D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Edgar-Pierre Jacobs
Scenarist:
Edgar-Pierre Jacobs
Uitgever:
Lombard
Collectie:
Lombard Collectie
Eerste druk: 1956
Oorspronkelijke titel:
La Marque Jaune
Uitvoering:
HC, kleur |
|
Plot:
Heel Londen is in de ban van Het Gele Teken,
een personage dat via de media criminele daden
aankondigt, ze nog uitvoert ook en duidelijk
zichtbaar zijn merkteken (een gele "M"
in krijt) achterlaat. Na een diefstal van de
kroonjuwelen uit de Wakefield Tower worden professor
Mortimer en kapitein Blake met de zaak belast.
Maar Het Gele Teken heeft hen in het oog en
speelt een spelletje met hun Britse voeten.
Topwaardering:
Na het min of meer postapocalyptische Het
Geheim van de Zwaardvis en de geschiedkundige,
Egyptische archeologiedroom Het Mysterie
van de Grote Piramide, gaat Jacobs
voluit voor een realistische weergave van weleer,
het mistige Londen van de jaren vijftig. Het
brave vakmanschap ver overstijgend zet hij een
overwegend donkere sfeer neer dat na vijftig
jaar nog steeds niet aan charme inboet. Blake
en Mortimers nemesis, Olrik (gemodelleerd naar
Jacobs), verliest er zijn verstand bij. Jacobs'
tekenstijl en geroemde kleurgebruik vallen in
dit album in zijn definitieve plooi. De ellenlange
dialogen in tekstballonnen en beschrijvende
tekstkaders horen al net zo bij een Blake
en Mortimer als Het Gele Teken
in de allerhoogste regionen van Top Zoveel-lijstjes.
Het hecht doortimmerde detectiveverhaal nodigt
dan weer uit tot actief meespeuren.
Aantal genomineerde
albums van Jacobs: 9/404
|
|
|
Weetjes:
Al bij het verschijnen in augustus 1953 in het
weekblad Kuifje weet Jacobs de lezers
te begeesteren. Overal in Brussel verschijnt
het beroemde gele M-teken op schoolbanken en
op stadsmuren. Volgens Johan De Moor
(zoon van Bob De Moor die op
zijn beurt De Drie Formules van Professor
Sato deel 2 afwerkt na de dood van Jacobs)
is het de allereerste graffitti in de hoofdstad
• Het Gele Teken verschijnt zonder
reekstitel voor het eerst in de inmiddels antiquarische
en legendarische Lombard Collectie
waarin acht Blake en Mortimer-abums
verschijnen • Jacobs haalt zijn inspiratie
uit de film Mad Love uit 1935, op zijn
beurt gebaseerd op de roman Les Mains d'Orlac
van Maurice Renard. Verschillende
stripscènes komen naadloos overeen met
scènes uit de film: het treinongeluk,
Septimus' hypnotische krachten, momenten van
waanzin,... M, een film uit 1931 van
de Duitse expressionistische regisseur Fritz
Lang ligt ook aan de basis van Het
Gele Teken, bijvoorbeeld de scène
waarin hoofdrolspeler Peter Lorre
een "M" van "Moordenaar"
op zijn jas krijgt gekalkt • In 1978 roemen
de artsen Michel Bataille en
Anne Leunen in een wetenschappelijk-psychologische
studie de sequentiële stadia van waanzin
zoals die belichaamd wordt door psychiater Septimus
• Op de oorspronkelijke cover heeft Mortimer
een revolver in de hand. Dit leidt tot onverwachte
problemen met de censuur. Het zou een allusie
zijn op geweldpleging in een realistisch verhaal
voor de jeugd • De muur met rode bakstenen,
het regenachtige straatje Limehouse Dock, het
gele teken op de muur en de houding van Blake
en Mortimer vormen samen één van
de meest herkenbare stripcovers, vele malen
gerecycleerd in knipooges van andere auteurs
• Populariteit kan je afmeten aan de mate
waarin je geïmiteerd of geparodieerd wordt.
Yann en Conrad
deden het ooit een halve pagina lang (Talk
en Baltimore in De Sigaretten van de Farao)
in Robbedoes, maar Veys
en Barral doen het minstens
één album lang in De Avonturen
van Philip en Francis dat in 2005 verschijnt
bij Dargaud. Vele scènes
uit Het Gele Teken zijn letterlijk
overgenomen. Ook de kleurschakeringen zijn treffend
nagebootst • Filmplannen voor het album
dateren al sinds 1985. Filmliefhebber Jacobs
was toen nog betrokken bij het project. Het
is expliciet zijn verzoek om er een Euraziatische
of Aziatische vrouwelijke toets in te brengen.
Onder de titel M lijkt een verfilming
er eindelijk aan te komen • De critici
hebben er geen oren naar, maar de overname van
de reeks Blake en Mortimer door verschillende
teams (Ted Benoit + Jean Van Hamme,
André Juillard + Yves Sente
en tot diens overlijden ook René
Sterne + Jean Van Hamme), hernieuwt
de belangstelling voor de klassieke avonturenreeks.
Jongere en nieuwe generaties lezers ontdekken
wel degelijk de kwaliteiten van de reeks. De
oplages schieten de lucht in. De internationale
media ('t is te zeggen: de ons omringende landen)
wijden beschouwende artikels aan het duo en
hun schepper. |
|
|