GUUST R1

Flaterfestijn

D A T A S H E E T
Tekenaar:
André Franquin / Jidéhem (Jean De Mesmaeker)
Scenarist:
André Franquin
Uitgever:
Dupuis
Eerste druk:
1963 (Flaterfeest)
1964 (Flaters als Water)
1970 (R1)
Oorspronkelijke titel:
Gaston R1: Gala de Gaffes à Gogo
Uitvoering:
SC, kleur
Plot: Guust Flater, het manusje van alles en het kantoorhulpje van de Robbedoes-redactie beleeft zijn 'eerste' reeks gags op halve paginaformaat.
Topwaardering: De reeks rond de latex Guust (vanaf gag 118) zijn steengoeie jokes die alvast Kwabbernoot de grootste ergernissen ontlokken en de grootste angsten losweken, maar ook op een sadistische manier Guust Flater aan het werk zetten. Vele lezers kunnen de grappen moeiteloos navertellen. Nog geen Flaterfoon of andere memorabele uitvindingen, maar de kiem is er al. Robbedoes-lezers van het eerste, tweede en misschien ook derde uur hebben ontegensprekelijk een voetje voor om de gagreeks naar waarde te schatten. Aan nieuwere lezers is het moeilijk uit te leggen wat het stripweekblad Robbedoes is, zij missen de achtergrond. Zij vragen zich misschien ook af hoe het komt dat Guust überhaupt werk heeft en ervoor betaald wordt.
Aantal genomineerde albums van Franquin: 20/404
 
Weetjes: Aanvankelijk, in 1957, is er nooit sprake van dat Guust in stripgags zou optreden. De opzet is een figuur te maken die doelloos rondzwerft op de redactionele pagina's van Robbedoes en ze opvrolijkt met zijn gestuntel • Pas later verschijnen er gags, bescheiden op twee bandjes onderaan de pagina • Hoofdredacteur Yvan Delporte bepaalt het karakter van het personage en doopt hem Gaston naar een oude kennis die steeds flaters begaat • Franquin wil geeneens een nieuwe reeks opstarten. De bedoeling is dat Jidéhem, die toen al aan de reeks Robbedoes meewerkt, Guust Flater (of kortweg Guust zoals de reeks heet) zou overnemen. In de eerste afleveringen tekent hij de decors en inkt de personages. Vandaar de strakkere lijnvoering. Franquin ziet in dat Jidéhem perfect de decors tekent, maar nooit het personage zal beheersen. Bovendien bedenkt hij nooit een gag. Hierdoor beslist Franquin om toch maar zelf door te gaan met Guust Flater. Jidéhem helpt wel mee aan Guust tot in 1968 • In het album R1 zijn de flaters opgenomen van de twee oblongalbums Flaterfeest (deel 2) en Flaters als Water (deel 3) • Guusts hoofd is gebaseerd op Snuffy Smith, een Amerikaanse gagstrip die Franquin leert kennen tijdens zijn verblijf in de VS met Will, Jijé en Morris. In een Mexicaanse krant merkt hij een stripje op over een figuurtje dat te lui is om te werken en steeds een sigaret in zijn mondhoek heeft bengelen. Franquin geeft toe dat Guust Flater een mengeling is van de twee • Guusts creatieve brein spruit voort uit de figuren Ton en Felix (uit Ton en Tineke) die in 1955 het levenslicht zien in Kuifje • Meneer De Mesmaeker, de man met de contracten, maakt zijn eerste opwachting in gag 109. De Mesmaeker is de familienaam van Jidéhem. Het in woede uitbarstende figuurtje was al getekend toen Jidéhem opmerkt dat hij lijkt op zijn vader • Reeksen gags worden gecreëerd rond Guusts kapsel, de rubberen stoel, een deur met ongelukkig besvestigde springveren, de latex Guust, een egel en een koe op de redactie • De koe op de redactie is echt gebeurd. Franquin zei tegen Dupuis dat hij van plan is een serie te maken rond een koe op kantoor nadat Guust het beest won op een tombola. Hij zou ervanaf geraken door ze als prijs uit te loven in een wedstrijd. Dupuis vindt het een prima idee en koopt een koe. Foto's dienen als documentatie, maar het komt niet direct tot een strip. Franquin vergeet de zaak een beetje. Maar na een tijdje vraagt Dupuis hoe het met de koeiengrappen zit. Wanneer Franquin eindelijk begint aan de koeienreeks, heeft Dupuis de koe al verkocht. Dupuis zoekt vervolgens een nieuwe koe, met ongeveer dezelfde zwarte vlekken en koopt er nog één omdat de wedstrijd loopt in zowel België als Frankrijk. Door de koe wordt Guust Flater zogezegd ontslagen. Maar liefst zevenduizend lezers schrijven een brief en pleiten voor zijn terugkeer. De commentaren op meneer Dupuis zijn niet mals en van het grofste soort • In dit album vindt Guust een speelgoedraket uit, een bureaukachel, de rubberen stoel, de machine-om-niet-meer-te-horen-snurken, de valluikdeur met springveren, de kauwguust, • Door de Guust-strip verandert het karakter van Kwabbernoot zienderogen: hoe gekker Guust doet, hoe ernstiger Kwabbernoot wordt, ook in de Robbedoes-strips. Kwabbernoot is in de Jijé-versie, die het personage creëert, trouwens zelf de Guust Flater van de Robbedoes-redactie geweest • Deze editie wordt later opnieuw opgenomen in de huidige chronologische reeks • Op de Waalse omroep RTBF en de Franse zender A2 loopt in 1989/1990 het stripprogramma Merci, Gaston dat zich afspeelt op de kantoren van Dupuis en nieuws verschaft over nieuwe strips bij de uitgeverij. Verschillende gags van Guust Flater, met Kwabbernoot en Robbedoes, worden door vermomde acteurs met gigantische poppenhoofden nagespeeld, bijvoorbeeld gag 71 (de vlieg op de lamp) uit dit album • Ofschoon de gagreeks al jarenlang stilligt na het overlijden van André Franquin en de uitgave van de allerlaatste restjes in album, behoudt uitgeverij Dupuis de reeks in de leverbare catalogus. In het Frans doen ze daar inventieve herdrukken bovenop waardoor het blijft verkopen. Meer dan dertig miljoen exemplaren, alleen al in het Frans, zijn sinds het ontstaan aan de man gebracht • Nog zes andere Guust Flater-albums raken in deze BelgenTop genomineerd. Geen enkel haalt helaas de top 50 • Net zoals The Beatles/Rolling Stones-voorkeur indertijd, bestond (en bestaat) er ook een uitgesproken voorkeur voor ofwel Franquin of Hergé. In deze BelgenTop zijn er 22 albums van Franquin genomineerd tegenover 19 van Hergé, maar de albums van Hergé worden gemiddeld hoger ingeschat. In de BelgenTop 50 geeft dat bijvoorbeeld 5 albums van Hergé (die het met slechts één te noteren serie moet doen) tegenover vier albums van Franquin uit drie verschillende reeksen (Zwartkijken incluis).