De Rode Ridder
52/60. Olavinlinna (deel 195, 2003)
TEKENINGEN: Karel Biddeloo • SCENARIO: Karel Biddeloo met dank aan Martin Hofman


De Rode Ridder
De Rode Ridder

Olavinlinna wordt algemeen beschouwd als het mooiste kasteel van Scandinavië. Het is gelegen in het zuidoosten van Finland, aan de rand van het stadje Savonlinna. Dit kasteel werd in 1475 gebouwd als verdediging tegen Rusland. Het imposante Olavinlinna is heel strategisch gebouwd: drie torens en enorm sterke muren die in hun omtrek regelmatig een punt vormen. De ontstaansgeschiedenis van dit album is een verhaal op zichzelf. Wat volgt, is een weergave van die magische maanden in 2002 en 2003...

Karel Biddeloo loopt er na de uitgave van Het Putmonster (deel 188, 2001) gepikeerd bij. Op een avond na een stripbeurs, ergens onderweg verpozend in een bistro, en tijdens het naar goede gewoonte gezamenlijk nuttigen van een talrijk aantal biertjes en wijntjes (Karel dronk altijd rode wijn), kom ik erachter dat er een conflict is tussen hem en de toenmalige stripuitgeefster van Standaard Uitgeverij. Het betreft de aard van de recentste albums. Ik moet er niet naar raden, want bij vele fans had ik al hetzelfde gehoord, en eerlijk gezegd kan ik me daar ook in vinden: Karel wijkt te veel af van de authentieke ridderverhalen en hij zoekt te veel heil in allerlei griezeltoestanden. Karel riposteert dat hij al meer dan genoeg ridderscenario's geschreven heeft en dat horror het nieuwe dada is van de huidige De Rode Ridder-fan.

Kort nadien is er de Boekenbeurs in Antwerpen, waar ik de toenmalige stripuitgeefster voor het eerst ontmoet, want de stripuitgevers bij Standaard Uitgeverij volgden elkaar in snel tempo op. Tussen de lijnen van haar relaas door, besef ik dat de situatie ernstig is. Ernstiger dan ik vermoedde. Ik realiseer me dat Karel die ernst waarschijnlijk niet wil beseffen. De slotsom is dat hij een authentiek ridderscenario nodig heeft voor een album dat Johan terug in het zadel zet voor een ridderverhaal, en hopelijk volgen er dan nog meerdere in datzelfde genre. Dat vrije weekend zet ik me aan het schrijven. Zondagavond is het verhaal af.

De locatie van het verhaal is snel gekozen: Finland, meer bepaald de burcht Olavinlinna. Een eerste aanzet is dat de Rode Ridder nog nooit in Finland geweest is. En het land ken ik heel goed, aangezien mijn echtgenote Finse is. We ontmoetten elkaar in 1980 in een mooi houten treinstation, 130 kilometer ten noorden van Olavinlinna. Afstanden betekenen niets in dat land, dat elf keer groter is dan België, en waar momenteel slechts 5,5 miljoen mensen wonen. Een paar dagen later bezochten we het kasteel, dat op mij een diepe indruk naliet door zijn robuustheid en door zijn locatie midden in de wouden en tussen de meren.

Voor de personages in het verhaal gebruik ik namen van personen uit mijn Finse familiekring, met uitzondering van Risto, die mijn goede vriend geworden was in het kleine dorpje waar mijn eega opgroeide. Ik mail Karel het scenario en krijg hem diezelfde avond enthousiast aan de telefoon. Hij weet me te vertellen dat het album waaraan hij op dat moment werkt (Het Magische Licht, deel 196, 2003) meteen aan de kant schuift om aan Olavinlinna te beginnen! Ik ben zo goed als sprakeloos. Zelf beschouw ik mijn scenario als een verdienstelijke poging, maar aan dergelijke lofbetuigingen heb ik mij allerminst verwacht. Achteraf bekeken is dit scenario waarschijnlijk een opluchting voor Karel, vooral omdat hij besloot met: "Ze willen een ridderverhaal? Awel, ze krijgen een ridderverhaal!"

Tijdens the making of van dit album geeft Karel me op drie verschillende momenten de fotokopieën van de tien originele pagina's die hij op die momenten juist afgewerkt heeft. Het is voor een De Rode Ridder-fan een droom om zijn hersenspinsels effectief in zijn favoriete reeks uitgetekend te zien in albumvorm. Niet te beschrijven wat er dan door je heen gaat. Dat imposante kasteel, die personages, die gebeurtenissen. Ongelooflijk. Of, om het met een door Karel dikwijls gebruikt stopwoord te zeggen: "Schitterend!"

Ook vind ik de eerste pagina al meteen prachtig, vooral door de lay-out, die zowel het kasteel als de voornaamste personages aan de lezers voorstelt. Dit was het eerste album van De Rode Ridder waarin de tekenaar volledige vrijheid krijgt om de bladzijden in te delen. Tot en met het vorige album, De Golem (deel 194, 2002), moeten alle albums uit twee halve platen bestaan omwille van de dagelijkse voorpublicaties in de kranten, zelfs tot jaren nadat er geen voorpublicaties meer bestaan.

Wanneer mijn Finse dame en ik op onze jaarlijkse reis naar haar familie vertrekken, heb ik al fotokopieën van de eerste twintig originele pagina's bij. Ik herinner me die avond nog goed, kort na onze aankomst, toen ik Risto alle bladzijden toon in zijn rustieke houten huisje, en de dialogen voor hem vertaal. De gelijkenis tussen de reële en de fictieve persoon is overigens treffend, zonder dat Karel ooit een foto van Risto heeft gezien!

Die vakantie ging ik opnieuw naar Olavinlinna. Terwijl ik in het kasteel rondloop, ontvang ik een telefoontje van Karel om me te vragen hoe het met mij is. Wanneer ik vertel dat ik het kasteel aan het bezoeken ben, beschouwt hij dit als een magisch teken, waar hij later nog op zal terugkomen omdat hij niet wist dat ik op dat exacte moment daar zou zijn. Hij weet trouwens niet eens dat ik tijdens mijn vakantie in Finland Olavinlinna zou bezoeken.

Het verhaal draait rond de tweelingbroers Risto en Jyrki. Er ontstaat een tweestrijd en uiteindelijk is er de afrekening tussen de snoodaard en de Rode Ridder op de muren van het kasteel, terwijl achter hen een monumentaal vuur woedt. Bovendien blijkt Johan niet zo onfeilbaar te zijn als hij in bijna alle andere Biddeloo-albums is.

Ergens halfweg het album belt Karel me op om te vragen of hij er een "stomende seksscène" aan zou toevoegen. Natuurlijk stem ik toe, wat had ik er trouwens aan te zeggen? Vandaar de plaatjes van Jyrki en Frida, die Johan nastaren wanneer hij met Risto uit het kasteel vertrekt. Een andere aanpassing gebeurt door de uitgeverij. De vermelding "scenario door Martin Hofman" wordt vervangen door "met dank aan Martin Hofman". Ik zou immers aanspraak kunnen maken op een vergoeding voor mijn scenario, zo redeneert Standaard Uitgeverij. Alsof ik dat zou durven! Ik ben al overgelukkig dat mijn verhaal als album ging verschijnen!

In de aanloop naar de publicatie spreek ik Karel aan over het organiseren van een publiekelijke albumvoorstelling, zoals eerder al gebeurd was met het album De Riddershoeve (deel 191, 2002) in diezelfde Riddershoeve in Schoten. Als locatie zou deze keer het Fins Huis in Antwerpen ideaal zijn. Karel tempert mijn enthousiasme omdat dit voorstel volgens hem door de uitgeverij weggewimpeld zal worden, want "alle aandacht en geld gaat steeds naar Suske en Wiske". Dat is inderdaad al jarenlang het geval bij Standaard Uitgeverij. De kentering komt er pas wanneer Claus D. Scholz en Martin Lodewijk de reeks overnemen. Zij — en later ook Fabio Bono en Marc Legendre — mogen rekenen op véél meer steun en initiatieven. Jammer dat Karel, dé grootmeester van De Rode Ridder, die aandacht nooit gekregen heeft.

Onder het motto "een nee heb je en een ja kun je krijgen" contacteert Karel de stripuitgeefster. Het antwoord is helaas zoals verwacht, verzucht hij die avond aan de telefoon. "Maar", zo voegt hij er strijdlustig aan toe, "we gaan het zélf organiseren! Zorg jij dat we in dat Fins Huis terecht kunnen en ik betaal de rekening!" Tjonge, een dergelijk doorzettingsvermogen, en dan nog uit eigen zak de centen op tafel leggen, dat ontroert me echt...

De organisatie verloopt redelijk vlot. Het feestje is gepland in februari 2003, kort na de uitgave van het album, en vindt plaats in de Finse Kerk, vlak naast het Fins Huis in de Italiëlei in Antwerpen (beide zijn jaren later verhuisd naar Brussel). De kerk biedt het voordeel dat ze uit één grote ruimte bestaat. Het is een prachtig interieur, bekleed met hout en graniet — allemaal uit Finland uiteraard. Twee maanden voordien gingen Karel en ik er samen de Finse kerstmarkt bezoeken en hij was bij de aanblik van de kerkruimte begeesterd. "We gaan er een schitterende dag van maken, Martin!", zei Karel. Hij kocht er een puukko, het Finse mes dat een rol speelt in het album.

De grote dag is aangebroken. Er is Finse catering voorzien, zowel wat betreft hapjes als drankjes. En er staat een prachtige troon, een enorme duivelstroon! Deze werd gemaakt door Dirk D'Hondt, een vriend van mij. Hij bouwde deze troon voor de met hem bevriende Noorse black metalgroep Ancient, die er on stage hun vorige Europese toer mee opleukten. Omdat Dirk me kort voordien foto's van die tour getoond had, rijpt bij mij het plan om die troon te betrekken bij de albumvoorstelling. Aangezien Dirk een De Rode Ridder-fan is, gaat hij graag op mijn vraag in om deze troon vlak vóór de start van de voorstelling, met de hulp van een aantal al even zwart geklede kameraden, binnen te dragen. Bij de enkele aanwezige Finse medewerkers zorgt hun plotse invasie met dit gevaarte voor wenkbrauwengefrons, maar ik had hen een paar weken voordien gezegd dat Karel op een "middeleeuwse" troon zou zitten. Gelukkig weten de meeste Finnen niet zo heel veel over de middeleeuwen. "Die lange zwartjassen met metalen insignes en kettingen zullen wel ridders zijn, zeker?", denken de Finnen vast. Karel heeft er maanden later nog pret om dat hij op een duivelvereringstroon zat... midden in een kerk!

Buiten onze verwachting zijn er die namiddag bijna honderd bezoekers! Veel fans, maar ook kijklustigen die het evenement in de Antwerpse weekagenda gelezen hebben, aangevuld met een aantal toevallige passanten. Een welbepaalde mogelijke bezoeker ben ik compleet vergeten: ik ben zo stoutmoedig geweest om toenmalig burgemeester Leona Detiège per mail uit te nodigen. Het was een poging waard, niet? En plots staat ze voor mijn neus en spreekt ze me aan. Ik begeleid haar naar Karel, die niks over haar mogelijke komst afweet. Ze hebben een leuk gesprek, Karel schenkt de burgemeester een gesigneerd album en ze feliciteert Karel met zijn "prachtige troon". Het wordt een van haar laatste publieke verschijningen, want kort nadien barst het Visa-schandaal los (een corruptieschandaal waarbij Antwerpse politici en ambtenaren sjoemelen met onkostennota's en creditcards van de stad) en wordt ze geschorst. Niet veel later treedt ze af.

Nadat ik hen het album had opgestuurd, mailt het beheer van het kasteel Olavinlinna Standaard Uitgeverij met een verzoek om duizend Finstalige en vijfhonderd Engelstalige albums van het album Olavinlinna te drukken, met een optie op een tweede druk. Ik ontvang die mail in CC en voeg eraan toe dat mijn echtgenote (gratis) voor de Finse vertaling kan zorgen. Het antwoord van de toenmalige stripuitgeefster (alweer een andere dan het jaar voordien) luidt echter: "Niet rendabel". Inmiddels ligt in een tentoonstellingsruimte van het kasteel het Nederlandstalige album naast een tekening van Risto door Karel. En dat was allerminst aan de uitgeverij te danken.

Het album blijkt goed te verkopen en in de top-222 — gepubliceerd op Stripspeciaalzaak.be in 2009 — is Olavinlinna het enige Biddeloo-album uit zijn latere periode dat in de top-50 prijkt. Wie een (kleine) impressie van het kasteel Olavinlinna wil zien, kan Mini-Europa in Brussel bezoeken, waar een authentieke miniatuurversie prijkt.

Na al die jaren word ik soms nog aangesproken over die namiddag in Antwerpen. Karel beleeft er een van de mooiste momenten van zijn laatste jaren, en dat is hem zó hard gegund door iedereen die Karel die middag aanspreekt en een tekening van hem verkrijgt. Voor mij is het de mooiste De Rode Ridder-herinnering ooit. Ik ben nog steeds niet voor een derde keer naar Olavinlinna geweest omdat ik sinds dat bezoek in 2002 niet eens meer naar Finland geweest ben. Na een dozijn keer heb ik het daar wel allemaal gezien. Toch ga ik er een van de volgende jaren nog eens naartoe, met als voornaamste reden een bezoek aan het kasteel dat Karel dermate begeesterd heeft.

Risto overlijdt in 2017. Hij bereikt nipt de leeftijd van eenenzestig jaar, de leeftijd die Karel net niet haalt.

MARTIN HOFMAN



© Stripspeciaalzaak.be, 2019-2020