JAGUAR 1

Het Visioen

D A T A S H E E T
Tekenaar:
Jan Bosschaert
Scenarist:
Jean Dufaux
Uitgever:
Casterman
Eerste druk:
2001 (HC)
2002 (SC)
Uitvoering:
SC en HC, kleur
Plot: Ergens ver weg op een planeet staat midden in de jungle een Maya-stad bevolkt door Amazones. In deze vrouwenwereld is er maar één groep mannen: de priesters. Zij alleen mogen voor nakomelingen zorgen. De jongens zijn voorbestemd om om in priesterschap te leven en de meisjes in afzonderlijke genootschappen. Oonah heeft een tweeling gebaard. Ze laat één van de kinderen offeren en de andere verstopt ze. Oonah vlucht samen met haar baby naar het bos waar de conquistadores onder leiding van de god Sarango haar doden. Zij nemen haar kind mee en keren terug naar hun basis, een ruimteschip midden in de jungle. Vreemd genoeg interfereert deze wereld met onze hedendaagse wereld.
Topwaardering: Jaguar moest Bosschaerts internationale doorbraak worden. En in striptaal betekent "internationaal" vooral Frankrijk. Als je het daar maakt dan hoor je erbij. De Belg Dufaux is dan alweer langer een gevestigde naam in het land van de franskiljons. Casterman gaf alvast groen licht voor een tweede cyclus na het eerste contract waardoor Bosschaert en Dufaux hun gang mochten in welgeteld drie albums. In het eerste van deze drie volgt Bosschaert aanvankelijk slaafs de door Dufaux voorgestelde bladindeling. Door zowel Dufaux' visuele filmachtergrond als Bosschaerts natuurtalent is het een fabuleuze beeldtaal geworden dat bij meer dan één lezer blijft hangen en waardering oogst. Onder meer de vrouwen van Bosschaert en het vragenoproepende scenario van Dufaux doen de rest.
Aantal genomineerde albums van Bosschaert: 6/404
Aantal genomineerde albums van Dufaux: 22
/404
 
Weetjes: Al in 1990 koestert Bosschaert plannen voor een strip zoals Jaguar. Marc Legendre is toen nog betrokken bij het project dat Salto Mortale heet waarvan het eerste album de werktitel Kalima draagt • Bosschaert vergaart bij striplezers bekendheid op kleine schaal met het in Humo voorgepubliceerde Pest in 't Paleis (1983) en de avonturenstrip Omni (1987) op scenario van de toenmalige Sjors en Sjimmie-scenaristen Jan van Die en Wilbert Plijnaar. François Schuiten zegt tegen hem: "De strips die je maakt, dat is allemaal rommel". Schuiten ziet een map met schilderijen en zegt: "Maak op die manier een strip, dat is nog nooit eerder gedaan" en ook nog dat het geen zin heeft om schilderijen te maken. Dus beginnen Legendre en Bosschaert vol goede moed aan een anderssoortige strip: Salto Mortale. Maar in een map met oude schetsen valt Legendres oog op reclamevoorbereidende illustraties voor jeansoveralls. Legendre wordt op slag verliefd op één van de meisjes. Sam is geboren. Bosschaert probeert er de gezellige en plezierige sfeer van de oude Robbedoes- en Kuifje-weekbladen mee terug te halen. Als grote fan van Guust Flater werkt hij de reeks aanvankelijk uit in een gelijkaardige tekenstijl • In 1973 publiceert Bosschaert voor het eerst in Robbedoes (nummer 1821 van 8 maart 1973). De rubriek Plant een Knol toont amateuristisch stripwerk van Robbedoes-lezers. Het tekstloze halve paginagrapje is schatplichtig aan Franquin • Enkel in de Fransstalige versie van het extra nummer Robbedoes 3000 is Bosschaert vertegenwoordigd met een kortverhaal van vijf pagina's geschreven door Zidrou. De dialogen en geluiden in de strip kan je beluisteren via de bijgeleverde cd. Het volledige extra nummer (op de vervolgverhalen na) staat trouwens te beluisteren op cd • Naast Franquin bewondert Bosschaert ook Mœbius, "échte tekenaars die leven scheppen" • Over Salto Mortale geven Legendre (die voor de verandering eens een realistisch scenario schrijft) en Bosschaert in 1990 in het Nederlandse striptijdschrift De Toestand weinig prijs. Ten eerste omdat het moeilijk valt uit te leggen, ook op tekengebied. De bedoeling is om het op groot formaat en in hardcover bij Standaard Uitgeverij te publiceren. Het album kost veel tijd naast het stripwerk voor Sam. Legendre herschrijft het verhaal zelfs enkele keren. Het project stokt na een zevental pagina's • In nummer 63 van Brabant Strip magazine uit 1998 zet Bosschaert grote vraagtekens bij de potentiële verkoop van Salto Mortale. Hij kan het zich niet permitteren twee jaar te werken en er maar tweeduizend te verkopen in Vlaanderen. Neen, een Franse uitgever heeft hij nodig en dat wordt Casterman • De uitgever kent een volledig nieuw werknemersbestand door een paar overnames. Ze zijn op zoek naar nieuwe reeksen die ze willen opstarten. Bosschaert wordt gecontacteerd en hij wordt voorgesteld aan Dufaux. Bij een eerste contact toont Bosschaert de eerste platen van Kalima. Dufaux baseert zijn scenario op de allereerste prent van dit project. De start met de scène aan de trap is identiek. Op het schutblad van de hardcovereditie prijkt de originele tekening van zovele jaren terug • Ook de pre-Colombiaanse setting is het idee van Bosschaert. Het verhaal van Kalima was een dagboek, bijgehouden door een journaliste die via opgravingen in een andere, parallelle wereld terechtkomt • Bosschaerts werkt eerst een paar pagina's uit van Jaguar in een traditionele inktstijl, ingekleurd met aquarel. maar zowel Casterman als Dufaux vinden het maar niets, "te veel Dupuis", te traditioneel. Drie maanden werk om zeep • Bij de eerste druk van de HC-editie zit een gratis schetsboekje. Het Nederlandstalige album is in een mum van tijd uitverkocht. Enkele maanden later volgt de SC-editie • De stad in de Jaguar-reeks is natuurlijk Antwerpen waar Bosschaert geboren is. Toch is het niet Bosschaerts idee om Antwerpen te nemen. Casterman en Dufaux willen namellijk niet wéér Parijs zoals Bosschaert eerst voorstelt • Op vraag van Bosschaert, maar ook omdat Dufaux het liefst in stukjes werkt, krijgt Bosschaert slechts met mondjesmaat telkens enkele pagina's per keer waarover dan gepalaverd wordt. Maar dat kan wel eens misverstanden opleveren. Het blonde meisje op pagina 19 tekent Bosschaert naar een model omdat hij denkt dat zij het hoofdpersonage wordt. Al na twee pagina's wordt haar nek gebroken.