Plot:
Ergens ver weg op een planeet staat midden in
de jungle een Maya-stad bevolkt door Amazones.
In deze vrouwenwereld is er maar één
groep mannen: de priesters. Zij alleen mogen
voor nakomelingen zorgen. De jongens zijn voorbestemd
om om in priesterschap te leven en de meisjes
in afzonderlijke genootschappen. Oonah heeft
een tweeling gebaard. Ze laat één
van de kinderen offeren en de andere verstopt
ze. Oonah vlucht samen met haar baby naar het
bos waar de conquistadores onder leiding van
de god Sarango haar doden. Zij nemen haar kind
mee en keren terug naar hun basis, een ruimteschip
midden in de jungle. Vreemd genoeg interfereert
deze wereld met onze hedendaagse wereld.
Topwaardering:
Jaguar moest Bosschaerts
internationale doorbraak worden. En in striptaal
betekent "internationaal" vooral Frankrijk.
Als je het daar maakt dan hoor je erbij. De
Belg Dufaux is dan alweer langer
een gevestigde naam in het land van de franskiljons.
Casterman gaf alvast groen
licht voor een tweede cyclus na het eerste contract
waardoor Bosschaert en Dufaux hun gang mochten
in welgeteld drie albums. In het eerste van
deze drie volgt Bosschaert aanvankelijk slaafs
de door Dufaux voorgestelde bladindeling. Door
zowel Dufaux' visuele filmachtergrond als Bosschaerts
natuurtalent is het een fabuleuze beeldtaal
geworden dat bij meer dan één
lezer blijft hangen en waardering oogst. Onder
meer de vrouwen van Bosschaert en het vragenoproepende
scenario van Dufaux doen de rest.
Aantal genomineerde
albums van Bosschaert: 6/404
Aantal genomineerde
albums van Dufaux: 22/404 |
|
|
Weetjes:
Al in 1990 koestert Bosschaert plannen voor
een strip zoals Jaguar. Marc
Legendre is toen nog betrokken bij
het project dat Salto Mortale heet
waarvan het eerste album de werktitel Kalima
draagt • Bosschaert vergaart bij striplezers
bekendheid op kleine schaal met het in Humo
voorgepubliceerde Pest in 't Paleis
(1983) en de avonturenstrip Omni (1987)
op scenario van de toenmalige Sjors en Sjimmie-scenaristen
Jan van Die en Wilbert
Plijnaar. François Schuiten
zegt tegen hem: "De strips die je maakt,
dat is allemaal rommel". Schuiten ziet
een map met schilderijen en zegt: "Maak
op die manier een strip, dat is nog nooit eerder
gedaan" en ook nog dat het geen zin heeft
om schilderijen te maken. Dus beginnen Legendre
en Bosschaert vol goede moed aan een anderssoortige
strip: Salto Mortale. Maar in een map
met oude schetsen valt Legendres oog op reclamevoorbereidende
illustraties voor jeansoveralls. Legendre wordt
op slag verliefd op één van de
meisjes. Sam is geboren. Bosschaert
probeert er de gezellige en plezierige sfeer
van de oude Robbedoes- en Kuifje-weekbladen
mee terug te halen. Als grote fan van Guust
Flater werkt hij de reeks aanvankelijk
uit in een gelijkaardige tekenstijl •
In 1973 publiceert Bosschaert voor het eerst
in Robbedoes (nummer 1821 van 8 maart
1973). De rubriek Plant een Knol toont
amateuristisch stripwerk van Robbedoes-lezers.
Het tekstloze halve paginagrapje is schatplichtig
aan Franquin • Enkel
in de Fransstalige versie van het extra nummer
Robbedoes 3000 is Bosschaert vertegenwoordigd
met een kortverhaal van vijf pagina's geschreven
door Zidrou. De dialogen en
geluiden in de strip kan je beluisteren via
de bijgeleverde cd. Het volledige extra nummer
(op de vervolgverhalen na) staat trouwens te
beluisteren op cd • Naast Franquin bewondert
Bosschaert ook Mœbius,
"échte tekenaars die leven scheppen"
• Over Salto Mortale geven Legendre
(die voor de verandering eens een realistisch
scenario schrijft) en Bosschaert in 1990 in
het Nederlandse striptijdschrift De Toestand
weinig prijs. Ten eerste omdat het moeilijk
valt uit te leggen, ook op tekengebied. De bedoeling
is om het op groot formaat en in hardcover bij
Standaard Uitgeverij te publiceren.
Het album kost veel tijd naast het stripwerk
voor Sam. Legendre herschrijft het
verhaal zelfs enkele keren. Het project stokt
na een zevental pagina's • In nummer 63
van Brabant Strip magazine uit 1998
zet Bosschaert grote vraagtekens bij de potentiële
verkoop van Salto Mortale. Hij kan
het zich niet permitteren twee jaar te werken
en er maar tweeduizend te verkopen in Vlaanderen.
Neen, een Franse uitgever heeft hij nodig en
dat wordt Casterman • De uitgever kent
een volledig nieuw werknemersbestand door een
paar overnames. Ze zijn op zoek naar nieuwe
reeksen die ze willen opstarten. Bosschaert
wordt gecontacteerd en hij wordt voorgesteld
aan Dufaux. Bij een eerste contact toont Bosschaert
de eerste platen van Kalima. Dufaux
baseert zijn scenario op de allereerste prent
van dit project. De start met de scène
aan de trap is identiek. Op het schutblad van
de hardcovereditie prijkt de originele tekening
van zovele jaren terug • Ook de pre-Colombiaanse
setting is het idee van Bosschaert. Het verhaal
van Kalima was een dagboek, bijgehouden
door een journaliste die via opgravingen in
een andere, parallelle wereld terechtkomt •
Bosschaerts werkt eerst een paar pagina's uit
van Jaguar in een traditionele inktstijl,
ingekleurd met aquarel. maar zowel Casterman
als Dufaux vinden het maar niets, "te veel
Dupuis", te traditioneel.
Drie maanden werk om zeep • Bij de eerste
druk van de HC-editie zit een gratis schetsboekje.
Het Nederlandstalige album is in een mum van
tijd uitverkocht. Enkele maanden later volgt
de SC-editie • De stad in de Jaguar-reeks
is natuurlijk Antwerpen waar Bosschaert geboren
is. Toch is het niet Bosschaerts idee om Antwerpen
te nemen. Casterman en Dufaux willen namellijk
niet wéér Parijs zoals Bosschaert
eerst voorstelt • Op vraag van Bosschaert,
maar ook omdat Dufaux het liefst in stukjes
werkt, krijgt Bosschaert slechts met mondjesmaat
telkens enkele pagina's per keer waarover dan
gepalaverd wordt. Maar dat kan wel eens misverstanden
opleveren. Het blonde meisje op pagina 19 tekent
Bosschaert naar een model omdat hij denkt dat
zij het hoofdpersonage wordt. Al na twee pagina's
wordt haar nek gebroken. |
|