|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Régis Loisel
Scenarist:
Régis Loisel
Uitgever:
Oranje / Blitz (1996)
Arboris (2002)
Collectie:
Collectie Delta (1996)
Eerste druk: 1996
Oorspronkelijke titel:
Peter Pan 4: Mains Rouges
Uitvoering:
SC, kleur
HC, kleur |
Quoi?
In deel 3 werd Pan neergeschoten door de kapitein.
Peter probeert hem dankzij de opgedane kennis van
Kundall te opereren, maar het lukt hem niet Pans leven
te redden. Peter raakt hiervan diep in de put en pas
als hij tot de conclusie komt dat Pan in hem voortleeft,
is hij in staat de strijd tegen de piraten voort te
zetten. Voortaan is hij zowel Peter als Pan, dus...
Peter Pan! Hij gaat in de tegenaanval en weet de piraat
een hand af te hakken. Ook besluit hij in Londen een
stel van zijn vrienden op te halen om hem bij te staan
in de strijd.
Et alors?
Een zeer belangrijk album is dit. Niet alleen is er
de genese van Peter Pan, maar ook die van kapitein
Haak. Bovendien pleegt Jack the Ripper
in Londen zijn eerste moord, net op het moment dat
Peter er zijn vriendjes komt ophalen. De jaloezie
van Tinkelbel, die haar grote geliefde Peter voor
haarzelf wil en hem daarom probeert te scheiden van
het indianenmeisje Kleine Tijgerlelie is nu nog grappig,
maar daarin schuilt nu net het gevaar.
Aantal genomineerde albums
van Loisel: 13/440 |
Faits
divers (Régis Loisel):
• Het atelier Bombyx
zag eind jaren tachtig het licht. Gespecialiseerd
in sculpturen mochten ze voor pretpark Eurodisney
niet minder dan zeshonderd sculpturen maken. Tot hun
andere klanten behoorden Lansay,
spelproducent Nathan en voedingspecialist
Nestlé. Na tien jaar wilden
ze een andere weg inslaan en keerden terug naar hun
passie: beeldjes van filmhelden, Amerikaanse superhelden
en Franco-Belgische stripfiguren. Attakus
Collection werd om die reden in het leven
geroepen en in de personages van Loisel zagen ze gedroomde
objecten in 3D. Het werd een langdurige samenwerking.
Het zwangere feetje Condine werd hun eerste beeldje
naar het werk van Loisel.
• Van het ene sprookje naar het andere. Voor
de Franse film Le Petit Poucet (Klein
Duimpje) uit 2001 van Olivier Dahan
leverde Loisel een bijdrage aan het storyboard en
schetsen van de personages.
• In 1995 werkte hij op vraag van de Amerikaanse
tekenfilmstudio enkele weken voor Disney,
een kinderdroom kwam uit. Het verbaasde hem dat ze
hem daar kenden. Hij vroeg zich af wat hij voor hen
kon betekenen. Op tekengebied niets, zo bleek. Maar
voor hen was het van belang dat ze nieuwe en frisse
ideeën konden krijgen op bepaalde zaken waarin
ze een ander standpunt verlangden. "Inspirerende
tekeningen" moest hij maken, die als basis konden
dienen voor andere tekeningen en ideeën. Voor
Mulan betekende dat bijvoorbeeld dat hij
vanuit zijn eigen methodes scènes bedacht die
zich afspeelden op een Chinese markt in de zesde eeuw
na Christus. Een sequentie met een jongetje dat vriendschap
sluit met een varken kon hij zo deblokkeren waarna
hij kon werken op andere sequenties. Maar geen enkele
ervan werd weerhouden voor de uiteindelijke film.
Zelfs zijn naam kwam niet op de eindgeneriek. Toch
vroegen ze hem om mee te werken aan Tarzan.
Loisel moest weigeren omdat hij verkoos Rode Handen
af te werken. Voor een deel vreesde hij ook dat de
vrijheid die hij anders genoot op het spel zou staan
door een geregeld leven in functie van de studio.
• In 1997 kon hij echter opnieuw aan de slag
voor Disney. Omdat ze tevreden waren over zijn werk
voor Mulan, klom hij op in rang en mocht
nu personages ontwerpen. Dat gebeurde voor Atlantis.
Hij werkte er anderhalve maand voor. Een paar tekeningen
van hem vind je op de extra’s van de dvd. Meer
dan enkele elementen voor de personages (waaronder
het design van een bril) herkende hij niet in de eindversie.
Ook nu weer kreeg hij geen vermelding in de credits
van de film. Het meest frustrerende vond hij de totale
afwezigheid van commentaar op zijn tekeningen.
Maar hij hield er veel herinneringen aan over. Het
mogen bekijken van oude tekeningen in het archief
van Disney, de ontmoeting met Ward Kimball
(animator van Jiminy Cricket — Japie
Krekel — uit Pinocchio), Joe
Grant (de schepper van de heks uit Sneeuwwitje)
en Marc Davis (animator van Tinkelbel
uit Peter Pan en Cruella de Vil uit 101
Dalmatians). Omdat hij amper een woord Engels
kende, gebeurden de conversaties met een tolk. Met
Marc Davis had hij het geluk een hele avond te mogen
spenderen. Loisel omschreef zijn houding tegenover
Davis als hetzelfde zoals zijn eigen fans zich gedragen
als ze op een signeersessie voor hem zitten.
• Nog steeds is de Disney-invloed aanwezig in
zijn werk. Het zit in de rondingen van zijn decors,
in de manier waarop hij sfeer weergeeft, in de poging
om magie op papier te brengen.
• In 1998 werd Loisel bekroond als Chevalier
de l'Orde des Arts et Lettres, de hoogste
Franse onderscheiding voor de kunst en literatuur.
• Aan zijn presidentstitel na zijn winst in
Angoulême in 2003 draagt hij geen goede herinneringen.
Als president mocht je mee het programma bepalen.
Loisel had de idee om er een straatspektakel met acrobaten
van te maken, zoals elk jaar gebeurt in Montréal.
Hij wilde ook een erotische expo organiseren in het
decor van een bordeel. Luikenaar Joe Pinelli's
werk zou hij daarin al zeker opgenomen hebben. Hij
wilde een expo over jong talent opzetten. Een jury
met enkel vrouwen samenstellen. De organisators van
het festival vonden het allemaal tof, maar van de
ene dag op de andere hoorde hij niets meer van hen.
Omdat hij bovendien ook nog eens het laatste deel
van Peter Pan wilde afwerken, liet hij hen
weten dat ze niet voor september op hem konden rekenen,
maar dat hij daarna helemaal tot hun dienst kon staan.
In juni zagen ze elkaar nog eens in Parijs om de grote
lijnen uit te zetten en in juli kwam de vraag om het
affiche te ontwerpen. Hij stuurde het op en hoorde
vervolgens niets meer van hen. Voor de jaarlijkse
persconferentie begin december kreeg hij geen uitnodiging.
De aanwezige journalisten kregen als verklaring dat,
omdat Loisel in Montréal woont, men hem niet
wilde lastigvallen voor een kleinigheid. Elke president
kreeg een forfaitair bedrag van 4.500 euro om een
halfjaar ter beschikking te staan, tekeningen te maken
voor het persdossier, het maken van het affiche, er
zijn als ambassadeur van het festival en dergelijke
verplichtingen meer. Zes maanden waarin eigenlijk
niet kan gewerkt worden aan eigen albums.
• Maar elke president heeft ook recht op zijn
eigen overzichtsexpo. Hiervoor stond zijn zoon Blaise
in. Loisel verwachtte zich aan een klassieke expo
met vele originele platen van Op Zoek naar de
Tijdvogel en Peter Pan, maar het werd
iets geheel anders. Zelf had Loisel zich er niet mee
bemoeid. Hij zou het wel allemaal zien op de dag van
de opening. Blaise stalde tekeningen uit vooral zijn
verste jeugd en jonge jaren tentoon in een barok aandoend
decor. Vooral de evolutie, het leerproces en de zoektocht
als auteur waren de leidraden. Het was geen expo om
te bewijzen hoe fantastisch Loisel als auteur wel
was, maar eerder vanwaar hij kwam en welk parcours
hij had afgelegd. Ook persoonlijke foto's (van zijn
moeder, van hemzelf in communiekleed,...) kwamen aan
bod. Hoe verder Blaise zijn vader door de expo gidste,
hoe meer de auteur overmand raakte door emoties. Op
het einde vielen ze in elkaars armen en huilden een
eind weg. Omstanders keerden hun rug naar vader en
zoon om de twee hun moment intimiteit te gunnen. Ook
de organisators van het stripfestival waren verrast.
Het werd tot dat jaar de best bezochte expo ooit sinds
het ontstaan van het festival.
Faits divers (Peter
Pan):
• De film Neverland uit 2004 met Johnny
Depp in de rol van James Matthew
Barrie vond Loisel archislecht. Hij geloofde
er geen moment in. De Hollywood-voorstelling klopte
trouwens voor geen meter met de historische werkelijkheid.
• Op een dag vroeg Serge Le Tendre aan
Loisel hoe Peter van het eiland naar Londen komt en
vice versa. In de tekenfilm kwam dat ook niet echt
aannemelijk ter sprake. Maar Loisel interesseerde
zich niet voor het brengen van een uitleg. Dat moest
de lezer maar invullen.
• Haak had het laatste album moeten
worden en zou negentig pagina's tellen. Loisel besloot
uiteindelijk om het in twee te kappen voor een extra
album. De lezers hadden anders nog eens vele jaren
moeten wachten op de ontknoping.
• De inkleuring van Haak gebeurde bij
gebrek aan een afgewerkt atelier in Montréal,
waar hij net naar verhuisde, grotendeels in de animatiestudio
van Sylvain Chomet in dezelfde Canadese
stad. Chomet werkte er op dat moment als regisseur
aan de tekenfilm Les Triplettes de Belleville.
Loisel en de animators kwamen bij gelegenheid elkaars
werk bekijken.
• Ondanks de veertien jaar dat hij ermee bezig
was, met de opofferingen en pijn die er dikwijls mee
gepaard gingen, vindt Loisel dat hij het nog aardig
heeft gered. Bernard Yslaire (Samber),
Laurent Vicomte (Het Land van
Langvergeten, Sasmira) en Lidwine
(eerste deel van de prequelcyclus van Op Zoek
naar de Tijdvogel) hadden volgens hem meer reden
tot zuchten.
• Loisel bewaart de beste herinneringen aan
de beginperiode van de reeks. Pas met album 3 of 4
begon hij ritme te verwerven. Een jaar doorwerken
aan het album en vervolgens een jaar rust. Nadien
heeft hij dit ritme verloren, er meer afstand van
genomen en er zelfs onder geleden door vijftig dingen
tegelijk te willen doen en ze ook effectief uit te
voeren. Maar het is toch nog goed uitgedraaid.
• In Peter Pan is er niet echt een
intrige aanwezig. De reeks evolueerde à
l'improviste, deel per deel, scène per
scène. Het liet Loisel toe om met nieuwe ideeën
te goochelen. De afwezigheid van een solide intrige
werd goedgemaakt door het brengen van een soort logica
in het personage van Peter Pan of een plausibele achtergrond
en psychologie te bedenken voor hem. En dàt
was Loisels hoofdbekommernis. Zijn motor was het ontbreken
van liefde bij de personages. Elke actie bracht een
andere in beweging waarrond het verhaal van een album
zich ontwikkelde. In deel 1 was dat de ontmoeting
tussen Peter en Tinkelbel, Opikanoba was
goed voor Peters confrontatie met zijn angsten, deel
3 slachtofferde Pan en liet Peter terugkeren naar
Londen, deel 4 bekende Peters schuld aan de dood van
Pan, in deel 5 kwam het vaderschap van kapitein Haak
ter sprake en in deel 6 zijn de gevolgen van alle
voorgaande acties op het lot van de personages van
belang. Uiteindelijk is Peter Pan een opeenvolging
van anekdotes die op elkaar gestapeld werden met nu
en dan een markeerpunt. Loisel vergeleek deze manier
van vertellen met de films van Lelouch
of de film Magnolia.
• Loisel beschouwde Tinkelbel wel eens als een
tijgerin die venijnig uit de hoek kan komen om haar
kroost te verdedigen. Per slot van rekening was het
Tinkelbel die 'haar' Peter uitkoos om naar het eiland
mee te komen. Peter heeft voor haar een speciaal plekje
in zijn hart. Ze zijn elkanders partners en medeplichtigen.
Vanuit Tinkelbels positie is er ook een overdaad aan
jaloezie mee gemoeid terwijl Peter haar in een bepaalde
mate verleidt of daar een weg naar zoekt door haar
te vleien.
• Dat ze in Rose, die ze later koudweg zal vermoorden,
een rivale ziet, is niet nodig. Loisel omschreef haar
als een toekomstig moederfiguur, een zorgzame vrouw
die een conventioneel beeld van de liefde aanhoudt.
Zij is niet gemaakt voor het avontuur. Het enige wat
haar interesseert, is moedertje spelen. Alleen wedt
ze met Peter op het verkeerde paard want hij heeft
geen enkele zin om vader te zijn. Dat zou betekenen
dat hij groter moet worden. Peter is een eeuwig kind
dat weigert groter te worden.
• Een interviewster vergeleek Rose en Tinkelbel
treffend met respectievelijk Minnie Mouse, de ideale
echtgenote, en Daisy Duck, de eeuwige verloofde. Of
ook nog het geluk versus de passie.
• Alle vrouwen die het erover hebben met Loisel
bekennen dat ze erg van zijn Tinkelbel houden. Het
is geen onbereikbare, stereotiepe schoonheid. Ze komt
niet overeen met het canon dat met een traditionele
schoonheid te maken heeft. Deze vrouwen hebben de
indruk dat ze op Tinkelbel lijken. Dat zullen ze minder
vaak zeggen over de vrouwen van Manara,
Serpieri of Dany.
• Bij de laatste scène waarin Peter voorkwam
heeft Loisel nog een traantje moeten wegvegen die
op de plaat was gevallen.
• Om het einde van Peter Pan na veertien
jaar te vieren, organiseerde Loisel een groot feest
in zijn atelier in Montréal.
• Deel 6 verscheen in een oplage van driehonderdduizend
exemplaren.
• Met alle goede bedoelingen koos de uitgever
van Vents d'Ouest voor de uitgave
van Het Lot voor het meest luxueuze papier.
De drukker had hem nochtans verwittigd dat de kleuren
van Loisel zich niet leenden voor deze papiersoort.
Ook alle voorgaande delen werden herdrukt op dit papier.
Het resultaat was dat alle kleuren fletser werden.
Zelfs het zwart werd een soort donkergrijs.
• Voor de lancering van deel 1 werd een kortfilmpje
gemaakt waarin Peter werd achternagezeten door de
honden. Het filmpje werd op video gezet en verspreid
naar Franse stripspeciaalzaken en de pers. Loisels
zin om een soort cinematrailer te maken zou pas met
deel 6 volwaardig verwezenlijkt worden. Financieel
zou hij zelf instaan voor de fabricatie en de uitgever
voor de verspreiding en marketing. In samenwerking
met de jonge cineast Nicolas Boutruche
zou hij de eerste trailer met echte acteurs maken
naar een stripverhaal. De Franse cinema's zonden het
in 2004 uit als promo voor het laatste album. Het
filmpje zorgde helaas voor geen significante meerverkoop,
maar een van Loisels dromen was uitgekomen.
• Loisel verbaasde zich wel eens over de leeftijd
van zijn fans voor Peter Pan. Hij ontmoette
jongetjes van tien jaar die zich fan noemden en hem
zelfs pertinente vragen stelden die te maken hadden
met het universum van Peter Pan en de psychologie
van de personages. Zij lezen Peter Pan natuurlijk
op een heel ander niveau als oudere lezers, die elk
weer hun eigen interpretatie kunnen maken.
• Loisel beweerde dat Peter Pan misschien
meer mannen aanspreekt dan vrouwen. Een jongetje dat
weigert groter te worden?... Vrouwen staan volgens
hem beter met hun voeten op de grond.
• Dat de ware schat nooit bekend werd gemaakt,
vond Loisel nodig om de lezer niet te ontgoochelen.
Het is wat een lezer er zelf voor waarde aan wil geven.
Elk andere onthulling zou niet beantwoord hebben aan
de verwachtingen van de lezer. Zelfs Loisel weet in
feite niet wat de schat in wezen is. Enkel Haak neemt
aan dat het een klassieke schat is met gouden muntstukken.
• Een deel van zijn dikwijls fanatieke lezers
kunnen het Loisel nog steeds niet vergeven dat Tinkelbel
— een geliefd personage — Rose doodde.
Op een gewelddadige manier dan nog. Ondanks haar hevige
karaktertje, sloten vele lezers haar in hun striphart.
Anders is het gesteld voor kapitein Haak, ook een
sterk personage, maar zijn buste bij beeldjesmaker
Attakus verkocht niet goed. Tinkelbel
in 3D uiteraard wel.
• Hoewel vrouwelijke lezers de fysieke verschijning
van Loisels dametjes weten te appreciëren, lijken
ze niet stil te staan bij het gegeven dat àlle
vrouwen en meisjes in Peter Pan een slecht
karakter hebben, al is het maar op het vlak van de
jaloezie. Rose is de enige uitzondering. In wezen
neemt ze de rol van Wendy uit het boek over.
Faits divers (Rode
Handen):
• Kundall is genoemd naar Kundalini, volgens
de Indische traditie de god van de fantasie en dat
kan zich zowel manifesteren in dromen als nachtmerries.
• Hutchinson, de man die Mary,
het laatste slachtoffer van Jack the Ripper, volgde
in Rode Handen, heeft echt bestaan. Op zijn
getuigenis steunt de meest aangenomen voorstelling
van Jack als een dokter. Hutchinson, Jack, Peter en
Mary. Alle personages zijn aanwezig voor een moord
en een resem hypotheses.
• Hoe eenvoudig de cover van Rode Handen
ook lijkt, toch was de klus niet op één-twee-drie
geklaard. Loisel heeft daar enorm veel tijd in moeten
steken. Minstens vijftig tekeningen waren nodig om
tot deze cover te komen. Het probleem zat hem in de
semirealistische en realistische technieken die Loisel
combineert en hanteert. Hoe minder elementen, zoals
de grote close-up voor deze cover, hoe moeilijker
het wordt om het zeuren met de realiteit niet te vergroten.
Hoe dan ook moest de blik primeren. De blik vindt
hij het belangrijkste in een tekening. En dat Loisel
gezeurd heeft, is duidelijk te zien aan het voorhoofd
van Peter. Het loopt véél te hoog door.
• Rode Handen is opgedragen aan Loisels
broer Lionel. Hij overleed enkele
maanden vooraleer het album uitkwam. Lionel hoopte
dat Peter Pan een happy end zou krijgen.
Maar zelfs papieren personages kunnen zich niet onttrekken
van hun lot.
• Ten tijde van Rode Handen was Loisel
naar Touraine, dichtbij Loches, verhuisd. Dat de vele
verhuizingen van Loisel wel eens gevolgen hadden voor
de voortgang van een album is aan te nemen. De cover
van Haak bijvoorbeeld, tekende hij op kartonnen
dozen die bestemd waren voor zijn nieuwe huis en atelier
in het Canadese Montréal.
• In de eerste twaalf platen was Loisel vergeten
de handen van Peter rood te kleuren. De platen waren
al naar de fotogravure gestuurd om ze in te scannen
en te bewerken. Op het allerlaatste moment konden
ze nog teruggestuurd worden zodat Loisel ze kon corrigeren.
• In dit verhaal komt Peter de dood te weten
van Pan. Een vriendin van Loisel merkte op dat de
scène haar aan het huilen bracht, maar dat
de tekst overbodig was omdat de emotie voor zich sprak.
Loisel gaf haar gelijk en retoucheerde de plaat voor
een latere herdruk.
• Het taaltje van de indianen is een verzinsel
van Loisel. Toch deed hij de moeite om er een geloofwaardigheid
aan te schenken om het echt te doen klinken. Er zijn
zelfs zinsconstructies te ontleden. Tijdens het schrijven
van de dialogen, sprak hij de indiaanse teksten luidop.
• Het is ook in dit verhaal dat Haak zijn arm
verliest en dus pas vanaf nu Haak kan genoemd worden.
Nooit op gelet dat Loisel Haak tevoren nooit zo genoemd
heeft? Het bleef bij het neutrale "kapitein".
• De triomfkreet van Peter"Cocoricoooo"
is in het hele verhaal de enige referentie die hij
rechtstreeks uit de roman van Barrie heeft gehaald.
• Na Rode Handen zou het vier jaar
duren tot hij het volgende album zou kunnen afwerken.
Na deel 4 kreeg Loisel namelijk het ene interessante
voorstel na het andere. Net zoals bij de andere albums
nam hij ook een sabbatjaar waarin hij andere projectjes
kon uitwerken, maar dat ene jaar werden er heel wat
meer. Er was de tekenfilm Atlantis en de
conceptuele uitwerking van het game Gift.
Dat spel was bedoeld als een project van anderhalve
maand, maar het werd uiteindelijk anderhalf jaar.
Aan de fillm Le Petit Poucet (Klein Duimpje)
van Olivier Dahan zou hij niet meer dan schetsen maken
voor de hoofdpersonages. Dahan vroeg hem of hij niet
ook wilde meewerken aan het storyboard. Na zijn sabbatjaar
was er dus geen enkel van deze projecten beëindigd.
Begin 1998 begon hij alsnog met Haak én
het scenario voor Pyrenee met Sternis
én de inklleuring van een nieuwe Op Zoek
naar de Tijdvogel door Lidwine.
• Het is na deze drukke periode dat hij verhuisde
naar Montréal in 2001. Hij kocht er in april
2001 een huis tijdens een vakantie. Omdat zijn kinderen
toen nog school liepen, wilde hij het jaar afwachten
om te verhuizen. Met de Canadese douane zou hij nog
problemen ondervinden. Zijn rijke wijnvoorraad werd
onderschept. Om deze te kunnen recupereren, had hij
extra geld nodig.
• In 2002 gaf Arboris een herdruk
uit van het eerder bij Blitz verschenen
album. Als extra werd er een katern van zestien pagina's
met potloodschetsen en voorstudies aan toegevoegd. |
|