PAGINA 43
ROBBEDOES
EN DE AFRIKAANSE MARSUPILAMI

e wist wellicht niet dat er nog een andere Marsupilamisoort bestaat. De Marsupilamus Africanus is het Afrikaanse neefje van de Zuid-Amerikaanse, meerbepaald Palombiaanse Marsupilami. Even voorstellen.



Blondie en Blinkie
is een in 1939 gecreëerde reeks van Jijé waarvan de eerste drie avonturen tot 1941 in het godsdienstige blad Petits Belges verscheen. De invloed van Hergé was merkbaar. Na de Tweede Wereldoorlog verkasten de knapen naar Robbedoes. Victor Hubinon nam ze tussen 1947 en 1949 op vraag van een drukbezette Jijé van hem over. Er volgde een lang vervolgverhaal. In 1951 was Jijé weer aan de beurt die nog vijf extra lange verhalen uit zijn koker perste.
In het laatste verhaal, Vliegende Schotels uit 1954-1955, wil de steenrijke impressario Romeo Camarones de Marsupilami kopen om het dier toe te voegen aan de privédierentuin van mevrouw Camarones. Blinkie (het zwarte jongetje) vertelt dat hij daarvoor bij de buren moet zijn, maar de heren Robbedoes en Kwabbernoot zijn op reis, naar "Rommelgem in Heideland" waar Blinkie ze op vraag van Romeo opbelt. Uiteraard wil Robbedoes niets van het voorstel weten.
Franquin vond deze op verhaallengte gebrachte knipoog van zijn oude leermeester best amusant. Daarom tekende hij alle prenten met de andere kant van het telefoongesprek met Robbedoes en compagnie zelf. Zie de afbeelding hierboven.
Deze cameo kwam ook wel goed uit want de Marsupilami kwam niet voor in het voorgaande verhaal van Robbedoes en Kwabbernoot, Pas Op, Kwabbernoot! Lezers begonnen al ongerust te worden over de afwezigheid van het dier die weer helemaal aanwezig was in het verhaal Het Schuilhol van het Zeemonster.



Enige tijd later krijgt Blinkie een expressbrief waarin prins Pwa-Kassé uit een voorgaand verhaal laat weten dat hij een echte Marsupilami heeft ontdekt in Afrika. De prins heeft dierkundige Barbarossa aangesteld om het dier en de verschillen met de Zuid-Amerikaanse variant te bestuderen. Het belangrijkste verschil is dat de Marsupilamus Africanus geen staart heeft.... wat het dier nog zeldzamer maakt volgens Barbarossa. Hij voegt er zelfs aan toe dat de staart van de Palombiaanse Marsupilami een afwijking is. Het geliefkoosde voedsel zijn ook geen piranha's, maar wel pinda's. Vraatzuchtig en handvaardig is het beest eveneens.