Samenvatting
Een herdersjongen wordt geconfronteerd met een wit wief, die zich als zijn overleden moeder Hester (de heks) voorstelt. Zij stierf op de brandstapel, nadat ze de avances van toenmalig dictator Karhakol afwees. De herdersjongen licht prins Joeki in dat de boeren geld moeten betalen volgens de verschijning, vanwege wraak. Joeki roept zijn vrienden Robert en Bertrand te hulp. De ‘heks’ brandschat ondertussen een stal en verwondt een boer. Robert vermoedt bedrog, maar de bijgelovige boeren slikken het als zoete koek. De herdersjongen ligt onder vuur van de bevolking en wordt voor zijn bescherming naar het kasteel gebracht. Onderwijl misleiden Karhakol en de valse heks de bijgelovige Moldaviërs. Hij is op vrije voeten, omdat hij had geprofiteerd van een administratieve fout in Joeki’s amnestiewet. Robert en Bertrand ontmaskeren Karhakol en de heks. Zij vluchten naar het oude huis van Hester. De zwervers doorzoeken de woning en vinden niets. De herdersjongen vindt wel zijn moeders dagboek. De hele bevolking, zelfs het leger, is doodsbang voor de heks. Een opstand dreigt. De geest van de echte Hester de heks meldt zich onderwijl bij Robert en Bertrand. Bij toeval ontdekken zij, vanwege een fout van Karhakol, de gangen achter de valse muren en daarmee de schuilplaats van de voormalige tiran en zijn handlangster. Ondertussen leidt Hester de vagebonden. Karhakol weet hen echter in de val (een put) te lokken. De vagebonden ontsnappen door de muur kapot te duwen. De kracht hiervoor krijgen ze van Hester, die hen hiertoe inspireert. Karhakols handlangster keert zich uiteindelijk tegen hem en hij sterft in de vlammen, net als voorheen Hester. Haar bijna lookalike, de valse heks die snel rijk wilde worden, heeft spijt en Hester draagt haar op voor haar zoon te zorgen.

 

Thema
Oplichterij met behulp van een fictief spook, een wit wief en hekserij. Doel is de bevolking in opstand te brengen tegen prins Joeki, zodat voormalig dictator Karhakol de macht weer kan grijpen.

 

Locatie
Moldavië.

 

Periode
Niet nader gespecificeerd. Eind negentiende eeuw. Wel zien we een waarschuwing tegen nucleaire straling, in de kelder van het paleis waar Robert en Bertrand verblijven. Dit was in die tijd nog niet bekend. De gevaren van de straling werden pas langzaam duidelijk na de inzet van de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki in 1945 en na de talloze atoomproeven van de nucleaire machten. Verder zien we tal van waarschuwingen en aansporingen om rechtsomkeert te maken. Doet denken aan het geldpakhuis van Dagobert Duck.

 

Vermomming
De handlangster van Karhakol als heks Hester, wit wief.

 

Redding
Geen.

 

Bijzonderheden

  • Al dan niet echte witte wieven komen in het album voor, dat in juni 1992 uitkwam. Is het toeval dat in februari 1991 Suske en Wiske 227: Het Witte Wief verscheen? Witte wieven zijn vrouwenfiguren uit het volksgeloof, soms goed- en soms kwaadaardig, vaak gerelateerd aan heksen en/of spoken. In het noorden en oosten van Nederland noemt men mistflarden of mistbanken eveneens witte wieven.
  • “De witte wieven hebben veel overeenkomsten met de Ierse sídhe, de Keltisch-Ierse banshees, en de Spaans-Mexicaanse 'vrouw in het wit': la Llorona. Ook wordt verband gelegd met moerasvrouwtjes, feeën of elfen. Het woord elf komt overal in de Germaanse talen voor en lijkt oorspronkelijk 'wit wezen' te hebben betekend.”(1)
  • Het heksenteken op pagina 4, prenten 4, 5 en 6, doet sterk denken aan deel 10, De Kwade Hand.

  • Het album verscheen op 1 juni 1992. In 1991 kwam het boek Sliver uit. Deze thriller werd geschreven door de Amerikaan Ira Levin (1929-2007) en zou worden verfilmd in 1993. Het verhaal gaat over een vrouwelijke auteur die naar een appartement in een hightech flat in Manhattan verhuist. Er blijken in het verleden verschillende moorden te hebben plaatsgevonden in het gebouw. Verder worden alle huurders met onder meer camera’s in de gaten gehouden.
  • De commandotent van Karhakol is overduidelijk gebaseerd op die uit Blueberry 9: Vlakte der Sioux. Karel Verschuere nam dat prentje ook al als uitgangspunt voor een prentje in Bessy 81: Het Wagengeweer.(2)

Links: Prent uit Blueberry 9: Vlakte der Sioux.
  • Geen Evelyne, geen Nummer 17 en geen auto’s.
  • “Stof en spinnewebben... Hier is in geen jaren iemand binnen geweest”, aldus Bertrand. Hoe zijn dan onlangs die holle gangen en ruimtes gebouwd? Dat kan echt niet zonder te lopen. Bovendien is Karhakol nog maar kort op vrije voeten. Hij leek toch omgekomen in het vorige album? Zie pagina 30, van deel 93, De Gouden Poort. Verder zouden holle muren zeker bij de ramen moeten zijn opgevallen.
  • Het symbool van het regime van Karhakol was een slak (met huisje, dus geen naaktslak), een slijmerig en traag weekdier, dat zich op zijn buik voortbeweegt. Een dier ook dat in de meeste albums van Marck Meul en Ron Van Riet steevast commentaar levert, de ene keer wat meer, de andere keer wat minder — zoals ditmaal — en zelfs enkele keren een actieve rol speelt. Zie ook de bespreking van deel 39, Fantoom op Spoor Zeven. Karakol is een Vlaams woord voor een wulk, een eetbare zeeslak. Zie de bespreking van deel 92, Prins Joeki.

  • Hoe kwam het dagboek vanuit Karhakols kamp terug in haar huis en dus uiteindelijk bij Hesters zoon? Dat wordt niet duidelijk. Zie pagina 16 en 17. De echte heks Hester moet hier wel voor gezorgd hebben…
  • Joeki lijkt bij zijn beoogde balkontoespraak wel de Roemeense dictator Nicolae Ceaucescu avant la lettre. Ceaucescu (1918-1989) was van 1965-1989 secretaris-generaal van de communistische partij. Hij kwam in december 1989 ten val tijdens een volksopstand, waarbij het leger zich op een gegeven moment aansloot. Beroemd werd de balkonscène waarbij zelfs de verzamelde opgetrommelde partijleden op het plein zich tegen de verbijsterde dictator keerden, waarna een lijfwacht hem dringend adviseerde om naar binnen te gaan.

  • De vaste leus deze keer op pagina 6 (prent 5), pagina 13 (prent 10), pagina 14 (prent 1) en pagina 27 (prent 11).
  • Het album telt verschillende spreekwoorden of gezegdes:
    Pagina 6 (prent 4) en pagina 23 (prent 2): “Door het dolle heen zijn”.
    Pagina 14 (prent 5): “Als de berg niet tot Mohammed komt, zal Mohammed tot de berg gaan”.
    Pagina 24 (prent 7): “Ergens geen jota van begrijpen/snappen”.
    Pagina 25 (prent 2) en pagina 26 (prent 8): “Op je hoede zijn/blijven”.
    Pagina 26 (prent 9): “In duigen vallen”.
    Pagina 28 (prent 10): “Over mijn lijk”.

 

NOTEN

  1. https://nl.wikipedia.org/wiki/Witte_wieven
  2. https://archief.stripspeciaalzaak.be/Weetje-vd-Week/Weetje-vd-Week-176-200.htm#Weetje183
 
  Leo Kupers © Stripspeciaalzaak.be, 2023