4
-Storm 2: De Laatste Vechter


Wasjemenou? Storm en Roodhaar worden geronseld door het rondreizende circus van meester Cush. Zij bezoeken de stad Saomandrakisal waar Storm de kampioen van de stad weet te verslaan. Hij wordt gedwongen om in de plaats van de kampioen met zes andere vechtmeesters de troon te bereiken van het paleis des doods in de vlakte der beenderen. Als hij weigert dient Roodhaar als offer voor een reusachtig monster dat Hij-die-gevoed-moet-worden heet. Het paleis des doods blijkt een eeuwenoud ruimteschip te zijn. En de weg naar de zogezegde troon ligt bezaaid met dodelijke vallen en booby traps.
Vlaamse waardering: De Laatste Vechter mag dan wel een tussendoor- of overgangsverhaal zijn, maar de impact is er niet minder om. Met dit album lijkt vooral scenarist Martin Lodewijk met de eer te gaan lopen, zonder het verbluffende tekenwerk van Don Lawrence uiteraard te willen negeren. Het 46 platen tellende verhaal staat kloek en stevig in de schoenen en biedt eigenlijk dubbel zoveel leesplezier: te beginnen met het aanloopverhaal in het reizende circus en halverwege overspringend naar een klassiek en ridderlijk queesteavontuur. Een eeuwenoud gegeven, akkoord, maar opgediend met een overtuigend sf-sausje. Als De Laatste Vechter al niet een stripklassieker is in het sciencefictiongenre, dan toch zeker een klassieker uit de Storm-reeks en een opmerkelijk tof album uit de Nederlandse stripgeschiedenis.
Aantal genomineerde albums van Don Lawrence: 18/354
Aantal genomineerde albums van Martin Lodewijk: 37/354
Weetjesparade: Keihard werkt de Britse tekenaar Don Lawrence aan zijn twee wekelijkse pagina's van The Rise and Fall of the Trigan Empire op scenario van sf-auteur Mike Butterworth voor het blad Look and Learn van de Engelse uitgever I.P.C. In Europa wordt de reeks een waar succes. Nederland publiceert het onder de titel Trigië. Het is pas in 1976 dat Don Lawrence zich op een stripfestival in Londen dankzij de Joegoslavische agent Ervin Rustemagic (tegenwoordig de manager van Hermann en medeverantwoordelijke voor de Men in Black-films) realiseert hoe populair zijn werk in het buitenland wel is. Tijd om eens te gaan klappen met zijn uitgever om opslag te bedingen en andere eisen te stellen. Na een ruzie met de Engelse uitgever over deze opslag (die hij wel krijgt, maar het is minimaal), buitenlandse royalties (die hij nooit ontvangt) en zijn originelen (die traditiegetrouw het eigendom zijn van de uitgever), besluit Lawrence overmoedig te kappen met Trigië. Hij krijgt er meteen spijt van, maar diezelfde dag nog belt zijn agent Danny Kelleher om het goede nieuws te melden dat Oberon (de uitgever van Eppo) een nieuwe strip van hem wil plaatsen • Eigenlijk is Eppo vooral geïnteresseerd in het publiceren van Trigië, maar dan wel onder gewijzigde omstandigheden want de rechtse toon bevalt de heren niet. Via de Engelse uitgever wordt hen duidelijk gemaakt dat zij geen invloed kunnen uitoefenen op de verhalen van Mike Butterworth. Liever benaderen ze bijgevolg rechtstreeks de tekenaar • Via Eppo komt Don in contact met Martin Lodewijk. Uit de samenwerking ontstaat het basisidee voor Commandant Grek, de voorloper van Storm. Lodewijk wil het verhaal zelf graag schrijven, maar co-hoofdredacteur Frits van der Heide vindt dat hij al genoeg om handen heeft met zijn scenario's voor Johnny Goodbye en zijn eigen reeks Agent 327 • Onder andere Trigië-scenarist Mike Butterworth wordt gecontacteerd, maar hij heeft geen belangstelling. Het verhaal wordt uitgewerkt door Vince Wernham, een goede vriend van Don waarmee hij al samenwerkte voor de erotische strip Carrie (= Cathy) voor het Engelse blootblad Mayfair • Tijdens de werking aan het verhaal gaat Lawrence meer en meer zijn eigen weg. De auteurs zitten niet op dezelfde golflengte, Vince heeft weinig affiniteit met sf. Dons idee van de vismensen (omdat hij het nou eenmaal leukt vindt deze te tekenen), vindt Vince maar niets. Hij beperkt zich verder tot het schrijven van de dialogen • De redactie van Eppo is er niet tevreden over omdat het verhaal en de karakters van de figuren niet sterk genoeg zijn en laten de strip na pagina 31 voor wat het is. Het verdwijnt in de kast • Zes jaar later wordt het verhaal wel gepubliceerd in Eppo om de tekenaar wat rust te gunnen terwijl hij een nieuwe strip kan tekenen. Een inderhaast bedacht slot van chefredacteur Kees Vuik tekent Don met behulp van zijn vrouw Elisabeth uit. Het verschijnt in 1984 als een Storm-SpecialCommandant Grek: Gevangenen van de Tijd moet helemaal opnieuw gedaan worden, vindt de hoofdredactie. Don en Martin zoeken een nieuwe scenarist, bij voorkeur een Britse of Amerikaanse sf-schrijver en vinden die in de persoon van Philip Dunn (pseudoniem: Saul Dunn) , een man die een aantal sf-boeken op zijn naam heeft staan. Martin Lodewijk bedenkt het concept van de diepe wereld en geeft de eerste acht pagina's van het verhaal als huiswerk mee voor Dunn. Het idee dat Storm na een verre reis in de ruimte op aarde terugkomt en er de gevolgen van een verdwenen oceaan ondergaat, blijft hetzelfde als Commandant Grek • Don baseert zich voor Storm op zijn eigen Tarzan-versie, die hij jaren tevoren heeft getekend, en uiteraard op Grek. Voor Roodhaar grijpt hij terug naar Carrie en het naamloze meisje uit Grek. Voor de kostumering — niet onbelangrijk in de strips van Lawrence — kiest hij bewust voor het tijdloze bont • De vrijheid en het vertrouwen die Lawrence en Dunn genieten, werkt uiteindelijk in het nadeel van de hoofdredactie van Eppo. De koers van het verhaal zwalpt een heel andere weg op dan Lodewijk en van der Heide in gedachte hebben, ondanks dat Dunn hen twee versies van een synopsis heeft voorgelegd. Uiteindelijk komt Vince in de knoei met zijn zelfgefabriceerde verhaal. Ook de kwaliteit van de dialogen is van een belabberd niveau en door het overschrijden van deadlines komt ook zijn tekenaar, Don Lawrence, in de problemen. Vince stuurt in mei 1977 nog een synopsis voor deel 2 naar Frits van der Heide, maar intussen heeft deze laatste de beslissing gemaakt dat Martin Lodewijk het volgende verhaal zal schrijven • De Laatste Vechter wordt een tussendoorverhaal om dezelfde redenen als hierboven ergens vermeld: Lodewijk moet andere reeksen schrijven. Het dient als overbrugging naar verdere avonturen door andere scenaristen. Dick Matena volgt hem op voor vier verhalen, op zijn beurt opgevolgd door Kelvin Gosnell en Don Lawrence himself die respectievelijk twee albums en één album aan de reeks toevoegen • Het gegeven van de diepe wereld heeft Vince compleet verknoeid. In 1994 zegt Martin Lodewijk daarover in een interview met Zozolala: "In het eerste verhaal hielp schrijver Saul Dunn echter de hele wereld al met een grote overstroming naar God. Ik spoog vuur! Wat een lul!" Lodewijk ziet zich daarom verplicht om het einde van deel 1 te negeren en een verhaal te schrijven dat niet zozeer afhankelijk is van het 'verdwenen oceaan'-concept • Dat oceaanidee haalt Lodewijk uit een artikel van het Amerikaanse tijdschrift National Geographic. Bij het artikel hoort een gedetailleerde tekening van hoe de wereld eruit zou zien als er geen oceanen zijn. Deze diepe wereld, met zijn enorme bergketens en eindeloze woestijnen, is een gedroomde setting voor de sf-avonturenreeks dat Storm moet worden. Volgens Lodewijk kan het met wat goede wil vijftig delen duren eer je uitverteld raakt. Maar Dunn vernietigt dus deze bedoelingen. Later zou hij verklaren dat hij Storm eigenlijk liever onder water laat afspelen, gedreven door zijn fascinatie voor het mythische rijk Atlantis • In 1983 krijgt en grijpt Lodewijk opnieuw zijn kans en herdefinieert de reeks met De Kronieken van Pandarve, de ondertitel van een nieuwe reeks avonturen waarvan De Piraten van Pandarve de eerste is • In het begin is er nog sprake dat Storm (die bewust zo is genoemd uit internationale overwegingen) een familienaam krijgt. Jameson en Dacker circuleren op onder andere correspondentie uit die tijd • Of neen, we begaan een fout: de naam van Storm is nog niet beslist. Dunn kiest zelf Dacker als eerbetoon aan een personage uit Do Androids Dream of Electric Sheep van de beroemde sf-schrijver Philip K. Dick, waarop de film Blade Runner (1982) is gebaseerd • En Roodhaar gaat op onder andere ontwerpschetsen eventjes door het leven als Carrots • Het eerste logo van Storm is een ontwerp van Don Lawrence en wordt gebruikt in de titelstrook van De Diepe Wereld. Maar omdat alle nieuwe logo's en titels van verhalen voor Eppo daarna worden ontworpen door tekenaar Fred Julsing, ziet een nieuw logo het licht. Voor bijna alle buitenlandse vertalingen wordt het logo hergebruikt • Tijdens de voorpublicatie in Eppo belanden twee pagina's door een poststaking in een postkantoortje in Parijs. De pagina's kan men er gaan ophalen. Chefredacteur Stef Keizer heeft de taak op zich genomen. Hij krijgt de pagina's niet meteen mee omdat het pakketje is geadresseerd aan Frits van der Heide. Het vergt wat overtuigingskracht om de originele platen mee te krijgen • In 1979 verschijnen zowel De Diepe Wereld als De Laatste Vechter in album in een voorzichtige oplage van 25.000 exemplaren. Trigië kent een gemiddelde oplage van 35.000 exemplaren. Eind 1979 zijn de albums compleet uitverkocht en heeft de reeks succes bij buitenlandse gegadigden die een vertaling op de markt willen brengen. Het worden twee van de meest vertaalde albums. De Laatste Vechter verschijnt in Brazilië, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Indonesië, Italië, Joegoslavië, Portugal, Spanje, het toenmalige Tjechoslowakije, Turkije en het Verenigd Koninkrijk • Zeven kampioenen die het opnemen tegen een opgelegde vijand? (Her)lees ook eens Storm 12: De Zeven van Aromater waarin een zelfde gegeven voorkomt • Voor het rijdier van Tchell op pagina 4, gaat Don een echte garnaal bij de visboer halen om als model te gebruiken • Het verhaalmotief waarin een aantal vechtjassen van divers pluimage een al dan niet gedwongen verbond sluiten is van alle tijden. Denken we maar aan strips als De Blauwbloezen 21: De 5 Schoeljes (Willy Lambil + Raoul Cauvin, 1984), Comanche 8: De Sheriffs (Hermann + Greg, 1980), The X-Men (bedacht door scenarist Stan Lee in 1963), De Rode Ridder 44: Drie Huurlingen (Karel Biddeloo, 1969), het recente Quintos (Andreas + Isa Cochet/Andreas, 2006), Gilles de Geus 4: De Revue (Hanco Kolk + Peter de Wit, 1988), Robbedoes en Kwabbernoot 39: Paniek in Khoudistan (Janry + Tome, 1988), Watchmen (Dave Gibbons + Alan Moore, 1986-1987), The League Of Extraordinary Gentlemen (Kevin O'Neill + Alan Moore, 1999); films zoals The Dirty Dozen (1967), John Sturges' The Magnificent Seven (1960), Akira Kurosawa's Seven Samurai = Shichinin No Samurai (1954), Ron Howards Willow (1988) en jazeker George Lucas' Star Wars (1977); literatuur zoals Jason en de Argonauten = De Argonautika (door Appolonius van Rhodos omstreeks 250 voor Christus), The Lord of the Rings (J.R.R. Tolkien, 1954), The Wonderful Wizard of Oz (L. Frank Baum, 1900), het Dragonlance-universum van Margaret Weis (vanaf 1984), de legendes van Koning Arthur en de ridders van de ronde tafel,... • Op pagina 29 mogen de kampioenen niet op een zwarte tegel trappen. Anders vallen ze meteen dood. Nochtans trapt de wachter van het paleis zelf voluit met zijn linkervoet op een zwarte tegel, net zoals de rest van het gezelschap die elk op zich minstens een stuk van een zwarte tegel betreden • De cover en backcover van Hans Matla's negende Stripkatalogus (een gepatenteerde naam met behoud van de 'k', 1998) wordt gesierd door een tekening van Storm, Roodhaar, Nomad en een neergevelde draak. De Negende Kunst gaat volgens de titel op deze cover door voor De Negende Dimensie • In 2005 verschijnt een herdruk van De Laatste Vechter bij uitgeverij Don Lawrence Collection met een alternatieve cover. Don Lawrence Collection is de huidige eigenaar van de albumrechten en zal de volgende te verschijnen albums uitgeven. Romano Molenaar en inkleurder Jorg de Vos zijn het uitverkoren tekenaarsduo dat de reeks verderzet. Martin Lodewijk blijft als vanouds nieuwe verhalen bedenken. In 2008 raakt bekend dat Minck Oosterveer en Willem Ritstier eveneens nieuwe verhalen zullen maken • Het Stripboekgeschenk 2006 (een album dat je gratis kan krijgen bij aankoop van een bepaald bedrag aan strips gedurende een bepaalde periode in Nederland) is opgehangen aan de reeks Storm. Op pagina 23 wordt beweerd dat de Nederlandse filmscenarist Menno Meyjes inspiratie put uit het hindernissenparcours dat de kampioenen moeten ondernemen. Menno zou in zijn medewerking aan het filmscript van Indiana Jones And The Last Crusade (1989) de slotscène met Indy's valstrikkenparcours hebben geïnspireerd op de Storm-scènes • En we mogen het zeker niet onvermeld laten: Martin Lodewijk is vandaag de dag medeverantwoordelijk voor het opmerkelijk hernieuwde succes van De Rode Ridder dat hij schrijft voor tekenaar Claus D. Scholz.



DE REACTIE VAN MARTIN LODEWIJK (05/05/2006)
Wat is uw reactie op deze topnotering?
Niet ontevreden! Bedankt dus, lezers. Jammer dat ik er niet met Don van kan genieten.
Waarom zouden onze lezers net voor dit album gekozen hebben, denkt u?
Ik schreef het als opzichstaand verhaal. We waren niet tevreden over het eerste album en ik wilde de schrijver waar we naar zochten niet voor de voeten lopen en vastpinnen aan allerlei zaken die IK dan misschien wel leuk vond maar HIJ niet noodzakelijk een boodschap aan zou hoeven hebben. Het begint en eindigt dus bewust op vrijwel dezelfde locatie in een gelijkaardige situatie. Mocht er een langdurig epos ontstaan dan kon het zonder enig bezwaar uit de chronologie geknipt worden en genegeerd. Verder was het voor mij een ontdekking met Don samen te werken. En misschien omgekeerd ook. Don was in die tijd nog redelijk sceptisch over zijn Nederlands avontuur en ik probeerde hem er juist voor te enthousiasmeren. Ook misschien de onbewuste gedachte dat dit mijn "one shot to fame" was (lacheueueu) werkte niet negatief. Enfin, here’s to you, Donald!
Wat vindt u zelf de beste Nederlandse strip(s)?
Ik denk om te beginnen niet zozeer in termen van Nederlandse of niet-Nederlandse strips. En dan, hoe moet ik Jan, Jans en de Kinderen gaan afzetten tegen Ans en Hans Grijpen de Kans (hoewel, dat zou nog best kunnen), Eric de Noorman, De Avonden en De Prediker, Tom Poes, Dick Bos, Lex Brand, Ketelbinkie, Kapitein Rob (allen behorende tot mijn basisbagage en dan mis ik er nog veel) om maar te zwijgen van de Nieuwe Lichting (ik MOET Stamgasten noemen) waaronder veel dat qua literatuurgehalte mijn pet verre ontstijgt. In de zestiger jaren kon je nog strips makkelijker onder een net vangen. Het enige probleem was misschien dat het moeilijk was er een te vinden die niet door Charlier of Goscinny was geschreven. Maar voor de rest... Wie was een groter componist, Bach of Hank Williams?
Wat zijn uw huidige stripprojecten?
Agent 327 (De Daddy Vinci Code en verder), De Rode Ridder (De Zwarte Inquisiteur en verder), een doorstart(je) van Storm en verder alles wat groeit en bloeit en ons altijd weer boeit.
 
D A T A S H E E T
Tekenaar:
Don Lawrence
(= Donald Southam Lawrence)
Scenarist:
Martin Lodewijk
Uitgever:
Uitgeverij Oberon b.v.
Eerste druk:
1979 (SC)
1980 (HC)
Uitvoering:
SC+HC, kleur