D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Yslaire
(Bernard Hislaire)
Scenarist:
Balac (Yann = Yannick Lepennetier)
Uitgever:
Glénat
Collectie:
Prestige
Eerste druk: 1986
Oorspronkelijke titel:
Sambre 1: Plus ne m'Est Rien...
Uitvoering:
HC, kleur |
|
Plot:
De onmogelijke liefde tussen Bernard Samber,
zoon van een gegoede maar gestoorde familie,
en Julie, een uitgestoten, zigeunerachtige stropersdochter
met bloedrode ogen in het Frankrijk van de 19de
eeuw.
Topwaardering:
Daar waar Hislaire in het weekblad
Robbedoes nog de zwart-wit reacties
"Ik hou er niet van" of "Ik vind
dit enorm goed" losweekt bij de lezers
met zijn romantische Frommeltje en Viola,
slaat hij onder het pseudoniem Yslaire
bij het verschijnen van het romantisch-dramatische
Samber 1 een heipaal van jewelste in
het striplandschap. Zijn tekenstijl schaaft
hij voor dit hooggewaardeerde liefdesepos bij
tot een meer realistische variant. De historische
context en de karaktervolle typering van de
personages zorgen voor een grote geloofwaardigheid...
of tenminste voor een grote bereidheid tot geloofwaardigheid.
Het doordachte kleurgebruik is dan nog niet
het laatste compliment dat we bij dit album
kunnen plaatsen.
Aantal genomineerde
albums van Yslaire/Hislaire: 5/404
Aantal genomineerde
albums van Balac/Yann: 3/404
|
|
|
Weetjes:
Aanvankelijk zetten Yslaire en Balac
(= Yann) de serie Samber
op als een project voor 120 pagina's. Bij de
uitwerking van dit eerste deel merken ze dat
de geplande start veel meer in beslag zal nemen.
De auteurs opteren dan maar voor een vier- of
vijfluik, maar dat zal anders evolueren •
Zowel Yslaire (in 1975) als Yann (in 1974) debuteren
in Robbedoes met een Vrij Vel,
twee pagina's waarin debutanten min of meer
carte blanche krijgen voor een eigen stripverhaal.
Ook Conrad, Frank
en bijvoorbeeld Kamagurka zien
we op deze pagina's debuteren • Tussen
Frommeltje en Viola (waarvan het vierde
verhaal nooit is voorgepubliceerd in Robbedoes
en later — EEN SCHANDE! — ook nooit
in een Nederlandstalig album) en Samber
ligt de concipiëring van twee andere projecten.
Lulu Chine is een triest, magisch-realistisch
en zelfdestructief verhaal over een jonge vrouw
die koste wat het kost naar China wil. (A
Suivre), de Franse variant van Wordt
Vervolgd, aan wie Lulu Chine wordt
aangeboden, weigert het verhaal. De 4,5 uitgewerkte
pagina's duiken later op in de albumpublicatie
La Bande à Renaud bij uitgeverij
Guy Delcourt. Het andere project
is de gewelddadige en barokke ridderstrip Tannenbaum
dat bedoeld is voor het geplande stripblad L'Aventure.
Aan het blad zouden ook Yann en Conrad, Cossu,
Berthet, André
Geerts, Frédéric
Jannin, Yves Schlirf
en Alain De Kuyssche deelnemen.
Het project raakt nooit van de grond •
De zwart/rode kleurschakeringen staan respectievelijk
voor de dood en de liefde. In de compleet heringekleurde
en deels hertekende versie in 2003 wordt het
contrast nog sterker doorgetrokken • Het
antropologische essay "De Oorlog der Ogen"
van het personage Hugo Samber sluit nauw aan
bij de werkelijke racistische theorieën
uit die tijd • Yann is geen Belg en is
een vreemde eend in deze bijt. Hij is geboren
in Marseille, maar woont al vele jaren in Brussel
• De samenwerking tussen Yslaire en Yann
duurt niet langer dan het eerste deel en de
pagina's 1 tot 3 en 26 tot 46 van deel 2, dat
Yann drie of vier keer heeft moeten herschrijven
van Yslaire. De reden voor het stopzetten van
hun gebundelde krachten is omdat ze allebei
anders tegen de serie aankijken. Yann ziet het
eerder als een feuilleton en Yslaire als een
roman • De 19de eeuw is volgens kunst-
en andere cultureel verheven middens de Eeuw
van de Romantiek • Het personage Bernard
heeft dezelfde voornaam als de tekenaar Bernard
Hislaire, een ideetje van Yann • Samber
is doordrongen van de sfeer van de Franse schrijver
Victor Hugo, de auteur van
onder andere Les Misérables en
De Klokkenluider van de Notre Dame
en een favoriet van Yslaire. Verschillende zinnen
komen rechtstreeks uit de boeken van Hugo, maar
ook uit romans van de Franse schrijvers Lamartine
en Nerval • Het pseudoniem
Balac koos Yann om in de eerste plaats geen
verwarring te scheppen met zijn andere werk
voor bijvoorbeeld De Onnoembaren, de
homo-parodie Bob Marone en ander humoristisch
werk. Balac lijkt op Balzac,
alweer een Franse schrijver, en is bovendien
de familienaam langs moederskant • De
naam van het geslacht Samber kwam er door de
geplande titel: Sang (bloed), maar
dat vonden de auteurs te expliciet. Yslaire
laat zich meeslepen en rijmelt er op los, eerst
met behulp van het woordenboek, later door gedachtensprongetjes:
sang... sans... cendre... sombre... Sambre!
• Het huis van de Sambers is gebaseerd
op het huis van Yslaires toenmalige vriendin
in de versie van Yann of het huis van Yslaires
kindertijd volgens hemzelf • In Yanns
alternatieve versie van deel 4 zouden Bernard
en Julie sterven op het kerkhof van Père
Lachaise, gefusilleerd door revolutionairen
van de Commune. Ze zouden gelukkig sterven omdat
ze eindelijk samen zijn na een bijna hopeloze,
dramatische zoektocht in deel 2 en 3 met de
drie Franse revoluties op de achtergrond •
Op aangeven van Yann kleurt Yslaire de ogen
van Julie aanvankelijk groen. Maar dankzij het
zwart/rood gekleurde album De Kakkerlakkenkiller
van Jacques Tardi ontwikkelt
Yslaire een fetisj voor de kleur rood •
De titel Minder is Meer is een regel
uit een gedicht van Alfred de Musset
dat hij schrijft na zijn scheiding van George
Sand • Je zou het niet durven
vermoeden als je originele schetsen of reproducties
ervan ziet, maar Yslaire werkt voor zijn figuren
nooit naar model, altijd alles uit het hoofd
• In een speciale stripfigurenreeks staat
ook Julie in 1987 of 1988 te pronken in de Franse
Playboy. Bernard houdt op de achtergrond
een oogje in het zeil • Is het je ooit
opgevallen dat Sambers en Julie's ogen en haarkleur
elkaars negatief zijn? • Het Samber-epos
zou volgens planning uit maximum twaalf delen
bestaan (de vier verschenen delen van de eerste
cyclus en acht delen van de huidige, tweede
cyclus), met parallel daaraan misschien een
verhaal over de jeugd van Hugo Samber •
In Un Harem de Papier uit 2004 bekent
Yann het volgende: "In het midden van de
eerste episode leed Hislaire
lange tijd aan een depressie. (...)
Hij verdween twee weken lang zonder een teken
van leven te geven, terwijl de voorpublicatie
van Samber al liep in Vécu.
Filippini kwam steeds vaker
langs in het atelier. Hij zocht nieuwe pagina's
omdat de voorpublicatie al begonnen was. Van
vier pagina's per maand moest hij overschakelen
naar twee, vervolgens één... Woedend
dreigde hij ermee het verhaal te onderbreken.
Ik wist niet wat te antwoorden. Christian
Darasse, die de decors tekende, was
er ook en gelukkig had Bernard nogal wat potloodtekeningen
en half geïnkte prenten gemaakt. Darasse
en ik hebben dan samen twee pagina's gemaakt
naar zijn tekeningen. Het was een scène
op een kerkhof en omdat Darasse er al decors
voor had getekend, volstond het om deze te monteren,
voorgaande prentjes te kopiëren en te herschikken.
Zelf heb ik de kiezelstenen op de grond getekend
om Darasse te helpen en verder heb ik de armen
van Julie afgeknipt en ze uit een grafkelder
laten komen om de held te grijpen, enzovoort.
We hebben de platen zo ingediend. Toen Bernard
terugkeerde, ongelukkig, overtuigd van het onvermijdelijke
en de stopzetting van Samber, hebben
we hem gezegd dat de serie werd voortgezet alsof
er niets geburd was. De bewuste pagina's staan
nog steeds in het album..." Yslaire
omschreef hij eerder in het boek als een fascinerende,
geniale tekenaar die toen onder andere een jeans
droeg in roze fluo. Yann beweert ook dat het
zijn idee was om voor Samber de realistische
toer op te gaan met een sober kleurenpalet,
bleke aangezichten, rode kleurtoetsen,... Niettemin,
de pagina's met het knip- en plakwerk waarvan
sprake zijn de platen 22 en 23. |
|
|