KIEKEBOE 26

Album 26

D A T A S H E E T
Tekenaar:
Merho
(Robert Merhottein)
Scenarist:
Merho
(Robert Merhottein)
Uitgever:
Uitgeverij J. Hoste N.V.
Eerste druk: 1984
Uitvoering:
SC, zwart-wit
Plot: Geen!
Topwaardering: De totale afwezigheid van een gestructureerd verhaal of slechts een flinterdunne kronkelende storyline was voor krantenlezers moeilijk te volgen in 1983. Temeer omdat Merho alle stripconventies en stripclichés in vraag stelde of op zijn kop zette. Daar moet je als lezer een beetje je eigen kop bijhouden. Gelukkig hielden de lezers ervan. Het spervuur grappen en absurditeiten doen nog het beste denken aan de films van het trio Jim Abrahams en de Zucker-broers David en Jerry die successen oogstten met de twee Flying High-films en het drieluik The Naked Gun. Niemand gaf erom waar het verhaal over ging, zolang er maar gelachen kon worden. En dat is ook voor Album 26 het geval, een album dat zowel lezers, critici als de auteur himself beschouwen als één van de beste uit de Kiekeboe-reeks. Zou het kunnen omdat dit verhaal voor een keertje het oerconservatieve en doodbrave krantenstripwereldje verliet?
Aantal genomineerde albums van Merho: 6
/404
 
Weetjes: De Amerikaanse absurde comedy Hellzapoppin' uit 1941 biedt inspiratie voor Album 26. In deze film blijven beelden hangen, duiken cowboys op onverwachte momenten op. Merho jat er geen grappen uit, maar stelt op eenzelfde manier het stripgenre in vraag en speelt 42 pagina's lang met het medium en de clichés zoals nooit iemand hem voordeed • De grap met de versnipperende rijkswachter op de eerste pagina is ontleend aan een gag van Windsor McCays monumentale krantenstrip Little Nemo uit 1912 • Het automerk Michelotti Lazer uit het eerste prentje komt van een schaalmodel dat Merho bij de hand heeft bij het tekenen van de blitse sportwagen. Giovanni Michelotti (1921-1980) is een autodesigner met naam en faam die onder andere voor Triumph en Ferrari modellen ontwerpt. Op eigen houtje maakt hij eigen ontwerpen. De Lazer is één van zijn broedsels, maar het prototype schopt het niet verder dan een schaalmodel • In de albumversie staan een paar bijkomende grappen in vergelijking met de krantenversie: Merho die struikelt over de strooknummering 24 en de auto die uit strook 78 rijdt • Op pagina 11 ijvert Fanny voor een ander type vriendje. Ze toont tekenaar Merho een tekening van Bakelandt door Hec Leemans die in dezelfde krant Het Laatste Nieuws publiceert. Merho ziet op papier de stijlbreuk niet zitten. Op het oog van een potentiële verkoop in het buitenland wordt Bakelandt in de latere kleureneditie ingeruild voor de internationaal beter gekende stripfiguur Tarzan, vermoedelijk naar een tekening van wereldtalent Burne Hogarth • Merho herhaalt in mindere mate dezelfde krachttoer in deel 50: Afgelast Wegens Ziekte (1991), deel 87: De Simstones (2000) en deel 100: 99 Plus (2004) • Het spelen en experimenteren met de illustratiekaders zien we eerder al in strips van bijvoorbeeld Willy Vandersteen in Suske en Wiske, maar vooral ook De Vrolijke Bengels, een reeks die loopt van juli 1946 tot september 1954 in Ons Volkske. Vandersteen is de grote leermeester van Merho die van 1970 tot 1976 een medewerker is bij Studio Vandersteen. Hij werkt er aan de Jerom-productie voor Duitsland en aan Tits (de vroegere Pats) • In een filmkijktest voor het ter ziele gegane maandblad TEEK (nummer 45, februari 1997) rangschikt Merho zijn favoriete komieken als volgt: 1. Laurel en Hardy, 2. Buster Keaton, 3. W.C. Fields en 4. Charlie Chaplin. Net van Buster Keaton herinneren wij ons een 'stomme film' dat het nieuwerwetse film met geluid heerlijk op de korrel neemt en tegelijkertijd bespeelt door bijvoorbeeld een ellenlange, uiteraard stomme monoloog te laten ondertitelen door een acteur een bordje te laten opsteken met daarop slechts een paar woorden 'ondertiteling'. Nu weet je ook waar onder andere Mark Uytterhoeven voor een scène met een ratelende Japanner en zijn zwijgzame tolk in Morgen Maandag (1993) vandaan haalt. Kortom: het soort humor dat in Album 26 niet zou misstaan • In 1983 ontvangt Merho de Stripgidsprijs (= de Bronzen Adhemar), een gegeven waar hij naar verwijst op pagina 23 door het beeldje in het decor te plaatsen • Het futuristische vliegtuig van de viking in het begin van het verhaal is gemodelleerd naar een speelgoedvliegtuigje • Hoewel het eerste album in kleur, deel 30: Het Lot van Charlotte (1985), een jaar na de zwart-wit publicatie van Album 26 volgt, laat Merho de lezer van de oorspronkelijke zwart-wit versie interactief én creatief deelnemen. In de zwart-wit versie heeft Fanny op pagina 32 nog medelijden met de lezer die het "prachtige landschap" niet in kleur kan zien: "Daar hebben de lezers niets aan! Deze strip is nog steeds ingekleurd". In de kleureneditie luidt het plots berispend: "Zouden we die voor één keer niet door de lezer zelf laten bepalen?" waarna we aan de slag mogen met kleurpotloden, wasco's of stiften • De interactiviteit trekt Merho door op pagina 44 door de lezer opeenvolgende cijfers aan elkaar te laten verbinden en zo zelf het decor te tekenen want de tekenaar heeft er geen tijd voor • Deze laatste scène wordt in het album Afgelast Wegens Ziekte aangevuld met een alternatieve scène van vijf pagina's lang • Diverse verwijzingen naar anders stripreeksen komen aan bod. Het begint al met het zoeken naar een geschikte titel. Suske en Wiskes De Vinnige Viking, Kuifjes De Scepter van Ottokar en Blake en Mortimers Het Gele Teken passeren de revue. Op pagina 35 bezoeken Merho en Kiekeboe het opleidingscentrum voor stripfiguren, eerbiedig het Hergé Instituut genoemd. Op pagina 38 kruisen Kiekeboe en Konstantinopel het pad van de verdwaalde cowboy Lucky Luke • Op pagina 14 is er beeld zonder geluid. Blijkbaar worden in een strip tekstballonnen boven de personages gehangen aan touwen om ze te doen spreken, tenminste als ze tekst krijgen. Identiek hetzelfde idee zien we twintig jaar later terug in het extra Making Of-katern van de Franstalige editie van Rock Mastard 1: Gestapo's in het Nauw door Boucq + Belkrouf • Alsof hij de toekomstige kritiek op zogezegde sponsoring via snoepreisjes (zoals Namibië in De Himbagodin) en het veelvuldig voorkomen van het automerk Ford kan voorspellen, knipoogt Merho op pagina 21 naar dit soort publiciteit. Na een reeks reclame voor het fictieve tandpastamerk Plizant weet Merho zogezegd van niets als Konstantinopel insinueert dat hij geld zou krijgen voor de reclame. In zijn badkamer staat wel een gigantische doos met tienduizend tubes tandpasta.