PAGINA
19
ROBBEDOES GECENSUREERD (1)
oden
moesten haakneuzen hebben, een gebogen rug, een
ringbaard, spitse gelaatstrekken en een grijns bij
het afsluiten van een verkoop. Dat was het toenmalige
vooroordeel. Dit cliché werd zonder verder
nadenken door nog meer tekenaars (ondre wie Hergé)
gehanteerd. Franquin zag later zijn fout in, hoewel
hij antisemitisme van thuis uit gewoon was. |
Op de voorlaatste pagina van Het Geprefabriceerde
Huis (1946) tekende Franquin een dergelijke
verkoper als handelaar van een sjieke kledingzaak.
Hij was de karikatuur gewend die de nazi's tijdens
de bezetting over joden verspreidden. Zijn vader
was een antisemiet, Franquin zeker niet. Toch
bekende hij eerlijk dat hij voor die ene tekening
door de nazipropaganda werd beïnvloed. Voor
de eerste albumuitgave in 1949 hertekende hij
de prent.
|
Klik
op de afbeelding voor een grotere versie.
Het Geprefabriceerde Huis was Franquins
tweede Robbedoes-verhaal. Jijé
wilde zijn lopende reeksen over zijn leerlingen
verdelen om meer tijd te kunnen spenderen aan
onder meer een tweede versie van Don Bosco
en moest naar Italië voor het vergaren van
documentatie. Terwijl het verhaal Het Geprefabriceerde
Huis nog liep in het weekblad Robbedoes
nam Franquin het verhaal van Jijé definitief
over vanaf plaat 4, prent 4 (de eerste prent van
de tweede strook hierboven).
Franquins Robbedoes-verhaal De Tank,
dat integraal in de Robbedoes Almanak 1947
verscheen, was zijn eerste Robbedoes-test.
Maar Franquin biechtte op aan zijn uitgever dat
hij niet meer gelooft in zijn werk. Hij verloor
zijn zelfvertrouwen en werd neerslachtig. Dupuis
vertelde het door aan Jijé, die Franquin
voorstelde om bij hem in te trekken. De kamer
onder het dak deelde hij met Morris en de jonge
Will. De tekenstudio was gevestigd in de slaapkamer
van het echtpaar Gillain. De Bende van Vier —
zoals de groep later door het leven ging —
was geboren.
|
Voor een zoveelste lay-outverandering van het
weekblad Robbedoes schilderde Jijé
bovenstaand portret dat je hier in de originele
vorm ziet. Het portret sierde nog een tijd lang
het weekblad terwijl Franquin de serie al had
overgenomen. Daar kwam uiteraard verandering in
met aanvankelijk wekelijks inwisselbare illustraties
tot gedetailleerd uitgewerkte hoofdingen om publicaties
van andere striphelden in het blad aan te prijzen.
|
Vanaf nummer 17 tekende Franquin ook nog alle
covers van de Robbedoes-verzamelalbums
tot en met nummer 109 in 1968, slechts onderbroken
door zijn beste vrienden Jijé (nummer 23)
Peyo (nummer 79 en 105) en Jean Roba (nummer 107).
|
|