Olavinlinna
wordt algemeen beschouwd als het mooiste kasteel van Scandinavië.
Het is gelegen in het zuidoosten van Finland, aan de rand
van het stadje Savonlinna. Dit kasteel werd in 1475 gebouwd
als verdediging tegen Rusland. Het imposante Olavinlinna
is heel strategisch gebouwd: drie torens en enorm sterke
muren die in hun omtrek regelmatig een punt vormen. De ontstaansgeschiedenis
van dit album is een verhaal op zichzelf. Wat volgt, is
een weergave van die magische maanden in 2002 en 2003...
Karel Biddeloo loopt er na de uitgave van
Het Putmonster (deel 188, 2001) gepikeerd bij.
Op een avond na een stripbeurs, ergens onderweg verpozend
in een bistro, en tijdens het naar goede gewoonte gezamenlijk
nuttigen van een talrijk aantal biertjes en wijntjes (Karel
dronk altijd rode wijn), kom ik erachter dat er een conflict
is tussen hem en de toenmalige stripuitgeefster van Standaard
Uitgeverij. Het betreft de aard van de recentste
albums. Ik moet er niet naar raden, want bij vele fans had
ik al hetzelfde gehoord, en eerlijk gezegd kan ik me daar
ook in vinden: Karel wijkt te veel af van de authentieke
ridderverhalen en hij zoekt te veel heil in allerlei griezeltoestanden.
Karel riposteert dat hij al meer dan genoeg ridderscenario's
geschreven heeft en dat horror het nieuwe dada is van de
huidige De Rode Ridder-fan.
Kort nadien is er de Boekenbeurs in Antwerpen, waar ik de
toenmalige stripuitgeefster voor het eerst ontmoet, want
de stripuitgevers bij Standaard Uitgeverij volgden elkaar
in snel tempo op. Tussen de lijnen van haar relaas door,
besef ik dat de situatie ernstig is. Ernstiger dan ik vermoedde.
Ik realiseer me dat Karel die ernst waarschijnlijk niet
wil beseffen. De slotsom is dat hij een authentiek ridderscenario
nodig heeft voor een album dat Johan terug in het zadel
zet voor een ridderverhaal, en hopelijk volgen er dan nog
meerdere in datzelfde genre. Dat vrije weekend zet ik me
aan het schrijven. Zondagavond is het verhaal af.
De locatie van het verhaal is snel gekozen: Finland, meer
bepaald de burcht Olavinlinna. Een eerste aanzet is dat
de Rode Ridder nog nooit in Finland geweest is. En het land
ken ik heel goed, aangezien mijn echtgenote Finse is. We
ontmoetten elkaar in 1980 in een mooi houten treinstation,
130 kilometer ten noorden van Olavinlinna. Afstanden betekenen
niets in dat land, dat elf keer groter is dan België,
en waar momenteel slechts 5,5 miljoen mensen wonen. Een
paar dagen later bezochten we het kasteel, dat op mij een
diepe indruk naliet door zijn robuustheid en door zijn locatie
midden in de wouden en tussen de meren.
Voor de personages in het verhaal gebruik ik namen van personen
uit mijn Finse familiekring, met uitzondering van Risto,
die mijn goede vriend geworden was in het kleine dorpje
waar mijn eega opgroeide. Ik mail Karel het scenario en
krijg hem diezelfde avond enthousiast aan de telefoon. Hij
weet me te vertellen dat het album waaraan hij op dat moment
werkt (Het Magische Licht, deel 196, 2003) meteen
aan de kant schuift om aan Olavinlinna te beginnen!
Ik ben zo goed als sprakeloos. Zelf beschouw ik mijn scenario
als een verdienstelijke poging, maar aan dergelijke lofbetuigingen
heb ik mij allerminst verwacht. Achteraf bekeken is dit
scenario waarschijnlijk een opluchting voor Karel, vooral
omdat hij besloot met: "Ze willen een ridderverhaal?
Awel, ze krijgen een ridderverhaal!"
Tijdens the making of van dit album geeft Karel
me op drie verschillende momenten de fotokopieën van
de tien originele pagina's die hij op die momenten juist
afgewerkt heeft. Het is voor een De Rode Ridder-fan
een droom om zijn hersenspinsels effectief in zijn favoriete
reeks uitgetekend te zien in albumvorm. Niet te beschrijven
wat er dan door je heen gaat. Dat imposante kasteel, die
personages, die gebeurtenissen. Ongelooflijk. Of, om het
met een door Karel dikwijls gebruikt stopwoord te zeggen:
"Schitterend!"
Ook vind ik de eerste pagina al meteen prachtig, vooral
door de lay-out, die zowel het kasteel als de voornaamste
personages aan de lezers voorstelt. Dit was het eerste album
van De Rode Ridder waarin de tekenaar volledige
vrijheid krijgt om de bladzijden in te delen. Tot en met
het vorige album, De Golem (deel 194, 2002), moeten
alle albums uit twee halve platen bestaan omwille van de
dagelijkse voorpublicaties in de kranten, zelfs tot jaren
nadat er geen voorpublicaties meer bestaan.
Wanneer mijn Finse dame en ik op onze jaarlijkse reis naar
haar familie vertrekken, heb ik al fotokopieën van
de eerste twintig originele pagina's bij. Ik herinner me
die avond nog goed, kort na onze aankomst, toen ik Risto
alle bladzijden toon in zijn rustieke houten huisje, en
de dialogen voor hem vertaal. De gelijkenis tussen de reële
en de fictieve persoon is overigens treffend, zonder dat
Karel ooit een foto van Risto heeft gezien!
Die vakantie ging ik opnieuw naar Olavinlinna. Terwijl ik
in het kasteel rondloop, ontvang ik een telefoontje van
Karel om me te vragen hoe het met mij is. Wanneer ik vertel
dat ik het kasteel aan het bezoeken ben, beschouwt hij dit
als een magisch teken, waar hij later nog op zal terugkomen
omdat hij niet wist dat ik op dat exacte moment daar zou
zijn. Hij weet trouwens niet eens dat ik tijdens mijn vakantie
in Finland Olavinlinna zou bezoeken.
Het verhaal draait rond de tweelingbroers Risto en Jyrki.
Er ontstaat een tweestrijd en uiteindelijk is er de afrekening
tussen de snoodaard en de Rode Ridder op de muren van het
kasteel, terwijl achter hen een monumentaal vuur woedt.
Bovendien blijkt Johan niet zo onfeilbaar te zijn als hij
in bijna alle andere Biddeloo-albums is.
Ergens halfweg het album belt Karel me op om te vragen of
hij er een "stomende seksscène" aan zou
toevoegen. Natuurlijk stem ik toe, wat had ik er trouwens
aan te zeggen? Vandaar de plaatjes van Jyrki en Frida, die
Johan nastaren wanneer hij met Risto uit het kasteel vertrekt.
Een andere aanpassing gebeurt door de uitgeverij. De vermelding
"scenario door Martin Hofman" wordt vervangen
door "met dank aan Martin Hofman". Ik zou immers
aanspraak kunnen maken op een vergoeding voor mijn scenario,
zo redeneert Standaard Uitgeverij. Alsof ik dat zou durven!
Ik ben al overgelukkig dat mijn verhaal als album ging verschijnen!
In de aanloop naar de publicatie spreek ik Karel aan over
het organiseren van een publiekelijke albumvoorstelling,
zoals eerder al gebeurd was met het album De Riddershoeve
(deel 191, 2002) in diezelfde Riddershoeve in Schoten. Als
locatie zou deze keer het Fins Huis in Antwerpen ideaal
zijn. Karel tempert mijn enthousiasme omdat dit voorstel
volgens hem door de uitgeverij weggewimpeld zal worden,
want "alle aandacht en geld gaat steeds naar Suske
en Wiske". Dat is inderdaad al jarenlang het geval
bij Standaard Uitgeverij. De kentering komt er pas wanneer
Claus D. Scholz en Martin Lodewijk
de reeks overnemen. Zij — en later ook Fabio
Bono en Marc Legendre —
mogen rekenen op véél meer steun en initiatieven.
Jammer dat Karel, dé grootmeester van De Rode
Ridder, die aandacht nooit gekregen heeft.
Onder het motto "een nee heb je en een ja kun je krijgen"
contacteert Karel de stripuitgeefster. Het antwoord is helaas
zoals verwacht, verzucht hij die avond aan de telefoon.
"Maar", zo voegt hij er strijdlustig aan toe,
"we gaan het zélf organiseren! Zorg jij dat
we in dat Fins Huis terecht kunnen en ik betaal de rekening!"
Tjonge, een dergelijk doorzettingsvermogen, en dan nog uit
eigen zak de centen op tafel leggen, dat ontroert me echt...
De organisatie verloopt redelijk vlot. Het feestje is gepland
in februari 2003, kort na de uitgave van het album, en vindt
plaats in de Finse Kerk, vlak naast het Fins Huis in de
Italiëlei in Antwerpen (beide zijn jaren later verhuisd
naar Brussel). De kerk biedt het voordeel dat ze uit één
grote ruimte bestaat. Het is een prachtig interieur, bekleed
met hout en graniet — allemaal uit Finland uiteraard.
Twee maanden voordien gingen Karel en ik er samen de Finse
kerstmarkt bezoeken en hij was bij de aanblik van de kerkruimte
begeesterd. "We gaan er een schitterende dag van maken,
Martin!", zei Karel. Hij kocht er een puukko, het Finse
mes dat een rol speelt in het album.
De grote dag is aangebroken. Er is Finse catering voorzien,
zowel wat betreft hapjes als drankjes. En er staat een prachtige
troon, een enorme duivelstroon! Deze werd gemaakt door Dirk
D'Hondt, een vriend van mij. Hij bouwde deze troon
voor de met hem bevriende Noorse black metalgroep Ancient,
die er on stage hun vorige Europese toer mee opleukten.
Omdat Dirk me kort voordien foto's van die tour getoond
had, rijpt bij mij het plan om die troon te betrekken bij
de albumvoorstelling. Aangezien Dirk een De Rode Ridder-fan
is, gaat hij graag op mijn vraag in om deze troon vlak vóór
de start van de voorstelling, met de hulp van een aantal
al even zwart geklede kameraden, binnen te dragen. Bij de
enkele aanwezige Finse medewerkers zorgt hun plotse invasie
met dit gevaarte voor wenkbrauwengefrons, maar ik had hen
een paar weken voordien gezegd dat Karel op een "middeleeuwse"
troon zou zitten. Gelukkig weten de meeste Finnen niet zo
heel veel over de middeleeuwen. "Die lange zwartjassen
met metalen insignes en kettingen zullen wel ridders zijn,
zeker?", denken de Finnen vast. Karel heeft er maanden
later nog pret om dat hij op een duivelvereringstroon zat...
midden in een kerk!
Buiten onze verwachting zijn er die namiddag bijna honderd
bezoekers! Veel fans, maar ook kijklustigen die het evenement
in de Antwerpse weekagenda gelezen hebben, aangevuld met
een aantal toevallige passanten. Een welbepaalde mogelijke
bezoeker ben ik compleet vergeten: ik ben zo stoutmoedig
geweest om toenmalig burgemeester Leona Detiège
per mail uit te nodigen. Het was een poging waard, niet?
En plots staat ze voor mijn neus en spreekt ze me aan. Ik
begeleid haar naar Karel, die niks over haar mogelijke komst
afweet. Ze hebben een leuk gesprek, Karel schenkt de burgemeester
een gesigneerd album en ze feliciteert Karel met zijn "prachtige
troon". Het wordt een van haar laatste publieke verschijningen,
want kort nadien barst het Visa-schandaal los (een corruptieschandaal
waarbij Antwerpse politici en ambtenaren sjoemelen met onkostennota's
en creditcards van de stad) en wordt ze geschorst. Niet
veel later treedt ze af.
Nadat ik hen het album had opgestuurd, mailt het beheer
van het kasteel Olavinlinna Standaard Uitgeverij met een
verzoek om duizend Finstalige en vijfhonderd Engelstalige
albums van het album Olavinlinna te drukken, met
een optie op een tweede druk. Ik ontvang die mail in CC
en voeg eraan toe dat mijn echtgenote (gratis) voor de Finse
vertaling kan zorgen. Het antwoord van de toenmalige stripuitgeefster
(alweer een andere dan het jaar voordien) luidt echter:
"Niet rendabel". Inmiddels ligt in een tentoonstellingsruimte
van het kasteel het Nederlandstalige album naast een tekening
van Risto door Karel. En dat was allerminst aan de uitgeverij
te danken.
Het album blijkt goed te verkopen en in de top-222
— gepubliceerd op Stripspeciaalzaak.be in 2009 —
is Olavinlinna het enige Biddeloo-album uit zijn
latere periode dat in de top-50 prijkt. Wie een (kleine)
impressie van het kasteel Olavinlinna wil zien, kan Mini-Europa
in Brussel bezoeken, waar een authentieke miniatuurversie
prijkt.
Na al die jaren word ik soms nog aangesproken over die namiddag
in Antwerpen. Karel beleeft er een van de mooiste momenten
van zijn laatste jaren, en dat is hem zó hard gegund
door iedereen die Karel die middag aanspreekt en een tekening
van hem verkrijgt. Voor mij is het de mooiste De Rode
Ridder-herinnering ooit. Ik ben nog steeds niet voor
een derde keer naar Olavinlinna geweest omdat ik sinds dat
bezoek in 2002 niet eens meer naar Finland geweest ben.
Na een dozijn keer heb ik het daar wel allemaal gezien.
Toch ga ik er een van de volgende jaren nog eens naartoe,
met als voornaamste reden een bezoek aan het kasteel dat
Karel dermate begeesterd heeft.
Risto overlijdt in 2017. Hij bereikt nipt de leeftijd van
eenenzestig jaar, de leeftijd die Karel net niet haalt.
MARTIN
HOFMAN
|