|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Manu Larcenet
Scenarist:
Manu Larcenet
Uitgever:
Oog & Blik
Eerste druk: 2006
Oorspronkelijke titel:
Le Combat Ordinaire 3: Les Quantités
Négligeables
Uitvoering:
HC, kleur |
Quoi?
"Marco probeert de dood van zijn vader te verwerken.
Vroeger had hij haast geen belangstelling voor zijn
doen en laten, maar nu wil hij meer en meer over
hem te weten komen. Vooral over wat hij allemaal
heeft uitgespookt in Algerije tijdens de onafhankelijkheidsoorlog.
Maar het enige wat Marco vindt, is een dagboek vol
met ogenschijnlijk nutteloze observaties."
(geciteerd uit deze
bespreking)
Et alors?
"Het leven en de dood, het zijn zware thema's.
Maar gelukkig is de humor niet helemaal verdwenen.
En we blijven de veelzijdigheid van de Fransman
bewonderen. Ook nu weer wisselt hij zijn ruwe karikatuurtekeningen
af met realistischer werk. Wegens het delicate onderwerp
was het trouwens voor het eerst dat Larcenet pas
met tekenen begon nadat hij het scenario helemaal
uitgeschreven had." (geciteerd uit deze
bespreking) Toen we de FransenTop-wedstrijd
lanceerden, moest het afsluitende deel 4 nog verschijnen.
Dat gebeurde dus in 2008 en alle geoffreerde complimenten
die de reeks eerder te beurt vielen, gingen zeker
ook op voor het laatste deel. Vooral in deel 3 werd
de vader-zoonrelatie geanalyseerd in welluidende
dialogen die een lezer aan het denken zetten.
Aantal genomineerde
albums van Larcenet: 3/440 |
Faits
divers (Larcenet):
• Manu Larcenet kwam uit een
burgerlijk milieu. Daartegen zette hij zich als adolescent
af door aansluiting te zoeken (en te vinden) in het
punkmilieu, het spelen van punkmuziek incluis. Elk
jaar stuurde hij pagina's op naar het Franse humoristische
stripmagazine Fluide Glacial. Op een dag
belden ze hem op en waren bereid zijn eerste bijdrage
te betalen. Hij verliet toen net de schoolrichting
toegepaste kunsten Door ontmoetingen met Fluide
Glacial-iconen als Édika
en Daniel Goossens vond hij meer
standvastigheid in zijn leven. Hij kon van hen leren.
Fluide Glacial was toen (jaren tevoren vervolgde
André Franquin er zijn Zwartkijken
nadat het Spirou-bijvoegsel Le Trombone
Illustré ermee ophield) meer dan nu een
laboratorium voor stripexperimenten, zolang het maar
grappig was en liefst ook met een doordacht ritme.
En dat is moeilijker dan een album van De Dagelijkse
Worsteling schrijven. Ook wist hij dat tekentechniek
niet veel uitmaakte. Het maken van een klein humoristisch
verhaaltje vergde een grotere inspanning.
• Op scenario van Lewis Trondheim
tekende hij — naast Donjon Parade —
de sf-serie Les Cosmonautes du Futur over
een stel schoolkinderen. Het was Larcenets eerste
lange verhaal voor een groot publiek en ook nog eens
met heel wat meisjes. Larcenet haat het nochtans om
meisjes tekenen... Dàt en krotten. En laat
Trondheim nu net een scenario geschreven hebben over
meisjes en krotten. Larcenet beweerde dat hij Trondheim
net zo goed beet had. Trondheim schreef het scenario
niet alleen, maar verzorgde er ook het storyboard
van met eigen tekeningen als voorbeeld. Maar het was
Larcenet die betaald werd voor de tekeningen.
• Omdat hij het scenario voor Les Cosmonautes
du Futur in afzonderlijke pagina's per fax kreeg,
stuitte hij op een moreel bezwaar bij pagina 33 waarin
een jong meisje door een auto werd geschept. Hij belde
Trondheim op en vertelde hem dat hij dit niet kon
tekenen. Het was supergewelddadig. Trondheim gaf een
mistig antwoord waarna Larcenet pissig de pagina tekende
en zich afvroeg hoe dit verder zou lopen. Het vervolg
rolde weldra uit de fax... Het meisje was een robot.
• Twee kliks markeren zijn carrière.
De eerste gebeurde in 1994 wanneer hij kon beginnen
bij Fluide Glacial, het blad dat zijn komst
in een sociaal en artistiek leven betekende. De tweede
gebeurde dankzij Jean-Yves Ferri,
de dag waarop ze met Terug op Aarde begonnen.
Voorheen realiseerde hij vooral parodieën met
'punkhumor'. Ferri toonde hem dat men met finesse
over het dagelijkse leven kon vertellen. Dankzij hem
en Terug op Aarde kon hij De Dagelijkse
Worsteling schrijven.
• Fluide Glacial heeft hij ondertussen verlaten.
Door herhaaldelijk gesleutel aan de formule, nieuwe
eigenaars en hoofdredacteurs heeft het blad in zijn
ogen zijn interessantheid verloren. De meer Franco-Belgische
humor is niet meer zo leuk, verstorend of inventief
zoals in het verleden. Hij prefereerde het maken van
eigen boeken dan het collectief werken voor een tijdschrift.
En voldoende lezers hebben hem gevolgd in zijn keuze.
• Momenteel werkt Larcenet aan diverse projecten.
Een ervan heet BLAST en is geïnspireerd
door manga's met alleszins veel pagina's, veel stiltes,
veel grote prenten en veel gebruikte tekenmaterialen
in meerdere delen. Het onderwerp is veel donkerder
dan in De Dagelijkse Worsteling dat meer
aan de oppervlakte blijft dankzij de redelijke evenwichtigheid
en vriendelijkheid van Marco. In BLAST (uit
te geven door Dargaud) doorspartelt
het hoofdpersonage een veel hardere evolutie met een
negatief afdalende curve. Het wordt een afdaling in
de hel, soms geestig, soms tragisch. Minder is dat
het geval bij De Dagelijkse Worsteling, dat
in hoofdzaak gaat over volwassen worden met alle verantwoordelijkheden
van dien. In De Dagelijkse Worsteling gaat
het Marco uiteindelijk beter voor de wind. BLAST
wordt het omgekeerde.
Faits divers (De
Dagelijkse Worsteling):
• Larcenet had nooit gedacht dat hij een zo
divers publiek zou aanspreken. Het deed hem deugd
dat dezelfde elementen in het verhaal gelijk wie deden
ontroeren. Maar het legde ook een druk op het maken
van de vervolgdelen. Er was een verleiding om het
publiek te willen plezieren door in herhaling te vallen.
Je zal daarom merken dat er een wijziging is in de
tekenstijl. Bedoeld! Larcenet wilde de lezers van
hun stuk brengen om hen opnieuw bij het verhaal te
krijgen.
• Het Alzheimer-gegeven en de nauwe betrokkenheid
die Larcenet er lijkt mee te hebben, is slechts gebaseerd
op wat hij ervan opstak uit een reportage die hij
op tv zag.
• Van het Franse deel 3 kon je ook een editie
kopen met een dvd waarop een documentaire stond met
de making of van het album. Dat ging van het bezoeken
van een ruïne en het vergaren van documentatie
over het zoeken naar een techniek om schaduw te tekenen
tot het effectieve tekenen, inkten en inkleuren. Twee
journalisten, Sam Diallo en Laurent
Beaufils, stonden in elk proces van het album
naast of achter hem om alles te registreren. Het is
een van de langste documentaires (52 minuten) die
zijn gemaakt over hoe een strip wordt gemaakt. De
idee groeide uit een docu die de twee heren al draaiden
voor Arte en France 3.
Voor Larcenet veranderde het niet veel. Hij sprak
sowieso al tegen zichzelf wanneer hij tekende. En
dat hij kon vertellen, hebben de journalisten geweten.
Op den duur stelden ze geen vragen meer en lieten
ze Larcenet gewoon verder ratelen. Uit hem vloeide
een amper te stelpen waterval van woorden.
• In de documentaire praatte hij ook openlijk
over de dood van zijn eigen vader. In het stripverhaal
wilde hij dat verwerken zonder pathos. Zijn funny
bone ervaarde hij in deze als een handicap in
het begin. Hoe verenig je namelijk humor met de dood
van je eigen vader en dan nog in een stripverhaal?
Volgens hemzelf heeft hij een originele mix gevonden
door humoristische wetmatigheden te introduceren in
het realisme. Zijn handicap werd een troef.
• En dan nog een laatste iets over de documentaire.
De journalisten hielpen onvrijwillig aan een scène
in de strip. Herinner je je de scène waarin
Marco met de oude man uit Algerije spreekt? Problemen
in de dialogen werden opgelost dankzij gesprekken
met de journalisten.
• Larcenets punkachtergrond liet zich nog een
keer manifesteren door het toepasselijke tekstfragment
uit een lied van The Clash op een
van de beginpagina's: "I've been beat up.
I've been thrown out but I'm not down".
• Aan deel 1 spendeerde hij twee jaar. Voor
deel 3 wijzigde hij zijn aanpak. Nu schreef hij eerst
het volledige scenario alvorens te beginnen tekenen.
Misschien beter, maar de kans op goed uitdraaiende
verrassingen zoals in de vorige delen was uitgeschakeld.
• Op deel 4, dat in 2008 verscheen, hebben we
dus twee jaar moeten wachten. Na deel 3 was de kaars
van Larcenet uit. Het werk aan de reeks legde op hem
een zware emotionele druk. Tussendoor maakte hij Terug
op Aarde 4 en wat one-shotjes, al of niet in
samenwerking met diverse auteurs.
• Al van bij het begin was de reeks voorzien
als een vierluik, maar hij wist niet zeker wat er
zich zou afspelen in exact welk album.
• Het schrijven van de reeks functioneerde bij
Larcenet als een psychoanalytische séance.
Hij vond dat als je betaalt voor een uur bij de psychiater
je er alle baat bij hebt om een uur vol te babbelen.
Naar zijn mening heeft hij het beste daarvan omgespit
en verteld in De Dagelijkse Worsteling. Zijn
vetrekpunt was een coming of age-historie
te vertellen door diverse persoonlijkheden te volgen.
De veteraan was bijvoorbeeld opgezet als niet meer
dan een anekdote, maar die wel hielp om Marco volwassener
te laten worden.
• In deel 4 stond de Franse presidentsverkiezing
op het voor- en achterplan. In het echt koos Larcenet
voor de PS en dus voor Ségolène
Royal... "als een stomkop". Want
zijn stem was in de eerste plaats bedoeld als reactie
tegen Nicolas Sarkozy. Op een dag
zou hij graag eens stemmen vóór iemand
en niet tégen iemand.
• Op zich vreet Marco niet veel uit en is dan
nog bang voor vanalles. Larcenet vestigde in interviews
de aandacht op Émilie, Marco's echtgenote.
Zij is de ware motor van het verhaal. Van vrouwen
heeft Larcenet onvoorstelbare zaken geleerd: geduld,
vrijwilligheid, intelligentie inzake menselijke relaties,
enzovoort. Elementen die hij in zijn stripvrouwen
zoveel mogelijk probeerde over te dragen.
• Wat vind je van volgende analyse? Marco wordt
volwassen in de confrontaties met de anderen, vooral
ouderen. |
|