|
Wasjemenou?
De Nachtwacht, het beroemdste schilderij van Nederland
van de schilder Rembrandt, is uit het Rijksmuseum
gestolen. Toevallig plakte er op de achterkant van het schilderij
alle Nederlandse staatsgeheimen op microfilm. Aan Agent
327 om de staatsgeheimen terug te vinden. En als het even
kan ook De Nachtwacht.
Vlaamse waardering:
Nederlanders, met Martin Lodewijk op kop,
vinden het bizar dat buitenlanders een reeks als Agent
327 té Nederlands vinden. "Suske en
Wiske slaan hier toch ook aan?" luidt het daar.
Wij vinden het dan weer knap lastig om de context achter
een zoveelste knipoogje naar een Nederlands actueel gebeuren
te achterhalen waarover we nog nooit gehoord hebben. Blijkbaar
bestaat er toch een cultureel verschil in het aanbrengen
van knipoogjes. Niettemin is Agent 327 toch een
Nederlandse serie met een duidelijk Franco-Belgische referentie,
vooral grafisch dan. Dit is verzorgd tekenwerk met een klassieke
lay-out van vier bandjes per pagina. De humor-, actie-,
detective- en avontuurelementen zorgen ervoor dat bijvoorbeeld
Dossier Nachtwacht niet misstaat in een stripcollectie
naast de Franquin-albums van Robbedoes
en Kwabbernoot, maar ook naast een goeie ouwe Nero.
Neen, qua verhaalstructuur en -aanpak is Agent 327
dan weer geen oer-Hollandse strip. Zo maken ze er boven
onze staatsgrenzen geen meer.
Aantal genomineerde albums
van Martin Lodewijk: 37/354
Weetjesparade:
Al in 1978 ontvangt Martin Lodewijk de
Nederlandse Stripschapprijs voor zijn gehele
œuvre • In 1957 wordt Lodewijks eerste werk gepubliceerd:
twee maandelijkse boekjes van Babel en Knetterton,
al snel gevolgd door tien comics met ruimtevaartverhalen
en de piratenstrip Arent Brandt uit 1958 waarvan
zes boekjes zouden verschijnen, de laatste twee onder de
titel Captain Kidd • In 1959 neemt hij een
jaar lang de strip Frank de Vliegende Hollander
over van Piet
Wijn • Een periode van zes jaar reclametekenen
volgt, maar op aanraden van Jan Kruis biedt
hij zich in 1966 aan bij PEP en tekent er een kort
stripje van Agent 327, een persiflage op het toen
alomtegenwoordige en populaire geheimagententhema. Eigenlijk
had Jan Kruis dit moeten tekenen op vraag van hoofdredacteur
Peter Middeldorp, maar hij speelt de opdracht
door aan Lodewijk • Al in dit eerste verhaal vermomt
de geheimagent zich om 'onopvallend' "Grutjes-nogan-toe"
op kantoor aan te komen. In Dossier Nachtwacht gebeurt
dat in een doodskist • Kruis komt met de naam IJzerbroot
op de proppen, Lodewijk gebruikt de voornaam van politicus
Hendrik Koekoek • Omdat de producenten
van de James Bond-films patent hebben aangevraagd
op alle cijfercombinaties die beginnen met 00, zit er voor
Lodewijk niets anders op dan te eindigen met de bekende
7 en er twee willekeurige cijfers bij te plaatsen. Later
ontdekt hij dat regisseur Fritz Lang een
film had gemaakt over een agent 326 • De looks van
Agent 327 ontleent Lodewijk aan Craig Stevens,
de vertolker van Peter Gunn, een spionageparodie
voor tv van regisseur Blake Edwards. Lodewijk
gebruikt een foto van hem uit het tijdschrift Life
• De avonturen van Hendrik IJzerbroot slaat aan en
een resem kortverhalen volgen in 1966-1968 alvorens met
het langere werk te beginnen in 1968. De voorpublicatie
in PEP duurt verder in opvolger Eppo vanaf
1975 • In deze periode is Lodewijk ook nog eens enorm
productief als scenarist. Hij lanceert de gangsterstrip
Johnny Goodbye (getekend door Dino Attanasio)
, schrijft de topper Bernard
Voorzichtig: Twee voor Thee voor Daan Jippes
en als mede-hoofdredacteur (later adviseur-redacteur) in
de eerste jaren van Eppo begeleidt hij de sf-strip
Storm door samen met wat andere mensen een wereld
voor hem te scheppen. Hij schrijft tussendoor het verhaal
De Laatste Vechter en neemt definitief de kelk
tot zich vanaf 1982 met het creëren van het Pandarve-universum
in deel 10: De Piraten van Pandarve • In
1967 ontvangt Jan Kruis een brief van Jacques Martin
met het verzoek om niet langer het pseudoniem "Martin"
te gebruiken. Eigenlijk is de brief bedoeld voor Martin
Lodewijk, maar hij gebruikt voorbedrukt tekenpapier van
Jan Kruis, vandaar het misverstand • In 1980 start
een prestigieus project rond De Kat. Het moet een
bij voorkeur internationale reeks worden waarvan elk verhaal
is getekend door een andere tekenaar. Het houdt op na deel
2. Deel 1 is getekend door Hendrik-Jan Vos,
deel 2 door Bart van Erkel. Adri
van Kooten heeft het volledig getekende verhaal
De Kat in Kitzbühel in de lade, maar de uitgeschreven
en op punt gestelde dialogen ontbreken al jaren. Ook Martin
Lodewijk heeft zelf een onafgewerkt verhaal, De Kat
in Californië, in zijn archief • In 1980
schrijft hij het kortverhaal De Afrekening voor
Lucky Luke van Morris. Het verschijnt
in het album De Strop van de Gehangene en Andere Verhalen.
In die tijd experimenteert Morris met diverse scenaristen
waaronder ook nog Lo Hartog van Banda (Fingers)
• De schilder Jan Tromp in Dossier Nachtwacht
is uiteraard niemand minder dan Jan Kruis, de tekenaar van
Jan, Jans en
de Kinderen, voor wie Lodewijk in 1972 Sjors
en Sjimmie: De Ring van Schiermeeuwenoog schrijft •
Naast Kuifje, Robbedoes, Tom Poes Weekblad en Heroïc
leest de kleine Lodewijk in zijn jeugd ook Bravo
en de Vlaamse krantenbijlages De Kleine Zondagsvriend
en 't Kapoentje. Hij is een groot liefhebber van
het werk van Marc Sleen. Deel 15: De
Golem van Antwerpen is eigenlijk een half Detective
van Zwam-verhaal. Invloeden in zijn carrière
legt hij bij Jijé, André
Franquin, Maurice Tillieux en
Morris • De veelvuldig voorkomende naam Habraken in
de reeks is er ook uit puur toeval. Lodewijk heeft een naam
nodig om op voorbijrijdende vrachtwagens (zie bijvoorbeeld
pagina 4 en 15 in dit album) te zetten of op etalages en
dergelijke meer. Hij kiest voor de actrice Marja
Habraken die in die tijd hot is •
De film Star Wars (1978), die net uit is terwijl
het verhaal gemaakt wordt, biedt inspiratie voor het duel
met de thermische lansen op pagina 38 en 39 met eeuwige
vijand Boris Kloris. Het huilende en zeurende jochie heeft
het ook de hele tijd over Stardwars. Toch omschrijft Lodewijk
de film als "knullig" en "sciencefiction
voor kleuters" • Op pagina 27 wandelt Agent 327
in de Kerkstraat in Amsterdam. We herkennen de oude winkel
van stripspeciaalzaak Lambiek • Als
documentatiefetisjist gaat Lodewijk voor de thermische lansen
trouwens te rade bij de fabrikant, maar via een vriend die
pornotijdschriften uitgeeft ook bij een meesterinbreker
• Het initiële idee is om een opeenvolgende sliert
kortverhaaltjes van elk vier pagina's te maken waarin Agent
327 telkens op zoek gaat naar één van de door
het zoontje van de tuinman elf opgestuurde puzzelstukken
naar onder andere het Vaticaan, het Kremlin, Downingstreet
10,... Daarmee zou Lodewijk een jeugdanekdote in stripverhaal
gieten. Zijn moeder bewaart dozen vol familiefoto's waarmee
Lodewijks zusje een keer postbodetje heeft gespeeld in de
hele buurt • Lodewijk heeft zijn reclameactiviteiten
nooit achterwege gelaten. Maar in ongeveer 1975 moet hij
niettemin een vetbetaalde opdracht voor een twee pagina's
tellend van Agent 327 laten vallen. De opdracht
was om Willem II-sigaren aan te prijzen.
Alleen, Agent 327 rookt niet • Victor Baarn, en vooral diens ware identiteit, is een running joke in de serie, maar het is wel degelijk een verwijzing naar een, nou ja, bestaand personage. Uiteindelijk zal blijken dat Victor Baarn het pseudoniem is van prins Bernhard, de man van koningin Juliana. Het pseudoniem dient om in totaal 1,1 miljoen dollar aan steekpenningen te kunnen aannemen van de Amerikaanse vliegtuigbouwer Lockheed. Prins Bernhard zou in zijn functie van
inspecteur-generaal der krijgsmacht
Lockheed geholpen hebben met het verpatsen van vliegtuigen aan de Nederlandse strijdkrachten. De Lockheed-affaire is één van de zwaarste politieke schandalen in de jaren zeventig • Barend is gemodelleerd
naar Guust Flater
en een ex-collega op het reclamebureau waar Lodewijk werkte
• Commissaris Peultjes is gebaseerd op acteur Jan
Teulings die van 1964 tot 1970 de bekende speurder
Maigret vertolkt • De stoere motorrijdster en bewoner
van een woonboot is niemand minder dan Ted Lodewijk,
de echtgenote van Martin • Eind jaren zeventig tekent
Aart Clerckx met Agent 666 een
seksparodietje op Agent 327. Martin Lodewijk is
not amused. Als reactie tekent hij Clerckx en zijn
stripheld Jan Tit in een riool in het Olga Lawina-kortverhaal
De Schorsing (gepubliceerd in deel 11: De Ogen
van Wu Manchu) • Olga Lawina komt helaas niet
voor in dit album, maar we geven je toch mee dat haar naam
is ontleend aan de gelijknamige jodelzangeres. Naar verluidt
was de echte Olga Lawina niet gecharmeerd
door het gebruik van haar naam en het uiterlijk van het
strippersonage • In 1992 strandt een poging tot hoogste
strip ter wereld met Agent 327 in de hoofdrol.
Maar in 1999 lukt een andere recordpoging wel met Dossier
Minimum-Bug, het kleinste stripboekje ter wereld (2,6
x 3,7 cm), een uitgave van stripspeciaalzaak Sjors
• Als illustrator tekent filmliefhebber Lodewijk de
officiële affiches van onder andere de Flodder-films
en De Zeemeerman • De herdruk uit 2001 als Dossier 8 bij
Uitgeverij M is een compleet opnieuw ingekleurde
versie met hertekende cover. Vier jaar later herdrukt ook
'opvolguitgever' Uitgeverij L deze editie
• In de originele eerste druk moet Lodewijk nog zelf
een eigen versie tekenen van de Nachtwacht. In
de herdruk wordt het vervangen door een foto van het schilderij.
|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Martin Lodewijk
Scenarist:
Martin Lodewijk
Uitgever:
Uitgeverij Oberon b.v. (1981)
Uitgeverij M (2001)
Eerste druk verschillende edities:
1981 (Oberon)
2001 (Uitgeverij M)
Uitvoering:
SC, kleur (1981)
SC+HC, kleur (2001) |
|