10
-Gilles de Geus 4: De Revue


Wasjemenou? Gilles, Leo en admiraal Lumeij worden door Willem van Oranje opgedragen om een rondje doorheen Holland te maken. Bij vijf opstandige edelen moeten ze steun zoeken voor het vormen van een unie tegen de Spaanse overheersing. Het wordt een dolle rit. Het gezelschap creëert ruim baan in bezet Holland door zichzelf als artiesten in een avondvullende revue te verkopen. Ook de edelen moeten opdraven als messenwerper of acrobaat. De wrede hertog van Alva wil het nakende verbond echter breken.
Vlaamse waardering: De Revue is met stip het meest hilarische album uit de al door humoruitspattingen opgetrokken Gilles de Geus-reeks. En waarschijnlijk is het zelfs het grappigste album uit de Nederlandse stripgeschiedenis. Veel lijkt er niet nodig te zijn: een op Asterix geënt rode draadverhaal en een viertal jokes per pagina. Maar toch, doe het hen maar eens na. Hoewel de intrige solide te noemen is, zijn het vooral de tientallen dolkomische vondsten die bijblijven: de gediplomeerde circusbeer, het spelletje tikkertje, de overijverige Spaanse douaniers, het oerprotestante gezinnetje in Staphorst,... Laten we maar ophouden en je aanmanen het album te lezen... Als je het vindt tenminste.
Aantal genomineerde albums van Hanco Kolk: 14/354
Aantal genomineerde albums van Peter de Wit:
17/354
Weetjesparade: Na het horen van Stand and Deliver van Adam and the Ants bedenkt toenmalig Donald Duck-scenarist (voor de B-reeksen Hiawatha, De Grote Boze Wolf, Gijs Gans) Hanco Kolk in de zomer van 1982 de op Dick Turpin en Errol Flynn geïnspireerde struikrover Swash Buckler. Een 'swashbuckler' betekent een vrijbuiter. Voor de hoofdrol ontwerpt Kolk een stoere gentleman met eeuwige Colgate-smile en een fijn Errol Flynn-snorretje. De strip zou zich afspelen in het Engeland van de 18de eeuw. Scenarist Wilbert Plijnaar, die de nieuwe lichting tekenaars begeleidt, suggereert meteen om de setting naar het Holland van de 17de eeuw te verhuizen. Kolk komt met de naam Geus Gazeus op de proppen. Vijf minuten later klinkt het al beter als Gilles de Geus • Voor de redactie van Eppo is het aanvankelijk de bedoeling dat Kolk de scenario's schrijft. De strips die hij tot dan toe tekent zijn allemaal realistisch, maar met vier minutieus getekende proefpagina's geeft hij te kennen het zelf als tekenaar te willen proberen. Het lukt, want Kolk wordt aangenomen als tekenaar. Vervelend, want nu moet hij zich een tekenstijl aanmeten die de zijne eigenlijk niet is. Pas bij het vijfde kortverhaal zit het in zijn vingers • Aanvankelijk wil Kolk er een Tex Avery-achtige strip van maken waarin Gilles op twee pagina's achter een bosje klaarzit om steeds hetzelfde slachtoffer te overvallen • Na twee jaar kortverhalen verschijnt een eerste album in 1984, De Spaanse Furie, bij uitgeverij Oberon met daarin een bewust gekozen selectie verhalen. Enkel de kortverhalen vanaf nummer 16 komen in het album, met daarna nog wat gaten. Kolk heeft dan net een restyling op Gilles doorgevoerd omdat hij zich realiseert dat zijn hoofdfiguur toch wel erg sterk op een stijve piemel lijkt • Vanaf verhaaltje 24 werkt Peter de Wit mee aan de serie. Samen met Kolk, Sjors en Sjimmie-scenaristen Wilbert Plijnaar en Jan van Die, Uco Egmond (Eppo), Martin Lodewijk (Agent 327, Storm) vormen ze binnen de stal tekenaars van Eppo de zelfverklaarde stripmaffia. Het objectief is om van Eppo het Blad der Bladen te maken. Vergaderingen worden belegd om bijvoorbeeld themanummers te bedenken • Peter de Wit tekent in die tijd de westerngagstrip Stampede en het redactiestripje op de lezersbrievenpagina. Voor een vervolgverhaal van 44 pagina's is er in Eppo geen plaats. Dat is voorbehouden voor de generatie Martin Lodewijk, Dino Attanasio (Johnny Goodbye) en collega's. Via de kortverhalen geeft Kolk te kennen dat er meer in zit. Hij krijgt zijn kans met een verhaal van 12 pagina's, het wordt een rush tegen de deadline en Kolk is er later niet meer tevreden over. Ook de redactie vindt dat het beter lukt met de kortere verhalen: "daar zijn de lezers gek op" • Op aangeven van Peter de Wit wordt Gilles ook echt een geus met historische knipogen. Met het langere werk in Storm over Dubbeldam (1986) wordt het universum van Gilles herdefinieert. Hij vindt aansluiting bij de geuzen, vrijheids- en verzetsstrijders • Het duo Kolk/de Wit deelt een diepe liefde voor de oude albums van De Rode Ridder. Het komt al tot uiting in de titel Storm over Dubbeldam, dat verwijst naar De Rode Ridder 10: Storm over Damme (1962) en minder duidelijk — maar weloverwogen — met het personage Luigi Restalzi uit Storm over Damme die op plaats 6 en 7 een cameo maakt in het verhaal De ZustertorensDe Revue is een lach-of-ik-schiet-verhaal als compensatie voor het nogal zware verhaal Smeerenburg (1987) dat over de walvisvaarders gaat en eigenlijk moet doorgaan voor een Franquin-album wanneer die op zijn best is in een lang Robbedoes-verhaal • De Revue is volgens de auteurs een soort remake van Asterix 5: De Ronde van Gallië. In plaats van het verzamelen van regionale gerechten van stad tot stad, wordt het in De Revue een ophalen van edelen in enkele steden • Op de redactie van Sjors en Sjimmie Stripblad (de opvolger van Eppo) moeten ze een synopsis inleveren. Er staat niets meer op dan "Drie grappen per pagina". Peter de Wit zegt daar later over: "Het zijn er vier geworden" • Kolk hoort bij het maken van pagina 33 dat er geen album bij Oberon zal verschijnen. Met de albumverkoop van Gilles de Geus wil het in de jaren tachtig (en eigenlijk ook daarna) niet vlotten, terwijl de reeks in Sjors en Sjimmie Stripblad dan weer wel een bepaald succes kent. In 1988, het verschijningsjaar van De Revue, worden de auteurs bij Sjors en Sjimmie Stripblad ontslagen met Gilles en daarna weer aangenomen, maar De Revue verschijnt niet bij Sjors en Sjimmie Stripblad-uitgever Oberon, wel in eigen beheer bij hun eigen uitgeverijtje De Plaatjesmaker. De eerste druk wordt vernietigd omdat er een groene vlek op de cover staat. Een vijftigtal exemplaren dienen als recensie-exemplaren en zijn vandaag uiteraard ontzettend zeldzaam. Het album wordt wel netjes opnieuw gedrukt • Er verschijnt een herdruk bij Arboris in 1997, maar ook deze herdruk raakt snel uitverkocht. Momenteel is De Revue het moeiliijkst te vinden album dat wacht op een compleet opnieuw ingekleurde herdruk bij Silvester • De albums van Gilles de Geus zijn de enige vervolgverhalen die Peter de Wit op zijn actief heeft. Hij is vooral gekend als strookjesstripsauteur met Sigmund als bekendste voorbeeld • Het opdondertje admiraal Lumeij is een historisch personage. In het echte leven heet hij Willem van der Marck, een Zuid-Nederlands edelman, rijksgraaf en berucht door zijn plundertochten door de Ardennen. Het levert 'm de titel 'het everzwijn van de Ardennen' op. Hij dient in het leger van Willem van Oranje in 1568 en is bekend door zijn gruweldaden tegenover geestelijken. In 1574 wordt hij afgezet en gekerkerd vanwege zijn onmenselijke praktijken • De vijf eerste kortverhalen verschijnen als Tristan el Salteador in het Spaanse blad Ohe. In deze verhalen is nog geen sprake van de Tachtigjarige Oorlog en de Spanjaarden zijn eerder slapstickfiguren in de trant van de Keystone Cops • Een knipoog naar de reeks Asterix, met wie Gilles de Geus steevast wordt vergeleken, is te merken op de cover: het laatste portretfotootje toont een in Obelix vermomde Gilles. Op plaat 6 is hij nogmaals vermomd als Obelix, maar dit keer wordt hij bijgestaan door Lumeij als Asterix • De Gilles de Geus-fanclub (ja, het bestond) creëert in 1986 een eigen geuzenlied en zet het op cassette. De muziek is van Peter Visser en Carol van Dijk, later véél beter bekend als Bettie Serveert • Kolk en de Wit ken je misschien ook van hun gezamenlijke fotostrip Mannetje & Mannetje dat ook een uitlopertje kent als een dertigdelige geanimeerde versie voor televisie. In het Engelse comedy-magazine The Truth kennen de Britten hen onder de naam Jones and Jones • Nóg samenwerkingen bestaan er met de achtdelige Teleac-cursus Strip- en Cartoontekenen in 1993, de strookjesstrip S1ngle en de Mannenkalender 2005 • Hanco Kolk ontvangt de Stripschapprijs in 1996 voor zijn hele œuvre. Kompaan Peter de Wit wint de erkenningsprijs drie jaar later.

D A T A S H E E T
Tekenaar:
Hanco Kolk
Scenarist:
Hanco Kolk /
Peter de Wit
Uitgever:
Uitgeverij
De Plaatjesmaker
Eerste druk:
1988
Uitvoering:
SC, kleur