PAGINA 44
ROBBEDOES ROOKT

e kunnen ons Kwabbernoot haast niet voorstellen zonder zijn onafscheidelijke pijp, al zie je 'm die niet vaak meer roken na Franquins periode. Robbedoes rookte ook. Eén keer, en zijn leven ging ervanaf. Of liegt hij?



Robbedoes is zonder zonde. Vandaag is het geen bon ton meer om fictieve personages te laten roken, zeker als het verhalen betreft voor de jeugd. Dat gold net zo goed in de periode van De Schuilhol van het Zeemonster (1954-1955). Bovendien werd Franquin kritischer wat het gebruik van snelle wagens en tabak aanging. Zelf rookte hij ook jarenlang sigaretten en lurkte aan een pijp. Later ging hij steeds meer tekeer tegen roken. Op de wekelijkse hoofding van Le Trombone Illustré, een bijlage van het Franstalige Spirou in 1977, kwam een verstokte roker voor die Franquin na verloop van een aantal weken liet sterven.
Maar wanneer Robbedoes tegenover John Helena alias De Moeraal komt te zitten in diens onderzeese schuilhol weigert hij een aangeboden sigaret, de 'laatste sigaret van de terdoodveroordeelde', niet. Hij denkt er tijd mee te kunnen winnen en overziet zijn kansen om Helena uit te schakelen.
Navraag bij verschillende personen gaf Franquin geen uitsluitsel over de mogelijkheid tot roken in een ruimte met samengeperste lucht. Zelf dacht hij van wel, maar hij speelde toch op veilig door Robbdoes al na één prent de sigaret uit zijn mond te laten halen. Robbedoes' eerste en laatste sigaret in de stripreeks duurde niet langer dan één trekje.



Nu gaan we echter voorbij aan het verleden van Robbedoes vóór de periode van Franquin. Op de cover van de allereerste verzamelbundel van weekblaadjes van Spirou zien we Robbedoes hangend aan een ballon en met een ferme sigaar in de mond. De combinatie van beide elementen kent een groot risico, maar kom. Deze bundel dateert van 1938. De coverafbeelding werd ook gebruikt voor de hierboven afgebeelde, tweede verzamelbundel van het weekblad Robbedoes.



Tome & Janry creëerden met De Kleine Robbe een kinderversie van de grote Robbedoes. In een van de gags in het eerste album jat Robbe uit het medicijnkastje van zijn opa een zakje tabak. Omdat zijn ouders toch de hele middag weg zijn, rookt hij een vetgerolde sigaret op met zijn vriendjes Vermieljoen en Nico Ponchbol. Terwijl de drie groen aanlopen, menen ze met topkwaliteit vandoen te hebben. Maar in plaats van tabak blijkt het om aromatische algen te gaan die opa steeds in zijn voetwater doet. Dus toch niet echt een eerste volwaardige sigaret.


En nu toch nog eens terug naar Het Schuilhol van het Zeemonster. Dit verhaal betekende een grote verandering in de werkwijze van Franquin. Tot dan toe improviseerde hij zijn verhalen bij elkaar, nog tijdens de productie ervan. Het ene verhaal volgde namelijk op het andere zonder tussenliggende pauze, jaren na elkaar. Improvisatie hield 'm scherp, maar afdwalen was steeds een gevaar. Hoe dan ook hield hij er toch niet van om trouw een scenario te volgen omdat 'm dat snel verveelde.
Voor Het Schuilhol van het Zeemonster nam hij voor het eerst notities vooraleer aan de uitwerking van de tekeningen te beginnen. Hij wilde een soort politieverhaal vertellen waarbij alles netjes zou samenvallen. Verwacht nu geen uitgeschreven scenario van pagina 1 tot de laatste pagina. Het hele scenario paste op één velletje met enkel het hoogstnoodzakelijke. De verhaallijn lag vast, improvisatie was nog steeds mogelijk.



Dan rest nog een wel zeer goed verborgen knipoogje in de naamgeving van John Helena. Franquin las diverse wetenschappelijke magazines en kende veel van de natuur. Bovenstaande schoonheid is een moeraal, in het Frans murène. In het Latijns heet deze vissensoort Muraena Helena Linnaeus. En daar heb je je oorsprong van John Helena / De Moeraal. Let ook op de gelijkenissen tussen de vergiftigde Helena en de schubben met vlekken van de vis op de foto. Zelfs de neus en open mond lijken op elkaar.