De Rode Ridder
53/60. Oude Vijanden (deel 200, 2003)
TEKENINGEN: Karel Biddeloo • SCENARIO: Karel Biddeloo


De Rode Ridder
De Rode Ridder

In 2003 verschijnt het tweehonderdste album van De Rode Ridder, voor de verandering met gouden cover in plaats van zilveren. Als we de Duitse studioproductie van Bessy en Jerom buiten beschouwing laten, is De Rode Ridder na Suske en Wiske de stripreeks van Willy Vandersteen met het hoogste aantal albums in de reguliere reeksen. Nu is het sowieso de langst lopende Vandersteen-reeks na Suske en Wiske. Karel Biddeloo heeft trouwens het hoogste aantal eigen verhalen (scenario en tekeningen) van een Vandersteen-reeks op zijn naam staan. Dat zijn er 167. Ter vergelijking: Paul Geerts heeft officieel 115 Suske en Wiske albums gemaakt. Noch Vandersteen, noch Geerts' opvolgers raakten tot nu toe zover.

Oude Vijanden is met zijn dertig pagina's niet langer dan anders, maar net zoals in jubileumalbums uit reeksen zoals Suske en Wiske, de Kiekeboes en Jommeke wordt het blik personages uit het verleden voor de gelegenheid geopend. In dit geval verzamelen zeven verdoemde zielen in de onderwereld. Het zijn "Uitverkorenen" die door Bahaal zijn uitgenodigd om voor eens en voor altijd af te rekenen met de Rode Ridder. Elk van de zeven slechteriken speelde mee in één of meerdere albums en werden in hun plannen gedwarsboomd door Johan. Uiteindelijk ging hun nederlaag ook gepaard met hun dood. Bahaal biedt hun de kans om in een nieuw sterfelijk lichaam drie dagen te leven op de aarde om Johan te vinden en hem op een gruwelijke en zo pijnlijk mogelijke manier om te brengen. Wie daarin slaagt, zal Bahaal rijkelijk belonen. Hij stelt Demoniah, die zelf heel wat redenen heeft om Johan te doden, als leidster van de onderneming aan. Bahaal merkt terecht op dat zij alle confrontaties met Johan heeft overleefd. Niet moeilijk als je eigenlijk een duivelin in mensengedaante bent, wat niet van de zeven schurken gezegd kan worden.

Bahaals eigen zoon Qrandar, die in De Verboden Berg (deel 57, 1972) het laatste loodje legde, maakt deel uit van de zeven vijanden. Het snode gezelschap bestaat verder uit Murena de zeeheks uit De Koraalburcht (deel 55, 1972), Delira uit De IJzeren Hand (deel 59, 1973), Yppolita uit Het Verdronken Land (deel 120, 1987), Vlad Drakul, de laatste der Drakenheersers uit het tweeluik Hydra (deel 129, 1989) en De Zoon van de Draak (deel 130, 1989), de Obscurant uit Catacomben (deel 161, 1997) en graaf Klingsor uit De Groene Steen (deel 149) en Klingsor (deel 150), beide uit 1994.

Met haar bovennatuurlijke zintuigen voorvoelt Galaxa het dreigend gevaar voor Johan en ze trekt haar wapenrusting aan. Haar goudkleurige beha doet denken aan Madonna's iconische én goudkleurige puntbeha van modeontwerper Jean Paul Gaultier die ze in 1990 tijdens haar Blonde Ambition-tour droeg, doch dit terzijde. Op de volgende pagina daagt een andere oude bekende op: de godin Ishtar die zich in Necronomicon (deel 124, 1987) nog voorstelde als een soort zus van Galaxa, maar toen wel onder de naam Isjtar. Meer dan deze twee schoonheden brengt Karel Biddeloo niet in tegen de zeven vijanden. Graaf Ruffian en alchemist Rascal mengen zich daarbovenop ook nog in die strijd tussen goed en kwaad.

Uiteraard slaat dat gezelschap een belabberd figuur in zijn strijd tegen Johan, Galaxa en Ishtar. De Uitverkorenen worden verdoofd door Rascal en achter tralies gegooid. Demoniah geeft haar nederlaag toe en smeekt Galaxa hen vrij te laten. Omdat ze volgens Johan toch de toorn van Bahaal moeten trotseren, vliegen ze terug naar de onderwereld. Op de laatste pagina wordt Johan, de bofkont, doorgegeven van Ishtar naar Galaxa. Galaxa is niet jaloers of zo, maar terwijl Johan nog aan de lippen van Ishtar hangt, zegt ze toch: "Dat volstaat, Ishtar, ik neem het nu wel over!" Het weze de blonde ridder, met tweehonderd avonturen en wat minder avontuurtjes op de teller, gegund.

In de laatste zin schrijft Biddeloo dat er reeds "een nieuw avontuur voor de Rode Ridder aan de horizon" wenkt. Helaas begint Karel Biddeloo in deze periode last te krijgen van pijn in zijn rechterarm. Het tekenen wordt hem bemoeilijkt en voor Het Boze Oog (deel 201, 2004) moet hij zijn toevlucht zoeken tot pijnstillers om het album te kunnen afwerken. De klachten verdwijnen, maar daarna wordt hij toch weer ziek. Het verdict is long- en beenkanker. Hij overlijdt op 7 juni 2004 op zestigjarige leeftijd. Na zijn dood verschijnen nog vier albums die Karel Biddeloo al had afgewerkt. Tijdens dat laatste jaar zoekt Standaard Uitgeverij naarstig naar een opvolger of dienen kandidaten zich aan.

DAVID STEENHUYSE



© Stripspeciaalzaak.be, 2019-2020