De Rode Ridder
51/60. Gorgonia (deel 187, 2001)
TEKENINGEN: Karel Biddeloo • SCENARIO: Karel Biddeloo


De Rode Ridder
De Rode Ridder

Verzamelaars die compleetheid nastreven, moeten vaak de bluts met de buil nemen (of voor Nederlanders: elk voordeel heb zijn nadeel). Of Gorgonia de bluts of de buil is, weten we niet zo goed, want we kennen niets van carrosserie, maar we moeten het erover eens zijn dat dit geen goed album is. Tien jaar geleden organiseerden we een top-10 van De Rode Ridder door de lezers. Negenentwintig albums kregen geen enkel punt, waaronder deze Gorgonia. Het album werd enkele jaren daarvoor door forummers van de inmiddels opgedoekte website www.roderidder.com uitgeroepen tot slechtste album van de reeks.

In deze periode van de stripreeks hebben we nu al wel heel wat watertjes doorzwommen. Het jaarlijkse tempo ligt verschroeiend hoog, op vraag van Karel Biddeloo himself dan nog omdat hij zijn levensstijl met onder meer een blinkende sportwagen verder wil bekostigen. De tekeningen gaan er zienderogen op achteruit en grote tekstballonnen met veel witruimte vullen de plaatjes zodat er minder decor getekend of fotokopieën van foto's voor die decors bewerkt moeten worden. De verhalen onder de noemer De Kronieken van Merlijn, waarin Johan terug avonturen beleeft in de tijd van koning Arthur, levert meerdere dieptepunten op in albums die in nog geen kwartier zijn uitgelezen. En we krijgen een prequelversie van Bahaal alias Niemand voor de kiezen.

Die Niemand is een loser, een sukkel, in dienst van de machtige Kerwyn uit het Willy Vandersteen-verhaal Kerwyn, de Magiër (deel 20, 1964). In de "verrijzenisperiode" van koning Arthur, De Kronieken van Merlijn dus, is Kerwyn de opperschurk van dienst. We leren vanaf Het Klooster van de Dood (deel 178, 2000) ook zijn bevallige dochter Azizah kennen. Al die tijd houdt Kerwyn zijn masker, een puntige zotskap, op. In Gorgonia zet hij die af en komen we meteen te weten wie hij is. In toch al een van de belachelijkste verhaallijnen blijkt het om de... tweelingbroer van Merlijn te gaan.

Een evil twin is een huizenhoog cliché wanneer schrijvers even geen inspiratie meer hebben om hun bandwerkproductie voor bijvoorbeeld soapseries te vervolgen. In dit album blijken Kerwyn en Merlijn — ha, dat rijm in hun namen heb ik nu pas door — onderricht te zijn door Hermes Trismegistus, de vereenzelviging van de Griekse god Hermes en de Egyptische god Thot, een millennia oude leermeester die Biddeloo ook als aartsvader van magie en alchemie en als architect van de grote piramide omschrijft. Zijn geest reisde door de tijd om Kerwyn en Merlijn les te geven. Daarmee moeten we het voor de rest stellen. Na deze uitleg is het tijd om Niemand eindelijk zijn naam te geven. Op een nog best appetijtelijke pagina krijgt Kerwyns discipel Niemand een bekend merkteken op zijn borst gebrand tijdens een dramatisch opgebouwd ritueel en krijgt hij zijn naam Bahaal, bijnaam: Prins der Duisternis.

Als die identiteit van Kerwyn je al potsierlijk in de oren klinkt, hoed je dan voor wat er nu komt. Het lukt Kerwyn namelijk om een Titaan uit de Griekse mythologie terug tot leven te wekken. Titanen waren een ras van reuzen die in opstand kwamen tegen de goden op de Olympusberg. Volgens Kerwyn bevond er zich onder die Titanen ook een vrouw, Gorgonia. Nu wil Kerwyn haar inzetten als een verschrikkelijk geheim wapen in zijn strijd tegen Camelot. "Alles en iedereen moet daar verpulverd worden. Weg met de Ronde Tafel, met Merlijn, met Arthur en de Ronde Tafelridders!" Die wens naar een tabula rasa beoogt Kerwyn met brute en onmetelijke kracht. Zijn listen en lagen haalden toch al niets uit, temeer omdat Niemand ze telkens weer in het honderd liet lopen, meestal door toedoen van Johan.

En zo krijgen we te maken met een reuzin met een trek in mensenvlees, die alles kapot moet slaan. Biddeloo kent zijn B-klassiekers en voert haar op als een gigantesk monster dat zich als een soort kruising tussen de reuzin uit de film Attack of the 50 Foot Woman (Nathan H. Juran, 1958) en Godzilla gedraagt. Aantrekkelijk, dat wel, maar toch meer vrouw dan Johan en Lancelot aankunnen. In grote prenten zie je hen als kaboutertjes rondrennen en vluchten voor die grote, stoute mevrouw. Wanneer Johan zijn zwaard in de voet van Gorgonia plant, doet het pijn, maar het oogt als een speldenprik. Die dolle achtervolging speelt zich eerst af in het kasteel Blackstone, dat werd verbouwd om haar grote gestalte te kunnen huisvesten, maar de razende Gorgonia baant zich door muren waarbij ook Kerwyn getroffen wordt door vallende stenen Uiteindelijk dondert ze van een klif die afbrokkelt onder haar gewicht. Als dat geen signaal is om wat kilootjes te verliezen... maar zo'n uitsprak valt tegenwoordig onder #bodyshaming. Op de laatste pagina is Kerwyn met omzwachteld voorhoofd te zien. Omdat hij zijn masker weer draagt, zit dat verband gewoon rond zijn masker. Daar heeft Biddeloo zich het hoofd niet goed over gebroken.

Of het mede door Gorgonia of de nu toch onthulde identiteit van Kerwyn komt, weet ik niet, maar de verhalen onder De Kronieken van Merlijn lopen alvast op hun einde. Hij komt nog eenmaal voor in De Vloek van de Tupilak (deel 197, 2003), waarin nota bene een bazooka en een raket voorkomen, en in Oude Vijanden (deel 200, 2003) wordt zijn naam nog eens genoemd. In De Elfenring (deel 234, 2012) voert Claus D. Scholz hem nog eens op. Daarin wordt Johan... verkleind! Zelf is hij ook al eens een reus geweest in De Lamp van Aladdin (deel 181, 2000).

Een album als Gorgonia, en wat men daarvan vindt, triggert me. Als films, tv-reeksen of strips door velen beschouwd worden als archislecht kan het misschien weer zo overdreven slecht zijn dat het grappig wordt, een guilty pleasure. Ondanks het relativeringsvermogen dat met onze ernstig bedoelde benadering van De Rode Ridder gepaard gaat, blijft de conclusie toch dat het een rotslecht album is. De reeks is in deze periode nog maar een schim van vroeger en Biddeloo lijkt het zelf al lang niet meer serieus te nemen. Vele jaren na de verschijning en de eerste lezing van het album zie ik het niet plots uitgroeien tot een geliefde cultklassieker. Al heb ik wel wat kunnen lachen met enkele groteske scènes en uitspraken. Bijvoorbeeld wanneer Kerwyn Gorgonia verzoekt om niet meer te stampvoeten, "want dan stort alles in!" Of wanneer hij zijn discipel Niemand berispt als hij hem tijdens een uitleg onderbreekt: "Ja! Maar WIE vertelt hier het verhaal? Jij of ik? Zwijg en luister dan!"

DAVID STEENHUYSE



© Stripspeciaalzaak.be, 2019-2020