|
Wasjemenou?
Henk en Daan zijn broertjes die opgroeien in een arbeidersgezin
in het Amsterdam ten tijde van de crisis. Daan is nog te
jong om de ellende te bevatten, maar Henk weet beter. Hun
moeder moet zich laten misbruiken voor wat voordelen. Hun
vader is een agressieve dronkenlap. En op de achtergrond
komen de nazi's dichterbij. Daan weet zich op alle gebied
te verzetten, maar krijgt hij zijn jonge broertje mee? Na
hun puberteit groeien de broers definitief uit elkaar. Henk
belandt in Antwerpen om er zijn legerdienst te ontduiken.
Daan vindt aansluiting bij de fascisten.
Vlaamse waardering:
Meer nog dan de individuele teloorgang van de twee broertjes,
die aanvankelijk in een nostalgisch, historisch decor worden
gedropt, is dit een boeiend verhaal over hun onderlinge
relatie. Dat het met het verstrijken van de jaren moeilijker
vlot is te wijten aan hun moeilijke achtergrond en de weinig
benijdenswaardige omstandigheden. Dat uiteindelijk het naïeve
jonge broertje Daan zwicht voor de uniformenpracht van de
nazi's ligt misschien binnen de verwachtingen. Maar Henk
is daarentegen niet het ingoede tegenwicht. Hij groeit op
tot een bikkelharde vent. Hoe dan ook, Muizentheater
kent geen happy end. Misschien erger nog dan de *spoiler
alert!* dramatische dood van elk van de broers, rest
de trieste kennis dat de ooit zo door het ongenadige lot
aan elkaar verbonden bloedverwanten elkaar niet meer vonden
in een laatste poging tot vergevingsgezindheid. Verdomd,
wat een droefnis! Qua tekeningen is Peter van Dongen
waarschijnlijk het meest Hergéaans
van zijn Nederlandse collega's.
Aantal genomineerde albums
van Peter van Dongen: 4/354
Weetjesparade:
In zijn jeugdjaren ontdekt Peter van Dongen
het werk van Hergé. De Kuifje-albums
De Sigaren van de Farao en Vlucht 714 en
het Suske en Wiske-album Het Zoemende Ei
behoren tot zijn eerste striplectuur. Op z'n zesde of zevende
begint hij Donald Duck na te tekenen, op zijn tiende
tekent hij een eigen verhaal van Suske en Wiske.
Daarna volgt een periode waarin hij alle tekeningen van
Rembrandt kopieert in het Rijksmuseum
van Amsterdam. Hij verkoopt zijn eerste tekening (gemaakt
met een simpele balpen) aan een Duitse toerist. Op zijn
twaalfde resulteert zijn fascinatie voor Kuifje
(met name De Blauwe
Lotus) in een stripadaptatie van de film Kuifje
en het Geheim van het Gulden Vlies (1960). Het blijft
bij vier pagina's. In 1985 tekent hij voor zijn eigen plezier
de openingspagina van Kuifje en de Alfakunst na
• Op zijn veertiende komt hij in de invloedssfeer
van Willem Vleeschouwer, die 'm in de kunsten
van het tekenen inwijdt en hem toont dat er nog meer is
dan Hergé. Van Dongen leert het werk kennen van tekenaars
als Yves Chaland, Jean Giraud,
André Franquin en Dick Matena.
Van Dongen gaat zijn eigen gangetje op Vleeschouwers studio
en tekent wel eens een illustratie in reclameopdracht als
Vleeschouwer er geen tijd voor heeft • Na introductie
door Vleeschouwer maakt van Dongen zijn echte debuut van
één pagina voor De Vrije Balloen
in 1983 en een verhaal van drie pagina's voor het tweede
en ook laatste nummer van Rebel Comix, een amateurblad
waar hij samen met Eric Heuvel bij zit
• Muizentheater loopt in voorpublicatie in
de meer het maandblad voor volwassenen Wordt Vervolgd...
Nou ja, gedeeltelijk toch. Het afgeronde hoofdstuk Het
Petje staat in nummer 81 uit 1988 • Vanaf 1984
tekent van Dongen elke maand een twee pagina's tellend kortverhaal
van Prince en Buster voor Wordt Vervolgd
onder het pseudoniem Dopé •
Van Dongen doet er vier jaar over om zijn stripromandebuut
Muizentheater af te werken • Een creatieve
uitspatting vindt van Dongen van zijn 13de tot zijn 19de
ook als drummer in de skaband The Original Talkatives
• Als (reclame)illustrator tekent hij onder andere
een Blues Brothers-cover voor het tijdschrift
OOR, een stripje op scenario van Gerrit
de Jager, een stripje voor Ter Plaatse!
(een kwartaalblad voor een rampenbestrijdersorganisatie),
een stripje voor kledingzaak Marca, advertentiemateriaal
voor het Nederlands Scheepvaart Museum,
een illustratie voor de Universiteit van Amsterdam
en zoveel meer • Voor de eerste twee deeltjes van
Bob voor De Bijenkorf assisteert
hij Gerrit de Jager door silhouetten te tekenen en decors
als badkamers en fornuizen. Het educatieve boekje Stop
Aids Vrij Veilig (1990) met Doortje Doorzon uit De
Familie Doorzon levert hij alle tekenwerk. Ook
is hij assistent voor Liefde en Geluk • Documentatie
voor Muizentheater vindt van Dongen in de Openbare
Leeszaal, De Amsterdamse Collectie
en het Amsterdams Archief voor de Kleurstelling.
Inspiratie komt er door de film Once Upon a Time in
America (regie Sergio Leone, 1984)
• In het derde verhaaltje verwerkt hij zijn eigen
liefdesverdriet na de scheiding met zijn vriendin. Ook het
omgaan met zijn ouders berust op autobiografische emoties.
En de auteur heeft zelf een tweelingbroer rondlopen •
Aanvankelijk zijn de twaalf eerste pagina's redelijk dik
gepenseeld. Op vraag van Casterman, die
van Dongens potloodschetsen graag zien, maakt hij de pagina's
opnieuw, maar dan dunner geïnkt • De verhaaltjes
maakt hij bizar genoeg niet in chronologische volgorde.
Het boksverhaal is het laatste en wordt snel afgehaspeld
om de deadline te kunnen halen • Volgens Henk
Kuijpers in een commentaar in 1991 verenigt de
cover van Muizentheater de visuele kenmerken van
Quick en Flupke en Het
Gele Teken • Voor het vijftigste nummer van
Zozolala in april/mei 1990 verschijnt een speciale
pagina om daar aandacht aan te besteden. Naast een uitgestald
nummer van Zozolala 50 in een krantenkiosk prijkt
de cover van Kuifje:
De Blauwe Lotus • In februari 2006 fleurt
een halve pagina met Daan en Henkie in het Indonesië
van 1935 het Engelstalige magazine 8Weekly op.
Peter van Dongen is van Indonesische afkomst • Didier
Pasamonik, een Waalse journalist die een grote
naam is in Wallonië en Frankrijk, vergelijkt Muizentheater
met Jo, Suus en Jokko van Hergé. In een
interview uit januari 2006 voor de Franse stripwebsite www.actuabd.com
houdt van Dongen het op Quick en Flupke van Hergé
en De Jonge Albert van Yves Chaland • Hoewel
er geen Franse editie bestaat van Muizentheater,
is het de bedoeling dat er verhalen van Henk en Daan verschijnen
in het Franstalige tijdschrift Quick & Flupke.
Het zijn twee verhaaltjes waarvan het ene compleet is afgewerkt
en het andere niet verder raakt dan potlood- en lay-outschetsen.
Het tijdschrift houdt echter op te bestaan en de verhalen
worden nergens gepubliceerd • Voor de oorspronkelijk
bedachte openingsscène wil hij Henkie de pet van
Daan laten afpakken en hem in de lucht gooien. Hij pikt
het naar eigen zeggen uit de film The World According
to Garp uit 1982 (de scène met de baby die in
de lucht vliegt) met Robin Williams in
de hoofdrol, regie door George Roy Hill.
Op het eind van die film wordt het hoofdpersonage doodgeschoten
waarna hij naarboven zweeft. De cirkel is rond. Het basisgegeven
blijft in Muizentheater overeind met de pettenhistorie
als rode draad: het begint met een alpinopet, het wordt
een politiepet of een NSB-pet en tenslotte
een Duitse officierspet • Nederlands stripjournalist
Martijn Daalder staat aan de basis van
het verhaal (hij stelt aan van Dongen een verhaal voor over
twee uiteengroeiende broers) en redigeert van Dongens dialogen
• Muizentheater ontvangt in 1991 de Stripschappenning
voor het beste album van het jaar. Van uitgeverij Casterman
krijgt hij vier flessen wijn die hij weggeeft omdat hij
niet drinkt.
|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Peter van Dongen
Scenarist:
Peter van Dongen
Uitgever:
Casterman
Collectie:
Wordt Vervolgd Romans
Eerste druk:
1990
Uitvoering:
SC, zwart-wit |
|