BLUEBERRY 14

Chihuahua Pearl

D A T A S H E E T
Tekenaar:
Jean Giraud
Scenarist:
Jean-Michel Charlier
Uitgever:
Semic (SC en HC)
Lombard (HC)
Eerste druk: 1975
Uitvoering:
SC en HC, kleur
Plot: Aan de grens van Arizona en Nieuw-Mexico keert luitenant Blueberry terug naar Fort Navajo na een inspectietocht langs de Mexicaanse grens. Hij betrapt cavaleristen van het Mexicaanse leger die de grens overschrijden. Ze achtervolgen een vluchtende misdadiger. Blueberry mengt zich plichtsgetrouw in de affaire en onderschept ternauwernood een zeer vertrouwelijke brief bestemd voor de president van de Noord-Amerikaanse Staten. Vooraleer hij het goed en wel beseft, wordt hij met een geheime opdracht van de regering belast om in Mexico een goudschat te bemachtigen die toebehoorde aan het vroegere zuidelijke leger. Om aan die opdracht te beginnen, moet Blueberry officieel uit het leger worden geschopt met Wanted-posters op de koop toe.
Topwaardering: In deze start van een vijfdelige cyclus gooit Luikenaar Charlier alle westernclichés overboord en ruilt deze in voor rauwheid en een grotere realiteitszin. Blueberry zal niet langer een klassieke held zijn, hij zal zelfs de touwtjes niet langer in handen hebben. Ook qua fysieke uitstraling zal hij in deze cyclus evolueren van een ongeschoren Jean-Paul Belmondo naar een ruige Charles Bronson zoals hij te zien was in de Sergio Leone-prent Once Upon a Time in the West uit 1969. Fransman Giraud verkent alle uithoeken van het blad en penseelt erop los. De kleinste details worden er nog morsiger door, meer doordrenkt van vuil of zweet. En dan is er nog de introductie van zangeres Chihuahua Pearl die, hoewel ze pas voor het eerst op pagina 41 te zien is, de titel van dit meesterlijke album wegkaapt. Dit album maakt deel uit van het hoogtepunt van de reeks met belangrijke omwentelingen die de toekomst van de held, die van de auteurs en volgens sommige infobronnen zelfs de uitgeefpolitiek van de grote uitgevers en dat van andere stripmakers drastisch verandert. De strip hoeft niet langer braaf te zijn.
Aantal genomineerde albums van Giraud: 5/404
Aantal genomineerde albums van Charlier:
11
/404
 
Weetjes: Als in 1965 Charlier de westernreeks Blueberry voor het Franse striptijdschrift Pilote schept, is tekenaar Giraud een jonge ex-leerling van Jijé (Joseph Gillain) die het vak leert door zijn medewerking aan een album van Jerry Spring. Een gesprekje op de redactie van Pilote, waar Giraud werk komt zoeken, laat Charlier uitweiden over zijn bezoeken aan het zuidwesten van de Verenigde Staten en zijn ontmoetingen met de Navajo's. Van stel op sprong valt de beslissing uit de lucht om samen een reeks te beginnen. Giraud komt met de naam Blueberry op de proppen • Chihuahua Pearl is de start van de Vogelvrij-cyclus en volgt de Blueberry- én westernklassiekers De Mijn van Prosit (1974) en Het Spook van de Goudmijn (1975) op die samen een (inmiddels verfilmd) tweeluik vormen • In De Jonge Jaren van Blueberry: De Missie der Verdoemden (2000) door Michel Blanc-Dumont en François Corteggiani staan de verschillende cyclussen bij elkaar opgesomd. Toch wel een complex gegeven. Chihuahua Pearl vormt hierin de start van een gelijknamige cyclus van drie albums, de vijfde cyclus over de schat van de zuidelijken gevolgd door de 1e complot-cyclus over de teloorgang van Blueberry. Deze cyclus mondt uiteindelijk uit in het album Angel Face (1978) waarna Giraud te kennen geeft de serie kotsbeu te zijn en er na tien jaar mee wil stoppen. Andere stripprojecten, veelal sciencefiction onder het pseudoniem Mœbius, interesseren hem meer. In het open einde zit Blueberry op een trein die ontploft • Giraud bestempelt het als toeval, zij het niet geheel overtuigend, dat de blonde Chihuahua Pearl gebaseerd is op Girauds ex-vrouw Claudine • In de jaren tachtig verschijnt er een artikel in Minute, een nogal rechtse Franse krant, waarin de reeks er van langs krijgt. Volgens de journalist mag je de strips absoluut niet kopen want ondanks de kwaliteiten van het scenario, zijn de tekeningen "ontzettend verdorven en opruiend" • Al in zijn schooltijd komen outlaws en moordzuchtige Apaches voor in de schoolboeken van Giraud • In 1956 verlaat de achttienjarige Giraud Frankrijk en trekt acht maanden in Mexico rond. Hij zou er nog eens terugkeren in 1965 met een trip naar de VS erbovenop. Na zijn terugkeer publiceert hij in diverse tijdschriften. Zijn ontmoeting in 1958 met Jijé resulteert in De Weg naar Coronado, in album uitgegeven in 1962, dat hij samen met Jijé tekent • Charlier is naast stripscenarist ook dokter in de rechten, journalist, gelicentieerd criminoloog en lijnpiloot! • Voor de reeks Buck Danny (getekend door Victor Hubinon) tekent Charlier aanvankelijk de decors, boten en vliegtuigen. Niet alleen omdat dit het enige is dat hij kan tekenen, maar veeleer om financiële redenen. In die tijd (1947) verdien je als scenarist peanuts. Maar Jijé raadt hem aan het alsnog enkel bij scenario's te houden, wat hij dan ook doet • In 1950 kan Charlier effectief aan de slag als lijnpiloot bij Sabena. Al vlug gaat hij daarna aan de slag als reporter en opnieuw als scenarist. Verschillende series zien kort na elkaar het levenslicht voor grote namen als Hubinon (Tiger Joe), Albert Uderzo (Belloy), Gerald Forton (Kim Devil), Michel Tacq = MiTacq (De Beverpatrouille, Joris Jasper), Eddy Paape (Flip Flink),... • Als artistiek directeur van World Press (dat Robbedoes produceert) geeft Charlier een kans aan de toenmalige debutanten René Goscinny, Sempé, Jean Graton, Eddy Paape, Gerald Forton, Michel Tacq • In 1959 staat hij samen met René Goscinny aan de wieg van Pilote dat de geboorte betekent voor Asterix, Roodbaard, Tanguy en Laverdure en Blueberry. De laatste drie reeksen zijn allen creaties van Charlier.