22
-Vidocq



Wasjemenou? Kortverhalen over Eugène François Vidocq, de "eerste detective". Hij is een voormalig boef in dienst van de Franse politie in de Napoleontische tijd. Voortaan moet hij zelf boeven, moordenaars, dieven en ander schorem zien te verschalken.
Vlaamse waardering: Deze reeks kortverhalen uit de jaren zestig kent een hoofdrolspeler die is gebaseerd op een historisch personage. Al is het door Kresse veel geromantiseerder aangepakt voor een entertainend stripweekblad. Structuur en concept doen erg denken aan de traditionele kortverhalenreeksen uit Robbedoes en Kuifje. Het had net zo goed om een soort Oom Wim in de Parijse onderwereld kunnen gaan. Ontspanningslectuur, vrijblijvende verhaaltjes, een dunne rode draad doorheen de verhalen (bijvoorbeeld ook met de veelvuldige confrontaties met de gemaskerde misdadigster De Kat) en hier en daar een rondslingerende grap of knipoogje. Geen kunstje, wel vakmanschap.
Aantal genomineerde albums van Hans G. Kresse: 24/354
Weetjesparade: Over de echte Eugène François Vidocq is vrij veel geweten omdat hij al bij leven een beroemd figuur was. Hij is geboren in 1775 en doodt op veertienjarige leeftijd een schermmeester in een duel • Vidocq is een heethoofd en moet in 1790 naar het leger omdat hij thuis niet meer te handhaven is. In het leger wordt hij van het ene regiment naar het andere overgeplaatst. Hij blijft een zorgenkind. Maar in de woelige oorlogsjaren van de Franse Revolutie (gestart in 1789) weet hij zich wel militair te onderscheiden • Populair bij de vrouwtjes is hij ook, een feit waar hij gretig van profiteert. Op zijn achttiende moet hij trouwen met een zwanger meisje. Althans, dat is hem zo voorgelogen. Op de huwelijksnacht komt de waarheid aan het licht en op de koop toe blijkt zijn kersverse bruid te rotzooien met een andere vent. Vidocq laat haar in de steek en belandt in de criminaliteit. Hij leert de binnenkant van de gevangenis meer dan hem lief is kennen, maar hij ontsnapt er even vaak uit • Na een vermeende medeplichtigheid aan oplichting wordt hij tot acht jaar galeistraf in Brest veroordeeld. Opnieuw ontsnapt hij, zwerft rond en probeert een eerlijk bestaan op te bouwen. Daar faalt hij in en verzeilt opnieuw in het misdadige milieu • Eventjes komt hij aan de bak als kaper. Hij wordt gesnapt en moet de rest van zijn straf uitzitten in Toulon. Het wordt vervelend want ook daar weet hij te ontsnappen en na opnieuw meer van hetzelfde ontmoet hij Annette, die zijn min of meer vaste levensgezellin zal worden. Met haar concentreert hij zich op een eerlijke nering door een kleermakerszaak te openen • In 1809 wordt hij gechanteerd door ex-galeislaafcollega's. Hij trekt prompt naar monsieur Henri, het gevreesde hoofd van de Criminele Afdeling van de Parijse politie om er een deal voor te stellen. In ruil voor zijn vrijheid zou hij als politiespion optreden. Vidocq kan zich inmiddels een jarenlange ervaringsdeskundige noemen. Henri hapt aanvankelijk niet toe, maar nadat Vidocq weer eens in de gevangenis wordt gegooid, gaat hij alsnog in op het door Vidocq smekend herhaalde voorstel • Om te beginnen moet hij zich twee jaar lang in de gevangenis bewijzen door zijn medegevangenen uit te horen. Hij slaagt in zijn taak en gaat in 1811 aan de slag als informant en meestervermommer. Hij gaat samenwonen met Annette en neemt zijn oude moedertje in huis. Voor de buitenwereld een normaal leven, maar 's nachts trekt hij de Parijse onderwereld in. Dikwijls helpt Annette een handje en lost een grote hoeveelheid misdadige zaken op. Zijn proces wordt echter niet herzien. Henri houdt het als safekeeper achter de hand om Vidocq bij de eerste de geringste fout terug naar Toulon te sturen • Tot 1827 fungeert Vidocq als uiterst nuttige inlichtingenbron van de politie. Bovendien zet hij in deze periode een eigen afdeling op die in heel Parijs kan optreden, naast en dwars door de strikt gescheiden politiediensten per district. Deze organisatie groeit later uit tot de Sûreté Nationale • Na zijn ontslagname bij de Franse politie vestigt hij zich als privédetective. Hij ondervindt enorm veel tgenwerking van de politie die 'm nog steeds niet honderd procent vertrouwt. In het geruchtencircuit blijft het verder malen dat Vidocq het op een akkoordje gooit als het hem persoonlijk financieel gewin oplevert • Niettemin oefent hij zijn job uit tot aan zijn dood in 1857 • Ondanks het dubieuze pad van Vidocq, komt enkel het beeld van de betrouwbare misdaadbestrijder, die zijn criminele verleden achter zich heeft gelaten, in de strip aan bod • Niet alleen door Kresse is er een geromantiseerde legendevorming ontstaan. Vidocq leeft verder in talloze romannetjes, bijvoorbeeld in Vidocq - Een Politiechef uit de Onderwereld door Philip John Stead uit 1960 (Prisma-Boeken). De legendevorming zorgt voor twee uitersten: de nobele Vidocq en de opportunistische Vidocq. Omdat Kresse een realistische strip opzet rond een held voor de jeugd voor het stripweekblad PEP, kiest hij voor de goede Vidocq • Als de echte Vidocq de dienst verlaat, publiceert hij in 1828 zijn Mémoires de Vidocq, Chef de la Police de Sûreté, jusqu'en 1827: vier delen, in totaal goed voor zo'n 1.200 pagina's. In 1828 verschijnt nog Les Voleurs, een soort psychologische verhandeling over misdadigers. Het is overigens twijfelachtig of Vidocq zelf de auteur is van deze boeken. De meesterspeurder, die veel misdadigers pakt door zich onherkenbaar te vermommen, is bij zijn leven al een legende. Kresse zou zich ook baseren op Napoleon, Historie en Legende van professor Jacob Presser uit 1950, maar dat kan alleen de achtergronden van de Napoleontische tijd betreffen, Vidocq zelf komt in dit boek niet voor • De memoires zijn de bron voor de moderne detective. De eerste echte detective: The Murders in the Rue Morgue (1841) van Edgar Allan Poe (1809-1849) is al gebaseerd op de Franse detective. De held Auguste Dupin vertoont duidelijke Vidocq-trekjes terwijl de Parijse setting en de oplossing door deductie de hand van de Parijse speurder verraden. Veel 19e-eeuwse schrijvers, waaronder Balzac (met Vautrin) en Victor Hugo (met Jean Valjean uit Les Misérables) laten zich inspireren door Vidocq. Ook daarna spreekt Vidocq tot de verbeelding, in 1967 en 1973 lopen op de Franse tv twee series over zijn leven (de eerste wordt vanaf november 1967 ook door de Nederlandse zender NCRV uitgezonden) terwijl in 1999 een speelfilm over Vidocq uitkomt met Gerard Depardieu in hoofdrol • Een eerste, onvolledige albumuitgave verschijnt in 1970. De bundel telt 158 pagina's. In 1977 en 1980 verschijnen nog eens twee — verminkte — delen met een selectie van de verhalen bij Oberon. Gelegenheidsuitgeverij Sjors voegt er in 1990 een derde deel aan toe. In 1995 probeert Uitgeverij Boumaar het nog eens met een ingekleurde selectie van dertien kortverhalen. In totaal verschijnen er 33 kortverhalen in PEP • Begin jaren tachtig moet Kresse tot tweemaal toe aan zijn ogen worden geopereerd. Door een afwijking kan hij afstanden niet goed meer schatten en is daardoor, zoals hij zelf zegt, eerder bij het papier dan hij denkt. Als het weer beter gaat, werkt hij aan een revival van Vidocq in 1986 en 1987 voor Eppo Wordt Vervolgd. Van de vijf gepubliceerde verhalen, verschenen er twee eerder in PEP.

D A T A S H E E T
Tekenaar:
Hans G. Kresse
(Hans Georg Kresse)
Scenarist:
Hans G. Kresse
(Hans Georg Kresse)
Uitgever:
De Geïllustreerde Pers N.V.
Eerste druk:
1970
Uitvoering:
HC, zwart-wit