In
het dikke Robbedoes-vakantienummer 1834
(1973) was onderstaand kortverhaal van negen pagina's
een attractie. In het sprookjesachtige landschap
van Bretagne, de streek met de hunnebedden en de
menhirs, ontmoeten de hoofdpersonages van Jean-Claude
Fourniers grootste reeksen elkaar. Enerzijds zijn
dat Bizu en de Schnokbul uit Fourniers debuutreeks
Bizu en anderzijds uiteraard Robbedoes
en Kwabbernoot. Ze beleven samen een avontuur nadat
kwabbernoot in een Lomig (een roze creatuur) wordt
getransformeerd omdat hij een plaatselijk afgodsbeeld
bespotte.
|
ournier
kwam in Robbedoes en Kwabbernoot minder
sprookjesachtig uit de hoek dan van hem werd verlangd.
Voor een vakantieverhaal als tussendoortje liet
hij alle remmen los en overschreed de grenzen van
zijn toegewezen reeks met zijn eigen reeks.
