PAGINA
16
ROBBEDOES EN ROBOTTEN
obotten
komen al sinds Rob-Vel veelvuldig voor in de Robbedoes-reeks.
Een overzicht van alle (dikwijls moordzuchtige)
robotten in alle vormen en maten staat op deze pagina
verzameld. |
Het verhaal De Reuze-Robot is van de hand
van Rob-Vel, zijn vrouw Davine en Luc Lafnet op
scenario van Rob-Vel. Het verscheen in de Robbedoes-nummers
22 tot 60 uit 1939. In dit verhaal maakt Sosthenes
Silly zijn opwachting als een vijand van Robbedoes.
Omdat hij er steeds gemaskerd bijloopt, wordt hij
als een voorloper van Stomp uit de reeks Baard
en Kale gezien, maar ook van Zwendel want zijn
macht haalt hij uit een verlammende straal. De uitvinder
van de robotten heet Tom Winkle. Een van de slachtoffers
van Sosthenes Silly is zijn nichtje De Groene Lotus.
De plaats van actie is een onderzeese basis die
Robbedoes ontdekt en die verdedigd wordt door een
legertje reuzerobotten op commando van de geest
van Sosthenes... O ja, in dit verhaal bevrijdt Robbedoes
een in een kooi gevangen eekhoorntje, toch een belangrijke
ontmoeting in de reeks.
Radar de robot is een uitvinding van de megalomane
professor Samovar uit het allereerste album Robbedoes
en Kwabbernoot (1949) en herdrukt in het tweede
buitenreeksalbum Radar de Robot (1976).
Radar wordt aanvankelijk geportretteerd als een
hulp in het huishouden en kijkt verlegen weg wanneer
Samovar hem als zijn meesterwerk voorstelt. De gekke
geleerde wil echter de eer opstrijken om het einde
van de wereld te hebben veroorzaakt door de atmosfeer
in brand te steken. Wanneer Robbedoes deze plannen
wil verijdelen, stuurt Samovar zijn robot achter
hem aan na het toedienen van een maximum lading
elektriciteit. Wat volgt is een drieste achtervolging
waarbij Radar zich als een zombie by night door
niets laat tegenhouden om Robje bij de lurven te
vatten. Een val in een rivier wordt de blikken robot
fataal. Hierop verscheen een vervolg, De Plannen
van de Robot, in het album 4 Avonturen
van Robbedoes... en Kwabbernoot (1950) waarin
gevreesd wordt dat Samovar een leger van robotten
zal oprichten om zijn destructieve plannen te hervatten.
In het onafgewerkte verhaal Op Zoek naar Bocongo
(in een illegale, beperkte oplage uitgebracht in
1984 en in 1990 nog eens als luxe-uitvoering onder
de titel IJzeren Harten) door Yves Chaland
komt al in de tweede strook een robot voor. Hij
rijst als een razend gevaarte uit een aan Robbedoes
geleverde doos. De robot heeft het duidelijk op
Robbedoes gemunt waardoor een achtervolging aan
de orde is. Waarschijnlijk door een uitgeputte accu
staakt de robot zijn actie. Na thuiskomst blijkt
dat de doos aan het verkeerde adres is geleverd.
In de doos zit een gebruiksaanwijzing voor de Robot
X1, een bedieningsrobot bedoeld voor de verdieping
boven Robbedoes' appartement. Daar onthaalt ex-koloniaal
Sjors Leopold de twee vrienden Robbedoes en Kwabbernoot
nors. Hij bestelde de robot als vervanging voor
zijn verdwenen, zwarte butler Bocongo.
Teleflash uit Malle Marilyn (1985) is een
robot die op licht reageert en is een uitvinding
van de door elektronica bezeten stationschef Triodiode
uit Rommelgem. Teleflash is een "foto-maat",
een robot die op eigen houtje foto's neemt, ze als
een Polaroidcamera uitscheidt (of zelfs uitschijt),
zich voortbeweegt op wieltjes en smakkerds van kussen
geeft met zijn rubberen lippen. Dat doet het te
goed want op een nacht verdwijnt de robot spoorloos.
Kwabbernoot krijgt 'm vervolgens in de fotografiewinkel
Photolab in de stad in ruil voor een eerder aangekocht,
maar nu defect toestel. De eigenaar is blij dat
hij "het ding" kwijt is.
Triodiode komt na de verdwijning van Teleflash (zie
hierboven) tot de constatatie dat hij zijn eenzaamheid
achter zijn werk verbergt. Dan rijpt bij hem het
idee een meisje te scheppen, "een elektronische
engel", "'n meesterwerk van de robotica!"
Ze wordt de vriendin die hij hooit had gekend. Ze
doopt zichzelf Malle Marilyn en is gemodelleerd
naar Marilyn Monroe, de witte opwaaiende jurk uit
de Monroe-film The Seven Year Itch incluis.
In tegenstelling tot de aanhankelijke Teleflash
is Marilyn verraderlijk en gewelddadig en trekt
er vaak op uit om de inwoners van Rommelgem te pesten.
Triodiode en Marilyn krijgen woorden. Hij wil haar
aangeven bij de politie en trekt een zak over haar
hoofd. Ook zij reageert immers op licht. Robbedoes
en Kwabbernoot weten dit aanvankelijk allemaal niet,
bevrijden de Tedere Tronica-variant en halen de
zak van haar hoofd waardoor Marilyn opnieuw geactiveerd
raakt. Na een dolle tocht niet ver daarvandaan maken
foto's van Teleflash duidelijk dat Marilyn andere
elektonische apparaten kan beïnvloeden, van
botsautootjes en klokken tot industriële fabrieksrobotten.
Een mooie verzameling van zulke industriële
robotten komt verder voor in het album Malle
Marilyn. Nabij Rommelgem staat de volledige
geautomatiseerde fabriek Roboc die robotten fabriceert.
Marilyn weet deze robotten onder haar bevel te plaatsen.
Dankzij Roboc wil ze een leger van robotten creëren
met het plan de mensheid tot slaaf te maken, te
beginnen met de inwoners van Rommelgem.
Na hun avontuur in De Komeet van de Tijd
(1986) wil bij aanvang van De Terugkeer van
Z (1986) niemand geloven dat Robbedoes en Kwabbernoot
naar het verleden hebben gereisd in een vreemdsoortig
gevormd tijd-ruimteschip (een uitvinding van de
graaf van Rommelgems nazaat Aurelius). Kwabbernoot
is er het hart van in en tuimelt op de redactie
van het weekblad Robbedoes met zijn zatte
kloten van de trap. Half in het gips en in een rolstoel
berust hij zich thuis in een lethargische toestand
voor de kijkbuis. Op het scherm verschijnt de Snuffeleir,
het gezelschapsdier van Aurelius dat uit de toekomst
komt. Uiteindelijk verschijnt het wezen echt na
een knallende blikseminslag. Hij heeft een boodschap
van Aurelius bij. Daarna komt een robotgids voor
die enkele modern uitgedoste kijlustigen een rondleiding
geeft in een typisch twintigste-eeuwse woning. Het
jaar is 2062 en Zwendels nazaat is erin geslaagd
een totalitair regime te installeren.
Eén Robbedoes, twee Robbedoezen? In Als
in een Droom (1998) waarvan zelfs de titel
op de cover gespiegeld staat, wordt het dan nog
hete thema van het klonen opgelepeld. Van Robbedoes
wordt een replicant gemaakt, een androïde,
een dubbelganger of een kopie. Of nog: "een
machine die het leven droomt". De Franse titel
van het album luidt overigens La Machine Qui
Rêve. Dit gaat over een wel erg gesofisticeerde
vorm van robotica en technologie. Dichterbij Philip
K. Dick — en dan in het bijzonder Total
Recall en Blade Runner — stonden
auteurs als Tome & Janry niet. En de avonturen
van welke Robbedoes hebben we nu eigenlijk gelezen?
De echte of de "machine"?
Na de restyling van de strip kwam er geen verderzetting
van de reeks door Tome & Janry. Wel was er al
een beginnetje van een tiental getekende platen
van het verhaal Robbedoes in Cuba dat tussen
1999 en 2002 werd getekend. We vertellen hierover
meer op een van de volgende pagina's. Toepasselijk
voor deze robottenpagina: de afgebeelde, gewapende
robot past in een Pacman-concept.
n Parijs onder de Seine (2004) hielp Philippe
Buchet een handje met tekenaar José-Luis
Munuera voor het design van onder meer de robotten.
Een eerste, de Nebulozitor, introduceert de graaf
van Rommelgem al op de eerste pagina's. Daarmee
wil de graaf iets doen aan het watertekort in de
woestijngebieden. De Nebulozitor is een op afstand
bediend apparaat (we beschouwen het als een robot,
jawel) dat grote hoeveelheden water kan opzuigen
en ze vervolgens verdampt tot een transporteerbare
regenwolk.
En ondertussen houden twee andere robotten (door
Kwabbernoot Klong genoemd) het gezelschap in het
vizier. De twee machines hebben snel de graaf te
pakken en ontvoeren 'm onder water naar de stad
Parijs. De ontvoering gebeurt op last van Miss Flanner,
Pancratius' oude geliefde die de stad onder water
zet als onderdeel van een plundertocht in alle musea,
op zijn beurt een middel om aan financiële
fondsen te raken voor een nóg ander doel.
Geen wonder dat scenarist Jean David Morvan het
verhaal opnieuw wilde uitbrengen met extra pagina's
om het verhaal beter te kunnen vertellen.
Klik op de afbeelding voor een grotere versie.
In het one-shot Piccolo in Veldgroen (2009)
knipogen Olivier Schwartz en Yann naar het verleden
van de stripreeks en houden niettemin rekening met
dat verleden. Tijdens de woelige oorlogsperiode
volgt Robbedoes een met bommen voorziene zwerm vleermuizen
die een overvliegend eskadron Duitse vliegtuigen
een voor een uit de lucht haalt. Zo komt verzetsman
Robbedoes in een afgelegen huis terecht. Een robot
wacht 'm op en slaat 'm neer. Radar — want
om diezelfde robot uit Franquins verhaal gaat het
onderdaad — brengt de bewusteloze Robbedoes
naar professor Samovar die enkel op het vijandelijke
uniform van Robbedoes let. Omdat de twee elkaar
pas echt in het verhaal Radar de Robot
ontmoeten, in een verhaal dat zich na de Tweede
Wereldoorlog afspeelt, verstoort een waakzame Yann
niet de chronologie van de reeks. Let trouwens voor
de gein eens op de nummerplaat van de jeep in de
laatste prent van de halve pagina hierboven. "AF
1947" staat voor de initialen van André
Franquin en het jaar waarin Radar de Robot
voor 't eerst werd gepubliceerd in het weekblad
Robbedoes. |
|