14
-De Indianen-Reeks 1: De Meesters van de Donder


Wasjemenou? Een jachtpartijtje op een roedel wolven voorspelt onheil, beweert de zoon van Chaka, een lid van de Faraonde, een Apachen-stam. Er komt verderf, ongeluk, rampspoed. En ja, hij heeft het bij het rechte eind. Er is een aanval van een vijandige stam, wat liefdesperikelen, maar de ware ravage staat hem en zijn stamleden nog te wachten: de bloederige inval van de Spaanse conquistadores...
Vlaamse waardering: Kresses tweede grote liefde na Eric de Noorman: het lot van de indianen. Een garantie voor zijn best gedocumenteerde reeks. Ondanks de talrijke voetnoten heeft dit epos niet de allures van een didactische, documentaire strip dat al vaak door anderen, maar dan veel saaier, is gedaan. De mensen al lezend wat bijbrengen zonder dat je het gevoel krijgt een lesje opgesolferd te krijgen en tegelijk onderworpen wordt aan een stichtende boodschap dat het toch erg is wat de indianen overkwam, goed zo. Kresses woede over wat de indianen overkwam spreekt voor zich. Bijna zou je je als blanke lezer schamen voor wat onze voorouders ginderachter allemaal uitspookten.
Aantal genomineerde albums van Hans G. Kresse: 24/354
Weetjesparade: Kresses liefde voor de Noord-Amerikaanse indianen en hun geschiedenis is er al in het prille begin van zijn carrière met strips zoals De Gouden Dolk (1946) over het indiaantje Dahinda Nushka, die op zoek gaat naar de Gouden Dolk. Deze zal de volkeren tot elkaar brengen, zodat ze samen één worden tegen de binnenvallende blanken. In dit vrij onschuldige kinderboek toont Kresse al zijn voorliefde voor de indianen en kiest duidelijk hun zijde. Later volgen De Grote Otter (1947) en de serie Matho Tonga (3 verhalen in 1948-1949). het zijn verhalen die het onderspit moeten delven voor Kresses werk aan Eric de Noorman. Aan het begin van de jaren zeventig moeten Eric en Erwin dan weer plaats ruimen voor De Indianen-Reeks • Een tragere productie door het klimmen van de jaren zorgt voor een langzame verschijningsfrequentie van de laatste albums. Kresse heeft nooit een tekstschrijver of enige andere vorm van assistentie willen dulden. De zeldzame keren dat een tekstschrijver mocht meehelpen, betoont Kresse zich van zijn minst sympathieke kant. Marten Toonder getuigt in een voorwoord van De Geschiedenis van Bor Khan (editie 1988) hoe Kresse zich zodanig moeilijk opstelt uit bescherming voor zijn stripkinderen dat een coscenarist al eens "in tranen van frustratie op de tafel stond te bonken". Neen, Kresse was geen gemakkelijke vent. Volgens anderen was hij een mopperkont, onaangenaam in de omgang en opvliegend • Met Zorro (1964-1967), gebaseerd op scenario's van de Walt Disney Company, vertoeft Kresse al eerder op Amerikaanse bodem • De Engelse editie van De Indianen-Reeks, vertaald uit het Frans, zint Kresse niet. Het is een bar slechte vertaling, maar ook de mogelijke tegenvallende verkoopscijfers van de eerste twee delen doen de Engelse uitgever Methuen besluiten het daarbij te houden. De vertaling van de aangekondigde delen 3 en 4 lag al klaar, maar die bleef bij Kresse netjes thuis liggen • Alle verhalen verschijnen meteen in albumvorm zonder voorpublicatie in tijdschriften. Het zevende verhaal, De Goudgieren, wordt wel voorgepubliceerd in Mickey Maandblad in 1978 • Als illustrator tekent hij boekenomslagen van de bekende Karl May-reeks en 31 Arendsoog-boeken van P. Nowee. Hij voorziet ook een resem kortverhalen over de populaire brave rancher Arendsoog van illustraties • In totaal zou Kresse in zijn carrière zo'n 3500 zwart-wit- en 650 kleurenillustraties maken • Het begin van de jaren tachtig is een moeilijke periode voor Kresse. Hij heeft te kampen met een handicap aan zijn oog. Hij kan de afstand tot het papier niet meer juist inschatten. Om den brode beperkt hij zich eerder tot het maken van illustraties. Twee operaties brengen 'm terug in de stripwereld. Als het weer beter gaat, werkt hij aan een revival van Vidocq en van Eric de Noorman • In 1979 verschijnt er van dit album een herdruk met nieuwe cover. Enkel deel 1 en 2 krijgen een nieuwe cover • In 2005 deelt De Stripspeciaalzaak dertig originele drukplaten met de al even originele inkleuring uit aan de winnaars van de jaarlijkse top 10-wedstrijd, editie 2004 • Meer over De Indianen-Reeks kan je hier lezen.

D A T A S H E E T
Tekenaar:
Hans G. Kresse
(Hans Georg Kresse)
Scenarist:
Hans G. Kresse
(Hans Georg Kresse)
Uitgever:
Casterman
Eerste druk:
1973
Uitvoering:
SC, kleur