Samenvatting
Een Parijse antiquair wordt beroofd van een collectie Friese munten. Robert en Bertrand worden van een afleidingsmanœuvre verdacht. Commissaris Maigrir geeft Nummer 17 opdracht de zwervers op te sporen. Evelyne stuurt hen op pad, vermomd als pastoor en non. Ze zitten in dezelfde trein naar Nederland (Amsterdam) als muntendief Gerard Grognard. Nummer 17 volgt per auto. In Amsterdam blijkt het hartje winter. Toevallig ontmoet Bertrand de schoenmaker uit het Friese Oosterlittens, die hetzelfde droomde als hij, over geluk en een schat. Grognard luistert hen af en regelt enkele ongure handlangers. Zij vallen de schoenmaker aan, die per veerdienst terug wil naar Friesland. Zij willen hem voor zijn. Ondertussen arriveert Nummer 17 in Amsterdam en schakelt daar de politie in. Robert, Bertrand, de schoenmaker en hun hulpje Kees worden gearresteerd. De laatste twee worden vrijgelaten en bevrijden vervolgens de zwervers uit de gevangenis. Kees neemt afscheid. In Friesland zetten Robert, Bertrand en de schoenmaker per schaats de achtervolging in om eerder in Oosterlittens te arriveren dan Grognard en zijn spitsboeven. Via Sloten. De bandieten schaatsen nu ook, maar stelen daarna een arrenslee. Via IJlst en Sneek. In Oosterlittens betrappen ze de drie boeven die de schat uitgraven. Nummer 17 ziet de situatie verkeerd en laat de boeven ontsnappen. Schoenmakersvrouw Lysbeth bedelft hem van achteren onder de sneeuw en de achtervolging kan weer worden ingezet. Naar Leeuwarden (naar Dokkum?). Grognard schakelt zijn twee handlangers uit en een boer brengt deze boeven naar de politie. In Franeker raakt Robert hoteldebotel van het Friese meisje Sietse, met wie hij tussen de lakens duikt. In dat huis betrapt hij Grognard, die ontkomt richting Stavoren, Bolsward, Workum en Hindeloopen, waar ze de muntendief achterhalen. De boef verdrinkt, maar de schat is naar de bodem gezakt. Op de ketel staat dat er een grotere schat onder verborgen is. De schoenmaker is ‘binnen’.

 

Thema
Schaats- en achtervolgingstocht langs de elf Friese steden van de Elfstedentocht. Tijdens de strenge winter van 1984-1985 werd volop gespeculeerd dat ‘De tocht der tochten’ na drieëntwintig jaar weer eens zou worden georganiseerd. Uiteindelijk werd aangekondigd dat dat op donderdag 21 februari 1985 zou gebeuren. Het zorgde voor een aan een lichte vorm van hysterie grenzende gekte in Nederland. Veel mensen namen vrij of meldden zich ziek om maar niets van de tocht te hoeven missen, lessen vielen uit en hele volksstammen togen naar Friesland. De winter van 1985-1986 liet weer een tocht toe, die op woensdag 26 februari 1986 werd gehouden. De dolle taferelen gingen op herhaling.

Op deze populariteit probeerden scenarist Jacques Bakker en Standaard Uitgeverij met dit album, dat op 1 november 1986 verscheen, natuurlijk in te haken. Dat lukte wonderwel, want de oplage van dit stripboek nam een flinke vlucht met 10.000 exemplaren extra naar 35.000. Er zouden nu vaker aanleidingen worden gezocht om het zwerversduo in een historische gebeurtenis te laten figureren. Het idee van de Elfstedentocht was overigens aangedragen door de in Friesland wonende Nico Noordermeer, onder meer vertegenwoordiger van Standaard Uitgeverij in Nederland. Voor de totstandkoming van dit album werd Friesland overigens niet bezocht.(1) Ron Van Riet: “We konden putten uit zoveel documentatiemateriaal, waaronder urenlange televisiebeelden, dat het ons geen enkele moeite kostte, een juiste ‘sfeertekening’ van de tocht, de verschillende steden en het platteland te geven”.(2)

 

Locatie
Parijs, Boulevard Saint Michel, een van de voornaamste straten in het Quartier Latin, ontworpen door baron Georges-Eugène Haussmann (1809-1891) in opdracht van keizer Napoleon III (1808-1873, keizer van 1852-1870). Café d’Albert ligt in het hart van het theaterdistrict aan de Rue Ordener. Amsterdam, diverse steden in Friesland alsmede het dorp Oosterlittens.

 

Periode
In elk geval vóór 1909, maar wel in een jaar dat de Friese sloten en meren dichtgevroren waren. Dat blijkt uit het commentaar van schoenmaker Jelle in het voorlaatste prentje van het album. Er was immers nog geen officiële Elfstedentocht gereden.

 

Vermomming
Evelyne en Bertrand als nonnen, Robert als pastoor.

 

Redding
Bertrand zorgt dat de grote mand met eieren heel blijft, nadat een vallende eierverkoopster die heeft losgelaten.

 

Bijzonderheden

  • Eerste album van scenarist Jacques Bakker alias Yaack. Dat was een idee van Standaard Uitgeverij, waar Marck Meul het totaal niet mee eens was. Tekenaar Ron Van Riet: “Om het geheel wat leven in te blazen, wou de uitgever een soort collectief maken van scenario’s van verschillende auteurs. Marck wou dat niet, die wou zijn positie sterk houden. Er is wrijving geweest tussen die twee, maar het fijne weet ik er niet van en Marck kan ik het niet vragen: hij zit in Ierland, waar hij reisleider is. Hij is nogal plots vertrokken en we horen niks meer van hem.”(3)
  • Op pagina 1 wordt meteen al een spreekwoord gebruikt: “Als twee honden vechten om een been, loopt de derde er mee heen”.
  • Van het album verscheen gelijktijdig bij uitgeverij De Lijn een Friese versie, De Alvestêdetocht.
  • Achterin twee pagina’s documentatie, vooral over het fenomeen Elfstedentocht en een klein stukje over Het Paaltje van Oosterlittens. Dit verhaal werd opgetekend door Waling Dijkstra (1821-1914) in zijn bundeling van Friese volksverhalen, sprookjes en gezegden Uit Friesland’s Volksleven van Vroeger en Later. Het tweedelige werk verscheen in 1892 en 1896. Voormalig bakker en koopman Dijkstra was sinds 1855 boekhandelaar en schrijver en vanaf 1885 tevens eindredacteur van het vierdelige Friesch Woordenboek, verschenen in de periode1898-1911.(4)
  • De naam van de schurk is Gerard Grognard. Grognard is het Franse woord voor mopperaar.
  • Op pagina 7 blijkt Nummer 17 een gelovig man als hij ter biecht wil gaan bij de (valse) priester Robert. Ook wordt duidelijk dat hij Robert en Bertrand toch als vrienden beschouwt, ondanks alle vernederingen die hij de laatste albums heeft moeten ondergaan.

Links: Van het album verschijnt ook de Friese versie De Alvestêdetocht. Midden: Het paaltje van Oosterlittens. Rechts: Nummer 17 gaat te biecht bij Robert.


  • In de trein naar Amsterdam zien de zwervers twee groepen wilde ganzen in hun kenmerkende V-vlucht. De Stichting Wilde Ganzen, aanvankelijk een protestantse organisatie, wil mensen in armoede aan een beter leven helpen. Met behulp van fondsenwerving biedt ze kennis en begeleiding om mensen zelf initiatieven voor armoedebestrijding uit te laten voeren.(5) Zie ook de bespreking van deel 85, Palingoproer.
  • Kees de jongen uit 1923 is het bekendste boek van Theo Thijssen (1879-1943). Deze schrijver, onderwijzer, Amsterdams gemeenteraadslid en lid der Tweede Kamer voor de SDAP situeerde het boek over de met een levendige fantasie behepte schoenmakerszoon Kees Bakels in de Jordaan, waar hijzelf ook vandaan kwam.
  • Er wordt gebruik gemaakt van de veerdienst Amsterdam-Stavoren om naar Friesland te geraken. De Afsluitdijk tussen Noord-Holland en Friesland dateert van 1932.

De SS Holland deed dienst van 1886 tot 1916.(6)

  • Het ontstaan van Stavoren wordt in een paar tekstballonnen uit de doeken gedaan. Pagina 18, strook 4.

  • Een klokkenstoel is een stellage met daarin één, twee of drie klokken. Hoogstwaarschijnlijk ontstaan omdat sommige Friese gebieden te dun bevolkt of te arm waren om een kerk te bouwen. Daarom werd vaak gekozen voor een kerkje zonder toren. De klok werd dan in een aparte klokkenstoel gehangen. Als er later toch nog een kerk werd gebouwd, werd de klok in de kerktoren geplaatst en de klokkenstoel gesloopt. Het omgekeerde gebeurde natuurlijk ook. Bij vervallen kerken of kerktorens werd dan een klokkenstoel gebouwd. Voornaamste taak van de klokkenstoelen was het beluiden van de doden. Anno 2023 telt Friesland ruim zestig klokkenstoelen, echter niet in Leeuwarden, zoals in het album. Ook staan er een aantal in andere provincies.(7)

De klokkenstoel van Brongerga heeft enige gelijkenis met die uit het album (Udo Ockema, WikiCommons).

  • In Franeker gaat Robert vreemd met het Friese meisje Sietse, van nog geen twintig, nota bene in haar ouders woning. Robert moet om en nabij de veertig zijn. Evelyne is meteen vergeten als hij een paar mooie ogen ziet en hij duikt prompt met het knappe meisje tussen de lakens. Met een beetje goede wil de eerste en enige — weliswaar zeer tamme — bedscène in de reeks. Gezien de toelichting op pagina 33, prent 1, betrof het bovendien een vluggertje. Daarmee komt zijn zogenaamde “oprechte” eeuwige liefde voor Evelyne natuurlijk in een heel ander daglicht te staan. Op pagina 36 krijgt hij hierover nog een sneer van de becommentariërende slak. Overigens is Sietse een Friese jongensnaam. De vrouwelijke variant is Sietske. Foutje van de scenarist.(8)

  • Op pagina 31, prent 9, loopt de burgemeester van Leeuwarden ver vooruit op het standbeeld van een koe. Us Mem (“onze moeder”) is een bronzen beeld van een zwartbonte koe, gemaakt door de Friese beeldhouwer Gerhardus Jan Adema (1898-1981). Het werd in 1954 aangeboden door fokkers, de leden van het toen vijfenzeventigjarige FRS (Fries Rundvee Syndicaat, ook vaak Fries Rundvee Stamboek genoemd) en geplaatst aan het Zuiderplein, bij het FRS-kantoor. In 1990 verhuisde het beeld naar de rotonde Harlingersingel / Harlingerstraatweg.(9) Leeuwarden kende overigens in de tweede helft van de negentiende en begin twintigste eeuw geen enkele stokoude burgemeester. Dat is hetzelfde als hoogbejaard, dus boven de tachtig. Dat was bij niet één burgervader uit die tijd het geval.(10)

Wens wordt werkelijkheid in 1954 wanneer het standbeeld Us Mem wordt onthuld (© foto: Bas den Oudsten).

  • Robert blijkt het Latijn machtig te zijn. Hij moet logischerwijs klassiek geschoold zijn, dus een gymnasiumopleiding hebben genoten. Pagina 36, prenten 2, 3, 4. In het volksverhaal wordt de tekst vertaald door een dominee. Met een beetje goede wil speelt Robert in één album dus zowel de rol van rooms-katholieke pastoor als van protestantse dominee. Ondanks de vondst van de schat in de eerste ketel bleven de schoenmaker en zijn vrouw gewoon volgens het verhaal. Geluk ligt soms heel dicht bij huis, zonder dat je het weet.(11)

 

NOTEN

  1. Twee Franse schelmen op avontuur in Stad en Ommeland (Menno Hoexum, zaterdagbijlage Nieuwsblad van het Noorden, 28 oktober 1989.
    Met dank aan Arno Bosch. E-mail correspondentie Arno Bosch, Leo Kupers, Stripspeciaalzaak.be.
    https://www.lastdodo.nl/nl/areas/8259-de-lijn
    https://www.lambiek.net/aanvang/1980krantestrip.htm
    Nico Noordermeer was drijvende kracht achter uitgeverij De Lijn, die tijdens de jaren 1980 tientallen strips heeft uitgebracht. Met zijn agentschap leverde hij voornamelijk strips aan regionale dagbladen. Behalve Standaard Uitgeverij vertegenwoordigde hij de Vlamingen Ikke, Jeff Wellens en Kamagurka & Herr Seele benevens enkele  Nederlandse schrijvers en de Deense cartoonist Carsten Graabaek.
  2. Vlaamse makers ‘Fryske’ strip in Sneek op bezoek (Leeuwarder Courant, zaterdag 15 november 1986)
  3. https://www.enola.be/2018/11/19/ron-van-riet-met-robert-en-bertrand-was-internationaal-iets-te-doen/
  4. https://walingdijkstra.nl/
    https://nl.wikipedia.org/wiki/Waling_Dykstra
  5. https://nl.wikipedia.org/wiki/Wilde_Ganzen
  6. https://www.pdejong.com/tijdlijn.html
  7. https://nl.wikipedia.org/wiki/Klokkenstoelen_in_Friesland https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_klokkenstoelen_in_Nederland
  8. https://nl.wikipedia.org/wiki/Sietse
    https://nl.wikipedia.org/wiki/Sietske
  9. https://nl.wikipedia.org/wiki/Us_Mem
    https://www.keunstwurk.nl/kunstobjecten/us-mem/
    https://shop.fotoboekleeuwarden.nl/centrum/5925-rotonde-van-het-zuiderplein-met-op-de-achtergrond-het-frs-fries-rundvee-syndica.html
  10. https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_burgemeesters_van_Leeuwarden
    http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn1/welderen
  11. http://www.easterlittens.nl/131/Het+paaltje+van+Oosterlittens.html
    https://www.beleven.org/verhaal/het_paaltje_van_oosterlittens
    https://www.verhalenbank.nl/items/show/57781
 
  Leo Kupers © Stripspeciaalzaak.be, 2023