PAGINA 56
ER IS EEN CAMEO
IN ROBBEDOES (3)

et het tekenen van Guust Flater beleefde Franquin op de duur meer plezier dan met Robbedoes en Kwabbernoot. Op een dag moet je kiezen en dan valt er een weg. Sporadisch dook Guust op in Robbedoes en Kwabbernoot, meestal als storende factor.


Klik op de afbeelding voor een grotere versie.

Guusts eerste gastoptreden in de reeks gebeurt in De Bezoeker uit de Oertijd (1957, hetzelfde jaar van zijn geboorte ). We zien 'm de krant lezen terwijl hij op de fiets en ondertussen door het rood licht rijdt. Hij wil natuurlijk alles weten over de dinosaurus die in Rommelgem is gesignaleerd. De politieman kan er niet mee lachen en fluit driftig op zijn fluitje. De man rechts naast de flik kijkt verbijsterd. Het resultata laat zich gelden. Op de pagina erna is Guust van zijn fiets gedonderd. Zijn fiets is helemaal verhakkeld, maar hij heeft wel al pleisters op het hoofd. Ook zijn nu nog onafscheidelijke sigaret steekt tussen de lippen.



Om een of andere reden heeft Guust een gans op het bagagerek van zijn fiets waarmee hij nog in Een Rustige Vacantie (1957-1958) maar eens door het rood licht rijdt en zo Kwabbernoot en Robbedoes met hun Tarbot de weg afsnijdt.


Op het eind van hetzelfde verhaal zwenkt hij een straat met eenrichingsverkeer in en knalt op de Tarbot 2 die Robbedoes en Kwabbernoot nog maar net hebben gekregen van ontwerper Kogels. De wagen is een cadeautje van sjeik Ibn Mah-Zoet. De blikschade beperkt zich tot de fiets van Guust.



Hoe het brein van Guust soms rare kronkels maakt, is te lezen in Boeven op de Kermis (1958). Op een kermis komt hij Robbedoes tegen die net op het spoor is van gangsters die een kind hebben ontvoerd. Robbedoes wil liever niet herkend worden (wat volgens ons toch niet evident is met dat malle, rode pakje van hem) en scheept Guust af. Robbedoes beschouwt hem blijkbaar als een sufferd en daar is wel wat van aan. Lees hoe Guust denkt dat de Robbedoes die hij tegenkwam een dubbelganger is. En omdat die dubbelganger hem aanspreekt met Guusts voornaam concludeert de verwarde antiheld dat de vermeende dubbelganger misschien zelf ook een vriend heeft die Guust heet en die een dubbelganger van hem is!
Verder in het verhaal interpelleren gangsters Guust naar diens omgang met Robbedoes. Hij wordt meegenomen in een wagen om hen de weg te wijzen naar Robbedoes' woonst, maar hij vindt de weg niet terug, laat de gangsters reddeloos verloren rijden in een doodlopende straat waar de politie hen kan vatten... Alleen menen de dienders dat Guust een van de gangsters is.



Over het tafelbier Piedbœuf hadden we het al op de vorige pagina. Het biermerk betaalde om Guust te laten opdraven in een reeks van twaalf gags. Sluikreclame (of product placement avant la lettre) pleegde Guust in Z van Zwendel (1959). We zien aan de kant van de weg een reclamebord met zijn tronie op. De letters "Pied-" van Piedbœeuf zijn nog net te lezen.



Het verhaal Bravo Brothers (1966-1966) is eigenblijk een half verhaal van Guust. Het is een drukte van jewelste op de redactie van Robbedoes. Op de koop toe vond Guust geen beter verjaardagscadeau voor Kwabbernoot dan drie circusapen. De beestenboel is compleet. Wellicht is dit een van de grappigste verhalen ooit gemaakt.



Een overspannen Kwabbernoot is in Hommeles in Rommelgem (1967-1968) de zenuwinzinking op de redactie van Robbedoes nabij. De oorzaak is Guust. Robbedoes kan het niet meer aanzien en sleurt zijn vriend mee naar Rommelgem voor welverdiende rust. Ook voor Franquin kwam er na dit verhaal wat meer rust want hij besloot niet lang erna met de serie te kappen.



Franquin tekende nog zelf de Marsupilami in Jean-Claude Fourniers eerste album De Goudmaker (1969). In het verhaal komt ook Guust Flater voor, zij het enkel in een gedachteballon van de graaf van Rommelgem. De gevangengenomen graaf is geacht het tegengif te kennen voor de Zwendelgolf waar een van de schavuiten in dienst van Wiebeling het slachtoffer van is geworden. In plaats van hem het tegengif te geven, dreunt hij een van Guusts beruchte recepten op. Wonder boven wonder werkt het brouwsel nog ook!



Het niet in album uitgegeven kortverhaal Vrolijk Kerstfeest, Papa! (1971) was een hommage van Fournier aan Franquin. Let op de outfit van Franquin: helemaal Guust Flater! Ook de uitspraak "Nou moe?" is ontleend aan zijn bekende stripcreatie.



In het kortverhaal De Valse Falsaris, dat oorspronkelijk verscheen in de de Franquin-special Robbedoes+ van 16 juni 1983 en staat opgenomen in het album De Jeugd van Robbedoes (1987), draait alles om een vals nummer 5 van Guust. Toen kende de reeks effectief geen nummer 5 omdat de eerste vijf delen halve albums waren en de nummering doorliep vanaf nummer 6 op gewoon albumformaat. Dupuis besloot na verloop van tijd om de dan uitverkochte halve albums opnieuw uit te brengen op gewoon albumformaat. Er was net voldoende materiaal om de nieuwe nummers R1, R2, R3 en R4 (dat grotendeels bestaat uit geïllustreerde redactionele teksten) mee te vullen. Een nummer 5, Het Zware Verleden van Guust Flater, met voorheen onuitgegeven gags kwam er pas veel later in 1986.
In 1983 was dat album dus nog niet aan de orde, maar misverstanden waren er plenty. Verschillende illegale albums of ook wel spookalbums of piratenalbums genoemd met het nummer 5 staken de kop op. Over dat fenomeen hadden Tome en Janry het in De Valse Falsaris waarin een snoodaard Franquin-verzamelaars bezoekt om aan hen het valse nummer 5 aan te bieden.
Dit kortverhaal begint op de redactie van Robbedoes waar Guust niet in beeld komt, maar wel aanwezig is. Dat blijkt uit het gevloek van Pruimpit en de lach van Guusts meeuw die een prent later ook over het hoofd van toenmalig hoofdredacteur Thierry Martens vliegt.


Klik op de afbeelding voor een grotere versie.

Vooraleer ze zich aan het grotere werk togen met Alarm! Zwendeltuig! (2010) publiceerden Yoann en Fabien Vehlmann eerst nog wat losse verhaaltjes. In het verjaardagsnummer 3653 van het zeventigjarige weekblad Spirou van 16 april 2008 verscheen het acht pagina's tellende kortverhaal Back to the Rédak waar we later op terugkomen. Op de laatste prent van pagina 2 moet je eens heel goed letten op een figuurtje op de achtergrond. In de zetel zit De Mesmaeker die met een laptop en wellicht een contract in de weer is. Pruimpit kijkt goedkeurend toe. Is het contract eindelijk getekend? Achter hen staat Guust Flater. Zijn haren zijn netjes gekamd, hij draagt zelfs een pak! Ook hij kijkt tevreden. Wellicht maakt hij nu deel uit van het kader van uitgeverij Dupuis...