D A T A S H E E T
Tekenaar:
Lax (Christian Lacroix)
Scenarist:
Frank Giroud
Uitgever:
Dupuis
Collectie:
Vrije Vlucht
Eerste druk:
1990 (deel 1)
1991 (deel 2)
2000 (integrale)
Oorspronkelijke titel:
Les Oubliés d'Annam
Uitvoering:
HC, kleur
Quoi? September 1945. De Béarn verlaat de haven van Marseille met bestemming Saigon. Aan boord een contingent Franse soldaten die officieel zijn belast met het uit Indo-China verdrijven van de laatste Japanse gevechtsbataljons. Oktober 1986. Onder het oog van Franse televisiecamera's braakt een vliegtuig op het vliegveld van Roissy de doodskisten uit met de laatste stoffelijke overschotten die nog door de Vietnamese regering waren achtergehouden. Een macabere terugkeer naar het vaderland. Zonen krijgen hun vader terug, neven hun oom... Mevrouw Joubert blijft alleen. Zij heeft nog niets gehoord over haar zoon Henri, die sinds eind 1946 als vermist is opgegeven. Nicolas Valone, een onderzoeksjournalist, voelt dat hier een sterk verhaal in zit. Maar wanneer de getuigen die zijn reportage geloofwaardig kunnen maken, onder verdachte omstandigheden om het leven komen, begrijpt hij dat hij een open zenuw heeft geraakt.
Et alors? Wie zich verdiept in de historische werkelijkheid achter het verhaal, moet zelf enig doorzettingsvermogen voor de dag leggen om deze onfrisse bladzijden uit de Franse geschiedenis open te kunnen slaan. Bespaar je de moeite en lees het album. In de integrale editie staat bovendien een dossier die je nog meer uitleg verschaft. Het word je ook duidelijk dat "Vergeten" in Annam op zijn beurt zelf een niet onbelangijk historisch document is geworden, maar dan verpakt als een moeizaam verlopend onderzoek van journalist Nico Valpone. Het tweeluik snijdt ook thema's aan als de vrije meningsuiting en de relatie van een man met zijn dochter. Zeg niet zomaar Frank tegen Giroud, spreek hem steeds aan met "meneer".
Aantal genomineerde albums van Lax: 5/440
Aantal genomineerde albums van Giroud: 11/440
Faits divers (Lax en Giroud):
Over Lax kan je meer lezen bij De Teenloze Adelaar. Hier beperken we ons tot gegevens over Giroud.
• Frank Giroud werd op 3 mei 1956 geboren in Toulouse in een arbeidersgezin.
• Vader Giroud werd regelmatig geplaagd door werkloosheid en zette zijn zoon onder druk om een echt vak te kiezen. Ook na het winnen van een schrijfwedstrijd op zijn tiende, waardoor Giroud niet meer van zijn schrijftafel weg te slaan was, keurden zijn ouders een onzeker bestaan als zelfstandig schrijver resoluut af.
• Als jonge schrijver voor schoolkrantjes liet Giroud zich in de jaren zeventig inspireren door de romans van Alexandre Dumas voor zijn eigen feuilletonnetjes. Bij het lezen van Pilote ontdekte hij Ballade voor een Doodskist, naar zijn smaak een van de beste Blueberry-albums. Hij ontdekte hierdoor nu echt het stripverhaal dankzij de scenarist die voor hem het meest van belang zou zijn: Jean-Michel Charlier. Vanaf dat moment liet hij het schrijven van romaneske verhalen voor wat het was en stortte zich op het stripverhaal. Zijn verhalen voor Roodbaard, Blueberry, Tanguy en Laverdure verslond de jonge Giroud. Hij was toen vijftien. Op die leeftijd plaatste hij Charlier op zijn ereschavot definitief boven een grote literator als Alexandre Dumas die voorheen zijn numero uno was. Toch vindt hij Dumas' De Drie Musketiers nog steeds fantastisch en diens De Graaf van Monte Christo rekent hij tot een van zijn favoriete romans. Dat komt voornamelijk door het verhaal, de personages die Dumas in een volkomen geloofwaardige en meeslepende historische context plaatste, de fabelachtige dingen die ze meemaakten met de ene verrassende wending na de andere. Die flair herkende hij ook bij Charlier, maar als surplus kreeg Giroud (en gelijk welke lezer) daarbij tekeningen te zien van zeer getalenteerde mensen als Jean Giraud. Cinema op papier, en hij was verkocht. Na Jean-Michel Charlier kwam Greg — voor zijn realistische strips — als inspiratiebron op de proppen. En dan, wanneer hij een eerste professioneel contract kon tekenen, kreeg hij het album De Falangisten van de Zwarte Orde van Enki Bilal en Pierre Christin in handen. Samen met dat andere politiek gedurfde verhaal De Jacht van hetzelfde duo leerde hij daaruit dat het stripverhaal meer kon zijn dan een avonturenverhaal. Dat men er meer in kwijt kon. Toen was hij al 22 of 23 jaar jong.
• Giroud koos voor zekerheid en studeerde aan de École des Chartes (hogere opleiding voor rijksarchivarissen) in Parijs waar hij een diploma geschiedenis bemachtigde. Achtereenvolgens werd hij docent aan het Franse lyceum in Milaan en leraar geschiedenis in Grenoble. Maar niet voor lang. Zijn met stripplaatjes verluchte scriptie was getiteld: De Ridder in het Realistische Frans-Belgische Beeldverhaal.
• Halverwege de jaren zeventig zette Giroud voor zijn studie voet in Parijs en probeerde zijn teksten gepubliceerd te krijgen. Dat lukte met vallen en opstaan. In 1979 raakte hij zijn eerste stripverhaal (een vijf pagina's tellend politieverhaal, getekend door Jean-Paul Déthorey) kwijt aan de krant Amis-Coop waar hij aan meewerkte tot het ermee ophield.
• Gedurende enkele jaren deed hij ervaring in het vak op door kortverhalen te schrijven voor uitgeverij Fleurus (in 1978 voor de reeksen L'Histoire du Farwest en La Découverte du Monde), Larousse en Milan in strip- en jeugdbladen als Fripounet en Mikado.
• Daarvoor en daarnaast oefende hij verschillende baantjes uit om zijn brood te verdienen. Hij was onder meer animator, etalagedecorateur, econoom, directeur van een vrijetijdscentrum, graficus,... Als reisleider kon hij talloze landen bezoeken, van Israël tot India, van Tunesië tot Thailand.
• In 1982 brak hij door in het maandblad Circus (van uitgeverij Glénat) met Lous La Guigne, getekend door oude bekende Jean-Paul Déthorey. Dankzij deze reeks kon hij vanaf 1985 zijn kost verdienen als scenarist in hoofdberoep. Zijn stripcarrière raakte in een stroomversnelling. Hij schreef voor verschillende tijdschriften met adolescenten of volwassenen als doelpubliek: Circus, Vécu, Nitro, Robbedoes en Kuifje. Hij lanceerde series als Eva K., Mandrill, Missouri en Pieter Hoorn met gevarieerde decors, genres en thema's en wierp zich samen met Lax op "Vergeten" in Annam (1990). Het tegenwoordig onvindbare Het Ibismeisje (1993) en Azrayen' (1998) volgden later. Alle drie deze samenwerkingen waren bestemd voor de collectie Vrije Vlucht.
Louis la Guigne was dus zijn eerste grote succes. Het eerste album kwam uit in hetzelfde jaar als de bestsellers Op Zoek naar de Tijdvogel en Het Land van Langvergeten. Toch vergeet men vandaag dat Girouds eersteling ook meer dan zestigduizend exemplaren verkocht in het Frans en zonder de herdrukken en versies in pockets en buitenlandse vertalingen in het Portugees, Zweeds, Italiaans en Duits. De dertien delen worden nog steeds regelmatig herdrukt. In het Nederlands verscheen in 1986 slechts één vertaald deel: De Pechvogel onder de reeksnaam Louis Ferchot.

• Hij is een groot filmliefhebber. Regisseurs als Stanley Kubrick, Milos Forman en Roman Polanski oefenden een sterke invloed op hem uit. Formans Amadeus draaide volgens Giroud om hetzelfde thema als De Tien Geboden: een reflectie op talent en genialiteit. Vragen over waar inspiratie en ambitie vandaan komen of hoe een meesterwerk tot stand komt behandelde hij ook in het eerste deel van De Tien Geboden.
• Als wereldreiziger heeft hij een tijdje geleefd in Italië en Para (in het Braziliaanse Amazonenwoud). Hij doorkruiste Afrika, Azië en een groot deel van Europa. In het kader van zijn reportages deelde hij in de hoop en de pijn van de Roemenen juist na de val van dictator Ceaucescu (met later Het Ibismeisje dat zich afspeelde in Roemenië als gevolg), werd geconfronteerd met het terrorisme van het FIS in Kaboel, door de grote fazendeiros slechtbehandelde boeren van Xingû en de Duitsers bij het neerhalen van de Berlijnse Muur.
• Giroud stond zelf vaak op de planken van een cabaret in Grenoble. Hij schreef sketches, novelles, musicale komedies en een roman, geïllustreerd door Yvon Le Corre en Laurent Vicomte. Bevriende muzikanten als Juliette, Léoni Lob en Anis Trio zongen chansons die Giroud voor hen had geschreven.
• Na in Toulose, Milaan, Grenoble en Bélem gewoond te hebben, vond Giroud een vaste plek in Parijs, meerbepaald in de kosmopolistische wijk Belleville.
• Met De Tien Geboden (tien albums door tien verschillende tekenaars verschenen in twee jaar tijd bij Glénat) en Quintett (vijf albums door vijf tekenaars in vier jaar bij Dupuis) heeft Giroud twee conceptreeksen op zijn naam. Dat zijn reeksen waarvan de albums in korte tijd op de markt worden gebracht en een rode draad hebben die de albums aan elkaar verbindt. Deel 2 van Quintett, met het homoseksuele hoofdpersonage Alban Meric in de hoofdrol, werd voorgesteld aan nogal wat auteurs die het niet wilden tekenen. De rest van de albums raakten vrij snel aangepraat aan de tekenaars. Het succes van De Tien Geboden indachtig was daar debet aan.
• In 2008 zal nar zijn idee het eerste deel verschijnen van de nieuwe conceptreeks Destins, opnieuw bij Glénat. Het basisgegeven draait om een meisje dat een belangrijke keuze moet maken. Ofwel laat ze haar beste vriendin in haar plaats opdraaien voor iets wat zijzelf heeft uitgespookt, ofwel biecht ze alles op. Maar wat zijn telkens de gevolgen van haar keuze? Giroud nodigde een plejade aan tekenaars uit om verschillende verhaalpistes (voorgesteld als een boom met vele vertakkingen) uit te werken tot een album, elk getekend door een andere tekenaar. In totaal zijn een twintigtal auteurs aan dit project verbonden! Naast Giroud, die de eerste en de laatste episode schrijft, kan hij rekenen op de schrijftalenten van niet minder dan Philippe Bonnifay, Pierre Christin, Eric Corbeyran, Florent Germaine, Virginie Greiner, Kris, Pierre Makyo, Valérie Mangin, Matz, Frédéric Richaud en Rodolphe. Een vertaling is nog onzeker.
• Nog voor het eerste deel van De Tien Geboden verscheen, was er al vijf jaar voorbereiding verricht.
• Van De Tien Geboden raakten in totaal meer dan een miljoen albums verkocht. Vooral de eerste albums deden het goed met elk 145.000 exemplaren. De latere delen bleven hangen bij 70.000 exemplaren. Tot een vervolg kwam het niet, maar spin-offs als De Fleury-Nadals en De Erfgenaam konden dan weer wel.

• Giroud herinnerde zich goed hoe Régis Loisel en Laurent Vicomte indertijd gouden bergen beloofd kregen van uitgeverijen toen ze te kennen gaven solo hun ding te willen doen na hun respectieve successen Op Zoek naar de Tijdvogel en Het Land van Langvergeten. Tegelijk moesten hun scenaristen Serge Le Tendre en Pierre Makyo knokken om nieuwe projecten aan de man te brengen. Na De Tien Geboden echter, en het immense succes dat eruit voortvloeide, is het nu eerder de scenarist voor wie de rode loper werd uitgerold. Daarmee kwam hij op eenzelfde niveau terecht als Jean Van Hamme (na een reeks opeenvolgende successen), Xavier Dorison (na Het Derde Testament) en Eric Corbeyran (na De Zang van de Vampiers) die Giroud als voorbeelden nam. Het zijn deze scenaristen die nu praktisch al hun projecten verwezenlijkt zien. Dankzij Van Hamme, dankzij de collectie Derde Stroming en dankzij conceptreeksen als De Tien Geboden of De Geheime Driehoek van Patrick Cothias werd het beroep van scenarist eindelijk meer erkend, aldus Giroud nog. Ook een scenarist kon een vedette worden.

• Zijn tekenaars krijgen een synopsis van een pagina of vijftien waarin elke alinea overeenkomt met een scène, biografische fiches van de hoofdpersonages, een deel van de documentatie (waaronder foto's die hij ergens ter plekke nam) en tot slot het scenario met een decoupage van de plaat in prentjes, suggesties voor de pagina-indeling en een beschrijving van elke scène met de dialogen. Giroud heeft er geen problemen mee dat de tekenaars met wie hij samenwerkt hun eigen interpretatie maken van de pagina-indeling die hij voorstelt, maar van de teksten moeten ze afblijven. Als een personage dát woord en díe zin zegt, dan is dat om een precieze reden. Daarin is Giroud zeer minutieus.
• Giroud schreef ondertussen voor meer dan dertig verschillende tekenaars. In 2002 won hij de prestigieuze Duitse Max und Moritz-stripprijs voor Beste Internationaal Scenarist en volgde daarmee scenaristen op als Pierre Christin, Alan Moore en Jean Van Hamme.

Faits divers ("Vergeten" in Annam):
• Giroud raakte in deze historische feiten geïnteresseerd in de herfst van 1986 door een nachtelijke reportage op tv. Datzelfde jaar keerden oud-Vietnam-soldaten of eerder hun stoffelijke overschotten terug in houten doodskisten. Een oud, droevig vrouwtje praatte over een afwezige bij de repatriëring van deze soldaten die soms dertig of veertig jaar na datum in het thuisland Frankrijk aankwamen. Haar zoon was officieel noch overleden noch levend. Het leger wilde nooit een overlijdensakte afgeven en beschouwde de soldaat gewoon als vermist. Het vrouwtje wist wel beter. Haar zoon was een overloper, een blanke soldaat van Ho Chi Minh, de president van de Vietnamese republiek. Veel meer werd er in het interview niet verteld, maar voor Giroud was het genoeg om aan het werk te tooien. Hij had ook al een uitgever. Dupuis had nog maar net de collectie Vrije Vlucht uit de grond gestampt met algemeen directeur Jean Van Hamme en hoofdredacteur Philippe Vandooren als grote bezielers. Voor deze prestigieuze collectie met verhalen die een meer volwassen publiek moest aanspreken dan het toenmalige publiek dat de uitgeverij kende, dienden tekenaars en scenaristen gezocht te worden. Vandooren passeerde ook bij Giroud met de vraag naar een origineel scenario. Het concept dat hij toen uit de doeken deed, viel in goede aarde. Hij stelde de uitgever dan maar meteen de tekenaar voor die hij in gedachte had: Lax.
• In de periode vóór het stripfestival van Brignais in Lyon kenden Giroud en Lax elkaar wel van signeersessies, maar op een dag in november 1987 plaatste het toeval de twee naast elkaar tijdens het slotdiner van de Bulle d'Or in Brignais. Giroud las graag Lax' De Verlichte Markiezin terwijl Lax met veel plezier Louis la Guigne las. Lax wilde graag zijn horizon verruimen en vroeg Giroud of hij nog ergens niet-uitgetekende scenario's liggen had. De idee voor "Vergeten" in Annam had al vastere vorm aangenomen als een spionageverhaal en Giroud vertelde erover aan zijn disgenoot. Lax wilde er meteen aan beginnen, nog voordat de reeks De Verlichte Markiezin ten einde was gekomen.
• Achtergrondinformatie zoeken bleek lastiger dan verwacht. De documentatie was schaars, de reis duur en visa werden slechts met mondjesmaat verstrekt. Het gevolg daarvan was dat Giroud Vietnam pas tien jaar later bezocht. Maar dankzij een arts uit Ho Chi Minstad en een journalist van het satirische Le Canard Enchainé was het niet moeilijk de lokale decors te reconstrueren.
• In "Vergeten" in Annam uiten de auteurs scherpe kritiek op de manier waarop de Franse regering is omgegaan met de gerepetarieerde soldaten in de oude kolonie Indo-China. Het tweeluik is het allereerste fictieverhaal die het aandurfde de complexe materie en historische achtergrond te behandelen.
• Op één personage na zijn alle andere figuren fictief. Maar het thema en de feiten zijn wel realistisch en historisch correct. In het voorwoord in het eerste deel benadrukte Giroud dat de opstand in het Camp du Vernet bij Marseille en de macabere repatriëring aan het begin van het verhaal helaas bittere waarheid zijn, hoewel de media en diverse overheden erover zwegen.
• Hoofdrolspeler Nico Valone is een journalist, maar het verhaal draait eigenlijk rond "Aanhanger" Henri Joubert, een soldaat wiens moraal afweek van de klassieke denkwijze. Deze Aanhangers waren soldaten met een gouden hart en idealen, maar de manier waarop zij door generaals en politici werden behandeld, waren verschrikkelijk. Het waren moedige verzetsmensen die tegen de Duitse bezetters vochten. Net zoals de vader van Lax. In het jaar 1945 belandden ze plots in de rijstvelden van Annam of Tonkin waar ze een einde aan de oorlog wilden maken en Azië bevrijden van de laatste bataljons Japanse soldaten. Ze kwamen aan toen de Duitse capitulatie en de atoombommen hun werk al gedaan hadden. Op dat moment was Ho Chi Minh de beloftes van de Franse kolonialen beu en kwam in opstand. Helaas kropen de Franse soldaten al of niet onvrijwillig zelf in de huid van de vijand. Ze zaten mensen op de hielen die een rol vervulden die ze zelf nog maar hadden uitgevoerd in hun thuisland: dat van een verzetsmens, een patriot, terwijl ze zelf als bezetter optraden. Op de koop toe beviel het contact met de bevolking hen. Ze konden niet langer tegen het brutale bestaan die de inwoners kenden. Verschillende van hen liepen dan ook op een dag over naar het vijandelijke kamp om er als eerste blanken mee te vechten in het leger van Ho Chi Minh.
• Tot in 1954 deelden ze lief en leed met de Vietminh-kameraden. Het leed werd mede veroorzaakt door het leven in de vochtige en warme jungle. Met een kop rijst als maaltijd, blootsvoets door het moeras trekken, vatbaar zijn voor ziektes en infecties en steeds trekkend door de Indo-Chinese jungle wilde je al eens naar huis verlangen. Ook psychologisch was het een hel. De Aanhangers moesten zich uiteraard aanpassen bij nieuwe gewoontes, moesten een nieuwe taal onder de knie krijgen en de mentaliteit van hun nieuwe broeders ondergaan. Hun oude strijdmakkers daarentegen werkten hun haat jegens de verraders en deserteurs uit door gevangenen te bespuwen of discreet het hoekje om te helpen. Officieel bestonden de soldaten niet meer.
• Het Franse leger wilde liever dit potje gedekt houden. De Aanhangers werden officieel als vermist opgegeven. In werkelijkheid stond hun naam in militaire dossiers vergezeld met een doodsvonnis.
• De akkoorden van Genève op 21 juli 1954, die een einde maakten aan de oorlog in Indo-China maakten geen einde aan hun lijdensweg, noch de amnestie die hen in de jaren zestig door de regerinbg-Charles De Gaulle werd geschonken. Bij hun terugkeer in Frankrijk was de wereld voor hen niet meer dezelfde. Als ze al niet vergeten waren, dan werden ze wel bestempeld als verraders.
• Een paar van de mensen die dit allemaal hebben beleefd, leefden nog in de periode dat Giroud hun verhaal neerschreef. Henri Joubert, Marcel Guyon en Raoul Guichard zijn verzonnen namen, maar hun avonturen zijn gebaseerd op waargebeurde verhalen.
• De Duitser Erwin Borchers heeft daarentegen echt bestaan. Met historicus Jacques Doyon (die zich als een van de weinige historici in deze onfrisse bladzijde van de Franse geschiedenis heeft verdiept) als tussenpersoon, kwamen ze in contact met de man. Giroud trok naar Oost-Berlijn, waar Borchers zich in de jaren zestig terugtrok, om er de man te spreken. De moeite was tevergeefs. Borchers bekleedde tijdens zijn diensttijd in de rijstvelden van Annam de graad van kapitein onder de naam Chen Si. Lax moest zonder beschikbare foto een eigen gezicht verzinnen. Hij kwam uit op een gelijkenis met de toneelschrijver Samuel Beckett.
• Het boek van Doyon gebruikten Giroud en Lax uiteraard als vaste documentatiebron. De soldaten die hiervoor werden geïnterviewd wilden dat — op een drietal na — enkel anoniem doen.
• Deel 1 werd in 1990 onderscheiden met de Bulle d'or voor het beste scenario, het kreeg in Sierre de Persprijs en in Angoulême vond de jury het een absolute must, een kwalificatie die tien albums van het jaar te beurt vielen.

• Onder de enthousiaste lezers bevonden zich veel journalisten. Niet zelden gaf de strip over de vergeten soldaten aanleiding tot artikels. Meer en meer blanke soldaten van Ho Chi Minh kwamen uit de schaduw, zij het incidenteel en op bescheiden schaal. Een van deze journalisten, Dominique D. van France-Inter, belde op 26 maart 1991 (wanneer de Golfoorlog net was afgelopen) Giroud op met de mededeling dat er in het tv-journaal van de dag erna een bommetje zou ontploffen. Jean-Jacques Beucler, een oud-staatssecretaris van toenmalig president Giscard d'Estaing, was in het begin van de jaren vijftig een gevangene van de Vietminh. Hij had een van zijn folteraars herkend. Deze folteraar, Georges Boudarel genaamd, doceerde aan een Parijse universiteit en was een van de verraders over wie Giroud het had. De vraag van Dominique was of Giroud hem in contact kon brengen met mensen die hem hadden gekend. Giroud kende die soldaten niet en kon hem dus niet helpen, maar dat wilde de journalist niet geloven. Hij vermoedde dat er meer achter zat en hij wilde niet aannemen dat er toeval in het spel was dat er enkele maanden nadat een opgemerkte strip over het thema was verschenen een van de gepoortretteerden werd ontmaskerd. De journalist geloofde dat Giroud informatie voor hem achterhield. Hoe dan ook barstte de dag erop inderdaad de affaire-Boudarel los. Het werd bijna een maand lang voorpaginanieuws. Boudarel was inderdaad een van de vergeten soldaten met nobele bedoelingen, maar maakte een verkeerde keuze door niet in een gevechtseenheid te participeren, maar in een gevangenenkamp terecht te komen als politiek commissaris. Na een onvoorziene toevloed van gevangenen was Boudarel goed geplaatst om aan voedsel te geraken en deze of gene het leven iets draaglijker te maken. Dat hij hen ook nog de ideologie van de Franse vijand probeerde bij te brengen, viel al helemaal niet in goede aarde. In het boek van Doyon publiceerde hij onder de naam Boris. Nochtans maakte hij bij zijn repatriëring in Frankrijk geen geheim van zijn verleden door pamfletten te ondertekenen met zijn eigen naam en de toevoeging "oud-kaderlid van de Vietminh". Voor het personage Joubert baseerde Giroud zich gedeeltelijk op de verklaringen van Boris. De rechtszaak Beucler-Boudarel wordt op tv uitgezonden. Het kostte Beucler weinig moeite om de miljoenen kijkers voor zich te winnen in een confrontatie waarin hij bevestigde zijn ex-bewaker te herkennen. De affaire kreeg een wrange nasmaak waarin de media niet alleen het vel eisten van Boudarel, maar in één adem de gevangenkampen van de Vietminh (oneerlijk) vergeleken met de concentratiekampen van de nazi's. Giroud schaarde zich, zij het niet op het voorplan, aan de zijde van de weinige historici die deze kampen en de overlopers in een juiste context wilden plaatsen. Maar de media hebben er geen oren naar en komen niet verder dan de vete Beucler-Boudarel. De smaad die over Boudarel werd uitgestort, besmeurde ook alle overlopers. Op straat werd er gedemonstreerd voor een aanklacht tegen Boudarel, extreem-rechtse studenten richtten vernielingen aan op de faculteit waar hij doceerde, de politie kwam eraan te pas om de relschoppers uiteen te drijven. Een maand later trad een nieuwe regering aan, werd Sjapoer Bakhtiar vermoord en kwam een gans andere affire aan de orde. Boudarel en zijn tegenstanders figureerden nu op de binnenpagina's van de kranten en verdwenen uiteindelijk uit de picture, samen met de overlopers die weer in de vergetelheid doken.
• Bij de post die Giroud ontving naar aanleidng van het stripverhaal, zaten drie brieven die hem raakten. Een ervan kwam van een oud-"verrader" die vele jaren zelf probeerde zijn verhaal en dat van zijn lotgenoten op papier te zetten, maar daarbij stuitte op onverschilligheid, vijandigheid en soms zelfs geweld. De publicatie van het album was daarbij een soot genoegdoening. Een tweede brief kwam van een Euraziatisch meisje die zich herkende in de figuur van Kim-Chi. Net zoals Joubert was haar vader naar de vijand overgelopen en daarna met een Vientnamstrijdster getrouwd. De derde briefschrijver was ook een vrouw. Als kind was ze onder de indruk van de mysterieuze verdwijning van haar oom tijdens de oorlog in Indo-China. Tijdens de jaren ontwikkelde de vrouw in haar fantasie een eigen verhaal met een beschrijving van de avonturen van haar oom. "Vergeten" in Annam was voor haar een schok: Giroud had met Henri Joubert haar oom op papier gezet en de scenarist kon niet anders dan zijn zoon zijn. Giroud moest de briefschrijfster helaas terleurstellen. Hij was geen neef van haar.