PAGINA
42
ROBBEDOES EN
DE UITVINDINGEN (1)
n
een stripreeks met zoveel professoren val je over
de uitvindingen, de ene al meer geslaagd of met
dramatischer gevolgen dan de ander. Ook Kwabbernoot
heeft zich steeds van zijn vindingrijkste kant getoond.
Eerste deel van een overzicht van alle uitvindingen
in de reeks. De robotten laten we buiten beschouwing
want die komen elders al aan bod. |
Klik
op de afbeelding voor een grotere versie.
Ons overzicht starten we in de vrieskou in Robbedoes
bij de Eskimo's (1940-1941) door Jijé.
Een lange sledetocht van acht dagen moet Robbedoes
terug bij de blanken brengen. Maar omdat zijn
sledehonden er zonder hem vandoorgaan en de
slede te zwaar is om te blijven trekken, dient
hij zelf de uitdrukking "Wie niet sterk
is..." te vervolledigen door slim te zijn.
Met behulp van zijn ski's, skistokken (die als
mast dienen) en een deken knutselt Robbedoes
een snel zoevende slee met windzeil in elkaar.
|
Reizen we nu naar de stratosfeer waar Robbedoes
de planeet Zigomus bezocht. Een andere afbeelding
van het verhaal Robbedoes naar de Planeet
Zigomus (1943) van Rob-Vel hebben we helaas
niet. Naast een snikkende prinses Baba kan je
in de verte nog net het silhouet van de raket
zien die door professor Stratos is uitgevonden.
|
Klik
op de afbeelding voor een grotere versie.
In het Jijé-verhaal Robbedoes en
Kwabbernoot Reizen terug in de Tijd (1944-1945)
komt voor de eerste — en beslist
niet de laatste keer — een tijdmachine
in de stripreeks. Met het amateuristisch uitziende
toestel kan uitvinder Andreas Cosinus het verleden
doen herleven. Naar eigen zeggen verslaat hij
daarmee de radio en de televisie. Het toestel
werkt nog niet naar behoren. Een kudde oerossen
draaft nog rond door een vorige proefneming
en doen Robbedoes en Kwabbernoot vluchten. Zo
rennen ze naar het verleden, naar de tijd van
de oude Belgen waar ze Ambiorix ontmoeten. Ze
zullen met een andere versie van het toestel
ook nog in de "wereld der toekomst"
van 1973 belanden.
|
Klik
op de afbeelding voor een grotere versie.
In Robbedoes als Vliegenier (1944)
ontmoet onze piccolo de Rode Luchtduivel, een
getalenteerde piloot die Robbedoes verving in
een luchtshow omdat hij verkeerdelijk als de
echte piloot werd aanzien. Nadat Robbedoes het
prijzengeld overhandigt aan de Rode Luchtduivel
en 'm van de weeromstuit lid maakt van de Robbedoesclub
en de Robbedoes-Vliegclub troont de piloot Robbedoes
mee naar zijn huis waar hij werkt aan een nieuw
type vliegtuig.
|
Klik
op de afbeelding voor een grotere versie.
De piloot heeft ook nog andere uitvindingen
uitgebroed. Een bank is met één
druk op een knop om te toveren naar een bed.
Uit de grond kan ook een gedekte tafel tevoorschijn
komen. Door toedoen van Spip klapt de bank dicht
en belanden Robbedoes en de uitvinder in het
gat waaruit de tafel ontspringt. Wat later komt
dit voorval in herhaling van pas om twee inbrekers
te klissen.
|
In Radar de Robot (1947-1948) van André
Franquin zaait een oude wagen zonder chauffeur
terreur in een dorpje waar Kwabbernoot een reportage
komt maken. Robbedoes vergezelt 'm, al beklaagt
hij zich dat door het slechte weer en de verre
tocht. De spookwagen is een op afstand bestuurde
wagen, camera incluis, van professor Samovar
die niet alles op een rijtje blijkt te hebben.
|
Met een andere uitvinding wil Samovar de hele
atmosfeer in brand steken. Als de mengsels van
de gassen WX 47 en ZHF 172 in de ballon ontploffen,
ontbrandt de zuurstof en veroorzaakt dat een
kettingreactie die de hele atmosfeer in brand
steekt. Meer uitleg krijgt een vastgebonden
Robbedoes niet want volgens Samovar is hij daar
toch te stom voor. Dat Samovar een gekke geleerde
is, maar niettemin voor aardig wat paniek zorgt,
blijkt uit de inhoud van de bom aan de ballon.
Die is namelijk gevuld met afval en schroot.
Dan is zijn robot wel gevaarlijker.
|
Klik
op de afbeelding voor een grotere versie.
In het sequelverhaal Robbedoes en de Plannen
van de Robot (1948) zijn de plannen van
Radar een kostbaar goed. Samovar dreigt ook
nog eens zijn verstand terug te krijgen en wordt
ontvoerd door bandieten die de robot hadden
willen gebruiken om de wereld te kunnen beheersen.
Alle vrees is ongegrond. De "verschrikkelijk
wereldschokkende uitvindingen" van Samovar
zijn gelukkig niet meer dan een muizenval-die-niet-dichtslaat-terwijl-je-ze-opstelt,
een anti-donder-paraplu, een radiotoestel in
een kunstgebit en iets om dynamiet in sigaren
op te sporen. De bloempjesplukkende Samovar
is opnieuw rijp voor het gekkenhuis.
|
De eerste ontmoeting met de graaf van Rommelgem
in Er Is een Tovenaar in Rommelgem
(1950-1951) staat garant voor heel wat uitvindingen.
In het park van het kasteeldomein treft Robbedoes
gigantische paddenstoelen, een reuzemuis en
een dwergkoe aan. Robbedoes is helemaal van
de wijs en vraagt zich af of hij nu een reus
of een dwerg is. In een schuur botst hij tegen
een kom met lichtgevende paddenstoelen. De graaf
verlicht er heel zijn kasteel mee, beweert hij.
Wat volgt is een introductie op zijn bevindingen
na tien jaar onderzoek met paddenstoelensubstanties.
Zo kan hij in ene paar uur tijd een kalf laten
groeien en de kracht van dieren vertienvoudigen.
|
Maar niet alle uitvindingen hebben het gewenste
resultaat. Ja, een kip legt ineens een tiental
eieren, maar uit de eieren poppen blauwe paddenstoelen.
Het jarenlange onderzoek heeft de graaf straatarm
gemaakt wat 'm dwong om proefnemingen op dieren
uit het dorp en nu ook op mensen (in casu Kwabbernoot)
uit te voeren.
|
Om tijd te kunnen winnen tot een proef op Kwabbernoot
slaagt, brengt de graaf hemzelf en Robbedoes
in slaap met een nieuw soort gas dat hij uit
bepaalde paddenstoelen trekt. Dit gas zal ook
nog in verdere delen van pas komen.
|
Tot zijn laatste experimenten hoort een middel
om iemand in een uur tijd zeventig jaar ouder
te maken. De graaf heeft zijn proefbuisjes niet
gemerkt waardoor hij verschillende buisjes moet
uitproberen om het gewenste resultaat te bekomen.
Elk middeltje tovert bonte kleuren op Kwabbernoots
huid.
|
Uiteindelijk is hij er: Kwabbernoot is zo sterk
als een reus geworden. Dat hij zo agressief
reageert, zijn zenuwen niet in bedwang kan houden
en iets kapot moet maken (de voorgevel van Rommelgems
kasteel) is meer te wijten aan zijn temperament.
Zijn kracht duurt nog een tijdje door. Een ongewenst
neveneffect is dat er uit zijn oor plots een
paddenstoel groeit en 's nachts geeft hij licht
af. 's Anderendaags is zijn kracht uitgewerkt.
Ondertussen begint de graaf een carrière
als topsporter, breekt alle wereldrecords en
rijft prijzengelden binnen om zijn verdere onderzoeken
mee te kunnen financieren. Het middeltje om
supersterk te worden, doopt hij X1. X2 is het
verschrikkelijke vocht om snel te verouderen.
|
Net met X2 ontdoet het schriele mannetje Hercules
(what's in a name?), die de twee goedjes
van de graaf stal, zich van gangster Valentino
en zijn kompaan Neuteboom. Op het einde van
het verhaal vond de graaf een tegengif: de twee
bejaard geworden volwassenen zijn opnieuw jong...
te jong, want de graaf komt aan Robbedoes twee
snotaapjes voorstellen. Ondertussen gaat Hercules
zijn gang en steelt zestig miljoen bij elkaar
door gewoon brandkasten te openen als een sardienenblikje.
|
In Robbedoes en de Erfgenamen (1951-1952)
moeten Kwabbernoot en Wiebeling een apparaat
uitvinden dat nieuw is, oorspronkelijk en van
algemeen belang. In de reeks nutteloze uitvindingen
van Kwabbernooot passen een bril met ruitenwissers
en een hoed om goeiedag mee te zeggen zonder
de handen uit je zak te halen — "iets
voor de winter" — met zes versnellingen.
Het kleine batterijtje is goed voor 2.321 keer
het oplichten van de hoed. Robbedoes vindt het
on,beleefd om iemand machinaal te groeten en
hij vindt de bedrading ook maar niets.
|
Een beter geslaagde uitvinding is de wagen om
op een kleine ruimte te parkeren, zolang het
in de juiste richting gebeurt. Geen kwade uitvinding,
dat vindt ook Robbedoes, maar Kwabbernoot verkiest
opnieuw te beginnen, zet sterke koffie, brainstormt
een eind weg en valt pardoes door het raam.
Gelukkig bevinden ze zich op het gelijkvloers,
maar Kwabbernoot heeft zijn idee!
|
En
zo komt hij met de Kwabberhefschroef op de propeller
proppen. Franquin had zo'n toestel al eens gezien
als illustratie in het Amerikaanse magazine
Collier's bij een verhaal over een
knaap die met zo'n ding op zijn rug zijn vriendinnetje
gaat opzoeken. Het beeld is 'm steeds bijgebleven.
het is ook duidelijk dat Franquin het wetenschappelijke
tijdschrift Science et Vie las. Op
nevenstaande cover staat ook zo'n eenmanshefschroef.
|
Door de Kwabberhefschroef in actie te zien,
komt ook Wiebeling — die eveneens om een
goed idee verlegen zat — op het idee om
een vliegend tuig te maken. Zijn Wiebstraal
ziet er veel gestroomlijnder uit. Alleen vermoordt
hij bij de start al twee kippen en steekt een
huis in brand door zijn uitlaatstraal. Robbedoes
biedt redding met zijn Kwabberhefschroef. Kwabbernoot
wint dan ook deze eerste opdracht.
|
In De Roof van de Marsupilami (1952)
is de Marsupilami in het circus van Zabaglione
terechtgekomen. Om erbij te kunnen komen, werken
Robbedoes en Kwabbernoot een act uit met de
hulp van de graaf van Rommelgem. Het was de
bedoeling om aan de graaf een spuitje met X1
te vragen en zo de Marsupilami met kracht en
geweld uit het circus te halen, maar de voorraad
is uitgeput en een nieuwe aanmaak vergt tijd.
De graaf heeft wel een alternatief. Hij heeft
pilletjes samengesteld voor een of andere bestudering
waarover we verder niets te weten komen. Deze
pilletjes veroorzaken veranderingen van huidskleur
met nu en dan patronen zoals tijgervlekken.
Als het duo Flam en Go maken Robbedoes en Kwabbernoot
vervolgens furore bij het publiek. In het Frans
heten ze als duo Cam et Léon. Dan is
die connotatie met "kameleon" toch
beter gekozen.
|
Met een extract uit zeldzame paddenstoelen vindt
de graaf van Rommelgem in De Dictator en
de Paddestoel (1953-1954) het Metomol uit.
Elk metaal dat hij ermee bespuit, wordt zacht
en week. De Marsupilami gaat ermee aan de haal
waardoor de effecten tenvolle worden gedemonstreerd.
Het wagentje van meneer Veremans (later beter
bekend als Frunnik) stuikt ineen, een ijzeren
balkonomheining wordt een vangnet, de fiets
van een agent zakt ineen en een ijzeren smid
in actie als standbeeld met de naam "De
Arbeid" legt er het werk bij neer. Verder
wordt een slap geworden putdeksel een val, het
dak van een concertgebouwtje valt op een fanfare
van wie de instrumenten zo zacht zijn geworden
als boter.
Het idee voor het Metomol komt van Maurice Rosy
die ook het scenario leverde voor het verhaal.
Aanvankelijk bleef Franquin trouw aan de gags
die Rosy voor hem bedacht, maar dat veranderde
zienderogen. Ook het einde van het verhaal leek
in niets meer op wat Rosy bedacht. Hij voorzag
dat Wiebeling op de dag van carnaval het buurland
verovert. Robbedoes gooit het Metomol op de
tanks en geweren waardoor de inwoners totaal
onschadelijke wapens op hen zien afkomen. Ze
leiden hieruit af dat Wiebeling zijn vredelievendheid
wilde aantonen en decoreren hem daarvoor.
Eigenlijk was Franquin niet erg gelukkig met
het scenario waardoor de samenwerking tjdens
het verhaal werd stopgezet. Franquin wilde in
eerste instantie een verhaal maken over een
belachelijke dictactor (dat toch kort na het
einde van de Tweede Wereldoorlog verscheen).
Bovendien vond hij het Metomol-gas geen geslaagde
vondst en een beetje té overdreven. Zelf
had hij de indruk dat de personages om meer
realistische verhalen vroegen, maar hij liet
zich naar eigen zeggen meeslepen door het enthousiasme
van Rosy. Toch bleek dat de lezers, veel gemakkelijker
dan Franquin zich voorstelde, dergelijke absurde
humor lustten.
|
Vooraleer we de diepte ingaan in Het Schuilhol
van het Zeemonster (1954-1955 — oorspronkelijk
Het Schuilhol van de Moeraal genoemd)
bezoeken we nog eens de graaf van Rommelgem.
Hij heeft het X4 uitgevonden, een paddenstoelenextract
dat de hersenschors prikkelt waardoor de werking
van het brein er opmerkelijk door versnelt.
Het geheugen, de verbeelding, de levendigheid
van het redeneervermogen worden tien keer verrgoot.
Een kip — een van de domste dieren die
bestaan — windt er zelfs een wekker door
op zodat hij gevoerd kan worden. Nu hoeft de
graaf maar een boek open te slaan, in één
minuut uit te lezen én van buiten te
kennen.
|
De inspiratie voor Het Schuilhol van het
Zeemonster werd Franquin aangereikt door
een boek van de Franse ingenieur Dimitri Rébikoff
waarin hij schreef dat Jacques-Yves Costeau
een reduceerklep had uitgevonden die het mogelijk
maakte autonome duikerpakken te ontwikkelen.
Rébikoff was zelf de uitvinder van het
duikwonder Pégase, "een vliegtuig
onder de zee". Zijn naam is verbonden aan
een prijs die jaarlijkse de beste onderwateropnames
bekroond op een internationaal festival in Antibis.
De reden dat de graaf van Rommelgem zo enthousiast
is over zijn ontwikkelde diepzeeduikpakken moet
je in de context van de vroege jaren 1950 zien.
Toen kreeg je enkel "een paar geschifte
wilden met gasflessen in het water", dixit
Franquin.
|
Ook nu weer kent het duikersgas met paddenstoelenextract
vervelende nevenwerkingen.
|
In
dit verhaal worden de Kwabberhefschroef en het
Metomol opnieuw gebruikt. Een gloednieuwe uitvinding
is een makkelijk wendbaar onderzeeërtje,
groot genoeg voor één duiker en
nog dieper dan 200 meter te gebruiken. Revlutionair!
Er is een extra pagina nodig waarin de graaf
enige wetenschappelijke uitleg heeft over de
waterdruk en de wendbaarheid.
En ook hier kwam het blad Science et Vie
weer van pas voor de inspirate voor het tuig.
|
De doorluchtige Ibn-Mah-Zoet rijdt in Een
Rustige Vacantie (1957-1958) de Turbot/Tarbot
(beide schrijfwijzen worden door elkaar gebruikt)
van Robbedoes en Kwabbernoot de venieling in.
Kwabbernoot zorgt voor een vervangwagen. Maar
in plaats van een Citroënnetje bouwde hij
een aftands model (een Dion Bouton uit 1912)
om door er enkele handige snufjes op te monteren.
Op de achterkant van de wagen kunnen in verlichte
letters boodschappen tevoorschijn komen om excuses
als "Pardon" en "Dank u"
uit te drukken of om ongenoegen kenbaar te maken
met "Stommeling". De verkeerslichten
kunnen op afstand bediend worden en door aan
een pook te trekken kan afgewerkte olie worden
afgevuurd op onbeschofte en levensgevaarlijke
chauffeurs. Ibn-Mah-Zoet wil tot slot zijn fout
goedmaken en komt zowaar met de Tarbot II aanrijden.
In ruil krijgt hij het wagentje van Kwabbernoot
waar de sjeik dolblij mee is.
|
De Bezoeker uit de Oertijd (1957) start
op de Zuidpool. De graaf van Rommelgem heeft
geen greintje last van de ijzige koude. Integendeel,
hij zucht onder de hitte hoewel hij niets anders
draagt dan een jeansbroek en een wit onderlijfje.
Uiteraard gaat het weer om een nieuw serum dat
hij uit bepaalde paddenstoelen brouwde. Hij
kan het niet delen met de twee personen die
hem kwamen zoeken want het serum is in de ampullen
bevroren. De graaf vertelt het terwijl hij het
zweet van zijn hoofd moet deppen.
In hetzelfde verhaal dreigt de zwijgzame professor
en atoomvorser Sprotzek een superwaterstofbom
uit te vinden. De graaf steekt er nu en dan
een stokje (en een enkele keer zijn voet) voor
om Sprotzeks bevindingen te verstoren. De dinosaurus
maakt voorgoed een einde aan de berekeningen
van Sprotzek door 'm op te vreten.
|
De graaf gebruikt nog eens zijn X2-serum om
het jonge dinosaurusjoch, waarvan hij het ei
op de Zuidpool vond, sneller tot volle wasdom
te laten groeien. Door de schuld van een slordige
Marsupilami, die het serum in de maaltijd van
de dino laat vloeien, groeit het dinootje op
amper een nacht uit tot een ware Godzilla.
|
Tussendoor tekende Franquin in 1957 voor nummer
2 van Robbedoes Junior een kortverhaaltje
waarin Kwabbernoot rolschaatsen heeft uitgevonden
die op afstandbediening werken. Het zendertje
blijkt moeilijk te bedienen en Kwabbernoot knalt
tegen een boom waarna de Marsupilami het zendertje
oppikt en ermee aan de haal gaat. Tegelijk zet
een op hol geslagen Kwabbernoot de stad op stelten.
Robbedoes Junior hield het niet langer
uit dan één nummer waardoor het
kortverhaal lange tijd vergeten raakte. Pas
na dertig jaar begon het her en der op te duiken
in gespecialiseerde publicaties om uiteindelijk
in al zijn glorie in het nulnummer van de reeks
Marsupilami opgenomen te worden.
|
Het kortere verhaal De Graaf Is Verstrooid
(1959) heeft de graaf van Rommelgem in de hoofdrol.
Hij heeft een verbeterde versie van het X4,
het denkvermogen bevorderende middel, bedacht.
De eerste aan wie hij het goede nieuws wil vertellen
is Robbedoes. Aan de telefoon drinkt hij per
ongeluk het toxische bezinksel van het X4 op
in plaats van zijn kopje koffie. Van de weeromstuit
slaat de graaf door en schiet uit naar Robbedoes.
Het wordt nog erger als hij de straat optrekt
en medeburgers van Rommelgem te lijf gaat met
een grote houten hamer en constant "Stik!"
roept. Op de koop toe bereidt hij een bomaanslag
voor op Rommelgem. De graaf wordt beter, maar
de bom gaat alsnog af, opnieuw door de schuld
van de Marsupilami. Gelukkig is het enige slachtoffer
het nieuwe bronzen beeld van de burgemeester
van Rommelgem dat er maar slapjes uitziet door
het Metomol-gas.
|
De Gevangene van Boeddha (1958-1959)
is geschreven door Greg, al veranderde Franquin
weer heel wat aan het scenario. In deze periode
kon hij alle hulp bij het schrijven van verhalen
gebruiken want na een ruzie met Dupuis trok
hij naar het weekblad Kuifje waarvoor
hij Ton en Tineke creëerde. De
ruzie werd snel bijgelegd, maar aan zijn vijfjarig
contract met Kuifje was hij nog wel
gebonden. Voor het bedenken van gags kon hij
rekenen op de hulp van Greg, René Goscinny,
Tibet en anderen. Greg bedacht dus ook de G.A.G.
Op het domein van Rommelgem is alle begroeiing
metershoog gegroeid. Op het kasteel houdt de
graaf aanvankelijk de Russische kernfysicus
Nicolaas Nicolajewitsj Inowskijew verborgen.
Hij is de uitvinder van de Gamma-Atoomgenerator,
kortweg de G.A.G., dat een golfbundel kan uitzenden
waarmee de zwaartekracht wordt uitgeschakeld.
Kwabbernoot krijgt een passende demonstratie.
Hij zweeft door de lucht en dondert naar beneden
op een stoel nadat Nicolaas de G.A.G. uitschakelde.
De graaf wil er met de grootste voorzichtigheid
mee omspringen want in kwaadwillende of onervaren
handen kan het toestel een grote vernielende
kracht betekenen.
Door het gepruts van de Marsupilami aan het
toestel wordt ook de klimaatwisselaar op het
toestel getest. In het kasteel begint het nu
plots te sneeuwen.
|
Greg bleef ook aan boord voor het Zwendel-tweeluik
dat begon met Z van Zwendel (1959-1960).
Dat Zwendel een biljante geleerde is, is al
aantoonbaar met de voertuigen waarin hij zich
beweegt. Neem nu deze coole Zwendelmobiel...
Net zoals in Radar de Robot komt in
het begin van het verhaal trouwens een op afstand
bediende wagen voor.
Er bestaan verschillende Zwendelmobielen of
Zwendelobielen. Het heerschap heeft ook nog
een Zwendeleopter. Uit het toestel afstijgen
op een dun laddertje valt daarbij niet mee.
Na een imposante intrede op het domein van het
kasteel van Rommelgem stuikt Zwendel met zijn
snoet op de begane gond.
In 1958 verscheen onderstaand nummer van Science
et Vie met een artikel over 'luchtjeeps'
met een schroef voor- en achteraan het rij-
en vliegtuig.
|
Zwendels grootste uitvinding is natuurlijk de
Zwendelstraal of Zwendelgolf waarmee hij zijn
slachtoffers aan zijn wil onderwerpt. Agent
Jochen is maar een van zijn slachtoffers.
|
Terwijl de graaf nog eens beroep doet op X4
(dat hij niet te vaak gebruikt omdat je er puistjes
van krijgt) rijdt een vrachtwagen van Zwendel
het dorpje Rommelgem binnen. Uit de vrachtwagen
komt een zender tevoorschijn die alle inwoners
van het dorp zover krijgt dat ze naar het kasteel
van Rommelgem trekken voor een lynchpartij.
|
De Zwendelgolf maakt gebruik van een kristal
waartegen de graaf een middel heeft gevonden.
Ook Kwabbernoot krijgt een zakformaat-kristalbeschermer.
Kwabbernoot besluit om Zwendel in de waan te
laten en doet alsof hij onder invloed staat
van de Zwendelgolf zodat hij naar de thuisbasis
van Zwendel kan meereizen. Er loopt een en ander
mis bij de bolwassing en brainwashing die Kwabbernoot
moet ondergaan. Een scheer- en wasbeurt en het
Zwendels (ook een amusante uitvinding) in één
les maken onderdeel uit van de lopendebandomvorming
van Kwabbernoot naar een Zwendelman.
|
Tegen een uitnodiging van Zwendel per raket
heeft de graaf één antwoord: hij
stopt de raket vol met een snel groeiend, verwoestende
paddenstoelensoort, eigenlijk een schimmel uit
een oerwoud.
|
Heel de voorgeschiedenis van Zwendel had moeten
leiden naar een lancering van een raket waarin
de Marsupilami past. Zo had Zwendel kunnen uitpluizen
welke metaalsoorten schadelijke uitstralingen
doorlaat. In het kader van onderzoeken voor
de ruimtevaart misschien geniaal, maar wel degelijk
dieronvriendelijk.
Het einddoel is megalomaan en de graaf geeft
'm nog de toestemming tot de uitvoering ervan
ook. Uit vele basissen overal ter wereld, uit
Zwendelland, Zwendelgrad, Zwendel City, Zwendelville,
Bad Zwendel, Zwendelburg en andere locaties
laat Zwendel rakketten opstijgen voor de operatie
"Ice Cold". Op de maan wordt Coca-Cola
reuzegroot geprojecteerd, maar dan in het Zwendels.
|
Ook in het vervolg De Schaduw van Z
(1960) wordt gebruikgemaakt van de Zwendelmobiel.
Voor zijn vriend Geo Salmon (pseudoniem van
Geo Salbert) tekende Franquin een plan van het
tuig zodat Salmon een schaalmodel op 1/25 van
de ware grootte kon maken.
|
Zwendel is dus terug van de partij. Hij vond
een verkleinde versie uit van een toestel om
de Zwendelgolf te bedienen. De graaf, Kwabbernoot,
Robbedoes en Spip zullen het geweten hebben
bij Zwendels bezoek aan het kasteel van Rommelgem.
Ze ontvangen de snoodaard, die zich laat voorstellen
als Ned Welz, uitgever en directeur van het
tijdschrift Wetenschap en Toekomst, met open
armen. Alleen op de Marsupilami heeft het toestelletje
geen vat. Deze keer dankzij de Marsupilami
wordt de kracht van de Zwendelgolf doorbroken.
|
Maar ook voor deze vernieuwde versie doktert
de graaf een antitoestel uit.
|
Klik
op de afbeelding voor een grotere versie.
Ook in het Zuid-Amerikaanse Chiquito rijdt een
vrachtwagen rond die de Zwendelgolf uitzendt.
De slachtoffers horen het knetteren in hun oren,
maar ze zien zich ook gedwongen om massa's tandpasta
en zeep te kopen, niet toevallig het specifieke
merk van Zwendel.
|
Klik
op de afbeelding voor een grotere versie.
Eind jaren 1950, begin jaren 1960 moest Franquin
voor de Franse krant Le Parisien Libéré
afzonderlijke Robbedoes-verhalen maken.
Robbedoes en de Bobbelmannen was er
een van. Daarin komt de eenmansonderzeeër
van de graaf weer van pas. Maar diep onder de
zeespiegel zoeven bolvormige onderzeetuigen
rond. Ze behoren tot een onderzeese stad die
de zeer op rust gestelde meneer Hoeps liet bouwen.
De pompen voor het schuilhol onder zee, die
John Helena al gebruikte in Het Schuilhol
van het Zeemonster, werden nu aangewend
om het onderzeese stadje Koralium, de luchtbelstad
of bobbelstad, te bouwen. Geleerden, fabrikanten,
kunstenaars en andere verfijnde mensen kunnen
er zich in alle rust terugtrekken. Er is zelfs
een modelboerderij voor eieren en zuiveloproducten.
|
In Robbedoes en de Miniatuurtjes (dat
in 1962-1963 in Robbedoes werd gepubliceerd)
heeft fotograaf Flashback een vernuftig fototoestel
uitgevonden waarmee objecten, dieren en personen
in 3D en meestal in verkleinde vorm kunnen worden
gereproduceerd in tetrafluorethyleen, zeg maar
plastic. Alleen verliezen levenden alle bewustzijn
en lopen als zombies weg. Agressief zijn ze
ook nog en ze herkennen niemand meer. Kwabbernoot
kreeg de eer om als eerste mens te worden "gefotoreliëfeerd"
voor Flashbacks eerste portret in 3D. Met de
gekende gevolgen.
|
Klik
op de afbeelding voor een grotere versie.
In Hommeles in Rommelgem (1967-1968)
zit de graaf van Rommelgem verveeld met Zwendel
als baby. Hij komt door het vele lenigen van
basisbehoeften aan de veeleisende volwasssen
baby niet meer toe aan uitvinden of het afwerken
van lopende experimenten, met name op het gebied
van fokken. Op zijn domein lopen kippen met
vier poten rond (dubbel zoveel kippenbilletjes
per kip!) en een kruising van een konijn met
een kip waarvan het nut ons helemaal ontgaat.
|
|