|
De eerste uitgave uit 1977 verscheen bij Casterman. Dit is de cover van een latere herdruk waarvan de lay-out geüniformiseerd werd. |
Anderhalf jaar na het beëindigen van De Zoon van Spartacus start in Kuifje/Tintin het nieuwe verhaal Het Spook van Carthago. Het loopt van nummer 40 in 1976 tot nummer 3 in 1977.
Wanneer De Prins van de Nijl een eerbetoon is aan de biografische roman Mémoires d'Hadrien (een denkbeeldige autobiografie van de Romeinse keizer Hadrianus uit 1951) van de Belgische schrijfster Marguerite Yourcenar (1903-1987), is Het Spook van Carthago er een aan de roman Salambô van Gustave Flaubert (1821-1880). Jacques Martin is gepassioneerd door de roman en leest hem regelmatig (om de twee jaar) opnieuw. Hij verbeeldt zich een jonge vrouw, die twee eeuwen na de huurlingenopstand hoopt een nieuwe Salambô te zijn.(1) Het verhaal speelt zich af in Carthago en geeft aan Martin de kans om verwijzingen in te bouwen naar vroegere verhalen die zich eveneens in Carthago afspeelden.
Het verhaal opent met een scène waarbij Alex en Enak poseren voor een beeld van hen. De beeldhouwer weet niet wie de opdrachtgever is. Tijdens de nacht zien ze een lichtend verschijnsel in de ruïnes van de oude stad en wordt een Romeinse soldaat gedood. 's Anderendaags brengen ze een bezoek aan het huis van Lydas (zie ook Het Vervloekte Eiland). Daar ontmoeten ze Eschoem. De stem en de ogen van Eschoem komen Alex bekend voor. Tijdens de terugtocht naar huis zakt Alex ineen. De (schijn)dode Alex wordt naar zijn verblijf gedragen. Eschoem zal onder druk van tribuun Corus Maler een drankje toedienen waardoor Alex gered wordt.
|
Een lichtend verschijnsel in de ruïnes. |
Alex trekt naar de ruïnes om het geheimzinnige licht te ontraadselen. Enak verdwijnt. Alex merkt 's nachts dat een "lichtdrager" uit een put komt. Hij gaat op verkenning in de put en valt. Hij vindt een doorgang en komt in de ondergrondse gangen van de Carthagers terecht. Hij komt bij Samthô, priesteres van Tanit (de maan). Zij ontfermt zich over Alex. Ze wil samen met Alex vertrekken en wil als bescherming "de mantel van Salambô" meenemen. Alex verzet zich daartegen, maar ze doet het toch en verongelukt daardoor als ze uit de put trachten te ontsnappen.
|
De vlucht van Samthô. |
Thuis treft Alex Enak aan die verdoofd was toen hij een steen met het glanzende schijnsel zag. Hij heeft het voorwerp in zijn tuniek meegenomen en in een vaas gestopt. Wanneer hij dat wil tonen, is de glanzende steen verdwenen.
|
Enak vervoert het gevaarlijke metaal. |
Corus Maler wil de ruïnes en overblijfselen van het oude Carthago vernielen. In het huis van Lydas vindt Alex een doorgang die naar de ondergrondse stad leidt. Daar vindt hij de grootvader van Samthô. Die doet het verhaal van wat er gebeurt. De Carthagers waren in het bezit van "orichalcum", waardoor Carthago een machtige stad werd. Na de vernietiging van de stad door de Romeinen zijn de Romeinen op zoek gegaan naar het metaal zonder het te vinden. Rafa (zie De Zwarte Klauw) en zijn broer Eschoem weten van het metaal. 's Nachts wordt het orichalcum door de geheimzinnige metaaldrager naar de haven gebracht.
|
Oorsprong van het orichalcum. |
Alex brengt verslag uit bij Corus Maler, die verdergaat met de vernielingen. De metaaldrager duikt op en daagt Alex uit. Het is Brutus (zie Het Etruskische Graf) van wie het gezicht verminkt is door de arend. Hij beweert dat de roofvogel geen teken was van de uitverkiezing van Octavianus, maar dat het een gedresseerde roofvogel was.(2) Tijdens een storm vaart het bootje uit en wordt de lading op een groter schip overgeladen. Maar het schip wordt naar de oude haven gedreven, met een enorme ontploffing tot gevolg. Alex en Enak, die vooraf een schuilplaats in een gewelf hadden gezocht tegen de storm, overleven de ramp. Het orichalcum is verloren.
|
De metaaldrager is de verminkte Brutus Tarquinius uit Het Etruskische Graf. |
De mantel van Tanit en de mogelijkheid met die mantel ongehinderd te kunnen vertrekken, komen rechtstreeks uit de roman. Martin verhaalt de kracht van de mantel.(3) Hij brengt ook de inname van Carthago door de Romeinen in beeld, met de offers aan de god Moloch (zie Het Vervloekte Eiland en Het Etruskische Graf) en vertelt de mythe van het omploegen en bestrooien met zout van de stad Carthago.(4)
In het verhaal introduceert Martin het legendarische (of mythische) orichalcum dat radioactief is. Het wordt bewaard in loden kisten, Enak verbrandt er zich aan. Hij verwijst naar Plato en verklaart dat het metaal het resultaat is van een inslaande meteoriet in Egypte.(5) Het metaal is zo explosief dat het de haven vernietigde.
|
De ontploffing van de haven. |
Casterman gaf het verhaal, na beëindiging in het weekblad, in 1977 uit. Ook dit verhaal is één aflevering van de tekenfilmreeks.
|
Illustratie van de titelpagina. |
GERAADPLEEGDE BRONNEN
- Avec Alix: L’Univers de Jacques Martin (Thierry Groensteen, Alain De Kuyssche & Jacques Martin, Casterman, 2002, p. 139)
- Valérie Mangin gebruikt dit thema in het eerste verhaal van Alex Senator.
- Alex 13: Het Spook van Carthago, p. 23-24
- Alex 13: Het Spook van Carthago, p. 4-6
- Alex 13: Het Spook van Carthago, p. 39
|