DE LEEUW VAN VLAANDEREN

D A T A S H E E T
Tekenaar:
Bob De Moor
(Robert De Moor)
Scenarist:
Bob De Moor
(Robert De Moor)
Uitgever:
Uitgeversmij N.V. Standaard-Boekhandel
Eerste druk: 1952
Uitvoering:
SC, zwart-wit
Plot: Lees er de geschiedenisboeken over de Guldensporenslag op na. Of beter nog: lees het geromantiseerde, gelijknamige boek van Hendrik Conscience.
Topwaardering: Eigenlijk zouden we het liefst de fenomenale, realistische tekenkunst van Bob De Moors Cori de Scheepsjongen becommentariëren, maar in De Leeuw van Vlaanderen schuilt al de kiem voor dit grenzenloze meesterwerk. Het bijgekleurde, geïdealiseerde en geromantiseerde verhaal De Leeuw van Vlaanderen (1838) van Conscience is door zijn welhaast mythische reputatie doorheen de jaren foutief uitgegroeid tot een geschiedkundig verhaal terwijl dat helemaal niet klopt. Maar dat zoeken de lezers niet in de versie die de ook al onterecht voor flamingant beschouwde De Moor bijna onberispelijk in beeld brengt (we vergeven hem de talloze, uitpuilende tekstkaders). De middeleeuwen opnieuw, hè. Voeg daarbij het gekende verhaal dat je ooit al wel eens op tv zag of in de schoolklas onderging en je hebt een stripklassieker die toch vooral door nostalgici hoog ingeschat wordt. Of de klassieke uitwerking de tand des tijds zal doorstaan bij komende generaties is nog maar de vraag.
Aantal genomineerde albums van Bob De Moor: 3
/404
 
Weetjes: Tijdens de bevrijding in 1945 raakt Bob De Moor door een granaat gewond aan de linkerhand. Hij verliest de middel- en ringvinger • De strip- en illustratieproductie in de periode 1945-1950 is werkelijk fenomenaal. Frans- of Nederlandstalig, realistisch of humoristisch, historisch, sciencefiction of een familiestrip, lange verhalen of gags, 't maakt niet uit: De Moor tekent àlles en voor een divers scala van tijdschriften en kranten. Hij is een van de meest productieve en beste Belgische tekenaars • Hergé is daar ook van overtuigd en werft De Moor aan in 1950 voor de oprichting van de Studio Hergé. Hij zal vanaf het Kuifje-verhaal Raket naar de Maan actief deelnemen aan de Kuifje-productie (zowel nieuwe verhalen als de hertekening van oude verhalen), voornamelijk voor het verzorgen van de decors. Maar hij verleent ook zijn medewerking aan albums van andere tekenaars, zoals Lefranc van Studio-collega Jacques Martin waarvoor hij aanvankelijk decors tekent en het volledige verhaal Het Hol van de Wolf, uitgegeven in 1974. Bovendien blijft hij werken aan eigen reeksen zoals Nonkel Zigomar, Snoe en Snolleke, Meester Mus, Barelli, Balthazar en het fabelachtig getekende Cori de Scheepsjongen • Door zijn werkzaamheden in Brussel verdient Antwerpenaar De Moor iets meer dan voorheen. Hij kan er zich een treinabonnement eerste klas door permitteren. Op het traject Brussel-Antwerpen schetst hij elke dag zijn halve pagina Nonkel Zigomar, Snoe en Snolleke voor de krant. Thuis hoeft hij enkel nog de schetsen te inkten • In 1949 verschijnt De Leeuw van Vlaanderen in het weekblad Kuifje. Het gigantische epos laat een enorme indruk na op onder andere Willy Vandersteen • Niet alleen De Moor verstript het gelijknamige boek van Hendrik Conscience uit 1838. In 1934 verschijnt al een versie van Hergés generatiegenoot Pink (Eugeen Hermans). Andere versies kennen we van Buth (Leo de Budt), Jef Nys in de jaren zestig, Gejo in 1984, min of meer Karel Biddeloo in De Rode Ridder in hetzelfde jaar en Kroniek der Guldensporenslag door Christian Verhaeghe en huidig Talent-uitgever Ronny Matton in 1994 • Aanvankelijk kiest De Moor voor een tekenstijl zoals zijn latere Barelli, veel eenvoudiger van lijnvoering. Na amper drie pagina's gaat hij de meer realistische toer op • De Moors Vlaamse strips zoals De Leeuw van Vlaanderen, De Kerels van Vlaanderen en Sterke Jan smaakt het Tintin-publiek minder. In 1950, net in de week van 11 juli (de herdenking van de Guldensporenslag) verschijnt een Kuifje-cover van De Leeuw van Vlaanderen (zie afbeelding cover bij dit stuk) met een trots wapperende vlag met de Vlaamse leeuw op. Voor de Tintin-versie wordt dat onheus veranderd naar een (Duitse!) adelaar. Tintin-lezers krijgen ook de strip niet te lezen. In de plaats wordt hen een roman geserveerd, geïllustreerd door De Moor. Het is net door die desinteresse, de geringe kans op publicatie en het vele werk voor Studio Hergé dat De Moor zijn eigen stripproductie op een lager pitje zet zonder kans een échte, zelfstandige carrière uit te bouwen en veeleer kiest voor zekerheid • Pas in de jaren tachtig herontdekken Franstalige lezers De Moors Vlaamse strips waardoor een vertaling volgt van Nonkel Zigomar en zelfs De Leeuw van Vlaanderen en het sterk Vlaamsgezinde De Kerels van Vlaanderen.