|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Jean Giraud
Scenarist:
Jean-Michel Charlier
Uitgever:
Semic (1975)
Dargaud Benelux / Oberon (1978)
Dargaud Benelux / Lombard (1978)
Dargaud Benelux (1984)
Eerste druk: 1975
Oorspronkelijke titel:
Fort Navajo, une Aventure du Lieutenant
Blueberry 13: Chihuahua Pearl
Uitvoering:
HC, kleur (1975, 1978)
SC, kleur (1975, 1978, 1984) |
Quoi?
Aan de grens van Arizona en Nieuw-Mexico keert luitenant
Blueberry terug naar Fort Navajo na een inspectietocht
langs de Mexicaanse grens. Hij betrapt cavaleristen
van het Mexicaanse leger die de grens overschrijden.
Ze achtervolgen een vluchtende misdadiger. Blueberry
mengt zich plichtsgetrouw in de affaire en onderschept
ternauwernood een zeer vertrouwelijke brief bestemd
voor de president van de Noord-Amerikaanse Staten.
Vooraleer hij het goed en wel beseft, wordt hij met
een geheime opdracht van de regering belast om in
Mexico een goudschat te bemachtigen die toebehoorde
aan het vroegere zuidelijke leger. Om aan die opdracht
te beginnen, moet Blueberry officieel uit het leger
worden geschopt met Wanted-posters op de
koop toe.
Et alors?
Hoewel ze pas op pagina 41 voor het eerst te zien
is, laat zangeres Chihuahua Pearl al een onuitwisbare
indruk na door de indrukwekkende close-upcover. Een
traditionele cover is het niet, noch is Blueberry's
liefje een klassieke schoonheid. Haar rechteroog valt
half dicht, haar gezicht is niet-symmetrisch en —
o, hemeltje — ze rookt! Op de cover van Elle
of Cosmopolitan hoort ze niet thuis. Maar
Jean Giraud hoeft geen plastieken
dromen te verbeelden. Op scenario van de Belgische
scenarist Jean-Michel Charlier tekende
hij in een rauw realisme een van de hoogtepunten van
de reeks. Blueberry zal hierna nooit meer dezelfde
zijn.
Aantal genomineerde albums
van Giraud: 16/440
Aantal
genomineerde albums van Charlier: 9/440
|
Faits
divers (Giraud en Charlier):
• 7 Colts pour Schmoll is een door
Giraud geïllustreerde platenhoes voor een album
van de zanger Eddy Mitchell uit 1968.
Er hoorde ook een kortverhaal bij waarin Eddy het
personage Johnny beledigt.
• In 1973 kreeg Giraud voor Blueberry
de Shazam-prijs van de Academy
of Comic Book Art in New York als bekroning
voor de beste buitenlandse tekenaar. Dat was voor
het Blueberry-album, De Man die $ 500.000
Dollar Waard Was.
• Er waren wel eens wrijvingen tussen Giraud
en Charlier. In een bepaalde periode was Giraud vegetariër
en dat gaf blijkbaar een weerslag op de tekeningen.
Charlier zei daarop dat een cowboy nu eenmaal rundsvlees
at en dat hij dat in de tekeningen niet meer zag.
• In 1977 waren er spanningen tussen enerzijds
Charlier en Giraud en anderzijds Dargaud,
die de albums van Blueberry uitgaf. Volgens
hun contract stonden er geen deadlines op papier om
een nieuw album uit te brengen. Daarom creëerden
ze voor Les Humanoïdes Associés
(vertaald door Oberon en later door
Casterman) de westernreeks Jim
Cutlass als pasmunt voor verdere onderhandelingen.
Elke keer uitgever Georges Dargaud informeerde
naar wanneer een volgende Blueberry zou verschijnen,
antwoordde Charlier ongeïnteresseerd dat hij
geen inspiratie had. Dargaud begreep snel de boodschap
en klaarde alles uit. Jim Cutlass werd daarna
een reeks van Giraud die hij schreef voor Christian
Rossi. De bedoeling om Blueberry jaren later,
na de dood van Charlier te integreren in deze tweede
westernreeks, mocht niet van de erfgenamen, in casu
Philippe Charlier. Door een gebrek
aan succes evenwel, lieten de auteurs de serie meer
en meer vallen tot ze beslisten om er maar meteen
mee te kappen.
• Door het werken in cyclussen was Charlier
verplicht regelmatig zijn albums te herlezen want
hij vergat snel wat hij bedacht had en laten tekenen
heeft. Toch had hij grote moeite om stripverhalen
te lezen. Ondanks dat hij vond dat het ver weg staat
van het soort literatuur dat hij persoonlijk apprecieerde,
las hij nu en dan wel eens een strip die niet van
hem was. In het bijzonder de albums van François
Bourgeon en Enki Bilal kon
hij wel smaken.
• Charlier was een van de eerste scenaristen
die twee tekenaars ter beschikking had voor één
en dezelfde reeks. Na het overlijden van Jijé,
die al na de dood van Victor Hubinon
de reeks Roodbaard overnam, moest hij in
1980 op zoek naar een nieuwe tekenaar. Hij vond deze
twee jaar later in de persoon van Patrice
Pellerin. Omdat hij niet nog eens de lezers
wilde confronteren met een stijlbreuk (Jijé
tekende veel losser dan Hubinon) verzon hij voor Pellerin
een gloednieuw verhaal. Niet veel later ontdekte hij
in Christian Gaty de perfecte opvolger
voor Jijé, zodat Charlier ook de onafgewerkte
Roodbaard-cyclus kon overnemen.
• Als liefhebber van Blueberry en Girauds
tekenstijl vroeg Alejandro Jodorowsky
aan de tekenaar of hij niet wilde meewerken aan Dune,
dat toen nog als filmproject in zijn schoot rustte.
• Net vóór zijn dood hield Charlier
zich bezig met een project dat hem na aan het hart
lag en waar hij in het verleden al meermaals pogingen
toe ondernomen had: een zelfstandige stripbijlage
bij een grote krant naar Amerikaans voorbeeld. Voor
Le Figaro stierf hij net te vroeg want net
voor die Franse krant stond het project in een vergevorderd
stadium. Een eerdere poging, Le Supplement Illustré,
bevatte exclusief voor het nulnummer gemaakte verhalen
van André Franquin (met het
nu volslagen onbekend geraakte Mimile, een
soort voorloper van Guust Flater!), Will,
Peyo, Jijé (Le Véritable
Histoire d'Artagnan geschreven door Charlier),
Sempé, Albert Uderzo
( met de pilotenstrip Marc Laurent, Pilote
d'Essaie en het westernverhaal Les Aventures
de Jim Flokers, allebei geschreven door Charlier)
en René Goscinny die de meeste
overige scenario's schreef. Al deze verhalen stierven
met het nulnummer dat geen vervolg kreeg. In Les
Aventures de Jim Flokers werd al een idee geopperd
dat in Blueberry vaste vormen zou krijgen
in het dubbelverhaal De Mijn van Prosit en
Het Spook van de Goudmijn.
• Nog projecten waren er op televisioneel gebied.
Er waren episodes geschreven voor het vierde seizoen
van Les Chevaliers du Ciel (naar Tanguy
en Laverdure) na de eerste drie seizoenen die
liepen van 1967 tot 1969. Helaas kreeg Jacques
Santi, een van de hoofdrolspelers, een ernstig
ongeluk waardoor hij fysiek niet meer geschikt was
om te acteren. Er zou worden gefilmd in Italië,
Griekenland en Iran, maar de revolutie in 1979 in
dat laatste land trok definitief de stekker uit de
tv-reeks. Hij werkte medio jaren tachtig ook aan eerste
opzetten voor een driedelige tv-reeks van Blueberry.
Voor de Zwitserse televisie was er begin jaren zeventig
sprake van een reeks over een groep jongeren met dezelfde
thema's als in De Beverpatroelje en Joris
Jasper. De jongeren zouden geen scouts zijn.
• Op documentairegebied had hij ook nog de nodige
ijzers in het vuur zitten. Van de honderdvijftig aangelegde
dossiers waren er meer dan veertig omgezet naar een
televisiedocumentaire in zijn reeks Dossiers Noirs.
Een van deze dossiers was opgehangen aan Hanna
Reisch, een Duitse testpilote die dichtbij
Adolf Hitler stond. Door tijdsgebrek
en vervolgens de dood van de vrouw in september 1979
werd het dossier afgesloten. Hanna Reisch was Charliers
belangrijkste inspiratiebron voor Lady X, de aartsvijand
van Buck Danny. Een andere geplande documentaire
zou de geboorte van het nazisme vertellen. De uitzending
zou in Hitlers honderdste geboortejaar moeten gebeuren.
Dat was 1989, het jaar waarin Charlier stierf. Midden
jaren tachtig had er een uitzending moeten komen met
de Rus Raspoetin als onderwerp. Hiervoor
stond hij in nauw contact met Raspoetins dochter.
Censuur en politieke druk weerhielden hem ervan om
een documantaire te draaien over de zaak-Mehdi
Ben Barka, de Marokkaanse linkse oppositieleider
tegen koning Hassan II die in 1965
in mysterieuze omstandigheden verdween. Andere onderwerpen
waren de zeepiraterij, ongelukken, schipbreukelingen
en verdwijningen op zee. Een van zijn laatste grote
dossiers ging over verdwenen grote beschavingen, zijn
dada op het eind van zijn leven. In Pistolin
(het reclameblad voor een chocolademerk dat hij midden
jaren vijftig hielp oprichten met Uderzo en Goscinny)
behandelde hij dit thema ook al.
• In de jaren tachtig herlanceerde Charlier
de meeste van zijn reeksen. Buck Danny kwam
bij Francis Bergèse terecht,
Tanguy en Laverdure bij Patrice Serres
en daarna Al Coutelis, Roodbaard
bij Christian Gaty en Patrice Pellerin. Het succes
liet niet op zich wachten. Nieuwe reeksen volgden
snel. De Jonge Jaren van Blueberry voor Colin
Wilson, Chuck Dougherty voor Coutelis,
Jim Cutlass voor Rossi, De Gringos
voor Victor de la Fuente, Ron
Clarke voor Jacques Armand,...
• Bezig aan tal van projecten overleed Charlier
op 10 juli 1989. Hij liet 450 creaties na, 320 stripscenario's
en verder nog tal van radiofeuilletons en tv-scenario's,
novellen, enkele zeldzame romans, tv-documentaires,
essays,...
• Tot de opgelaten ballonnen, onafgewerkte projecten
en voorstellen die niet meer uitgewerkt raakten, zat
onder meer een serie over Artsen zonder Grenzen
dat voor het tijdschrift Okapi zou getekend
worden door Jean-Pierre Gibrat. Op
het moment van de creatie beïnvloedde Charlier
scenarist François Corteggiani voor
diens maffiareeks Bloed & Stilte. Charlier
had het plan om Flip Flink te herlanceren,
opnieuw getekend door Eddy Paape.
Met twee of drie uitgevers onderhandelde hij voor
de uitgave van de reeks. De best geplaatste was Michel
Lafon, een fan van Flip Flink. Ook
Joris Jasper wilde hij nieuw leven inblazen,
deze keer getekend door Jean-Charles Kraehn.
De bedoeling was alvast om Jaspers korte broek en
broskopje te laten voor wat het was en de serie te
moderniseren. Er was sprake dat hij een middeleeuwse
reeks zou schrijven voor Patrice Pellerin en een verstripping
van zijn televisiedocumentairereeks Dossiers Noirs.
De scenario's bestonden eind jaren zeventig al. Glénat
zou hiervan de uitgever worden. De voorsgestelde tekenaar
Florenci Clavé. Voor andere
uitgevers gold hetzelfde plan met andere tekenaars
zoals David Prudhomme, meerbepaald
voor een album over de moord op Martin Luther
King. In de jaren tachtig dacht hij na over
een sf-reeks gebaseerd op avantgardistische technologieën
en wetenschappelijke prognoses.
• Onafgewerkt bleven ook de scenario's die hij
al bezig was met schrijven. Zo was er een spionageverhaal
bedoeld voor Daniel Ceppi. Het speelde
zich af in Berlijn vóór de val van De
Muur. Enkele weken na zijn dood viel De Muur. Van
dit project waren al een achttal pagina's geschreven
en getekend. Een verhaal voor Al Coutelis waarin Tanguy
en Laverdure zich klaarstoomden om in de Franse ruimteraket
Hermès mee te reizen, viel
in het water. Het Hermès-programma werd namelijk
stopgezet. Niet meer dan vier pagina's werden hiervan
geschreven en getekend. Van het Buck Danny-verhaal
Zwarte Vogels was het scenario klaar tot
en met plaat 23 en getekend tot plaat 16. Het verhaal
werd door zijn dood prompt onderbroken en niemand
kon zich voorstellen hoe het verder moest aflopen.
In 1979 liep in Robbedoes het retespannede,
maar eenmalige vervolgverhaal Meino Brent.
Charlier had enkele pagina's van het vervolg klaar,
maar de samenwerking met André Chéret
liep spaak. Voor De Beverpatroelje
van Michel Tacq stopte hij vrijwillig
met het leveren van scenario's. Voor Op Zee Gevangen
was pagina 9 zijn laatste. De rest schreef MiTacq
zelf.
• Na de dood van Charlier stelde Giraud aan
Jodorowsky voor om het scenario van hem over te nemen.
Jodo zag dat goed zitten, maar Giraud wilde uiteindelijk
bewijzen dat hij het zelf ook kon.
• Ook voor Roodbaard had Charliers
dood gevolgen. Het aan Gaty toegewezen scenario van
Piraten in Indische Wateren was onafgewerkt.
Pellerin op zijn beurt voorzag dat hij alleen de serie
zou verderzetten en begon al een verhaal te tekenen
dat hij zelf schreef. Eerder al keurde Charlier ideeën,
documentatie, suggesties en synopsissen van Pellerin
goed die hij enkel nog maar in scènes te verdelen
had. Maar als opvolger met een overleden scenarist
stopte Pellerin liever met Roodbaard en creëerde
voor uitgeverij Dupuis zijn eigen
reeks, De Havik, waarmee hij nu grote sier
maakt. De eerste platen van Overledene van Kermellec
waren eigenlijk die van zijn eigen Roodbaard-verhaal,
maar nu met het personage Yann de Kermeur in de plaats
van Roodbaards zoon Erik.
• In 1981 won Giraud de grote prijs van de stad
Angoulême.
• John Ford, Sergio
Leone, Lawrence Kasdan,
John Sturges, oké, maar Sam
Peckinpah beschouwt Giraud als het summum
van de westernfilm.
• In 1995 keerde Giraud definitief terug uit
Los Angeles. Hij hertrouwde met een Française,
Isabelle, en kreeg zin om terug te
keren naar zijn vaderland. Ook zijn eerste vrouw Claudine
en zijn twee kinderen Hélène
en Julien zijn terug naar Frankrijk
komen wonen.
• Girauds fascinatie voor de Japanse mangatekenaar
en tekenfilmmaker Hayao Miyazaki manifesteerde
zich in de naamgeving van zijn dochter die hij met
zijn vrouw Isabelle heeft. Het kind heet Nausicaa.
Haar broer heet gewoon Raphaël.
Faits divers (Blueberry):
• Met De Laatste Kaart, in eerste instantie
aangeduid als het slot van de cylus die startte met
Chihuahua Pearl, was het weer zover: Giraud
wilde met Blueberry stoppen. Hij liet in
Métal Hurlant nummer 82 van 1983 weten
dat hij weinig zin meer heeft in het maken van strips.
Ook onder het pseudoniem van Mœbius heeft hij
niets vernieuwends meer te bieden. "Ik maak de
Blueberry-serie af, ik maak de John Difool-serie
af en dan is het afgelopen. Dan stop ik met strips!"
zei hij letterlijk. Op dat moment had hij net met
veel plezier meegewerkt aan de baanbrekende film Tron
van Disney. Eigenlijk zou Giraud
liever alleen nog maar voor films werken door storyboards
te tekenen en er liefst zelf ook een te regisseren.
In het halfjaar na dit interview regende het publicaties
van boeken, portfolio's en artikels over Giraud in
de pers. En ondertussen trok hij naar Tahiti met vrouw,
kinderen én inkleurder Fraisic Marot
én tekenaar Colin Wilson in
wie eerst de overnemer van de serie werd vermoed,
maar uiteindelijk de nieuwe spin-off over de jonge
jaren van Blueberry zal maken. Métal
Hurlant beweerde dat het leven voor Giraud in
Frankrijk ondraaglijk was geworden. De geruchtenmolen
deed verder zijn werk. In Tahiti zou hij de goeroe
zijn van een sekte. Niets van aan natuurlijk. Bovendien
verschenen er gewoon weer nieuwe delen van Blueberry
en John Difool.
• Voor de spin-off De Jonge Jaren van Blueberry
had Giraud geen tijd meer. Hij had het te druk met
De Incal en andere Mœbius-verhalen.
Hij stelde zelf de Nieuw-Zeelander Colin Wilson voor.
In In de Schaduw van de Zon (oorspronkelijk
verschenen bij Glénat) kwam
een personage voor dat wat leek op Blueberry. De uitbouw
van de spin-off door een andere tekenaar was eigenlijk
door Charlier bedoeld om een tekenaar klaar te stomen
om de hoofdreeks over te nemen, mocht Giraud er op
een dag mee stoppen. In Wilsons contract stond effectief
dat hij de hoofdreeks moest overnemen in geval van
ingebrekestelling of overlijden.
• Na de dood van Charlier lukte het niet meer
om met Wilson samen te werken. Hij miste scherpte
en snelheid om er alleen mee door te gaan. Steeds
meer stond hij verder en verder van de uitgeverij
en de erfgenamen verwijderd. Giraud heeft geprobeerd
om voor hem op te komen, maar tevergeefs. Daarna vertrok
hij naar Australië. En dan kwam het duo Michel
Blanc-Dumont en François Cortegianni
die de serie weer op het spoor konden zetten.
• In de jaren tachtig stond in de rechts gesituerede
krant Minute een snedig artikel waarin de
lezers werd afgeraden Blueberry te kopen
want ondanks de kwaliteiten van het scenario vond
men de tekeningen ontzettend verdorven en opruiend.
• Blueberry 1900 was een geplande spin-off
die Giraud zou schrijven voor François
Boucq. Het was op een expo van Jean-Claude
Mézières in Brussel dat de
twee elkaar ontmoetten. Boucq kwam net terug van een
reis naar Arizona waarover hij honderduit vertelde
en ter plaatse gemaakte aquarellen van liet tonen.
De idee ervoor vloeide voort uit een dagdroom die
Giraud had in 1981 toen hij nog in de Pyreneeën
woonde ten tijde van De Lange Mars dat hij
met Michel Rouge maakte. Giraud stelde
Boucq ter plekke Blueberry 1900 voor. Er
was sprake van de zoon van Blueberry (die geen grote
rol zou spelen) en er kwamen gewelddadige, sjamanistische
hallucinaties in voor. Maar dat stootte tegen de borst
van Philippe Charlier, de zoon van Jean-Michel die
erover waakt dat de westernreeks van zijn vader zijn
down to earth-karakter behoudt. Hij stelde
zijn veto. Ook tegen het scenario van Fort Mescalero,
een Blueberry-verhaal vol magie en droomwerelden
waar Giraud in 1999 aan werkte. Er mocht van rechtswege
geen enkel Blueberry-verhaal verschijnen
zonder dat Philippe daar ook zijn zegen over heeft
gegeven. Hij is voor vijftig procent eigenaar van
het personage en moet om die reden over alle beslissingen
in verband met het personage, de reeks en de nevenpersonages
worden ingelicht. Als voorbeeld voor de weigering
van Blueberry 1900 gaf hij aan dat hij niet
houdt van een totaal passieve, mediterende Blueberry
en een president die onder de bezwering staat van
Hopi-indianen en begint te leviteren in het Witte
Huis (het ging over de moord op president McKinley).
Dit was niet naar de geest van zijn vader, vond Philippe
(die net zoals zijn vader overigens ook een carrière
als tv-reporter achter de rug heeft). Boucq had wel
al voorbereidende schetsen gemaakt. Zijn Blueberry
in het jaar 1900 deed denken aan de Franse zeiler
Eric Tabarly (die op zee verdween
en vijf weken later dood teruggevonden werd nabij
Ierland) op het eind van zijn leven. De bedoeling
was om Blueberry 1900 in vijf albums te vertellen.
Voor Boucq was dat te veel, liever in drie. Kort daarop
was het tijd voor een nieuw album van Maankop
op scenario van Jodorowsky, maar er waren moeilijkheden
met Casterman. Na het Maankop-album verhuisden
ze naar Les Humanoïdes Associés om er
de westernreeks Bouncer voor te stellen...
Het werd dus aangenomen. Oog & Blik stond
in voor de vertaling.
• In 2008 kreeg Giraud weten dat hij weer zin
heeft gekregen om Blueberry opnieuw op te
nemen. Liever niet met een nieuwe cyclus van een album
of vijf want dat kost hem weer eens een tiental jaar.
Daar heeft hij de energie niet meer voor. Apachen
was niet meer dan een herwerking van de Tombstone/Geronimo-cyclus
zonder het Tombstone-gedeelte. Nee, hij denkt eerder
aan het reanimeren van het project Blueberry 1900.
Nu brainstormt Giraud over een koppeling van de verovering
van het wilde westen aan de tegenstand van de indianen
in deze context door middel van een confrontatie tussen
beide culturen. Het verhaal wil Giraud door zijn eigen
fascinatie met de indiaanse cultuur meer vertellen
vanuit het sociologische standpunt van de indianen
(zoals in de film Dances With Wolves die
Giraud aanhaalde) in plaats van de strategische optocht
van de blanken. Giraud wil alleszins niet dat het
voor de lezer te makkelijk wordt gemaakt. Hij moet
het scenario nog herwerken en de bladindeling maken
en verwacht dat het verhaal tussen de honderd à
tweehonderd pagna's zal beslaan... dus toch weer een
cyclus. Een eerste album is voorzien voor 2010.
• Een cameo van Charlier is te herkennen in
journalist John Campbell in de Mister Blueberry-cyclus.
Charlier was zelf ook een zeer bekwaam journalist
en documentairemaker.
• Als tiener was Giraud in de ban van de Amerikaanse
actrice Dorothy Malone die meespeelde
in Jack Slade, een western die nog een cultstatus
zou kennen. Ze speelde ook mee in Law and Order,
een film die is gebaseerd op de afrekening bij de
OK Corral met de latere president
Ronald Reagan in de hoofdrol. En
zie, in de Mister Blueberry-cuclus geeft
ze gestalte aan Doree Malone, een vrouw waarvan Giraud
niet uitsluit dat ze het bed deelde met Blueberry.
• Op 24 januari 1998 nam De Rode Ridder
afscheid van de krantenlezers. De reeks voldeed
volgens de verantwoordelijke op stripbeleid van Het
Nieuwsblad, De Gentenaar en De Standaard niet
meer aan de lezersnormen: te stereotiep verhaal en
geen verdere ontwikkeling in de loop van de jaren.
Voor een vervanging ging de toenmalige VUM-krantengroep
(nu Corelio) in zee met Dargaud
voor de publicatie van één Blueberry-verhaal.
• De welbekende Nederlander Herman van
Veen (meer dan alleen de bedenker van Alfred
Jodocus Kwak) is een groot Mœbius/Giraud-fan.
Toen de artiest een keer in Parijs optrad, bleek Giraud
in de zaal te zitten. Via-via had hij gehoord dat
de show van "die van Veen" hem zou aanspreken.
Na de show hebben ze elkaar ontmoet en voor elkaar
een tekeningetje gemaakt. Herman van Veen tekende
zijn stripfiguurtje Hermanus voor hem.
• Ook Claude Auclair (Simon
van de Rivier, Bran Ruz) was een fan van
Blueberry en zocht Giraud op omdat Auclair
in die tijd zelf het realistische genre opzocht. Auclair
vond eind jaren zestig een stimulans en samen maken
ze scenario's. Giraud vond wel dat Auclair een compleet
artificiële, realistische lijn creëerde.
Op een dag moet Giraud te veel hebben gedronken of
gerookt, want hij zei eerlijk zijn gedacht over Auclairs
werk. De vrienschap raakte tetroubleerd, maar Auclair
reageerde in de jaren die komen door aan zijn stijl
te schaven tot een nagenoeg volledig veranderde tekenstijl.
• Van Blueberry verschenen vertaalde
edities in de Verenigde Staten. Het waren Girauds
vrienden Jean-Marc en Randy
Lofficier die daarvoor zorgden. Maar omdat
er daar niet gek veel striplezende westernfans wonen,
was het geen verkoopsucces. Toch kon men er de volledige
oplage slijten. De covers van deze albums waren nieuw
omdat ze in bundelingen van twee verhalen werden aangeboden.
Daarom moesten de omslagen wat neutraler zijn.
• In BoDoï HS 15 van juli 2006
liet Giraud optekenen dat hij zou stoppen met Blueberry
en De Incal als tekenaar. Al meteen na verschijning
had hij spijt. In een interview daaropvolgend was
er geen sprake meer van stopzetting van Blueberry.
Voor De Incal wel. In de Mexicaan José
Landronn zag hij een waardige opvolger. Inmiddels
is het eerste deel van de derde Incal-cyclus
Final Incal een feit.
Faits divers (Chihuahua
Pearl):
• Chihuahua Pearl is de start van de
vijfde verhalencyclus, over het complot dat hem voor
dertig jaar de bak indraait. Ballade voor een
Doodskist is het sluitstuk van deze cyclus in
drie delen. De Man die $ 500.000 Waard Was
vormt het middenstuk. Hierna volgde het tweeluik Vogelvrij
Verklaard en Angel Face over de ontsnapping
van Blueberry. Hij ontdekt een complot om president
Grant te vermoorden. Het leidt naar
een confrontatie met de huurmoordenaar. Deze laatste
zal Blueberry voor dood achterlaten.
• Charlier wilde Chihuahua Pearl eigenlijk afschilderen
als een rotwijf en een slet. Giraud gaf haar meer
diepgang door duidelijk te maken waarom ze zo geworden
is in deze mannenwereld. Uiteindelijk ziet Blueberry
dat dus in en geeft haar een deel van zijn geld.
• Er werd beweerd dat Chihuahua Pearl is gebaseerd
op Girauds toenmalige vrouw Claudine. Voor Giraud
was dat absoluut nooit de bedoeling geweest, het gebeurde
wellicht per toeval.
• Chihuahua Pearl is de grote liefde van Blueberry
in zijn leven. Maar hij slaagt er niet in deze liefde
blijvend te maken. Na Arizona Love zinkt
hij in en is hij weer een loser, maar voor het eerst
ook op privégebied. Het is het einde van het
Grote Avontuur.
• Bij striphelden is het niet evident om deze
te koppelen aan een vriendin, verloofde of echtgenote
omdat daar steeds een mate van huiselijkheid mee gemoeid
is, wanneer dan ook. Hoe dan ook zou ze op een of
andere manier wel of expliciet niet deel uitmaken
van het avontuurlijke leven dat haar vriend, verloofde
of man leidt. Deze mogelijkheden raken ooit op, beweerde
Charlier in een interview. In de Franse tv-reeks van
Tanguy en Laverdure, Les Chevaliers du Ciel,
kwam in de eerste dertien afleveringen een verloofde
voor van Tanguy. Zij was de secreteraesse van de kolonel
van de legerbasis waar hij gelegerd was. Charlier
liet haar op alle mogelijke en plausibele manieren
tusenkomen. Na dit eerste seizoen was zijn inspiratie
op. Bovendien kon het koppel niet eeuwig verloofd
blijven. Het zou toch eens op trouwen moeten aankomen
(en voor veel tv-reeksen is dat de absolute doodssteek).
Charlier voelde zich verplicht het meisje te doden.
Aan het begin van het tweede seizoen liet hij Tanguy
uitleggen dat zijn verloofde was overleden in een
auto-ongeluk. Toch liet Charlier het niet na om te
wijzen op sterke vrouwenrollen die hij wel schreef:
Lady X in Buck Danny en uiteraard Chihuahua
Pearl.
• Niet voor 't een of 't ander, maar is er ook
in dit album geen invloed merkbaar van Lucky Luke
voor wat betreft de inkleuring? Personages op de voorgrond
die soms volledig blauw, rood, geel, oker, lichtgroen
of oranje worden gekleurd, gele luchten, gedetailleerde
achtergronddecors die in sommige plaatjes wegvallen
voor niet meer dan een effen gekleurd vlak, meestal
in een kleur die niet in de omgeving voorkomt zijn
overeenkomsten met de reeks van Morris.
• Chihuahua Pearl was in 1975 het laatste
album dat Semic uitgaf voor de Nederlandstalige
markt en droeg toen het nummer 12. In de chronologische
edities daarna bij Lombard en Dargaud
Benelux kreeg het het nummer 14 toebedeeld.
Op de achterkant van de meest recente Blueberry-albums
en -herdrukken staat het als dertiende album in de
hoofdreeks. Het album De Jonge Jaren van Blueberry
gold hierbij niet langer als deel 1 in de reeks en
werd ondergebracht onder de onafhankelijke spin-off.
• Dit album werd dankzij de Belg Jean-Michel
Charlier al eens genomineerd in de BelgenTop.
Het behaalde toen de 44ste plaats. |
|