|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Lax (Christian Lacroix)
Scenarist:
Frank Giroud
Uitgever:
Dupuis
Collectie:
Vrije Vlucht
Eerste druk:
1990 (deel 1)
1991 (deel 2)
2000 (integrale)
Oorspronkelijke titel:
Les Oubliés d'Annam
Uitvoering:
HC, kleur |
Quoi?
September 1945. De Béarn verlaat de haven van
Marseille met bestemming Saigon. Aan boord een contingent
Franse soldaten die officieel zijn belast met het
uit Indo-China verdrijven van de laatste Japanse gevechtsbataljons.
Oktober 1986. Onder het oog van Franse televisiecamera's
braakt een vliegtuig op het vliegveld van Roissy de
doodskisten uit met de laatste stoffelijke overschotten
die nog door de Vietnamese regering waren achtergehouden.
Een macabere terugkeer naar het vaderland. Zonen krijgen
hun vader terug, neven hun oom... Mevrouw Joubert
blijft alleen. Zij heeft nog niets gehoord over haar
zoon Henri, die sinds eind 1946 als vermist is opgegeven.
Nicolas Valone, een onderzoeksjournalist, voelt dat
hier een sterk verhaal in zit. Maar wanneer de getuigen
die zijn reportage geloofwaardig kunnen maken, onder
verdachte omstandigheden om het leven komen, begrijpt
hij dat hij een open zenuw heeft geraakt.
Et alors?
Wie zich verdiept in de historische werkelijkheid
achter het verhaal, moet zelf enig doorzettingsvermogen
voor de dag leggen om deze onfrisse bladzijden uit
de Franse geschiedenis open te kunnen slaan. Bespaar
je de moeite en lees het album. In de integrale editie
staat bovendien een dossier die je nog meer uitleg
verschaft. Het word je ook duidelijk dat "Vergeten"
in Annam op zijn beurt zelf een niet onbelangijk
historisch document is geworden, maar dan verpakt
als een moeizaam verlopend onderzoek van journalist
Nico Valpone. Het tweeluik snijdt ook thema's aan
als de vrije meningsuiting en de relatie van een man
met zijn dochter. Zeg niet zomaar Frank tegen Giroud,
spreek hem steeds aan met "meneer".
Aantal genomineerde albums
van Lax: 5/440
Aantal
genomineerde albums van Giroud: 11/440
|
Faits
divers (Lax en Giroud):
Over Lax kan je meer lezen bij
De Teenloze Adelaar.
Hier beperken we ons tot gegevens over Giroud.
• Frank Giroud werd op 3 mei 1956 geboren in
Toulouse in een arbeidersgezin.
• Vader Giroud werd regelmatig geplaagd door
werkloosheid en zette zijn zoon onder druk om een
echt vak te kiezen. Ook na het winnen van een schrijfwedstrijd
op zijn tiende, waardoor Giroud niet meer van zijn
schrijftafel weg te slaan was, keurden zijn ouders
een onzeker bestaan als zelfstandig schrijver resoluut
af.
• Als jonge schrijver voor schoolkrantjes liet
Giroud zich in de jaren zeventig inspireren door de
romans van Alexandre Dumas voor zijn
eigen feuilletonnetjes. Bij het lezen van Pilote
ontdekte hij Ballade voor een Doodskist,
naar zijn smaak een van de beste Blueberry-albums.
Hij ontdekte hierdoor nu echt het stripverhaal dankzij
de scenarist die voor hem het meest van belang zou
zijn: Jean-Michel Charlier. Vanaf
dat moment liet hij het schrijven van romaneske verhalen
voor wat het was en stortte zich op het stripverhaal.
Zijn verhalen voor Roodbaard, Blueberry, Tanguy
en Laverdure verslond de jonge Giroud. Hij was
toen vijftien. Op die leeftijd plaatste hij Charlier
op zijn ereschavot definitief boven een grote literator
als Alexandre Dumas die voorheen
zijn numero uno was. Toch vindt hij Dumas' De
Drie Musketiers nog steeds fantastisch en diens
De Graaf van Monte Christo rekent hij tot
een van zijn favoriete romans. Dat komt voornamelijk
door het verhaal, de personages die Dumas in een volkomen
geloofwaardige en meeslepende historische context
plaatste, de fabelachtige dingen die ze meemaakten
met de ene verrassende wending na de andere. Die flair
herkende hij ook bij Charlier, maar als surplus kreeg
Giroud (en gelijk welke lezer) daarbij tekeningen
te zien van zeer getalenteerde mensen als Jean
Giraud. Cinema op papier, en hij was verkocht.
Na Jean-Michel Charlier kwam Greg
— voor zijn realistische strips — als
inspiratiebron op de proppen. En dan, wanneer hij
een eerste professioneel contract kon tekenen, kreeg
hij het album De Falangisten van de Zwarte Orde
van Enki Bilal en Pierre
Christin in handen. Samen met dat andere
politiek gedurfde verhaal De Jacht van hetzelfde duo
leerde hij daaruit dat het stripverhaal meer kon zijn
dan een avonturenverhaal. Dat men er meer in kwijt
kon. Toen was hij al 22 of 23 jaar jong.
• Giroud koos voor zekerheid en studeerde aan
de École des Chartes (hogere opleiding
voor rijksarchivarissen) in Parijs waar hij een diploma
geschiedenis bemachtigde. Achtereenvolgens werd hij
docent aan het Franse lyceum in Milaan en leraar geschiedenis
in Grenoble. Maar niet voor lang. Zijn met stripplaatjes
verluchte scriptie was getiteld: De Ridder in
het Realistische Frans-Belgische Beeldverhaal.
• Halverwege de jaren zeventig zette Giroud
voor zijn studie voet in Parijs en probeerde zijn
teksten gepubliceerd te krijgen. Dat lukte met vallen
en opstaan. In 1979 raakte hij zijn eerste stripverhaal
(een vijf pagina's tellend politieverhaal, getekend
door Jean-Paul Déthorey) kwijt
aan de krant Amis-Coop waar hij aan meewerkte
tot het ermee ophield.
• Gedurende enkele jaren deed hij ervaring in
het vak op door kortverhalen te schrijven voor uitgeverij
Fleurus (in 1978 voor de reeksen
L'Histoire du Farwest en La Découverte
du Monde), Larousse en Milan
in strip- en jeugdbladen als Fripounet en
Mikado.
• Daarvoor en daarnaast oefende hij verschillende
baantjes uit om zijn brood te verdienen. Hij was onder
meer animator, etalagedecorateur, econoom, directeur
van een vrijetijdscentrum, graficus,... Als reisleider
kon hij talloze landen bezoeken, van Israël tot
India, van Tunesië tot Thailand.
• In 1982 brak hij door in het maandblad Circus
(van uitgeverij Glénat) met
Lous La Guigne, getekend door oude bekende
Jean-Paul Déthorey. Dankzij deze reeks kon
hij vanaf 1985 zijn kost verdienen als scenarist in
hoofdberoep. Zijn stripcarrière raakte in een
stroomversnelling. Hij schreef voor verschillende
tijdschriften met adolescenten of volwassenen als
doelpubliek: Circus, Vécu, Nitro, Robbedoes
en Kuifje. Hij lanceerde series als Eva
K., Mandrill, Missouri en Pieter
Hoorn met gevarieerde decors, genres en thema's
en wierp zich samen met Lax op "Vergeten"
in Annam (1990). Het tegenwoordig onvindbare
Het Ibismeisje (1993) en Azrayen'
(1998) volgden later. Alle drie deze samenwerkingen
waren bestemd voor de collectie Vrije Vlucht.
• Louis la Guigne was dus zijn eerste
grote succes. Het eerste album kwam uit in hetzelfde
jaar als de bestsellers Op Zoek naar de Tijdvogel
en Het Land van Langvergeten. Toch vergeet
men vandaag dat Girouds eersteling ook meer dan zestigduizend
exemplaren verkocht in het Frans en zonder de herdrukken
en versies in pockets en buitenlandse vertalingen
in het Portugees, Zweeds, Italiaans en Duits. De dertien
delen worden nog steeds regelmatig herdrukt. In het
Nederlands verscheen in 1986 slechts één
vertaald deel: De Pechvogel onder de reeksnaam
Louis Ferchot.
•
Hij is een groot filmliefhebber. Regisseurs als Stanley
Kubrick, Milos Forman en
Roman Polanski oefenden een sterke
invloed op hem uit. Formans Amadeus draaide
volgens Giroud om hetzelfde thema als De Tien
Geboden: een reflectie op talent en genialiteit.
Vragen over waar inspiratie en ambitie vandaan komen
of hoe een meesterwerk tot stand komt behandelde hij
ook in het eerste deel van De Tien Geboden.
• Als wereldreiziger heeft hij een tijdje geleefd
in Italië en Para (in het Braziliaanse Amazonenwoud).
Hij doorkruiste Afrika, Azië en een groot deel
van Europa. In het kader van zijn reportages deelde
hij in de hoop en de pijn van de Roemenen juist na
de val van dictator Ceaucescu (met
later Het Ibismeisje dat zich afspeelde in
Roemenië als gevolg), werd geconfronteerd met
het terrorisme van het FIS in Kaboel,
door de grote fazendeiros slechtbehandelde
boeren van Xingû en de Duitsers bij het neerhalen
van de Berlijnse Muur.
• Giroud stond zelf vaak op de planken van een
cabaret in Grenoble. Hij schreef sketches, novelles,
musicale komedies en een roman, geïllustreerd
door Yvon Le Corre en Laurent
Vicomte. Bevriende muzikanten als Juliette,
Léoni Lob en Anis
Trio zongen chansons die Giroud voor hen
had geschreven.
• Na in Toulose, Milaan, Grenoble en Bélem
gewoond te hebben, vond Giroud een vaste plek in Parijs,
meerbepaald in de kosmopolistische wijk Belleville.
• Met De Tien Geboden (tien albums
door tien verschillende tekenaars verschenen in twee
jaar tijd bij Glénat) en Quintett
(vijf albums door vijf tekenaars in vier jaar bij
Dupuis) heeft Giroud twee conceptreeksen
op zijn naam. Dat zijn reeksen waarvan de albums in
korte tijd op de markt worden gebracht en een rode
draad hebben die de albums aan elkaar verbindt. Deel
2 van Quintett, met het homoseksuele hoofdpersonage
Alban Meric in de hoofdrol, werd voorgesteld aan nogal
wat auteurs die het niet wilden tekenen. De rest van
de albums raakten vrij snel aangepraat aan de tekenaars.
Het succes van De Tien Geboden indachtig
was daar debet aan.
• In 2008 zal nar zijn idee het eerste deel
verschijnen van de nieuwe conceptreeks Destins,
opnieuw bij Glénat. Het basisgegeven draait
om een meisje dat een belangrijke keuze moet maken.
Ofwel laat ze haar beste vriendin in haar plaats opdraaien
voor iets wat zijzelf heeft uitgespookt, ofwel biecht
ze alles op. Maar wat zijn telkens de gevolgen van
haar keuze? Giroud nodigde een plejade aan tekenaars
uit om verschillende verhaalpistes (voorgesteld als
een boom met vele vertakkingen) uit te werken tot
een album, elk getekend door een andere tekenaar.
In totaal zijn een twintigtal auteurs aan dit project
verbonden! Naast Giroud, die de eerste en de laatste
episode schrijft, kan hij rekenen op de schrijftalenten
van niet minder dan Philippe Bonnifay,
Pierre Christin, Eric Corbeyran,
Florent Germaine, Virginie
Greiner, Kris, Pierre
Makyo, Valérie Mangin,
Matz, Frédéric
Richaud en Rodolphe. Een
vertaling is nog onzeker.
• Nog voor het eerste deel van De Tien Geboden
verscheen, was er al vijf jaar voorbereiding verricht.
• Van De Tien Geboden raakten in totaal
meer dan een miljoen albums verkocht. Vooral de eerste
albums deden het goed met elk 145.000 exemplaren.
De latere delen bleven hangen bij 70.000 exemplaren.
Tot een vervolg kwam het niet, maar spin-offs als
De Fleury-Nadals en De Erfgenaam konden
dan weer wel.
• Giroud herinnerde zich goed hoe Régis
Loisel en Laurent Vicomte indertijd gouden
bergen beloofd kregen van uitgeverijen toen ze te
kennen gaven solo hun ding te willen doen na hun respectieve
successen Op Zoek naar de Tijdvogel en Het
Land van Langvergeten. Tegelijk moesten hun scenaristen
Serge Le Tendre en Pierre Makyo knokken
om nieuwe projecten aan de man te brengen. Na De
Tien Geboden echter, en het immense succes dat
eruit voortvloeide, is het nu eerder de scenarist
voor wie de rode loper werd uitgerold. Daarmee kwam
hij op eenzelfde niveau terecht als Jean Van
Hamme (na een reeks opeenvolgende successen),
Xavier Dorison (na Het
Derde Testament) en Eric Corbeyran
(na De Zang van de Vampiers) die Giroud als
voorbeelden nam. Het zijn deze scenaristen die nu
praktisch al hun projecten verwezenlijkt zien. Dankzij
Van Hamme, dankzij de collectie Derde Stroming
en dankzij conceptreeksen als De Tien Geboden
of De Geheime Driehoek van Patrick
Cothias werd het beroep van scenarist eindelijk
meer erkend, aldus Giroud nog. Ook een scenarist kon
een vedette worden.
•
Zijn tekenaars krijgen een synopsis van een pagina
of vijftien waarin elke alinea overeenkomt met een
scène, biografische fiches van de hoofdpersonages,
een deel van de documentatie (waaronder foto's die
hij ergens ter plekke nam) en tot slot het scenario
met een decoupage van de plaat in prentjes, suggesties
voor de pagina-indeling en een beschrijving van elke
scène met de dialogen. Giroud heeft er geen
problemen mee dat de tekenaars met wie hij samenwerkt
hun eigen interpretatie maken van de pagina-indeling
die hij voorstelt, maar van de teksten moeten ze afblijven.
Als een personage dát woord en díe zin
zegt, dan is dat om een precieze reden. Daarin is
Giroud zeer minutieus.
• Giroud schreef ondertussen voor meer dan dertig
verschillende tekenaars. In 2002 won hij de prestigieuze
Duitse Max und Moritz-stripprijs
voor Beste Internationaal Scenarist en volgde daarmee
scenaristen op als Pierre Christin, Alan Moore
en Jean Van Hamme.
Faits divers ("Vergeten"
in Annam):
• Giroud raakte in deze historische feiten geïnteresseerd
in de herfst van 1986 door een nachtelijke reportage
op tv. Datzelfde jaar keerden oud-Vietnam-soldaten
of eerder hun stoffelijke overschotten terug in houten
doodskisten. Een oud, droevig vrouwtje praatte over
een afwezige bij de repatriëring van deze soldaten
die soms dertig of veertig jaar na datum in het thuisland
Frankrijk aankwamen. Haar zoon was officieel noch
overleden noch levend. Het leger wilde nooit een overlijdensakte
afgeven en beschouwde de soldaat gewoon als vermist.
Het vrouwtje wist wel beter. Haar zoon was een overloper,
een blanke soldaat van Ho Chi Minh,
de president van de Vietnamese republiek. Veel meer
werd er in het interview niet verteld, maar voor Giroud
was het genoeg om aan het werk te tooien. Hij had
ook al een uitgever. Dupuis had nog maar net de collectie
Vrije Vlucht uit de grond gestampt met algemeen
directeur Jean Van Hamme en hoofdredacteur
Philippe Vandooren als grote bezielers.
Voor deze prestigieuze collectie met verhalen die
een meer volwassen publiek moest aanspreken dan het
toenmalige publiek dat de uitgeverij kende, dienden
tekenaars en scenaristen gezocht te worden. Vandooren
passeerde ook bij Giroud met de vraag naar een origineel
scenario. Het concept dat hij toen uit de doeken deed,
viel in goede aarde. Hij stelde de uitgever dan maar
meteen de tekenaar voor die hij in gedachte had: Lax.
• In de periode vóór het stripfestival
van Brignais in Lyon kenden Giroud en Lax elkaar wel
van signeersessies, maar op een dag in november 1987
plaatste het toeval de twee naast elkaar tijdens het
slotdiner van de Bulle d'Or in Brignais.
Giroud las graag Lax' De Verlichte Markiezin terwijl
Lax met veel plezier Louis la Guigne las.
Lax wilde graag zijn horizon verruimen en vroeg Giroud
of hij nog ergens niet-uitgetekende scenario's liggen
had. De idee voor "Vergeten" in Annam
had al vastere vorm aangenomen als een spionageverhaal
en Giroud vertelde erover aan zijn disgenoot. Lax
wilde er meteen aan beginnen, nog voordat de reeks
De Verlichte Markiezin ten einde was gekomen.
• Achtergrondinformatie zoeken bleek lastiger
dan verwacht. De documentatie was schaars, de reis
duur en visa werden slechts met mondjesmaat verstrekt.
Het gevolg daarvan was dat Giroud Vietnam pas tien
jaar later bezocht. Maar dankzij een arts uit Ho Chi
Minstad en een journalist van het satirische Le
Canard Enchainé was het niet moeilijk
de lokale decors te reconstrueren.
• In "Vergeten" in Annam
uiten de auteurs scherpe kritiek op de manier waarop
de Franse regering is omgegaan met de gerepetarieerde
soldaten in de oude kolonie Indo-China. Het tweeluik
is het allereerste fictieverhaal die het aandurfde
de complexe materie en historische achtergrond te
behandelen.
• Op één personage na zijn alle
andere figuren fictief. Maar het thema en de feiten
zijn wel realistisch en historisch correct. In het
voorwoord in het eerste deel benadrukte Giroud dat
de opstand in het Camp du Vernet bij Marseille en
de macabere repatriëring aan het begin van het
verhaal helaas bittere waarheid zijn, hoewel de media
en diverse overheden erover zwegen.
• Hoofdrolspeler Nico Valone is een journalist,
maar het verhaal draait eigenlijk rond "Aanhanger"
Henri Joubert, een soldaat wiens moraal afweek van
de klassieke denkwijze. Deze Aanhangers waren soldaten
met een gouden hart en idealen, maar de manier waarop
zij door generaals en politici werden behandeld, waren
verschrikkelijk. Het waren moedige verzetsmensen die
tegen de Duitse bezetters vochten. Net zoals de vader
van Lax. In het jaar 1945 belandden ze plots in de
rijstvelden van Annam of Tonkin waar ze een einde
aan de oorlog wilden maken en Azië bevrijden
van de laatste bataljons Japanse soldaten. Ze kwamen
aan toen de Duitse capitulatie en de atoombommen hun
werk al gedaan hadden. Op dat moment was Ho Chi Minh
de beloftes van de Franse kolonialen beu en kwam in
opstand. Helaas kropen de Franse soldaten al of niet
onvrijwillig zelf in de huid van de vijand. Ze zaten
mensen op de hielen die een rol vervulden die ze zelf
nog maar hadden uitgevoerd in hun thuisland: dat van
een verzetsmens, een patriot, terwijl ze zelf als
bezetter optraden. Op de koop toe beviel het contact
met de bevolking hen. Ze konden niet langer tegen
het brutale bestaan die de inwoners kenden. Verschillende
van hen liepen dan ook op een dag over naar het vijandelijke
kamp om er als eerste blanken mee te vechten in het
leger van Ho Chi Minh.
• Tot in 1954 deelden ze lief en leed met de
Vietminh-kameraden. Het leed werd mede veroorzaakt
door het leven in de vochtige en warme jungle. Met
een kop rijst als maaltijd, blootsvoets door het moeras
trekken, vatbaar zijn voor ziektes en infecties en
steeds trekkend door de Indo-Chinese jungle wilde
je al eens naar huis verlangen. Ook psychologisch
was het een hel. De Aanhangers moesten zich uiteraard
aanpassen bij nieuwe gewoontes, moesten een nieuwe
taal onder de knie krijgen en de mentaliteit van hun
nieuwe broeders ondergaan. Hun oude strijdmakkers
daarentegen werkten hun haat jegens de verraders en
deserteurs uit door gevangenen te bespuwen of discreet
het hoekje om te helpen. Officieel bestonden de soldaten
niet meer.
• Het Franse leger wilde liever dit potje gedekt
houden. De Aanhangers werden officieel als vermist
opgegeven. In werkelijkheid stond hun naam in militaire
dossiers vergezeld met een doodsvonnis.
• De akkoorden van Genève op 21 juli
1954, die een einde maakten aan de oorlog in Indo-China
maakten geen einde aan hun lijdensweg, noch de amnestie
die hen in de jaren zestig door de regerinbg-Charles
De Gaulle werd geschonken. Bij hun terugkeer
in Frankrijk was de wereld voor hen niet meer dezelfde.
Als ze al niet vergeten waren, dan werden ze wel bestempeld
als verraders.
• Een paar van de mensen die dit allemaal hebben
beleefd, leefden nog in de periode dat Giroud hun
verhaal neerschreef. Henri Joubert, Marcel Guyon en
Raoul Guichard zijn verzonnen namen, maar hun avonturen
zijn gebaseerd op waargebeurde verhalen.
• De Duitser Erwin Borchers
heeft daarentegen echt bestaan. Met historicus Jacques
Doyon (die zich als een van de weinige historici
in deze onfrisse bladzijde van de Franse geschiedenis
heeft verdiept) als tussenpersoon, kwamen ze in contact
met de man. Giroud trok naar Oost-Berlijn, waar Borchers
zich in de jaren zestig terugtrok, om er de man te
spreken. De moeite was tevergeefs. Borchers bekleedde
tijdens zijn diensttijd in de rijstvelden van Annam
de graad van kapitein onder de naam Chen Si.
Lax moest zonder beschikbare foto een eigen gezicht
verzinnen. Hij kwam uit op een gelijkenis met de toneelschrijver
Samuel Beckett.
• Het boek van Doyon gebruikten Giroud en Lax
uiteraard als vaste documentatiebron. De soldaten
die hiervoor werden geïnterviewd wilden dat —
op een drietal na — enkel anoniem doen.
• Deel 1 werd in 1990 onderscheiden met de Bulle
d'or voor het beste scenario, het kreeg in Sierre
de Persprijs en in Angoulême vond de jury het
een absolute must, een kwalificatie die tien albums
van het jaar te beurt vielen.
• Onder de enthousiaste lezers bevonden zich
veel journalisten. Niet zelden gaf de strip over de
vergeten soldaten aanleiding tot artikels. Meer en
meer blanke soldaten van Ho Chi Minh kwamen uit de
schaduw, zij het incidenteel en op bescheiden schaal.
Een van deze journalisten, Dominique D.
van France-Inter, belde op 26 maart
1991 (wanneer de Golfoorlog net was afgelopen) Giroud
op met de mededeling dat er in het tv-journaal van
de dag erna een bommetje zou ontploffen. Jean-Jacques
Beucler, een oud-staatssecretaris van toenmalig
president Giscard d'Estaing, was
in het begin van de jaren vijftig een gevangene van
de Vietminh. Hij had een van zijn folteraars herkend.
Deze folteraar, Georges Boudarel genaamd,
doceerde aan een Parijse universiteit en was een van
de verraders over wie Giroud het had. De vraag van
Dominique was of Giroud hem in contact kon brengen
met mensen die hem hadden gekend. Giroud kende die
soldaten niet en kon hem dus niet helpen, maar dat
wilde de journalist niet geloven. Hij vermoedde dat
er meer achter zat en hij wilde niet aannemen dat
er toeval in het spel was dat er enkele maanden nadat
een opgemerkte strip over het thema was verschenen
een van de gepoortretteerden werd ontmaskerd. De journalist
geloofde dat Giroud informatie voor hem achterhield.
Hoe dan ook barstte de dag erop inderdaad de affaire-Boudarel
los. Het werd bijna een maand lang voorpaginanieuws.
Boudarel was inderdaad een van de vergeten soldaten
met nobele bedoelingen, maar maakte een verkeerde
keuze door niet in een gevechtseenheid te participeren,
maar in een gevangenenkamp terecht te komen als politiek
commissaris. Na een onvoorziene toevloed van gevangenen
was Boudarel goed geplaatst om aan voedsel te geraken
en deze of gene het leven iets draaglijker te maken.
Dat hij hen ook nog de ideologie van de Franse vijand
probeerde bij te brengen, viel al helemaal niet in
goede aarde. In het boek van Doyon publiceerde hij
onder de naam Boris. Nochtans maakte
hij bij zijn repatriëring in Frankrijk geen geheim
van zijn verleden door pamfletten te ondertekenen
met zijn eigen naam en de toevoeging "oud-kaderlid
van de Vietminh". Voor het personage Joubert
baseerde Giroud zich gedeeltelijk op de verklaringen
van Boris. De rechtszaak Beucler-Boudarel wordt op
tv uitgezonden. Het kostte Beucler weinig moeite om
de miljoenen kijkers voor zich te winnen in een confrontatie
waarin hij bevestigde zijn ex-bewaker te herkennen.
De affaire kreeg een wrange nasmaak waarin de media
niet alleen het vel eisten van Boudarel, maar in één
adem de gevangenkampen van de Vietminh (oneerlijk)
vergeleken met de concentratiekampen van de nazi's.
Giroud schaarde zich, zij het niet op het voorplan,
aan de zijde van de weinige historici die deze kampen
en de overlopers in een juiste context wilden plaatsen.
Maar de media hebben er geen oren naar en komen niet
verder dan de vete Beucler-Boudarel. De smaad die
over Boudarel werd uitgestort, besmeurde ook alle
overlopers. Op straat werd er gedemonstreerd voor
een aanklacht tegen Boudarel, extreem-rechtse studenten
richtten vernielingen aan op de faculteit waar hij
doceerde, de politie kwam eraan te pas om de relschoppers
uiteen te drijven. Een maand later trad een nieuwe
regering aan, werd Sjapoer Bakhtiar
vermoord en kwam een gans andere affire aan de orde.
Boudarel en zijn tegenstanders figureerden nu op de
binnenpagina's van de kranten en verdwenen uiteindelijk
uit de picture, samen met de overlopers die weer in
de vergetelheid doken.
• Bij de post die Giroud ontving naar aanleidng
van het stripverhaal, zaten drie brieven die hem raakten.
Een ervan kwam van een oud-"verrader" die
vele jaren zelf probeerde zijn verhaal en dat van
zijn lotgenoten op papier te zetten, maar daarbij
stuitte op onverschilligheid, vijandigheid en soms
zelfs geweld. De publicatie van het album was daarbij
een soot genoegdoening. Een tweede brief kwam van
een Euraziatisch meisje die zich herkende in de figuur
van Kim-Chi. Net zoals Joubert was haar vader naar
de vijand overgelopen en daarna met een Vientnamstrijdster
getrouwd. De derde briefschrijver was ook een vrouw.
Als kind was ze onder de indruk van de mysterieuze
verdwijning van haar oom tijdens de oorlog in Indo-China.
Tijdens de jaren ontwikkelde de vrouw in haar fantasie
een eigen verhaal met een beschrijving van de avonturen
van haar oom. "Vergeten" in Annam
was voor haar een schok: Giroud had met Henri Joubert
haar oom op papier gezet en de scenarist kon niet
anders dan zijn zoon zijn. Giroud moest de briefschrijfster
helaas terleurstellen. Hij was geen neef van haar.
|
|