|
D
A T A S H E E T |
Oorspronkelijke
titel:
Astérix Légionnaire
Eerste druk FR: 1967
Eerste druk NL: 1971
Uitgever:
De Geïllustreerde Pers NV Amsterdam |
|
|
Herdruk
Dargaud
(1983-1984) |
|
|
|
Obelix wordt verliefd op de beeldschone Walhalla, maar zij is al
verloofd met Tragicomix. Deze is ingelijfd in het Romeinse leger
waarmee Julius Caesar in Noord-Afrika Scipio
bevecht. Asterix en Obelix gaan hem terughalen. Zij melden zich
in Condatum (Rennes) voor het Afrikaanse leger en worden ingedeeld
bij het eerste legioen. Tragicomix blijkt echter gevangen te zijn
door Scipio's leger. Asterix en Obelix willen hem bevrijden en leiden
onbewust een slag tussen de beide legers in. Omdat zij daardoor
Caesar een nieuwe overwinning bezorgen, mag het duo hem om een gunst
verzoeken (zie ook: Asterix
en de Gladiatoren). Tragicomix wordt bevrijd en de Galliërs
mogen het leger verlaten. In het dorp wordt het liefdeskoppel verenigd.
Een opsomming van opmerkelijke namen:
• Mouléfix (FR = zit als gegoten) = Vlamix (NL). In
het Duits heet hij Mannekenpix
• Courdeténis (FR = tennisveld) = Tennis (NL)
• Faupayélatax (FR = il faut payer la taxe
= je moet je belasting betalen) = Minitax (NL)
• Plantaquatix (FR = plantain aquatique = waterweegbree,
een waterplantje) = Quantaplanckix (NL). Max Planck
is de uitvinder van de quantumtheorie
• HCL: de codenaam voor de spion die voluit Acidix Hydrochloridrix
heet en dat is zoutzuur, een bijtend en dus indringend goedje
• Chimeric (FR) = Tonnic (NL)
• Figuralégorix (FR = figure allegorique =
allegorische figuur) = Colatic (NL)
• Falballa (FR = het Franse falbala betekent tierelantijntjes)
= Walhalla (NL), eigenlijk een Scandinavische term om de hemel,
het paradijs te benoemen
Een overzichtje van (onvertaalde) knipoogjes, historische
verwijzingen, cameo's en trivia:
• Het scenario voor het album is in 1985 omgebouwd naar een
tekenfilmversie (Astérix et la Surprise de César
= Asterix contra Caesar) door de regisseurs Gaëtan
Brizzi en Paul Brizzi en nogmaals voor
de eerste film van de helden in 1999 onder de titel Astérix
et Obélix contre Caesar door regisseur Claude
Zidi met Christian Clavier als Asterix,
Gérard Depardieu als Obelix, Roberto
Benigni als de Romein Detritus en Laetitia Casta
als de mooie Walhalla.
• Het verhaal heeft ditmaal een historische achtergrond. Nadat
Julius Caesar zijn ex-makker Pompeius
uit Italië heeft verjaagd (48 voor Christus), verzamelt de aanhang van
Pompeius een legermacht in Noord-Afrika. Caesar trekt daar met zijn
leger heen om deze oproerkraaiers te verslaan wat hem bij Thapsus
in 46 voor Christus ook lukt. Pompeius' hoofd werd Caesar in 49 voor Christus trouwens
in een mandje aangeboden nadat hij vluchtte naar het half onafhankelijke
Egypte.
Deze laatste veldslag in Thapsus wordt in deze strip verklaard:
onbedoeld geven Asterix en Obelix de aanleiding tot het gevecht,
zodat Caesar hen op het eind zelfs bedankt.
•
Het is Goscinny vergeven als hij één
van de oudste grappen
aller tijden gebruikt. En die gaat als volgt: man ziet vrouw, man
staart vrouw na en kijkt achterom, man loopt tegen boom. Een variant
op de boom is de lantaarnpaal, maar in Asterix zou dat een (nochtans
zoveelste) anachronisme zijn.
•
Idéfix huilt
bij elke gevelde boom. Hier dus ook.
•
"Aardig zijn"
wordt hier geïnterpreteerd als in mekaar rammen. Ook in het
voorgaande verhaal, Asterix en de Noormannen, komen dergelijke
verdraaide spreekwoorden en uitdrukkingen voor. Obelix onthoudt
deze vorm van aardig zijn ook voor de volgende pagina's. Het wordt
synoniem voor een klap verkopen. Menig Romein zal het voelen.
•
"Hou op met slaan"
krijgt in elke prent een andere betekenis. In het eerste geval bedoelt
de Romeinse ambtenaar dat zijn collega moet ophouden met slaan terwijl
deze een marmeren plaat bewerkt met hamer en beitel (de voorloper
van de typmachine). In het tweede geval gaat het natuurlijk om Asterix
die de eerste ambtenaar op zijn hoofd slaat.
•
Ha ja, van het kastje naar de muur gestuurd worden is eigen aan
de ambtenarij. Hier
een weergave van dat soort 'doorstuurpolitiek' tot je er horendol
van wordt.
•
"Ik bied vier matrones"
is de Romeinse versie voor vier dames in het kaartspel. Kaarten
zijn hier bewerkte, rechthoekige blokken.
•
"Met de t van "T" van Timeo
danaos et dona ferentes" verwijst naar
een versregel uit boek 2 van de Aeneis, daar uitgesproken
door de priester Laocoon die het houten paard, dat in de stad Troje
wordt binnengehaald, wantrouwt: "Ik vrees de Grieken, zelfs
als ze geschenken brengen". Dezelfde uitspraak komt nogmaals
voor op plaat 34, prent 7.
•
Elk buitenlands strippersonage (op de Belg en de Brit na) praat
in zijn eigen taal. De tolk vertaalt het voor de ambtenaar, maar
de lezer snapt het ook wel. Het taaltje is niet meer dan een kalligrafische
knipoog naar het land van herkomst. De Egyptenaar
Tennis praat dan weer in pictogrammen, eigenlijk een resultaat van
Egyptische hiërogliefen.
O ja, De samenstelling van het 1ste legioen helpt ons eraan te herinneren
dat Frankrijk bekend is voor hun vreemdelingenlegioen.
•
De Franse naam Figuralégorix
(zie Namen noemen hierboven) zien we verklaard
in zijn lichaamsgestalte: graatmager en lang. Bij de Nederlandse
naam Colatic gaat de grap verloren.
•
Let op het Kuifje-kuifje
van de Belgische legionair Vlamix. Het Vlaams dat het personage
debiteert, is het typische cliché-Belgentaaltje
("zunne", "gullie", de verkleinvorm "-ke")
dat Nederlanders (en hun vertalers) ons in de mond willen laten
leggen.
•
"Ik loop op m'n achterste... benen!"
van de Griekse soldaat is wel een heel flauwe vertaling van "J'ai
un accroc... pole à ma tunique". Volg even de fijnzinnigheid
van deze woordspeling mee: un accroc is een scheur of een
winkelhaak, maar accroc + pole verwijst dan weer naar de
Acropolis. Grappige jongens, die Grieken.
•
Net zoals in deel 8, Asterix
en de Britten, trekt Goscinny de culinaire
smaak van de Britten in twijfel. Het spelen met
gekende clichés over volkeren maakt zowat de helft van de
reeks uit. Die helft van de reeks speelt zich dan ook af en
route, de Galliërs op reis buiten hun dorp.
•
Het schilderij Het Vlot van de
Medusa (zie ook de Môh?!-rubriek)
van de Franse schilder Théodore Géricault
wordt nagebootst met de bekende piraten als de schipbreukelingen
van dienst. De Franse tekst "Je suis médusé!"
verwijst niet alleen naar de titel van het schilderij, tegelijk
betekent het "Ik ben versteend" of "Ik ben verstijfd
van angst". Het Franse werkwoord méduser is
ontleend aan (de kop van de) Medusa. In het Nederlands luidt het
flauwtjes "Ach, 't went wel". Dan is de Engelse vertaling duidelijk inventiever want daar zegt Roodbaard "We've been framed by Jericho" waarbij Jericho (fonetisch klinkt het als Géricault) een ancient Gaulish artist is. To frame kan je bovendien op twee verschillende manieren interpreteren. Als 'inkaderen' als verwijzing naar het schilderij en de rol die Roodbaard in dat nagetekende schilderij dus speelt enerzijds. Anderzijds als 'erin luizen' dat dan weer verwijst naar de zoveelste vernieling van het piratenschip.
Regisseur Alain
Chabat liet de scène trouwens integraal nabouwen voor de speelfilm
Asterix en Obelix: Missie Cleopatra uit 2004.
Roodbaard en zijn kompanen zijn een parodie op de stripreeks Roodbaard
van de Belgen Victor Hubinon en Jean-Michel
Charlier, in die tijd collega's bij het striptijdschrift
Pilote die Goscinny en Uderzo
de grond hielpen uitstampen.
•
In deze prent zien we de Franse tv-journalist Pierre
Tchernia als één van de generaals
van Caesar, rechts van hem. Hij is geboren in 1928
en is als journalist gespecialiseerd in de film, tevens een persoonlijke
vriend van Goscinny die later het scenario herwerkte voor de vierde
tekenfilm van Asterix, toevallig gebaseerd op dit eigenste album.
Iubai, waarover Caesar
het in deze prent heeft, is een historisch personage. Hij was toen
de koning van Numibië en een bondgenoot van Pompeius.
Na de veldslag tegen Caesar pleegt hij zelfmoord.
•
Is het jou eigenlijk ook al opgevallen dat Asterix bijna net zoals
Popeye reageert op
de uitwerking van respectievelijk de toverdrank en een blik spinazie?
•
Obelix loopt al te lang in dit verhaal in een Romeinse outfit rond,
getuige zijn uitspraak "Wij zijn
rare jongens, wij Romeinen!"
•
Het wachtwoord "Cogito ergo
sum" is de Latijnse vertaling van "Ik
denk, dus ik besta", de beroemde uitspraak van de Franse verlichte
filosoof Descartes. Op de volgende pagina, prent
6, is Obelix een minder grote kei in vreemde talen dan hij zelf
beweert. Hij vertaalt het namelijk als "Jij denkt 't! Ik bent
't", inclusief vervoegingsfout. Maar de ware schuldige is opnieuw
de vertaler die ook al geen kei in vreemde talen blijkt te zijn.
Eigenlijk zou er als antwoord op de vraag van Asterix naar het correcte
wachtwoord moeten staan: "Ach, weet je, ik en moderne talen...
Trouwens: jij denkt en ik besta."
•
"Ziezo, dat is geregeld"
als uitspraak strookt geenszins met de expressie van Asterix. Wat
er had moeten staan, is iets in de trant van "Nee, wacht",
terwijl hij zich het wachtwoord herinnert.
•
Links in beeld stormt een legionair met het zwaard in de hand op
onze helden. Hij draagt een blauwe onderbroek
met witte bollen. Een fout want de onderbroek zou pas 1.800 jaar
later worden uitgevonden.
•
We zien voor het eerst Tragicomix, de verloofde van Walhalla. Zijn
beeltenis is gebaseerd op de Franse acteur Jean
Marais (1913-1999).
•
Het Romeinse leger in actie. De phalanx, carré, quincunx
en cirkel zijn vier verschillende aanvalsformaties.
Een Romeins leger bestond trouwens uit zo'n vijfduizend manschappen,
op papier zesduizend man, onderverdeeld in tien cohorten van vijfhonderd
soldaten dat uit drie manipels bestond, opnieuw onderverdeeld in
telkens twee centuries van ongeveer tachtig man, verdeeld in tien
contribernia van acht man die samen een tent deelden. Wat een organisatie!
•
Tijdens Obelix' afwezigheid verwende Walhalla het hondje Idefix.
Hij draagt een rood strikje.
•
Asterix neemt net zoals de traditioneel vastgebonden Assurancetourix
(Kakofonix) niet deel aan de feestmaaltijd. Hij zit op een boomtak
(hoe is hij daar trouwens opgeraakt zonder hulp?) verliefd
te wezen na de kus die hij kreeg in de prent ervoor. |
|
|