61 |
SIMON
VAN DE RIVIER 1
De Stam der Ruiters |
|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Claude Auclair
Scenarist:
Claude Auclair
Uitgever:
Lombard (1976, 1978)
Helmond (1976, 1978)
Lombard/Albracht (1979)
Eerste druk: 1976
Collectie:
Jong Europa (1976)
Oorspronkelijke titel:
Simon du Fleuve 1: Le Clan des Centaures
Uitvoering:
SC, kleur |
|
Quoi?
In Auclairs debuutalbum Jason
Muller, dat in het Franse Pilote werd
voorgepubliceerd, betuigde hij zich al van een grote
betrokkenheid bij de wereld en de mensen die er leven.
De strip had ook al het post-atomaire tijdperk als
decor, maar latere scenariovoorstellen werden geweigerd
door hoofdredacteur René Goscinny.
Auclaire stapte over naar Kuifje waarin hij
in 1973 de eerste episode van Simon van de Rivier
wel kon publiceren, meteen goed voor zijn grote doorbraak.
Nochtans zou dit eerste verhaal, De Ballade van
Roodhaar, nooit in de serie worden opgenomen.
Auclair liet zich daarin te veel leiden door Le
Chant du Monde, een roman van Jean Giono.
Le Lombard werd zenuwachtig van de
brieven die Giono's uitgever Gallimard
opstuurden. Auclair kwam ervanaf met een dure afkoopsom
voor de rechten en de belofte dat het nooit als album
zou verschijnen tenzij voor een nog hoger bedrag.
Wonderland Halfvier productions gaf
het in 1999 alsnog uit in de Auclair-biografie De
Zwarte Dame. Verhaal 2, De Stam der Ruiters,
verscheen dus als album 1. Met het post-atomaire tijdperk,
in zijn geval over twee botsende werelden van stedelingen
en plattelandsmensen (die zich in stammen hebben georganiseerd),
fungeerde hij als trendsetter in stripland (De
Valstrik van Blake en Mortimer uit 1960
is een voorloper van het genre) waarna Enki
Bilal met zijn Kermis der Onsterfelijken
en vooral Jeremiah van Hermann,
maar ook Storm en Sneeuw vanaf de
jaren 1980 andere potten zouden breken. Auclair was
amper 46 jaar toen hij op 20 januari 1990 overleed.
Wàt een fantastisch œuvre had hij ons
nog kunnen nalaten naast Bran Ruz
(over de Bretoenen), Grizzly (de
indianen), Tuan McCairill (de katholieken
in Noord-Ierland), Een Stem die van Nergens Komt
(de Antilliaanse slaven) en diverse meer waarin
hij het telkens opnam voor minderheden. Hij was een
van de weinige tekenaars die duidelijk voor zijn politieke
mening uitkwam met een vraag naar meer eerlijkheid.
Ook Simon van de Rivier bood meer dan ontspanning
alleen.
Aantal genomineerde albums
van Auclair: 2/440 |
|
|
62 |
EEN
AVONTUUR VAN LUITENANT BLUEBERRY 11: Het
Spook van de Goudmijn |
|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Jean Giraud
Scenarist:
Jean-Michel Charlier
Uitgever:
Lombard (1975)
Semic (1975)
Dargaud/Oberon (1978)
Dargaud/Lombard (1978)
Dargaud Benelux (1984)
Eerste druk: 1975
Oorspronkelijke titel:
Fort Navajo, une Aventure du Lieutenant
Blueberry 11: Le Spectre aux Balles d'Or
Uitvoering:
HC, kleur (1978)
SC, kleur |
|
Quoi?
Ontknoping van het dubbelverhaal dat werd voorafgegaan
door De Mijn van Prosit. Dit schattenjachtverhaal
was gebaseerd op de thema's die J.O. Curwood
in zijn boek Chasseurs d'Or uitspeelde. Ook
dit verhaal draaide rond een van lotje getikte, oude
grijsaard die fanatiek zijn mijn verdedigde tegen
elke indringer. Jean Giraud had dit
boek gelezen en vertelde erover aan de Belgische scenarist
Jean-Michel Charlier die dit wel eens naar
een stripscenario zou omzetten. Bovendien was er ook
nog de legende van The Lost Dutchman's Mine in de
Superstitions Mountains die als toeristische trekpleister
in centraal Arizona nog jaarlijks honderden gelukzoekers
aantrekt op zoek naar de verborgen goudschat van de
Duitse immigrant Jacob Waltz. In
de Amerikaanse editie van Het Spook van de Goudmijn
(dat dezelfde naam draagt als de legende) is Lückner
een Nederlander en geen Duitser. Hij vloekt zelfs
in het Nederlands, net als het spook: "Gustaaf
is haan" en "Au, mijn bovenkamer doet zeer".
Enfin, zij die er wat van kennen of die ervan houden,
beschouwen dit tweeluik als het beste uit de reeks,
toch zeker op grafisch gebied. Onze deelnemende lezers
handhaafden allicht andere maatstaven want enkele
andere albums scoorden nog hoger. Hoe dan ook blijft
dit verhaal overeind, mede door het tot de verbeelding
sprekende, rotsige decor van Superstition Mountain
en dankzij de twistende Jimmy McClure, Blueberry's
rosse maatje, en Werner Amadeus von Lückner,
bijgenaamd Prosit, 'n voormalig officier van naar
eigen zeggen adelijke Pruisische komaf. Dat de Franse
filmregisseur Jan Kounen er uiteindelijk
voor koos dit verhaal te verfilmen was zijn probleem...
én dat van het publiek. De te nadrukkelijk
sjamanistische saus vond zijn oorsprong in een oud
filmscript van Giraud himself. Het was immers
niet de eerste poging om Blueberry naar het
grote of kleine scherm over te zetten. Vincent
Cassel speelde de hoofdrol en niet George
Clooney, Martin Kove (de
slechterik uit The Karate Kid), Antonio
Banderas of William Dafoe
die als potentiële hoofdrolspeler allen de revue
passeerden. In de nieuwe nummering is dit deel 12.
Aantal genomineerde albums
van Giraud: 16/440
Aantal genomineerde albums
van Charlier: 9/440
|
|
|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Jean-Pierre Gibrat
Scenarist:
Jean-Pierre Gibrat
Uitgever:
Dupuis
Collectie:
Vrije Vlucht
Eerste druk: 1997
Oorspronkelijke titel:
Le Sursis 1
Uitvoering:
HC, kleur |
|
Quoi?
Het Uitstel was het eerste album waarvoor
Gibrat zelf het scenario schreef.
Dat deed hij overtuigend en met volle overgave. Het
was ook het eerste sinds jaren waar geen bloot in
voorkwam. Tevoren maakte hij namelijk het erotische
niemendalletje Pinokkia en het hoogdravende
Hoog Water. Met het verhaal over de Duitse
bezetting in Frankrijk bracht hij een minimalistische
vertelling over jongeman Julien Sarlat, zijn moeder,
een dorp en de adembenemend mooie Cécile, zijn
vriendin die niet mag weten dat hij is ondergedoken
in het dorp. Julien moet met lede ogen aanzien hoe
zijn Cécile meer en meer begint te voelen voor
de zoon van de cafébaas. Het Uitstel toont
het dorpsleven waarin Gibrat was opgegroeid. Het lijkt
zo weggeplukt uit 'Allo 'Allo en staat zowat
gelijk voor hét clichévoorbeeld van
wat we allemaal voorstellen bij een typisch Frans
dorpje: een dorpsplein met fontein, een kerkje en
een café met terrasje. Veel verkleinwoorden
in een stukje tekst over een groots verhaal. En dan
Cécile, ja Cécile...
Aantal genomineerde albums
van Gibrat: 3/440 |
|
|
64 |
DE
KAT VAN DE RABBIJN 1
Het Bar Mitswa |
|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Joann Sfar
Scenarist:
Joann Sfar
Uitgever:
Atlas
Eerste druk: 2003
Oorspronkelijke titel:
Le Chat du Rabbin 1: La Bar-Mitswa
Uitvoering:
HC, kleur |
|
Quoi?
"In De Kat van de Rabbijn vermengt Joann
Sfar filosofische en religieuze beschouwingen
met bitterzoete humor. Wanneer de kat van een rabbijn
plots kan praten, blijkt dit dier doorheen de jaren
het joodse geloof kritisch te hebben doorgelicht.
Het resultaat is een aaneenschakeling van boeiende,
absurde maar steeds inventieve discussies en verwikkelingen.
De kat blinkt uit in pijnlijk rake observaties. De
tekeningen van Sfar blijven dan wel weggelegd voor
liefhebbers van het meer krasserige onvaste tekenwerk,
zijn scenario blinkt eens te meer uit in creativiteit
en leesbaarheid. Net als in Zwarte Olijven
en Donjon combineert Sfar een ongewone thematiek
met boeiende personages en een verhaallijn vol wendingen.
En wat nog het meest verbaast, is dat de auteur erin
slaagt om geloofsvraagstukken en filosofische problemen
op een amusante manier aan te brengen, waardoor dit
album nergens verveelt." (geciteerd uit deze
bespreking). In 2004 werd De
Kat van de Rabbijn opgevoerd als theaterstuk
met de kat, de rabbijn en diens dochter als personages.
Sfar bewerkt het verhaal momenteel tot een tekenfilm.
Aantal genomineerde albums
van Sfar: 11/440
|
|
|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Nicolas de Crécy
Scenarist:
Alexios Tjoyas
Uitgever:
Blitz
Collectie:
Fantasy
Eerste druk: 1998
Oorspronkelijke titel:
Foligatto
Uitvoering:
HC, kleur |
|
Quoi?
Foligatto gaat over een stad waarvan het bestuur middels een carnaval denkt de algehele sfeer in de stad te verbeteren onder het mom van brood en spelen. Het bestuur nodigt Foligatto de castraat uit. Hij is de bekendste oud-inwoner van de stad die op vroege leeftijd wegtrok om een wereldberoemde operaster te worden. Maar iets uit het verleden knaagt aan hem. Een confrontatie met zijn verre familie en zijn jeugd ziet hij niet zitten. Nicolas de Crécy's verhalen kenmerken zich door hun bijzondere sfeer en het vermengen van letterlijke, concrete zaken met figuurlijke, abstracte. Op zijn best valt Foligatto misschien nog te omschrijven als een parodie op het leven. Een persiflage van het wanstaltige, een commentaar op de westerse consumptiemaatschappij van "te veel". Afgunst, indoctrinatie, het pikken van andermans ideeën, het decadente leven van de elite,... Alles komt aan bod zonder deze elementen echt te hekelen. Iedereen lijkt wel verdorven, weinigen zijn onschuldig. De negatieve kanten van de mens worden uitvergroot en vooroordelen worden bevestigd. De bijzondere tekenstijl van de Crécy en diens duistere inkleuring dragen bij tot een strip die je moet ervaren. Sommigen zullen het hierdoor tot de meer literaire strip rekenen, ondanks dat er vrij weinig tekst en verhaal in zit. Misschien juist daarom wel. Foligatto is alleszins non-conformistisch. Zo wisselt de kledij van sommige personages constant van kleur en (behang)motiefjes. Het draagt allemaal bij aan een totale sfeer van verwarring, chaos en overdaad. Het is het soort carnaval waarbij je je ofwel in laat opgaan en daar de consequenties voor moet dragen ofwel niet op je gemak bij voelt. Ook zijn latere Prosopopus is even zwartgallig en zwaar.
Aantal genomineerde albums
van de Crécy: 3/440 |
|
|
66 |
SABELS
EN GALJOENEN 2
De Zwarte Vlag! |
|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Jean-Luc Masbou
Scenarist:
Alain Ayroles
Uitgever:
Arboris
Collectie:
Collectie Buitengewesten
Eerste druk: 2000
Oorspronkelijke titel:
De Cape et de Crocs 2: Pavillon Noir!
Uitvoering:
SC, kleur |
|
Quoi?
De jacht naar de nooit opgespoorde schat van de Tangerine-eilanden
gaat onverdroten voort. Maar eerst moet de gestolen
schatkaart opnieuw bemachtigd worden binnen de strengbewaakte
muren van een havenstad op het eiland Malta. Don Lope,
Armand Raynal en niet te vergeten Eusebio, bevinden
zich in het hol van de leeuw. Piratenkapitein Boney
Boone laat zich echter niet zomaar de schatkaart ontfutselen.
Een drieste achtervolging te land en ter zee is het
gevolg. Tekeningen, scenario, kleur, personages, dialogen
en diverse elementen meer zorgen voor zoveel kersen
op de taart dat we die net zo goed kunnen verkopen
als kersentaart.
Aantal genomineerde albums
van Masbou: 5/440
Aantal genomineerde albums
van Ayroles: 6/440
|
|
67 |
DE
HEER VASTENAVOND VAN AS 3
Het Land der Tranen |
|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Éric Liberge
Scenarist:
Éric Liberge
Uitgever:
Dupuis
Collectie:
Impressie(s)
Eerste druk: 2005
Oorspronkelijke titel:
Monsieur Mardi-Gras Descendres 3: Le Pays des Larmes
Uitvoering:
SC, kleur |
|
Quoi?
"Victor Tortelduif komt na zijn overlijden als
skelet terecht op de planeet Pluto, in het Purgatorium.
Hij krijgt de naam Vastenavond van As, aangezien hij
tussen die twee dagen overleden is. Het is het begin
van een vreemde tocht, waarbij Tortelduif er alles
aan doet om het hoe en waarom van zijn situatie te
achterhalen. Hij weigert zich te schikken naar de
miserabele levensomstandigheden waarin zijn lotgenoten
zich bevinden. Hij gaat op zoek naar verklaringen
en schopt daarbij heel wat tradities en gevestigde
waarden omver. De Heer Vastenavond van As
is veel meer een beschouwende strip dan wel een traditioneel
avontuur. In een bizarre wereld vol vreemde creaties
en principes (koffie als ultieme kick, wie had dat
ooit gedacht?) wordt de lezer voortdurend heen en
weer geslingerd tussen twijfels, paniek en oprukkende
chaos. Het maakt De Heer Vastenavond van As bij
momenten tot een allegaartje van goede vondsten die
echter weinig leesbaar blijven. Liberges
tekeningen zorgen er echter voor dat alles duidelijk
blijft en dat we overweldigd werden door 's mans uitzinnige
fantasie. In grootse tekeningen, die bij momenten
aan Andreas of Schuiten
doen denken, brengt Liberge zijn wereld overtuigend
tot leven." (geciteerd uit deze bespreking)
Aantal genomineerde albums
van Liberge: 2/440
|
|
|
68 |
EEN
AVONTUUR VAN LUITENANT BLUEBERRY 17: Angel
Face |
|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Jean Giraud
Scenarist:
Jean-Michel Charlier
Uitgever:
Dargaud/Oberon (1978)
Dargaud/Lombard (1978)
Dargaud Benelux (1984)
Eerste druk: 1978
Oorspronkelijke titel:
Une Aventure du Lieutenant Blueberry 17: Angel Face
Uitvoering:
HC, kleur (1978)
SC, kleur |
|
Quoi?
Met zijn robuuste Charles Bronson-kop
kon Blueberry's uiterlijk in een niet groter contrast
staan met Duke O'Saughnessy, bijgenaamd Angel Face
naar zijn jonge jongensuiterlijk. Blueberry is op
de vlucht nadat hij ontsnapte uit een strafkamp waartoe
hij dertig jaar veroordeeld werd wegens zijn vermeende
schuld in de verdwijning van de schat van het federale
leger. Nu opereert hij als een opgedrongen beschermengel
voor Angel Face. Deze verhaalcyclus begon met Chihuahua
Pearl, een monumentaal album in welke Blueberry zijn
eerste en enige grote liefde vond.. Lange tijd zag
het ernaar uit dat Angel Face het laatste
Blueberry-verhaal zou zijn. Na het afronden
van het verhaal ging Jean Giraud
in zee met Alejandro Jodorowsky voor
diens geplande verfilming van het boek Dune
door Frank Herbert. Giraud tekende
drieduizend tekeningen voor het storyboard, maar de
film ging niet door tot David Lynch
later alsnog een eigen versie van van het boek zou
maken. In deze periode tijd nam Girauds alter ego
Mœbius het ook grotendeels over
met publicaties in bladen als Métal Hurlant.
Aantal genomineerde albums
van Giraud: 16/440
Aantal genomineerde albums
van Charlier: 9/440
|
|
|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Philippe Dupuy /
Charles Berberian
Scenarist:
Philippe Dupuy /
Charles Berberian
Uitgever:
Oog & Blik
Eerste druk: 2002
Oorspronkelijke titel:
Journal d'un Album
Uitvoering:
SC, zwart-wit |
|
Quoi?
"Dit dagboek is eigenlijk het meeslepende en
grappige naslagwerk van hoe het derde deel van Meneer
Johan: Vrouwen en Kinderen Eerst gemaakt werd.
Dat kostte heel wat moeite gekost, zo blijkt. Net
zoals eerder De Filosofieën van Felix, verscheendit
dagboek buiten de reeks en in zwart-wit." (geciteerd
uit deze bespreking) De stijl van Philippe
Dupuy en de in Bagdad geboren Charles
Berberian laat zich typeren als een klare
lijn met een eigen lossere inbreng. Doorgaans schetst
Dupuy tot in de details de tekenplaten waarna Berberian
ze in inkt zet en er elementen aan toevoegt. Het omgekeerde
kan ook al eens voorvallen. Aan jou om de platen aan
elk van beide auteurs toe te wijzen. In januari 2008
wonnen de twee de grote prijs van de stad Angoulême,
een primeur voor het befaamde Franse stripfestival
want nooit eerder won een duo de prestigieuze prijs.
Aantal
genomineerde albums van Dupuy: 6/440
Aantal
genomineerde albums van Berberian: 6/440 |
|
|
|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Emmanuel Guibert
Scenarist:
David B.
(Pierre-François Beauchard)
Uitgever:
Dupuis
Collectie:
Vrije Vlucht
Eerste druk: 2000
Oorspronkelijke titel:
Le Capitaine Écarlate
Uitvoering:
HC, kleur |
|
Quoi?
Zowel Emmanuel Guibert
(de tekenaar van de trilogie De Fotograaf
in dezelfde collectie Vrije Vlucht) en scenarist
David B. zijn van goeie komaf. Deze
laatste was een van de oprichters van L'Association,
de Franse uitgeverij gespecialiseerd in auteursverhalen
die voor een stroomstoot zorgden in het Franse striplandschap
en uiteraard de auteur van het veelgeprezen Vallende
Ziekte. Voor hun gezamenlijke one-shot Kapitein
Scharlaken zochten ze inspiratie bij de negentiende-eeuwse
Franse schrijver Marcel Schwob. David
B. liet de imaginaire kapitein al eerder al opdraven
in twee niet-vertaalde albums van hem. Met basale
aquarelkleuren voor de personages en vervuilde tinten
voor de uitwerking van de decors toog Guibert aan
het werk om de sinistere avonturen over de kapitein
met het gouden masker te vertellen. Hij is een man
van eer, maar zwiept niettemin met de sabel als de
situatie daarom vraagt. Achter zijn gouden masker
verbergt hij een luguber geheim.
Aantal genomineerde albums
van Guibert: 5/440
Aantal genomineerde albums
van David B.: 3/440
|
|
|
|