|
D
A T A S H E E T |
Tekenaar:
Alex Alice
Scenarist:
Xavier Dorison / Alex Alice
Uitgever:
Talent
Collectie:
Collectie 500
Eerste druk: 1997
Oorspronkelijke titel:
Le Troisième Testament 1: Marc ou
Le Réveil du Lion
Uitvoering:
SC, kleur (1998)
HC, kleur (1997) |
Quoi?
In 1306 vinden een reeks vreselijke moorden gekoppeld
aan de ontdekking van een geheimzinnig reliekschrijn
plaats in het klooster van Veynes, midden in Frankrijk.
De aartsbisschop van Parijs haalt er zijn oude vriend
Conrad van Marbourg bij. Conrad is een oud-inquisiteur
die twintig jaar voordien in geheimzinnige omstandigheden
verdween nadat hij ervan beschuldigd werd een pact
te hebben gesloten met de duivel. De moord op de aartsbisschop
noopt Conrad ertoe te vluchten met diens pleegdochter
Elisabeth van Elsenor. Achterna gezeten door een horde
gemaskerde ruiters komen ze niettemin te weten wat
het manuscript precies inhoudt: de geschriften van
Julius van Samaria die al veertien eeuwen verdwenen
waren. Ze besluiten op zoek te naar een kopie in de
oude bibliotheek van Toledo. Of hoe een gewone reeks
moorden een complot op grote schaal van het hele christendom
werd onthuld.
Et alors?
Het Derde Testament is een modern spionageverhaal
gesitueerd in de middeleeuwen. Het hele genre van
de catholic fantasy, met De Tien Geboden en
De Geheime Driehoek als de meest opmerkelijke
voorbeelden, vond zijn oorsprong in het succes van
Het Derde Testament. Xavier Dorison schreef
met hulp van Alex Alice een van zijn
meest complexe scenario's (trouwens allemaal gebaseerd
op ware gebeurtenissen en echt bestaande personages
zoals Conrad en Elisabeth) en Alice liet zich opmerken
met fantastisch tekenwerk in deel 1 tot deel 4. Dorison
omschreef de reeks zelf als "de sfeer van De
Naam van de Roos met een vleugje Indiana
Jones en een vertelstijl als The X-Files."
Dat zijn referenties die voor ons werken als een versgetapt
pintje op een zomerdag.
Aantal genomineerde albums
van Alice: 2/440
Aantal
genomineerde albums van Dorison: 6/440
|
Faits
divers (Alex Alice en Xavier Dorison):
• Alex Alice werd geboren op
11 november 1974. Xavier Dorison op 8 oktober 1972.
• Dorison schrijft scenario's met in het achterhoofd
de wens dat ze eenzelfde niveau halen als de films
of boeken die hem diep zijn bijgebleven. Films als
Casablanca, African Queen, Planet of
the Apes of boeken als Schateiland van
Stevenson. Met Long John Silver,
getekend door Mathieu Lauffray, schreef
hij in 2007 een eigen staartje aan die wereldklassieker
van Stevenson.
• Als kind wilde Alice tekenfilms maken. Strips
tekenen was echter goedkoper en eenvoudiger om te
maken.
• Na drie jaar Handelsschool (tijdens dewelke
hij een stripfestival op enkele grote scholen organiseerde)
ging Dorison werken voor Barclays Corp.
In zijn vrije tijd schreef hij scenario's voor Het
Derde Testament, Prophet en Heiligdom
die in de loop van de jaren allemaal gepublicered
raken.
• Zijn eerste illustraties publiceerde Alice
in Casus Belli. In 1997 volgde al de eerste
episode van Het Derde Testament. Omdat hij
toen nog in zijn laatste jaar zat op school bedong
hij onmiddellijk na het verschijnen van deel 1 een
beter contract om af te kunnen studeren.
• Na Het Derde Testament schreef hij
als tussendoortje een episode van de comicreeks Tomb
Raider op scenario van Patrick Fréon.
De bedoeling was iets lichts te maken omtrent Lara
Croft en daar een serietje met afgeronde verhalen
rond te maken. Maar er rezen problemen met de rechten.
Nadat een eerste nummer van Tomb Raider: Dark
Æons een groot succes werd, moest het uit
de winkels verdwijnen. Er kwam geen vervolg.
• En toen kwam Siegfried, de strip
en de tekenfilm en het nieuwe project Julius,
een prequelcyclus op Het Derde Testament
met opnieuw Dorison aan de schrijverstafel, Alice
als co-scenarist en Robin Recht als
tekenaar. Het eerste deel van de fantasypeplum Julius
in opnieuw vier delen wordt verwacht in 2008.
• Tien jaar na Het Derde Testament
publiceerde Alice in 2007 bij Dargaud
het eerste deel van de trilogie Siegfried,
een vrije bewerking van de operaklassieker Der
Ring des Nibelungen van Richard Wagner.
Deze componist kende hij al sinds zijn tiende. Zijn
vader was een operaliefhebber en thuis stond regelmatig
een opera op zoals Mozarts De
Toverfluit. Op een keer liet zijn vader hem meekijken
naar een opera van Wagner op tv, gedirigeerd door
Chéreau en Boulez.
• Na afronding van Het Derde Testament
belandde hij in een tweedehands muziekwinkel, zag
er een koffer liggen met Der Ring des Nibelungen.
Mooi, maar duur. Hij kocht wat anders en verliet de
winkel. Op de hoek van de straat kreeg hij spijt,
keerde terug en kocht alsnog de koffer. 's Avonds
beluisterde hij de eerste plaat. Met het boekje in
de hand beluisterde hij ook de rest, veertien uur
lang. Het boekje alleen al bood voldoende inspiratie
om de opera ook in beelden te zien. De goesting was
er, nu de uitwerking nog. Het geplande one-shot per
deel van de vier operastukken werd een trilogie geconcentreerd
rond het personage Siegfried. Alice hield van de fantastische
en mythologische kant van Wagners opera en de rijkdom
van het verhaal viel hem op. Hij wilde sowieso wat
meer duiken in de fantasy in plaats van opnieuw een
verhaal in een historisch gesitueerd decor.
• Als adolescent proefde hij van de boekentrilogie
The Lord of the Rings van Tolkien
die op dezelfde Germaanse sagen als Der Ring des
Nibelungen zijn geïnspireerd. Ook de film
Excalibur van John Boorman
(met — hey! — muziek van Wagner) lieten
een diepe indruk na.
• Andere geliefkoosde films zijn The 13th
Warrior van John McTiernan,
The Dark Crystal van Jim Henson,
Conan the Barbarian van John Milius,
The Jungle Book van Walt Disney
en The Secret of Nimh van Don Bluth.
• Vanaf het moment dat hij begon met Siegfried,
de strip, had hij zin om ook een Siegfried,
de tekenfilm, te maken. In 2003 werd hij aangesproken
door Bibo Films FCA en maakte voor
hen het scenario en het design voor de tekenfilm,
die zowel het klassieke 2D als computer-3D mengt.
De film zal negentig minuten lang zijn en kan rekenen
op een groot budget, voor een deel gefinancierd door
Dargaud. Alice laat zich bijstaan door tekenaar Mathieu
Lauffray (Prophet, Long John Silver) om het
project te superviseren. Aan het vernieuwde filmscript
werkte André Clavel mee, die
al ervaring heeft in de branche voor de grote Amerikaanse
studio's. De preproductie start in 2009. O ja, Bibo
Films FCA heeft ondertussen de succesvolle tekenfilm
Persepolis naar de autobiografie van Marjane
Satrapi op zijn actief.
• In de beginperiode van Siegfried
ontdekte hij het storyboard van de anime Akira
naar de gelijknamige mangareeks.
• Alice is nog een tekenaar van de oude stempel,
want hij is zeer tegen het gebruik van de computer
om strips in te kleuren, hoewel hij niet weerlegt
dat het misschien makkelijker werken zou zijn. De
manuele inkleuring is directer, heeft een grotere
rijkdom, men werkt bedachtzamer en de concentratie
is groter om er wat moois van te maken, aldus Alice.
• De fantasytrilogie The Lord of the Rings
is een ontegensprekelijke inspiratiebron voor Alice.
Nog meer kwam dat tot uiting in het meer fantasygerichte
Siegfried. Op stripgebied neemt hij Sláine
van Simon Bisley en Pat Mills,
Bone van Jeff Smith en The
Dark Knight Returns van Frank Miller
er als referentiemateriaal bij.
• Dorison schreef naast strips en films (Les
Brigades du Tigre) ook avonturenspellen. Voor
onder meer Nikita, MI-2 en Outkast
trad hij op als script-doctor.
• Ten tijde van de eerste albums van Het
Derde Testament werkten ze nog samen aan een
tekenfilmproject waarvoor Dorison het script schreef
en zich bezighield met het algemene concept terwijl
Alice zich op de grafische kant van het project wierp.
Een elf zou daarin de hoofdrol spelen. Er kwam niets
van het project terecht.
• Alice is een autodidact. Hoewel zijn stijl
duidelijk beïnvloed is door Amerikaanse tekenaars,
was hij nooit een liefheber van comics. "Verhaaltjes
van kerels in een pyama" zegden hem niet veel.
Zijn stijl linkt hij eerder aan die van Claire
Wendling (De Lichten van de Amalou)
of Benoit Springer (Schaduwland)
die op hun beurt de Amerikaanse stijl in zich opnamen.
Maar Alice heeft wel altijd genoten van het werk van
Mike Mignola (Hellboy) of
Frank Miller terwijl hij begin 2000 terugging naar
de roots met werk van John Buscema,
Byrne, enzovoort.
• Alex Alice in drie films en drie strips: Blade
Runner, Brazil, Raiders of the Last Ark en Watchmen,
The Dark Knight Returns, Casper & Hobbes.
Xavier Dorison in drie films en drie strips: Star
Wars, Ben Hur, Les Virtuoses en Op Zoek naar
de Tijdvogel, The Dark Knight Returns, De Schat van
Scharlaken Rackham.
• The Dark Knight Returns voor beide
heren dus. In Het Derde Testament 4 zien
we in het laatste prentje van pagina 18 een mooi knipoogje
naar Batman.
• Door Het Derde Testament katapulteerde
de status van Alex Alice en Xavier Dorison in pakweg
een jaar tijd van volslagen onbekenden tot prijswinnende
auteurs.
• Naast striptekenaar en art director voor tekenfilmprojecten
heeft Alice een resem illustraties, covers en affiches
voor diverse doeleinden op zijn naam staan.
• Dorison richtte het bedrijf Script
Company op, een filiaal van gameproducent
Dark Works, op zijn beurt gespecialiseerd
in het uitdokteren van scripts voor games.
• Voor tekenaar Ralph Meyer schreef
Dorison De Mangoest, een afgerond verhaal
over het gelijknamige personage uit de reeks XIII.
Deze opener van de dertiendelige reeks XIII Mystery
verscheen in november 2008 en heeft telkens een
ander nevenpersonage uit de hoofdreeks als hoofdrolspeler.
Voor elk album werken een tekenaar en scenarist samen
die voorheen nog niet samen hadden gewerkt. Jean
Van Hamme fungeert hierbij als script
doctor om waar nodig het verhaal bij te sturen.
Faits divers (Het
Derde Testament):
• De stripreeks zou aanvankelijk getekend worden
door Emmanuel Civiello en uitgegeven
door Soleil, maar een ernstig motorongeluk
van Civiello hield hem van de tekentafel en vervolgens
van elk nieuw project. Soleil stond Dorison toe dat
hij in alle vrijheid andere mogelijkheden kon zoeken.
Glénat had voor de Franse
publicatie wel oren naar het project.
• De stripreeks omschreven ze zelf als catholic
fantasy, een term die ondertussen een genre op zich
is geworden.
• Het Derde Testament verscheen ook
in een Engelse taalversie in Zuid-Afrika. Met zo'n
vierhonderd verkochte exemplaren noemde uitgeverij
Pepic & Kraus het een bestseller
ongeacht de verliezen die de investering voor een
vertaling met zich meebrachten.
• In oktober 2007 verscheen bij Glénat
een integrale editie van de vier albums, tien jaar
na het eerste deel... en dertien eeuwen na de gebeurtenissen
in de reeks. Meteen excuseerde Alice zich voor de
eerder uitgegeven koffereditie waarvan de laatste
plaat was weggevallen. In de integrale editie staan
negen extra strippagina's die de weg effenen voor
de nieuwe prequelcyclus. Een nieuwe cover, ex-librissen
en onuitgegeven tekeningen maken de integrale rond.
• Van de vier delen samen gingen ondertussen
meer dan een miljoen exemplaren over de toonbank.
• Let eens op de trieste scène op pagina
43. Tussen prent 1 en 2 heeft Elisabeth heel fluks
haar blauwe mantel met kraag aangetrokken.
• De grootse landschappen in Het Derde Testament
(met bergen, hemels, wouden,...) zijn tegelijk herkenbaar,
maar ook geïdealiseerd. Alice wilde een soort
archetype creëren van hét woud, dé
bergen, enzovoort.
• In een interview voor het Franse stripmagazine
Suprême Dimension in 2006 verklapte
uitgever Ronny Matton van Talent
dat na Lanfeust van Troy, Trollen van Troy en
Legende de serie Het Derde Testament
zijn best verkochte serie was. Op eenzelfde niveau
deden Golden City en Aquablue het
goed.
• Conrad van Marbourg en zijn jonge reisgenote
doen op hun queeste in deel 2 de stad Toledo aan.
Als hoofdzetel van talrijke concilies werd de hoofdstad
van Castilië door de Arabieren veroverd in 711.
Na de herovering in 1805 door Alfonso VI
van Léon bleef Toledo een culturele smeltkroes
en een ontmoetingsplaats voor christelijke geleerden,
Arabieren en Joden. Het is in deze streek dat de grote
mystieke Muselmaanse meesters van het soefisme of
van de kabbalistische studie van de Sephirots zich
zullen vestigen.
• Wie zich verder verdiept in de waarheid of
de mythes omtrent een derde of bijkomend testament
naast het bestaande Oude en Nieuwe Testament,
stuit op eeuwenoude overleveringen, al dan niet historisch
aanvaarde bronnen en onopgehelderde mysteries, intriges,
bondgenootschappen, samenzweringen, geheimen en diverse
meer. Nog tot in de twintigste eeuw (bijvoorbeeld
door de ontdekking van de tweeduizend jaar oude Dode
Zeerollen in 1947 in een van de grotten van de rotskust
van Qumran) geven al deze documenten en vondsten aanleiding
tot speculaties en uiteraard inspiratie voor films,
boeken en strips. Het Derde Testament is
er daar een van. Het schetsboek dat Talent in 2001
vertaalde en ongelooflijk lelijk letterde, zette in
een apart dossier flink wat van deze theorieën
naast elkaar en riep daardoor nog meer vragen op waar
de opgetekende geschiedenis geen officieel antwoord
op heeft.
• De historische Conrad Reinhardt Marcus,
graaf van Marbourg was een fanatiek inquisiteur zonder
enig mededogen. Vanaf het begin van de twaalfde eeuw
namen de ketterijhaarden in de Nederlanden, Vlaanderen
en in het Duitse Rijngebied veelvuldig toe. Een geestelijk
priester met de naam Conrad van Marbourg, oud-biechtvader
van Elisabeth van Hongarije, kreeg
de opdracht om zich tegen de Luciferianen te verzetten
en de Duitse kerk te hervormen. Hij droeg niet officieel
de titel van inquisiteur. Hij was belast met de toepassing
van de keizerlijke verordeningen en de statuten van
de Heilige Stoel. Hij kweet zich zodanig goed van
zijn taak dat de annalen van Worms
vermeldden dat op zijn bevel "zoveel ketters
werden verbrand dat het onmogelijk was ze te tellen".
Daarnaast staat het vast dat hij een ongemeen streng
en onberispelijk leven leidde in tegenstelling tot
vele van zijn collega's. In 1232 kreeg hij van paus
Gregorius IX zogeheten discretionaire
macht. De paus liet de Statuten van de Heilige Stoel
aan de Dominicanen van Karinthië en Straatsburg
bezorgen zodat ze Conrad van dienst konden zijn. In
oktober 1232 dwarsboomde de Heilige Vader zelfs de
aartsbisschop om Conrad voordelen te kunnen toekennen.
• In 1233 ging Conrad, gesterkt door zijn resultaten
en relaties, een stapje verder en pakte een van de
machtigste edellieden aan: de graaf van Sayn. Dankzij
talrijke verhoren verzamelde de inquisiteur belastende
getuigenissen en sommeerde de graaf zich aan te bieden
bij de inquisitierechtbank. Wat hem ten laste werd
gelegd en hoe het proces precies verliep, zullen we
nooit te weten komen. Het gevolg was alleszins dat
de graaf van Sayn werd vrijgesproken en dat Conrad
in verdachte omstandigheden stierf.
• Met deze feiten in het achterhoofd, kon de
legende benaderd worden. Wat was de werkelijke macht
van de inquisiteur? Hebben zijn doelwitten zich op
hun beurt gewroken? Welke invloed had de graaf van
Sayn op de aartsbisschop en de paus? En wat is de
verklaring voor het verdwijnen van Conrad en zijn
knecht die ook in de stripreeks voorkwam? De pleegdochter
van de aartsbisschop, Elisabeth van Elsenor,
dateerde bovendien het proces van Conrad in 1287 terwijl
de inquisiteur vijftig jaar daarvóór
al verdween. Nochtans verklaarde ze met veel details
dat Conrad zijn macht had te danken aan Gregorius
IX (wat dus waar was), maar ook hier stemden de data
niet overeen. Gregorius IX stierf namelijk al in 1241.
Ofwel werden de data bewust vervalst en vormden ze
een numerieke, symbolische code ofwel werd de naam
van Conrad bewust gekozen om de identiteit van een
andere persoon buiten schot te houden. Hoe dan ook
blijven de overeenstemmende persoonlijke kenmerken
en karakters vragen oproepen.
• In de moderne literatuur (van Edgar
Allen Poe tot Umberto Eco)
tot zelfs de vreselijke Spanish Inquisition
uit Monty Python's Flying Circus blijft het
beeld hangen van het schrikbeeld van de inquisiteur:
een wreed soldaat van de kerk die zijn slachtoffers
foltert om bekentenissen af te dwingen en ze vervolgens
naar de brandstapel stuurt. Nochtans sluit de verborgen
waarheid achter deze visie daar niet bij aan. Vanaf
de oprichting van de inquisitie tijdens het verdrag
van Parijs in 1229 werd duidelijk genoteerd dat de
wereldlijke — en niet de kerkelijke —
macht belast was met het executeren van de ketters.
Na enkele jaren structureerde de inquisitie zich en
stelde ze nauwkeuriger regels op. Twee tekstbundelingen,
opgesteld door de provinciale concilies van enerzijds
Narbonne in 1235 en anderzijds Béziers in 1246,
waren de meest fundamentele. Maar de meest gekende
was de Pratica Inquisitions Heretice Pravitatis
van Bernard Gui. Ondanks deze
evolutie werd het de inquisiteur nog steeds niet toegestaan
zelf een vonnis te vellen. Het bleef zelfs tot Urbanus
IV duren vooraleer zij het recht kregen om
folteringen bij te wonen. Te allen tijde was het verboden
om beschuldigden te verminken of hun leven in gevaar
te brengen.
• Maar hoe zit het dan met de "Hand van
God", de gewapende arm van de kerk? Volgens de
twee historici Jean Brouvier en Philippe
de Renancourt zouden de verschillende bijlagen
betreffende de inquisitieprocedures geheim zijn gebleven.
De eerste zouden zijn verbonden aan de pauselijke
bul Si Adversus Vos van Innocentius
III dat advocaten en notarissen zou verbieden
hun diensten aan ketters te verlenen. De tweede zou
gelieerd zijn met de bul Ad Extirpanda van
mei 1252 waarbij Innocentius IV officieel
toestemming gaf om van ketterij verdachte mensen te
folteren. Deze bijlagen hadden tot doel de handelingen
van de rechtstreekse afgezanten van de Heilige Vader
te reglementeren en zo het risico op kerkrechterlijke
onregelmatigheden uit te sluiten. Deze functionarissen
of Manus Dei (Hand van God) kon daardoor
zonder verdere tegenspraak op eigen houtje handelen
en op staande voet elk vonnis dat hij uitsprak zelf
uitvoeren. Niettemin leek het erop dat de Heilige
Stoel alles in het werk stelde om deze twee teksten
te verduisteren. De bul Ad Extirpanda dateerde
trouwens van na de dood van Conrad terwijl Elisabeth
beweerde dat hij het laatste slachtoffer was van de
Hand van God.
• Hoewel Conrad en Elisabeth echt hebben bestaan,
is de stripreeks geen getrouwe weergave van wat er
zich zoveel eeuwen geleden terug afspeelde. De nauwkeurigheid
lag eerder in de religie dan in de geschiedenis, stipuleerde
Dorison. De auteurs hebben ontzettend veel opzoekingswerk
daartoe verricht door religieuze teksten te bestuderen.
Ze schaarden zich voor hun versie achter een idee
van de hassidim volgens dewelke een tekst zich aan
elke lezer aanpast. De sleutel tot hun interpretatie
is dat een religieuze tekst zich nooit twee keer op
eenzelfde manier laat lezen.
• De auteurs baseerden zich op de herlezing
en adaptatie van een religieuze tekst uit de veertiende
eeuw uit de Nationale Bibliotheek, de Schotse vertaling
van een manuscript van de hand van Elisabeth
d'Elsenor zelf.
• Voor het eerste deel kreeg Alice een prijs
als beste tekenaar op het stripfestival van Audincourt.
• Deel 2 kende een totaal andere stijl dan het
eerste deel. Veel had te maken met het decor, de stad
Toledo in Spanje, dat eeuwenlang door de Arabieren
werd bezet. De nauwkeurigheid in verschillen tussen
het middeleeuwse Frankrijk in deel 1 en de Mudejar-stijl
(de typische architectuurstijl uit Spanje in die tijd)
uit deel 2 typeert de reeks.
• In deel 1 imponeerde Alice met een dubbele
pagina met de voorgevel van de Notre Dame-kathedraal
in Parijs en dan nog eens in vogelperspectief. Voor
deel 1 had hij documentatie nodig over het oude Toledo.
Hij ging ter plaatse kijken, nam er honderden foto's
in de stad, maakte talloze schetsen en ging in plaatselijke
bibliotheken op zoek naar de plannen en maquettes
van gebouwen die hem in het bijzonder interesseerden.
• Meer nog dan het weergeven van de geschiedenis
wilden de auteurs door de verzamelde documenten de
hiaten in de geschiedenis onthullen en op basis daarvan
een intrige opbouwen van onverwachte omvang. Niet
voor niets vinden we de personages terug in crypten
en andere geheime plaatsen of net zeer publieke plaatsen
zoals de bibliotheek van Toledo, maar dan wel in de
catacomben eronder.
• Van het manuscript van Elisabeth maakten de
auteurs een eigen versie omdat haar document fragmentarisch
was vol schemerzones en onsamenhangende tijdslijnen.
Alice en Dorison interpreteerden de tekst en vulden
de lacunes aan. Daarbij smokkelden ze eigen hypotheses
binnen, steeds met het doel om meer naar een fantasyrichting
op te trekken.
• Wanneer hem werd gevraagd om de (onvermijdelijke)
invloed van De Naam van de Roos toe te lichten,
gaf Dorison steeds grif toe dat Umberto Eco's werk
wel aanwezig is. Zelfs Conrad leek op Sean
Connery. Tegelijk gaf hij ook nog het boek
De Slinger van Foucault als inspiratiebron
op. Zowel dit boek als Het Derde Testament hebben
een ondertoon gemeen waarin een serie van geheimzinnige
gebeurtenissen, waar het publiek geen weet van heeft,
de wereldgeschiedenis bepalen.
• Wat Dorison vooral fascineerde in het manuscript
van Elisabeth is het contrast tussen haar nauwkeurigheid
om plaatsen, personages en gebeurtenissen te vernoemen,
maar ze verkeerd situeert in de officiële, gedateerde
geschiedenis. Waarom? Dorison vond alleszins dat fantasy,
de verbeelding, krachtiger werkt als het verankerd
zit in de realiteit.
• Alice is niet zomaar de tekenaar van Het
Derde Testament. Hij is er ook de co-scenarist
van. Bij hun eerste ontmoeting werden talloze ballonnetjes
opgelaten. Wanneer Dorison kwam met de idee van een
Derde Testament, haakte Alice er meteen op in. Beide
auteurs schreven samen het verhaal, discussieerden
over de bladschikkingen, analyseerden samen het storyboard.
De idee voor de reeks kwam wel van Dorison.
• Over de invloed was Dorison erg bondig, maar
duidelijk: "Het doel van Het Derde Testament
is de sfeer van De Naam van de Roos met een
vleugje Indiana Jones en een vertelstijl
als The X-Files."
• Niet alleen Elisabeth, maar ook apocriefe
(niet-officiële) evangelies maakten gewag van
de geschriften van Julius van Samaria.
Deze geschriften zouden de vindplaats vermelden waar
zich een derde testament verborgen hield. Sommige
van deze apocriefe evangelies beschreven hoe Julius,
in de tijd van Jezus Christus een
handelaar, na de dood van Maria aanwezig
was op de laatste bijeenkomst van de apostelen (waar
er niet per se slechts twaalf van waren). De apostelen
waren ongerust omdat ze merkten dat er niet meer naar
het woord van Christus werd geluisterd en dat de wereld
verder bleef lijden. Ze trokken zich terug om tot
God te bidden. Toen ze weer opdoken, hadden ze een
rol bij die ze aan Julius toevertrouwden. De prequelcyclus
van Het Derde Testament, waar de auteurs
aan werken, is getiteld Julius.
• Volgens zovele queesteverhalen moeten onze
helden ook in Het Derde Testament op reis.
Van Frankrijk gaat het naar het Spaanse Toledo , vervolgens
naar Schotland om te eindigen in Dantzig. De echte
Elisabeth zou deze plaatsen ook hebben bezocht.
• Een aardig contrast zit 'm ook in het karakterverschil
tussen Conrad en Elisabeth. Hij is een uiterst gelovig
man uit het verleden — weliswaar worstelend
met interne conflicten tussen zijn geloof en zijn
gevoelens — terwijl Elisabeth een vrouw van
toekomst is met een haast moderne mentaliteit. In
deel 2 komt Conrad voor de keuze te staan. Ofwel redt
hij Elisabeth van de verdrinkingsdood in een onder
water gelopen zaal van de bibliotheek van Toledo ofwel
gaat hij weg met het manuscript. In deel 3 kiest hij
ervoor om deze keer niet aan zijn opdracht te verzaken.
• In zijn uitwerking ligt Het Derde Testament
dichter bij Conan, de Barbaar dan bij Alex, bij wijze van spreken. Toch zijn de fantasy-elementen niet bijzonder expliciet.
Het lag hem meer in de presentatie van bepaalde scènes.
Bijvoorbeeld in de scènes met de horde ruiters
met een masker in de vorm van een roofvogel die de
achtervolging inzetten op de helden, al eens voorafgegaan
door een kraai, de boodschapper van onheil en getekend
in kikvorsperspectief. Voor die maskers baseerde Alice
zich op die van de geneesheren tijdens pestepidemieën
met ter hoogte van de mond een soort vogelbek vol
geneeskrachtige kruiden. Met een middeleeuwse wapenuitrusting
heeft dit niets vandoen, maar toch blijven ze verklaarbaar:
het zijn gewoon ruiters met een masker op het hoofd.
• Door de gevel in vogelperspectief te tekenen
verplettert de Notre Dame in zekere mate de stad want
de kathedraal is het symbool van Gods aanwezigheid
op aarde. Op omgekeerde manier werden de torens van
het fort van Stornwall, het krocht waar het kwaad
schuilt, in Schotland getekend. Er lijkt geen einde
te komen aan de indrukwekkende, dreigende torens.
• Maar ondanks de vele geraadpleegde documentatie
voor de tekeningen, moest Alice soms ingrijpen. Ofwel
bestaan de plaatsen nog en kon hij ze nauwgezet natekenen,
ofwel volgde hij documenten en plannen uit die tijd
(door bijvoorbeeld de gevelplannen van Viollet
Le Duc te raadplegen voor de gevel van de
Notre Dame). Ofwel bestaan de plaatsen nog, maar werden
ze verbouwd, bijvoorbeeld de stad Toledo waar hij
ter plaatse merkte dat er van de middeleeuws periode
nog maar weinig overbleef. Dan moest hij dus een en
ander heruitvinden wat niet meer bestaat door middel
van beschrijvingen van mensen uit die periode, maquettes
in musea en bibliotheken. Ofwel bestaat de plaats
niet meer, zoals het fort van Stornwall, en moest
hij zich met behulp van de nodige fantasie over dit
soort vervloekte locaties inspireren op talloze ruïnes
van middeleeuwse kastelen en middeleeuws timmerwerk
in Schotland. |
|