|
Wasjemenou?
Kortverhalen over Eugène François
Vidocq, de "eerste detective". Hij is
een voormalig boef in dienst van de Franse politie in de
Napoleontische tijd. Voortaan moet hij zelf boeven, moordenaars,
dieven en ander schorem zien te verschalken.
Vlaamse waardering:
Deze reeks kortverhalen uit de jaren zestig kent een hoofdrolspeler
die is gebaseerd op een historisch personage. Al is het
door Kresse veel geromantiseerder aangepakt
voor een entertainend stripweekblad. Structuur en concept
doen erg denken aan de traditionele kortverhalenreeksen
uit Robbedoes en Kuifje. Het had net zo
goed om een soort Oom Wim in de Parijse onderwereld
kunnen gaan. Ontspanningslectuur, vrijblijvende verhaaltjes,
een dunne rode draad doorheen de verhalen (bijvoorbeeld
ook met de veelvuldige confrontaties met de gemaskerde misdadigster
De Kat) en hier en daar een rondslingerende grap of knipoogje.
Geen kunstje, wel vakmanschap.
Aantal genomineerde albums
van Hans G. Kresse: 24/354
Weetjesparade:
Over de echte Eugène François Vidocq
is vrij veel geweten omdat hij al bij leven een beroemd
figuur was. Hij is geboren in 1775 en doodt op veertienjarige
leeftijd een schermmeester in een duel • Vidocq is
een heethoofd en moet in 1790 naar het leger omdat hij thuis
niet meer te handhaven is. In het leger wordt hij van het
ene regiment naar het andere overgeplaatst. Hij blijft een
zorgenkind. Maar in de woelige oorlogsjaren van de Franse
Revolutie (gestart in 1789) weet hij zich wel militair
te onderscheiden • Populair bij de vrouwtjes is hij
ook, een feit waar hij gretig van profiteert. Op zijn achttiende
moet hij trouwen met een zwanger meisje. Althans, dat is
hem zo voorgelogen. Op de huwelijksnacht komt de waarheid
aan het licht en op de koop toe blijkt zijn kersverse bruid
te rotzooien met een andere vent. Vidocq laat haar in de
steek en belandt in de criminaliteit. Hij leert de binnenkant
van de gevangenis meer dan hem lief is kennen, maar hij
ontsnapt er even vaak uit • Na een vermeende medeplichtigheid
aan oplichting wordt hij tot acht jaar galeistraf in Brest
veroordeeld. Opnieuw ontsnapt hij, zwerft rond en probeert
een eerlijk bestaan op te bouwen. Daar faalt hij in en verzeilt
opnieuw in het misdadige milieu • Eventjes komt hij
aan de bak als kaper. Hij wordt gesnapt en moet de rest
van zijn straf uitzitten in Toulon. Het wordt vervelend
want ook daar weet hij te ontsnappen en na opnieuw meer
van hetzelfde ontmoet hij Annette, die
zijn min of meer vaste levensgezellin zal worden. Met haar
concentreert hij zich op een eerlijke nering door een kleermakerszaak
te openen • In 1809 wordt hij gechanteerd door ex-galeislaafcollega's.
Hij trekt prompt naar monsieur Henri,
het gevreesde hoofd van de Criminele Afdeling van de Parijse
politie om er een deal voor te stellen. In ruil voor zijn
vrijheid zou hij als politiespion optreden. Vidocq kan zich
inmiddels een jarenlange ervaringsdeskundige noemen. Henri
hapt aanvankelijk niet toe, maar nadat Vidocq weer eens
in de gevangenis wordt gegooid, gaat hij alsnog in op het
door Vidocq smekend herhaalde voorstel • Om te beginnen
moet hij zich twee jaar lang in de gevangenis bewijzen door
zijn medegevangenen uit te horen. Hij slaagt in zijn taak
en gaat in 1811 aan de slag als informant en meestervermommer.
Hij gaat samenwonen met Annette en neemt zijn oude moedertje
in huis. Voor de buitenwereld een normaal leven, maar 's
nachts trekt hij de Parijse onderwereld in. Dikwijls helpt
Annette een handje en lost een grote hoeveelheid misdadige
zaken op. Zijn proces wordt echter niet herzien. Henri houdt
het als safekeeper achter de hand om Vidocq bij
de eerste de geringste fout terug naar Toulon te sturen
• Tot 1827 fungeert Vidocq als uiterst nuttige inlichtingenbron
van de politie. Bovendien zet hij in deze periode een eigen
afdeling op die in heel Parijs kan optreden, naast en dwars
door de strikt gescheiden politiediensten per district.
Deze organisatie groeit later uit tot de Sûreté
Nationale • Na zijn ontslagname bij de Franse
politie vestigt hij zich als privédetective. Hij
ondervindt enorm veel tgenwerking van de politie die 'm
nog steeds niet honderd procent vertrouwt. In het geruchtencircuit
blijft het verder malen dat Vidocq het op een akkoordje
gooit als het hem persoonlijk financieel gewin oplevert
• Niettemin oefent hij zijn job uit tot aan zijn dood
in 1857 • Ondanks het dubieuze pad van Vidocq, komt
enkel het beeld van de betrouwbare misdaadbestrijder, die
zijn criminele verleden achter zich heeft gelaten, in de
strip aan bod • Niet alleen door Kresse is er een
geromantiseerde legendevorming ontstaan. Vidocq leeft verder
in talloze romannetjes, bijvoorbeeld in Vidocq - Een
Politiechef uit de Onderwereld door Philip
John Stead uit 1960 (Prisma-Boeken).
De legendevorming zorgt voor twee uitersten: de nobele Vidocq
en de opportunistische Vidocq. Omdat Kresse een realistische
strip opzet rond een held voor de jeugd voor het stripweekblad
PEP, kiest hij voor de goede Vidocq • Als
de echte Vidocq de dienst verlaat, publiceert hij in 1828
zijn Mémoires de Vidocq, Chef de la Police de
Sûreté, jusqu'en 1827: vier delen, in
totaal goed voor zo'n 1.200 pagina's. In 1828 verschijnt
nog Les Voleurs, een soort psychologische verhandeling
over misdadigers. Het is overigens twijfelachtig of Vidocq
zelf de auteur is van deze boeken. De meesterspeurder, die
veel misdadigers pakt door zich onherkenbaar te vermommen,
is bij zijn leven al een legende. Kresse zou zich ook baseren
op Napoleon, Historie en Legende van professor
Jacob Presser uit 1950, maar dat kan alleen
de achtergronden van de Napoleontische tijd betreffen, Vidocq
zelf komt in dit boek niet voor • De memoires zijn
de bron voor de moderne detective. De eerste echte detective:
The Murders in the Rue Morgue (1841) van Edgar
Allan Poe (1809-1849) is al gebaseerd op de Franse
detective. De held Auguste Dupin vertoont duidelijke Vidocq-trekjes
terwijl de Parijse setting en de oplossing door deductie
de hand van de Parijse speurder verraden. Veel 19e-eeuwse
schrijvers, waaronder Balzac (met Vautrin)
en Victor Hugo (met Jean Valjean uit Les
Misérables) laten zich inspireren door Vidocq.
Ook daarna spreekt Vidocq tot de verbeelding, in 1967 en
1973 lopen op de Franse tv twee series over zijn leven (de
eerste wordt vanaf november 1967 ook door de Nederlandse
zender NCRV uitgezonden) terwijl in 1999
een speelfilm over Vidocq uitkomt met Gerard Depardieu
in hoofdrol • Een eerste, onvolledige albumuitgave
verschijnt in 1970. De bundel telt 158 pagina's. In 1977
en 1980 verschijnen nog eens twee — verminkte —
delen met een selectie van de verhalen bij Oberon.
Gelegenheidsuitgeverij Sjors voegt er in
1990 een derde deel aan toe. In 1995 probeert Uitgeverij
Boumaar het nog eens met een ingekleurde selectie
van dertien kortverhalen. In totaal verschijnen er 33 kortverhalen
in PEP • Begin jaren tachtig moet Kresse
tot tweemaal toe aan zijn ogen worden geopereerd. Door een
afwijking kan hij afstanden niet goed meer schatten en is
daardoor, zoals hij zelf zegt, eerder bij het papier dan
hij denkt. Als het weer beter gaat, werkt hij aan een revival
van Vidocq in 1986 en 1987 voor Eppo Wordt
Vervolgd. Van de vijf gepubliceerde verhalen, verschenen
er twee eerder in PEP.
|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Hans G. Kresse
(Hans Georg Kresse)
Scenarist:
Hans G. Kresse
(Hans Georg Kresse)
Uitgever:
De Geïllustreerde Pers N.V.
Eerste druk:
1970
Uitvoering:
HC, zwart-wit |
|