PAGINA
11
ROBBEDOES IS
EEN ANTWERPENAAR
e
nationaliteit van het stripfiguurtje Robbedoes staat
buiten kijf: het is een Belg, ook al was schepper
Rob-Vel een Fransman die getrouwd was met Davine
uit Luik en die ook eventjes de reeks tekende. Opdrachtgever
Dupuis was een Belg en het weekblad Robbedoes
was Belgisch. Als hij al niet in Rommelgem resideerde
dan was het stadsdecor in andere verhalen duidelijk
van Brusselse signatuur. Toch is hij geen Brusselaar.
Robbedoes komt van Antwerpen... |
In 1949 verscheen het album Robbedoes op
Avontuur van Jijé als tweede album
na Robbedoes en Kwabbernoot van André
Franquin. Beide albums verschenen op een vierkant
formaat en telden tegen de 130 pagina's. De
verhalen uit Franquins album raakten herdrukt
in andere albums. Robbedoes op Avontuur
werd pas in december 2010 als afwijkende (lees
verder op deze pagina!) facsimilé herdrukt.
Het album bevat de op elkaar volgende verhalen
Robbedoes en Kwabbernoot Reizen terug in
de Tijd, Robbedoes Heeft een Nachtmerrie, De
Ontvoering van Spip, Kwabbernoot Koopt een Jeep,
Agentschap Detecta en Robbedoes als
Vliegenier. Ze verschenen natuurlijk eerder
in het weekblad Robbedoes tussen 1944
en 1946. De vertaalde versie in eerste druk
werd uitgegeven door "Uitg. J. DUPUIS,
Zonen en Co., Ommeganckstraat 21, ANTWERPEN."
Vanzelfsprekend wilde de toenmalige vertaler
van Robje geen Brusseleir maken...
Het verhaal Robbedoes en Kwabbernoot Reizen
terug in de Tijd begint met een bezoekje
van Robbedoes en Spip aan Kwabbernoot (voornaam:
Piet). Deze laatste lijdt aan een zwaarmoedige
bui te wijten aan een uitvinding van professor
Andreas Cosinus, zijn buurman, waar hij enkel
ramspoed uit verwacht. De professor komt daarna
het appartement van Kwabbernoot binnenstormen
met de melding "de grootste ontdekking
van onze eeuw" en wel op de "eerste
April 19... om 10 u. 33". Hij heeft een
machine uitgevonden die golven van het verleden
kan ontvangen en elk tijdperk uit de geschiedenis
voor hun ogen kan doen herleven. Daarmee verslaat
hij naar eigen zeggen de radio en de televisie.
Bij een demonstratie moet hij wel nog een foutje
erkennen. Er sluimert nog een kudde oerossen
in het systeem en zijn toestel werkt plots niet
meer.
Op de vlucht voor de kudde komen Robbedoes,
Kwabbernoot en Spip in een bos terecht in het
tijdperk van de Oude Belgen. Het stamhoofd van
de Eburonen, Ambiorix, verdenkt de helden ervan
spionnen te zijn van de vijfde colonne van het
leger van Julius Caesar, en beveelt hen te "onthalzen".
Cosinus is er net op tijd bij om hen een ander
visioen voor te schotelen waardoor ze in de
middeleeuwen terechtkomen. Na deze passage,
waarbij een zaklamp hen eerst uit de nood helpt,
maar daarna op de brandstapel voor tovenaars
doet terechtkomen, haalt Cosinus ze opnieuw
naar het heden.
Na thuiskomst bezoekt Cosinus nu Robbedoes en
gaat wild tekeer over de golven van de toekomst.
Hij bracht zijn uitvinding mee en flitst een
heel weigerachtige Robbedoes naar de verre toekomst...
het jaar 1972! In de futuristische stad na de
grote wereldramp van 1955 (waarna de jaartelling
herbegon) wordt Robbedoes door een grijper van
straat geplukt en komt voor een administratieve
"kommissaris" te staan voor een inbreuk
op de verkeersregeling die hem verbiedt zich
te voet op staat te bevinden. Daar staat een
straf op van "veertien dagen kinemaverbod".
Volgens zijn "eenzelvigheidskaart"
is Robbedoes dus geboren in Antwerpen in 1938.
Maar dat antwoord schenkt de kommissaris geen
voldoening. Verplegers nemen Robbedoes mee,
onderzoeken hem en sturen hem naar de geleerdenafdeling
waar hij zich geconfronteerd ziet met Pietkwa,
niemand minder dan een oudere Kwabbernoot. De
avonturen van de genaamde Robspip, van wie Robbedoes
de voorvader is, blijken in de toekomst nog
steeds gelezen te worden. Het tribunaal van
geleerden ontvangt hem als was hij de eerste
man op de maan. Pietkwa gidst Robbedoes vervolgens
naar de redactie van het blad en stelt hem voor
aan de sterk verouderde collegastripfiguren
Baard en Kale, redactieleden als Snuffeltje
en tekenaars als Franquin en Jijé himself
die dus een zelfportret tekende. Ook Robspip
onmoet hij.
Maar dan schelt een alarmsignaal voor de mobilisatie.
De Aarde is in oorlog met Mars die net een V
158-raket afvuurde. Robbedoes en Robspip nemen
plaats in hetzelfde vliegtuig naar de stratosfeer
om de Marsbewoners te bevechten. Het vliegtuig
wordt getroffen en Robbedoes valt in een cactusveld
te pletter. In de gedaante van een engel komt
Kwabbernoot hem halen en maakt hem wakker uit
wat een nachtmerrie bleek.
We komen nog even terug op de facsimiléheruitgave
van Robbedoes op Avontuur. Net zoals
de gelijkaardige herdruk van Franquins Robbedoes
en Kwabbernoot werd de lettering overnieuw
gedaan. De Nederlandse spelling verandert nu
eenmaal regelmatig. Hier en daar is ook de vertaling
herbekeken. Een opmerkelijk verschil met de
oorspronkelijke eerste druk is dat Robbedoes
in de editie van 2010 nu toch geboren is in
Marcinelle zoals in de Franse versie en dus
niet in Antwerpen. Dat zegt toch zijn identiteitskaart
(in plaats van zijn eenzelvigheidskaart, nog
zo'n aanpassing). Ondertussen is de commissaris
"streng maar rechtvaardig". In de
eerste druk was hij omnipotenter want daar luidde
het: "de kommissaris weet alles".
Het facsimilégedeelte van de herdruk
beperkt zich dus tot de tekeningen. De tekst
is nieuw of vernieuwd te noemen.
|
|