Vraag
een spripfan naar een De Rode Ridder-album dat
door Claus D. Scholz getekend is, en veel
kans dat hij of zij De Blauwe Heks zal antwoorden.
Dit is inderdaad een van de markantste albums in de hele
reeks. Bovendien is dit het De Rode Ridder-album
dat het televisieprogramma Man Bijt Hond in 2007
op één uitkiest voor de rubriek
De Lustige Lezers waarin telkens twee BV's (in
dit geval Adriaan Van den Hoof en Bruno
Vanden Broecke) dagelijks twee pagina's uit een
strip voorlezen. De Blauwe Heks kent daarna als
een van de acht geselecteerde albums een publicatie in hardcover
op klein formaat, met daarbij een dvd met de desbetreffende
afleveringen. Dit is ook het eerste album dat een voorpublicatie
kent op de toenmalige website www.roderidder.be.
Ook de daaropvolgende jaren brengt de website telkens één
album per jaar in voorpublicatie met een halve pagina per
dag, verspreid over zestig dagen.
De Blauwe Heks is het tweede album van het duo
Claus D. Scholz en Martin Lodewijk.
In het vorige album, De Grot van de Beer (deel
207, 2005) is het voor beiden nog een beetje zoeken wat
het verhaal en de tekeningen betreft, maar in De Blauwe
Heks hebben ze duidelijk hun draai gevonden.
Een Nederlandse scenarist, en dan nog wel van Rotterdam,
dan weet je dat er geen nonsens aan te pas komen, en dat
er heilige huisjes gaan gesloopt worden. Het begint al meteen
met een naakte, blauwharige vrouw, die eveneens naakt —
weliswaar een beetje verhuld — op de cover prijkt,
want de overgang van de zeden zou anders iets te bruusk
zijn voor sommige striplezers. Johan redt de aantrekkelijke
dame van een brandstapel, waarbij hij meteen een vrouwelijke
tegenspeler gevonden heeft die hem nog in meerdere albums
zal vergezellen. Met Indigo Magiste heeft Lodewijk een eigen
personage voor De Rode Ridder gecreëerd, juist
zoals hij dat met Roodhaar gedaan heeft voor de reeks Storm,
waavoor hij ook vele scenario's heeft neergepend. Moest
de menselijke Indigo de plaats van de onaantastbare Galaxa
innemen? Dat was inderdaad de bedoeling. Later in de reeks
heeft Lodewijk toch voor een — weliswaar kortstondige
— terugkeer van Galaxa gekozen, omdat hij de vele
fans die vroegen naar de Fee van het Licht hun zin wou geven.
Er gebeurt nog wel meer op de eerste pagina's van dit album.
Nadat Johan de brandstapel dooft, gaat hij het gevecht met
de soldaten aan. Dit resulteert in bloedige toestanden zoals
we ze nog nooit gekend hebben in De Rode Ridder.
Op de vraag waarom het er dikwijls zo expliciet aan toe
moest gaan, antwoordde Lodewijk destijds: "De middeleeuwen
waren wrede tijden!" De vernieuwing gaat nog verder
wanneer Indigo zich aankleedt en Johan haar daarbij galant
de rug toekeert. Indigo geeft hem daarbij een kusje, waarop
de gezichtsuitdrukking van Johan boekdelen spreekt. Dat
hebben we aan de tekenkunsten van Claus te danken, die later
nog dikwijls met gezichtsuitdrukkingen zal spelen. Zijn
voorgangers lieten dat zelden toe bij Johan. Op de knappe
Indigo zou de lezer trouwens ook wel verliefd kunnen worden!
Die kunde zorgt voor mooi getekende verhalen, een groot
verschil met de laatste paar albums van Karel Biddeloo,
die toen geplaagd werd door kanker. Helaas, nadat Lodewijk
stopt met het schrijven van De Rode Ridder, gaan
de tekeningen van Claus er beetje bij beetje op achteruit.
Inmiddels zijn we nog steeds maar een paar bladzijden ver
in dit album. Indigo vertelt die avond over haar vader,
de alchemist Magist Magiste, die ontvoerd werd. Tijdens
een chemisch experiment werden zowel haar vader als zijzelf
getroffen: haar vader verloor zijn zicht en zijzelf kreeg
blauw haar. Indigo voegt er voor alle duidelijkheid aan
toe: "Overal, heer ridder... Overal!" Weer een
duidelijke zet van de Rotterdammer.
Sindsdien is Indigo op speurtocht naar haar vader, en uiteraard
is Johan zo ridderlijk om haar daarbij te helpen. Het spoor
leidt de volgende dag naar de graaf van Chirac. Op bezoek
in zijn kasteel gaan de poppen al snel aan het dansen. Uiteindelijk
wordt Johan door een kruisboogpijl getroffen in het hart!
Wat?! Is onze held... dood?! Gelukkig niet, zo ontdekt Magist
Magiste, die in de kerker opgesloten zit en Johan mag onderzoeken.
Hij ontdekt dat de Rode Ridder nog leeft. Dat komt doordat
zijn hart in de rechterzijde van zijn borstkas zit. Dit
heeft Johan te danken aan het feit dat hij vroeger de Toverspiegel
ingestapt is, waardoor zijn organen nu gespiegeld zitten,
zie De Toverspiegel (deel 58, 1973). Hij wordt
daarna op bevel van de graaf een vergeetput ingeworpen.
Magist krijgt nu de hulp van Indigo om alle alchemistische
middelen aan te wenden om de steen der wijzen te vinden
zodat de graaf van Chirac het eeuwige leven kan verkrijgen.
Die graaf is inmiddels al héél ongeduldig
geworden en stelt een ultimatum tegenover de naarstige zoektocht
van Magist Magiste.
Sommige dingen veranderen nooit in een verhaal van De
Rode Ridder, dus weet Johan te ontsnappen. Hij vlucht
samen met Indigo en Magist het kasteel uit, waarna de door
hen geplande explosies plaatsvinden die de graaf van Chirac
het leven kosten. Op het einde vergezellen Indigo en haar
vader Johan, die op weg is naar Saint-Malo, waar Merlijn
op hem wacht.
Verhaal gedaan? Nog niet! In de laatste plaatjes volgt nog
een shockeffect. Het zwaar verbrande lijk van de graaf van
Chirac is, bijna volledig in linnen gewikkeld, begraven
in een tombe. Bij die tekening staat de tekst: "De
rust van een kunstig gehouwen steen verbergt de geluidloze
schreeuw van een onsterfelijke ziel in een lichaam dat bezig
is te vergaan..." En dan is er het beeld van het lichaam
dat de ogen opent! Het trucje van een overleden schurk die
ontwaakt, komt wel vaker voor in horrorfilms. En ook in
de slotscène is het heel effectief aangewend, vooral
omdat in het laatste plaatje Magist tegen Johan zegt dat
hij het gevoel heeft dat hij nog nooit dichter bij het geheim
van de eeuwigheid geweest is...
MARTIN
HOFMAN
|