|
|
|
Samenvatting
Onder de Pont Neuf blikken Robert en Bertrand terug op hun vorige avonturen in de Franse hoofdstad. Tijdens een bezoek van Joeki en Evelyne zien ze hoe een bende, vermomd als rouwstoet, een met stenen verzwaarde man in de Seine kiepert. Ze redden de man, die Jacques blijkt te heten. Hij is doodsbang voor een zekere Zilvertand, de bendeleider. Ze achtervolgen de stoet en Joeki waarschuwt de politie. Commissaris Maigrir vermoedt dat agenten een oogje dichtknijpen bij de bende en doet een beroep op Nummer 17. Deze verdenkt onmiddellijk Robert en Bertrand. Na een inval bij een uitgaansgelegenheid moeten de zwervers ook op de vlucht slaan voor de politie. De vagebonden zien toevallig zakkenrollers die via putdeksels in het riool zijn verdwenen. In dat labyrint (de catacomben, zie ook deel 70, De Hel van Montparnasse) houdt de bende van Zilvertand zich schuil. Hij wil Mathilde, de vrouw (veronderstelde weduwe) van Jacques, afranselen, maar wordt door Robert en Bertrand tegengehouden. Na een goocheltruc slagen ze erin zich bij de bende aan te sluiten, tot woede van Zilvertand. Met hulp van Mathilde en Jacques gaan ze proberen de bende op te rollen. Mathilde licht Joeki, Evelyne en Jacques in. ’s Nachts krijgen ‘bendeleden’ Robert en Bertrand opdracht om in het operagebouw de prince de Cognac te beroven. Een val! Nummer 17 en de politie zijn er ook. Via een zijingang komen de zwervers binnen, ze beroven zogenaamd de prins en Nummer 17 moet bakzeil halen bij Maigrir. Zilvertand is ziedend, want hij is wederom te kijk gezet. Er ontstaat nu tweedracht in de bende, maar de meesten blijven toch trouw aan Zilvertand. ’s Avonds treffen Robert en Bertrand de bende bij het Louvre. Hun bondgenoten komen te hulp en ook de politie is op de hoogte gebracht. Gezamenlijk krijgen ze de bende eronder. Zilvertand weet te vluchten, achtervolgd door Robert en Bertrand. Op het dak van het museum schakelt men Zilvertand tijdelijk uit met een baksteen. Nummer 17 is echter bang om de bendeleider te arresteren. |
Thema
Het oprollen van een gewelddadige bende criminelen.
Locatie
Parijs, onder andere Pont Neuf, Place Pigalle, Eiffeltoren, catacomben, operagebouw, het Louvre.
|
Het operagebouw, pagina 19, prenten 1 en 2. Foto: De Parijse opera in 1907. |
Periode
Opera Roma van Jules Massenets (1842-1912) ging op 17 februari 1912 in première, echter niet in Parijs, maar in de Opera van Monte Carlo. Massenets was “de productiefste en artistiek zowel als commercieel succesrijkste Franse operacomponist” tussen het einde van de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) en het begin van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918).(1)
Vermomming
Geen.
Redding
Jacques uit de Seine (pagina 3).
Bijzonderheden
- Laatste album in de reeks, die plotsklaps aan zijn einde kwam. Zie De reboot van Robert en Bertrand.
- Een weerzien met commissaris Maigrir.
- Nummer 17 lijdt opeens weer aan grootheidswaan: “Ja ik! De beste! De grootste!” (pagina 5, prent 11). Verder is hij opeens weer totaal irrationeel.
- Op pagina 8, prent 1, een onverwacht weerzien met La Goulue, vergezeld door een Apache, die veel wegheeft van de doodgeschoten Apache in het gelijknamige album. Verder met Henri de Toulouse-Lautrec. Men kent elkaar blijkbaar wederom niet. Zie ook de bespreking van deel 68, De Apache.
- Robert zit innig omhelsd met een animeermeisje op schoot of misschien zelfs een prostituee (pagina 8, prent 2). Alles voor het goede doel, of zou Evelyne weer eens vergeten zijn zoals in deel 72, De Friese Elfstedentocht? Bertrand maalt er niet om.
|
- Op pagina 13 prent 2 wordt de vaste leus weer geschreeuwd.
- Prince de Cognac (pagina 18) is een duur cognacmerk, officieel Prince Hubert de Polignac Cognac, genoemd naar het gelijknamige lid van een van de oudste Franse adellijke families, terug te voeren tot de negende eeuw. Het merk bestaat sinds 1947.(2)
- Nummer 17 moet letterlijk zijn hoed opeten (pagina 24, prenten 1 en 2). In deel 22, Spoken in het Zwin, gebeurde dat al eens met een van zijn schoenen.
- Schurk Zilvertand heeft tatoeages, waaronder een anker. Hij is dus hoogstwaarschijnlijk een voormalig zeeman. Eind negentiende eeuw waren deze permanente lichaamsversieringen met inkt bijna alleen in gebruik bij zeelieden en criminelen. In de eenentwintigste eeuw hebben tientallen procenten van de West-Europeanen één of meer tatoeages.
- Ook dit album kent enkele spreekwoorden en gezegdes.
Pagina 6, prent 10: “Zijn hand in een wespennest steken.”
Pagina 9, prent 1: “(Als zand) door de vingers glippen.”
Pagina 9, prent 8: “Je ogen (en oren) open houden.”
Pagina 29, prent 5: “Iemand in de pan hakken.”
- Voor pagina 23, prent 3, en pagina 27, prent 8, zou gebruik kunnen zijn gemaakt van het kopieerapparaat.
|
Tot slot: Met Zilvertand werd de stripreeks Robert en Bertrand voorgoed gestopt. Op 6 juli 1992 publiceerden De Standaard, Het Nieuwsblad en andere kranten die tot dezelfde krantengroep behoorden onderstaand artikel om de stopzetting aan te kondigen. In dezelfde edities waren ook de laatste stroken van Zilvertand te lezen. Hoewel in het artikel nog gewag wordt gemaakt van een kans op twee extra te verschijnen albums zodat de albumreeks bij deel 100 zou kunnen eindigen, zijn deze albums nooit verschenen. De stripreeks was niet meer rendabel en Ron Van Riet werd samen met drie andere collega's van Studio Vandersteen ontslagen. Tegenwoordig tekent hij voor Standaard Uitgeverij opnieuw illustraties van Robert en Bertrand, specifiek voor de covers van de integrales van de stripreeks, voor ex librissen, prenten, affiches en andere publicaties.
|
|