboompje blijkt te zitten.

Welke impact op de stripwereld heeft Franquin vandaag nog, vindt u?
De invloed van Franquin is niet te onderschatten. Hij had en heeft nog een enorme invloed op jonge en oude stripcollega's van me. Ze bewonderen hem allemaal en velen volgen hem nog steeds na. Jan van Haasteren, Gerard Leever, Mars Gremmen, Gerrit de Jager, wie niet? De stripmaker Franquin was van een eenzame grootheid.