|
Tekenaar:
Grzegorz Rosinski (Polen) • Scenarist:
Jean Van Hamme (België) • Uitgever:
Lombard • Eerste druk: 1983
• Uitvoering: SC (1983) en
HC (1989), kleur |
|
|
De
Schaduwen Voorbij werd in de BelgenTop
in 2005 al eens tot elfde beste Belgische strip
verkozen door onze lezers, toen door toedoen van
de Belgische afkomst van Jean Van Hamme.
Na zijn heldenavonturen in De Zwarte Galei
toont Thorgal zich aanvankelijk van zijn meest kwetsbare
kant. Het verlies van Aaricia valt 'm zwaar. Een
zielloos hoopje vlees en botten is wat van hem rest,
in bescherming genomen door een jong meisje dat
voor haar verliefdheid domme daden stelde. Sentiment
en emotie, niet in het minst door de (on)bedoelde
(zelf)opoffering op het eind, plaatsen definitief
de rechtvaardige held Thorgal in de spotlichten
als een broze mens met een zwakke plek: de liefde
voor zijn vrouw. De mythische queeste die hij actief
ondergaat weekt de antipode, zijn avontuurlijke
aard, in hem los. Het resultaat? Een fantastisch
dubbele persoonlijkheid die in latere albums wordt
uitgediept.
Aantal
genomineerde albums van Grzegorz Rosinski:
20/313
Aantal genomineerde
albums van Jean Van Hamme:
13/313 |
|
|
Auteur:
Vincente Segrelles (Spanje) • Uitgever:
Arboris • Eerste druk: 1988
• Uitvoering: SC en HC, kleur
|
|
|
Zijn
personages mogen er dan wel uitzien als wassen beelden
die zich voortbewegen in een kille omgeving, toch
mag de tekenstijl van Vincente Segrelles
fenomenaal genoemd worden. Er zijn er weinig die
het hem nadoen om in olieverf te werken, wat een
extreem lange droogtijd vergt. Zijn hoofdmetier
blijft de illustratie, hoewel hij met zijn stripuitstapje,
de heroïc fantasyreeks De
Huurling, succes vergaart
in vele landen. De thema's van het genre zijn gekend:
een krijger als held, het liefst zonder familie-
of liefdesbanden die 'm op één locatie
vastpinnen, een queeste om 'm op pad te brengen,
vele natuurlijke of vijandige obstakels om het bereiken
van zijn doel te bemoeilijken, maar geholpen door
anderen die zijn pad kruisen, een setting die in
fictieve middeleeuwen valt te situeren met grootse
of inventieve locaties en dan nog een streep bloot
en bloed. De Huurling heeft het allemaal.
In Het Offer wordt een beroep gedaan op zijn vaardigheid
om een jongetje te redden van een verzekerde dood
als mensenoffer. De Huurling kon zelf ooit ontsnappen
aan hetzelfde lot, maar draagt de rest van zijn
leven een verminking met zich mee. Dat schept een
band die tot een dramatische ontknoping leidt.
Aantal genomineerde albums van Vincente Segrelles:
5/313 |
|
|
Auteur:
Keiji Nakazawa (Japan) • Uitgever:
Xtra • Collectie: Graphic Novel
• Eerste druk: 2005 •
Uitvoering: SC, zwart-wit |
|
|
Op
6 augustus 1945 dropten de Amerikanen een atoombom
op Hiroshima. Ongeveer honderdveertigduizend mensen
stierven, onmiddellijk of later ten gevolge van
de straling. Het is moeilijk om je in te beelden
wat de inwoners van Hiroshima allemaal te verwerken
kregen vlak na de bom. Vijftig jaar na de feiten
verscheen bij uitgeverij Xtra een
strip die een schokkend beeld geeft van het (over)leven
in de Japanse stad vlak vóór en na
het drama. Een geloofwaardig verhaal, want de auteur
van Gen Barrevoets in Hiroshima, Keiji
Nakazawa, overleefde zelf de bom. De tekeningen
zijn niet echt om over naar huis te schrijven. Maar deze strip dateert van begin jaren zeventig. De oude school dus en bijgevolg niet echt te vergelijken met al dat moois waarmee we de laatste jaren op mangavlak verwend worden. Vooral de manier waarop Keiji Nakazawa neuzen tekent is wat ongelukkig. Maar laten we niet overdrijven. Echt lelijk zijn die tekeningen ook niet. Ze zijn functioneel en staan ten dienste van het verhaal. Want dat is het belangrijkste. Gen
Barrevoets in Hiroshima (Barefoot Gen
in het Engels) kan je met een beetje goede wil vergelijken
met de klassieker Maus van Art
Spiegelman, die trouwens het nawoord schreef.
De strip is een getuigenis en een aanklacht tegen
de gruwelen van een oorlog. Nakazawa stelt niet
alleen de Verenigde Staten in een negatief daglicht.
Hij klaagt ook het Japanse regime tijdens de Tweede
Wereldoorlog aan en zelfs de gewone Japanse burger,
die vaak racistisch en niet solidair is, moet eraan
geloven. Deel 1 focust op de moeilijke leefomstandigheden
van de inwoners van Hiroshima tijdens de oorlog.
De strip is niet voor gevoelige zielen. Sommige
scènes zijn pure horror. Niet dat soort ontspannende
Nacht van de Wansmaak-horror. Neen, in
Gen Barrevoets in Hiroshima is het slikken
geblazen (voor zover je dit tegelijk kan doen).
Het is immers allemaal echt gebeurd, geen fantasie.
Gen Barrevoets in Hiroshima is een harde,
maar eerlijke strip. Een klassieker die je niet
onbewogen laat. Gelukkig zorgt het hoofdpersonage
vaak voor een vrolijke noot, anders zou je er echt
depressief van worden. (geciteerd uit deze
bespreking)
Aantal genomineerde albums van Keiji Nakazawa:
1/313 |
|
|
Tekenaar:
Enki Bilal (= Enes Bilal) (Joegoslavië) •
Scenarist: Pierre Christin (Frankrijk)
• Uitgever: Dargaud / Oberon
(1978), Big Balloon / Alpen (1991), Oog & Blik
(2003) • Eerste druk: 1978
• Uitvoering: HC, kleur |
|
|
Bilal
is geboren in Belgrado, Joegoslavië, uit een
Bosnische vader met een moslimachtergrond en een
Tjechische moeder met katholieke roots. Door zijn
Armeense voorouders heeft hij ook nog eens joods
bloed... Wat een internationale vertegenwoordiging in deze top! Het Dorpje dat Ging Vliegen was
zijn debuutalbum in 1978. De onderlaag van het verhaal
is nog procommunistisch te noemen, een standpunt
dat vanaf deel 3 in een tegengestelde richting evolueerde.
Het gaat voornamelijk over een dorpje temidden de
natuur in zuidwest-Frankrijk dat belaagd wordt door
de opdringerige industrie en staat. De papierfabrieken
in de buurt lozen er hun afval en achter het prikkeldraad
van een uitgestrekt militair terrein gebeuren er
experimenten die de huizen van het dorpje doen vliegen.
En toch willen de bewoners niet van wijken weten.
Het personage de Voorbijganger komt bij hen langs
en bedenkt een oplossing om de zwevende huizen bij
elkaar te houden. Ondertussen beginnen de militairen
monsterlijk te muteren.
Aantal genomineerde albums van Enki Bilal:
5/313
Aantal genomineerde
albums van Pierre Christin: 3/313 |
|
|
Auteur:
Winsor McCay (Verenigde Staten) • Uitgever:
Real Free Press (1969), Landshoff (1974-1975) •
Eerste druk: 1969 • Uitvoering:
SC, zwart-wit (1969), SC, zwart wit en kleur (1974-1975) |
|
|
Jawel,
ook Little Nemo in Slumberland werd ooit
vertaald: in 1969 met een selectie verhalen als
Kleine Nemo in Dromenland op liggend formaat,
in 1974-1975 in vijf albums. Vandaag ben je beter
af met mooi verzorgde Amerikaanse of Franse edities
op groot formaat. Little Nemo in Slumberland
is een van die stripreeksen die het medium tot kunstvorm
hebben verheven. De strip dateert van 1905 en werd
gemaakt voor de New York Herald in een
tijd waarin kranten elkaar beconcurreerden met om
ter mooiste krantenstrips in de prachtigste kleuren
en op een volledige paginagrootte. Uit lang vervlogen
tijden dus. Elke week van oktober 1905 tot juli 1914 presteerde
Winsor McCay het om
zo'n pagina af te leveren waarin het zesjarige jongetje
Nemo inslaapt en de meest fantasierijke, surrealistische
dromen en avonturen beleeft. In elk laatste plaatje
van de pagina ontwaakt hij bruusk. Vandaag is Winsor
McCay meer dan ooit een pionier te noemen. Heck, hij hielp het medium mee uitvinden!
Hij wordt bewonderd door lezers van nu en bewierookt door
critici en collega's. Ook op telkenfilmgebied experimenteerde
hij trouwens met het medium. Met Gertie the
Trained Dinosaur acteerde hij interactief met
zijn geanimeerde dino. De strips en de tekenfilms
maakten van hem nog tijdens zijn leven een Amerikaanse celebrity.
Aantal genomineerde albums van Winsor McCay:
1/313 |
|
|
Tekenaar:
Grzegorz Rosinski (Polen) • Scenarist:
Jean Van Hamme (België) • Uitgever:
Lombard • Eerste druk: 1986
• Uitvoering: SC (1986) en
HC (1989), kleur |
|
|
Het
Land Qâ is het eerste deel van een vierdelige
cyclus dat Thorgal, zijn gezin, Boomvoet en Tjall
(uit het voorafgaande verhaal De Boogschutters)
en de gevaarlijke Kriss van Valnor in Zuid-Amerika
brengt. Daar waar wrede en bloeddorstige heersers
regeren. Enigszins uit jaloezie, maar ook uit manifestatiedrang
besloot Aaricia met Thorgal en Kriss mee te gaan.
In een glansrol en met gekortwiekte haren staat
ze haar mannetje en bewijst ze haar diensten met
pijl en boog. De overtocht gebeurt met een schip
dat door de lucht vliegt dankzij ballonnen. Met
datzelfde soort luchtschepen wordt later in het
verhaal nog een episch luchtgevecht gehouden waarna
de onmenselijkheid van de krijgers andermaal wordt
getoond. Thorgal kon al niet weigeren om de overtocht
te maken, maar hij komt er terecht in onverwachtse,
penibele situaties.
Aantal
genomineerde albums van Grzegorz Rosinski Rosinski:
20/313
Aantal genomineerde
albums van Jean Van Hamme:
13/313 |
|
|
Auteur:
Leo (= Luis Eduardo de Oliveira) (Brazilië) •
Uitgever: Dargaud • Eerste
druk: 2000 • Uitvoering:
SC, kleur |
|
|
Start
van de tweede cyclus in het epos rond de verrassend
intrigerende werelden van Aldebaran. Het jaar is
2184. Een ruimteschip met drieduizend mensen aan
boord verlaat de aarde om de pas ontdekte planeet
Betelgeuze te koloniseren. Maar er loopt iets mis.
Slechts 55 mensen overleven de ramp. Er vormen zich
twee clans die elk afzonderlijk proberen te overleven
in een vreemde wereld met al even vreemde wezens
en natuurverschijnselen. Er is geen contact meer
mogelijk met de Aarde of de planeet Aldebaran. Alweer
een interventie van de Mantrisse, een mysterieus
wezen dat in de enorme oceaan van Aldebaran leeft?
Een vraag die enkele bekende koppen uit de eerste
cyclus zich ook stellen. Kim, een van die sleutelfiguren,
laat zich overhalen om op onderzoek te trekken.
Met een klein team doorkruist ze de ruimte, maar
houdt eerst halt bij het immense ruimteschip, een
zwevende doodskist. Daar stoot ze op nog eens twee
overlevenden. Auteur Leo beheerst
de kneep om een uiterst meeslepend verhaal op te
bouwen. Zowel spannende als dramatische situaties
volgen elkaar nauwgezet op met genoeg aandacht voor
de onderlinge menselijke reacties. Het is een nagenoeg
perfect evenwicht. (geciteerd uit deze
bespreking)
Aantal
genomineerde albums van Leo:
13/313 |
|
|
Auteur:
Bill Watterson (Verenigde Staten) • Uitgever:
Big Balloon • Eerste druk:
1999 • Uitvoering: SC, zwart-wit
en kleur |
|
|
Geïnspireerd
door Peanuts van Charles Schulz,
Pogo van Walt Kelly en
Krazy Kat van George Herriman
bewees Bill Watterson vanaf 1985
dat een inventieve, charmerende, soms absurde, maar
steevast grappige krantenstrip nog een mondiaal
succes kon halen. Tien jaar lang was het tevens
een vechten tegen de eisen van de Amerikaanse kranten
voor wie een stripstrook of een Sunday page
in kleur nooit klein genoeg kon worden afgedrukt
om er nog advertenties naast, boven of onder te
kunnen plaatsen. Van zijn beperkingen maakte hij
nog wel creatieve sterkten, maar in 1995 gaf hij
er definitief de brui aan om zich meer toe te leggen
op schilderen. Aan commerciële uitwassen heeft
hij zich ook nooit bezondigd. T-shirts met Casper
en Hobbes-opdruiken bijvoorbeeld waren volstrekt
illegaal. In de strip bleef Casper uiteraard steeds
het zesjarige joch dat door zijn uitlatingen en
daden meermaals het leven van zijn ouders, de babysitter
of het slimme klasgenootje Inge een 'uitdaging'
maakte. Maar stel je eens voor dat Casper zou verouderen
en het geloof in zijn ingebeelde vriendje Hobbes
zou verliezen? Dat zou pas het einde betekenen van
een van de mooiste vriendschappen ooit vastgelegd
op papier. In Vlaanderen heeft de strip al een rondgang
in de kranten gemaakt: Het Laatste Nieuws, De
Morgen en tegenwoordig Het Nieuwsblad
in de plaats van Hägar de Verschrikkelijke,
maar toch ook de Ongrappige, zeker in vergelijking
met Casper en Hobbes.
Aantal genomineerde albums van Bill Watterson:
4/313 |
|
|
Auteur:
Hugo Pratt (Italië) • Uitgever:
Casterman • Collectie: Wordt
Vervolgd Romans (1991) • Eerste druk:
1982 (HC), 1991 (SC), 2000 (HC) • Uitvoering:
SC (1991) en HC (1982, 2000), zwart-wit |
|
|
Corto
Maltese vinden we overal ter wereld terug. In dit
album vormen de ijskoude Siberische vlaktes het
decor. Maar alles begint in maart 1918 in Hongkong
waar hij van een mysterieus geheim Chinees genootschap
de opdracht krijgt om een gepantserde trein, die
door een revolutie geplaagd Rusland, Siberië,
Mantsjoerije en Mongolië trekt, te onderscheppen.
Aan boord bevindt zich een goudschat van de contrarevolutionaire
regering. Uiteraard zijn er meerdere partijen die
op de schat azen. Raspoetin moet Corto een handje
helpen. En dan zijn er nog emblematische, al dan
niet fictieve figuren als een Russische hertogin,
een jonge Chinese, een Amerikaan van de Air Force
en een baron die van een Chinees imperium droomt
die Europa wel eventjes zal onderwerpen. Na de avontuurlijke
en exotische klassieker De Ballade van de Zilte
Zee produceerde Hugo Pratt
vervolgens vier jaar lang meerdere Corto-verhalen
van twintig pagina's, een beperking die hem werd
opgelegd door het Franse tijdschrift Pif Gadget
waarin Corto Maltese (zeer tegen de zin
van de meeste lezers) in voorpublicatie verscheen.
Met het zes hoofdstukken tellende Corto Maltese
in Siberië (eigenlijk Corto's 22ste avontuur)
keerde hij terug naar het langere werk. Hij werkte
er 3,5 jaar aan. In 1974 verscheen het voor 't eerst
in album in het Frans. Er zijn meerdere knipogen
te ontwaren naar de film Shanghai Express uit 1932
van Josef von Sternberg. Hoofdrolspeelster Marlene
Dietrich (Shanghai Lily in de film) bijvoorbeeld
hergebruikte Pratt als de guerillastrijdster Shanghai
Lil. In 2002 werd dit verhaal voor een tekenfilm
van 95 minuten uitgewerkt. De film brak echter geen
potten.
Volgens zijn auteur en de info in Pratts
andere reeks De Woestijnschorpioenen, verdween
Corto in Spanje tijdens de Burgeroorlog aldaar.
Aantal genomineerde albums van Hugo Pratt:
17/313 |
|
|
Auteur:
Jim Davis (Verenigde Staten) • Uitgever:
Loeb • Eerste druk: 1981 •
Uitvoering: SC, zwart-wit |
|
|
Toen
Garfield nog niet was mismeesterd door talentloze
filmmakers die zijn vel wilden voor films en 3D-animatiefilms
van gedeeltelijk Belgische makelij was het lachen
geblazen met de rosse kater. Een vette, lelijke
kat was hij in de eerste jaren van publicatie. Hij
had nog niet de rondere looks van nu en zijn poten
waren nog dierlijk. Zijn rechte poten heeft hij
te danken aan Charles Schulz die
met Jim Davis bevriend was en ze
hem voortekende. Slapen en lasagne eten zijn Garfields
favoriete tijdsbestedingen. Voor de oerdomme, steeds
kwijlende hond Odie (naast Rataplan écht
de domste hond in stripland) kan hij nog meer dan
haat enkel misprijzen opbrengen. Ronduit jaloers
is hij op het door iedereen — behalve Garfield
dus — geliefde katje Nermal. Muizen laat hij
met rust. Zijn baasje Jon Arbuckle dient hij (in
gedachten) meermaals van een snedige repliek. Cynisch,
sarcastisch, grof en bot is hij tegen praktisch
iedereen. Complimenten geven doet hij niet, al is
er wel de roze kat Arlene waarop hij verliefd raakte
terwijl het teddybeertje Pooky in alle omstandigheden
zijn steun en toeverlaat is. Al dat leek te verwateren
met de jaren. Aanwezigheid op duizenden merchandisingproducten,
in tekenfilmreeksen en films (waarin hij veel te
actief acteerde volgens zijn stripvoorbeeld) haalde
meer en meer de bovenhand. Vandaag is de strip een
van de vele uitingen van het Garfield-merk,
maar het wordt wel gepubliceerd in meer dan 2.600
kranten wereldwijd.
Aantal genomineerde albums van Jim Davis:
2/313 |
|
|
|