DE AVONTUREN VAN SUSKE EN WISKE

De Schat van Beersel

D A T A S H E E T
Tekenaar:
Willy Vandersteen
Scenarist:
Willy Vandersteen
Uitgever:
Uitgeversmij N.V. Standaard-Boekhandel
Eerste druk: 1954
Uitvoering:
SC, kleur
Plot: Tijdens een toneelopvoering die Suske, Wiske en Lambik (als schermleraar) bijwonen, schrikt een actrice voor een reusachtige, vliegende, groene vleermuis. De gids van het kasteel van Beersel vertelt de eeuwenoude legende over de vleermuis waarna het trio nauw betrokken raakt met het mysterie. De ontmoeting met oude bekende Priem, de blinde hypnotiseur uit De Tartaarse Helm, doet hen uiteindelijk reizen in de tijd om in het verleden naar noodzakelijke antwoorden te zoeken.
Topwaardering: Al een paar keer vermeld en 't zal niet de laatste keer zijn: de Vlaamse striplezer beschouwt de middeleeuwen als meest favoriete historische periode. We gaan het niet blijven bewijzen. De tijdreis onder hypnose en zonder Teletijdmachine is dus weer eens mooi meegenomen. De aannemelijk authentieke sfeer, het knap uitgewerkte klassieke thema van een verborgen schat en een gemaskerde snoodaard die tot het eind van het verhaal zijn identiteit verborgen houdt en simpelweg een boeiend scenario vol mysterie, tillen het niveau van dit album boven de andere Blauwe Reeks-albums uit. Belgischer kon bijkans niet met de naam van een Belgisch dorpje in de titel. De humor van vooral Lambik — toen nog een onvervalste held tussen zijn fratsen door — is na meer dan vijftig jaar misschien gedateerd (alhoewel), maar dat bedekken we liefdevol onder de met fluweel gevoerde mantel der nostalgie.
Aantal genomineerde albums van Vandersteen:
51/404
 
Weetjes: De Schat van Beersel volgt op De Tartaarse Helm waarvoor Vandersteen op vraag van Lombard, de uitgever van het weekblad Kuifje, een reis mocht maken naar Venetië om er zich te documenteren. Voor De Schat van Beersel zoekt Vandersteen het dichter bij de deur. Sinds 1944 woont Vandersteen immers in het Brusselse en Beersel ligt op amper 13 km van de hoofdstad • Vandersteen gebruikt voor de start van dit o zo geroemde album een echt gebeurd cultureel evenement en een ongeluk dat er plaatsvindt. Verschillende openluchttoneelvoorstellingen in het kasteel van Beersel worden in de jaren vijftig georganiseerd door de Vlaamse schrijver Jean Ray (ware naam: Jean Raymond de Kremer) op wiens werk al strips zijn gebaseerd of die hij zelf heeft geschreven: Edmund Bell, Harry Dickson, Het Spookeiland, De Zwarte Veroveraar en zelfs een paar verhalen van Thomas Pips. Vandersteen heeft een paar van deze opvoeringen bijgewoond, hoogstwaarschijnlijk ook het stuk Yolande van Beersel waarin de acteur André Gevrey zijn collega Yvan Dominique on stage verwondt • Nog meer geschiedkundige waarheden: de dynastie van de van Witthems regeerde in de middeleeuwen écht over het kasteel van Beersel • Het wapenschild van Hendrik III van Witthem tekent Vandersteen trouw na van eeuwenoude gravures. Op de wondermooie aankondigingscover van het weekblad Kuifje komt het wapenschild in al zijn glorie voor. Sporadisch is het ook te zien in het album • Hoewel Vandersteen zich ter dege documenteert, besluit hij toch de 17de-eeuwse versie van het kasteel van Beersel te gebruiken voor Suske en Wiskes reis in de tijd naar de 15de eeuw. Het slot dateert van 1300 • De gids uit het verhaal heeft echt bestaan. Isidoor Mahu luidt zijn naam. In 1952 is hij dertig jaar, heel wat jonger dan de gids van Vandersteen. Bovendien heeft hij maar één broer (geen tweeling) in plaats van twee • Voor de herdruk met rode cover, nummer 111 in de reeks, worden negen platen uit het verhaal geflikkerd. Diverse scènes zijn ingekort of compleet weggelaten • De heks Alwina heeft een neusje weg van de toverkol uit De Tuftuf-Club dat op hetzelfde moment wordt voorgepubliceerd in de krant • De periode van voorpublicatie in Kuifje (23 juli 1952 tot 8 oktober 1953) valt in een ontzettend vruchtbare periode voor de creatieve geest van Vandersteen. Naast de Suske en Wiske-verhalen levert hij Tijl Uilenspiegel 2: Fort Oranje af, in Ons Volkske verschijnt voor 't eerst de bijbelstrip Judi en voor de Brusselse krant La Libre Belgique lanceert hij Bessy onder de titel Les Pionniers. De reeks Bessy zou het veertig jaar uitzingen en meer dan honderd miljoen albums verkopen in binnen- en buitenland, met Duitsland op kop. Twee maanden na het afsluiten van De Schat van Beersel ziet de gagstrip 't Prinske het levenslicht in het weekblad Kuifje • Het weekblad is hot in deze tijd. Ruim twee jaar na het einde van De Schat van Beersel worden het verhaal en een Kuifje-cover van Vandersteen hernomen in de Italiaanse versie van het weekblad! Het eerste nummer van Tintin Italia verschijnt op 31 september 1955 en haalt amper een 25-tal nummers • Niet alleen scoort dit Suske en Wiske-verhaal torenhoog in onze BelgenTop, ook in andere toplijsten steekt het verhaal erbovenuit. In verschillende pop polls die het weekblad Kuifje in 1952 en 1953 organiseert, gaat Vandersteen met nummer 1-posities lopen bij zowel Nederlandstalige als Franstalige lezers. Naar verluidt tot ergernis van Hergé die de populariteit van zijn Kuifje daardoor ziet zakken • Kwantiteit genereert procentueel gezien evenveel kwaliteit als het werk van veel andere auteurs in deze lijst. Willy Vandersteen zet maar liefst 51 verschillende albums uit verschillende reeksen achter zijn naam en is daarmee de meest genomineerde stripauteur qua hoeveelheid albums. Op punten wint Jean Van Hamme met ruime voorsprong (we spreken niet over een straatlengte, maar over een hele woonwijk) op al de rest • Slechts één album uit de Blauwe Reeks wordt geen enkele keer genoemd: De Gezanten van Mars.