Dit
album is, na De Judasgraal (deel 209, 2006) en
Het Zwaard van de Maagd (deel 210, 2006), het afsluitende
deel van een trilogie. In Het Vuur en de Maagd
zijn Claus D. Scholz en Martin
Lodewijk op het toppunt van hun kunnen. De vier
grote plaatjes op de eerste pagina maken meteen indruk en
dat meesterschap duurt heel het album lang.
Op het eerste plaatje rijdt de aartsbisschop in stoet naar
de kathedraal van Reims en in het volgende plaatje krijgen
we gedetailleerd de gevel van die kathedraal te zien. Het
derde plaatje toont de kroning van Karel VII en op het vierde
plaatje zien we Johan en Merlijn onder de bezoekers. Verder
in het album zijn er gevechten en veldslagen, allemaal kundig
getekend door Claus. Laten we de inkleuring door Studio
Leonardo niet vergeten, want ook die doet het heel
goed.
Martin Lodewijk gebruikt in zijn albums meestal veel tekst
en in dit verhaal doet hij er nog een schepje bovenop. Hier
is heel wat leeswerk aan, maar dat is dan wel voortreffelijk
gedaan. Bovendien zijn alle geschiedkundige elementen die
Martin aanhaalt helemaal correct. Niet voor niets heeft
hij thuis een uitgebreide bibliotheek, waarbij hij alles
nagaat vooraleer het neer te schrijven. Er komen wel degelijk
talrijke historische elementen naar voor, die hij in een
boeiende verhaallijn verwerkt en waarin de plotwendingen
zich in hoog tempo opvolgen.
Bij het verlaten van de kathedraal, na de kroning, klinkt
Merlijn onheilspellend: "Bedenk dat dankbaarheid van
vorsten een zeldzaam goed is, Johan". Dus... Jeanne
d'Arc, die ervoor zorgde dat Karel VII naar Rouen kon komen
om er gekroond te worden, zal door hem verraden worden?
De geschiedenisboeken spreken voor zich. Dat Johan en Merlijn
deze situaties meemaken, is te danken aan de Mist der Tijden,
die door Merlijn opgeroepen wordt zodat beiden in de vijftiende
eeuw belanden. Kindermoordenaar Gilles De Raïs wordt
een slachtoffer van die Mist der Tijden. Tijdens een vluchtpoging
komt hij tien jaar verder terecht, juist op tijd om zijn
eigen terechtstelling te ondergaan. Dat is een genoegendoening
voor de lezers die doorheen het verhaal meer en meer walgen
van de slechtheid van die vertrouweling van de koning.
We weten natuurlijk allemaal hoe het eindigt met Jeanne
d'Arc, maar dankzij de mooie tekeningen en de boeiende verhaallijn
blijft het spannend. En ja, Johan en Merlijn raken behouden
terug in hun eigen tijd, via de Mist der Tijden. Het eerste
wat de Rode Ridder daar doet, is gaan biechten in een kerk.
Hij zegt tegen de biechtvader: "Vader, vergeef mij,
want ik heb gezondigd... en gefaald!" Dat is wel even
een ongewoon element, want een falende Rode Ridder én
een bekentenis dat hij fouten gemaakt heeft, zijn we niet
gewoon van hem.
Tenslotte nemen Johan en Merlijn afscheid van elkaar, waarop
Johan de teugels naar het zuiden wendt. In Spanje maakt
een Zwarte Inquisiteur zijn opwachting.
MARTIN
HOFMAN
|