Verzamelaars
die compleetheid nastreven, moeten vaak de bluts met de
buil nemen (of voor Nederlanders: elk voordeel heb zijn
nadeel). Of Gorgonia de bluts of de buil is, weten
we niet zo goed, want we kennen niets van carrosserie, maar
we moeten het erover eens zijn dat dit geen goed album is.
Tien jaar geleden organiseerden we een top-10 van De
Rode Ridder door de lezers. Negenentwintig albums kregen
geen enkel punt,
waaronder deze Gorgonia. Het album werd enkele
jaren daarvoor door forummers van de inmiddels opgedoekte
website www.roderidder.com uitgeroepen tot slechtste
album van de reeks.
In deze periode van de stripreeks hebben we nu al wel heel
wat watertjes doorzwommen. Het jaarlijkse tempo ligt verschroeiend
hoog, op vraag van Karel Biddeloo himself
dan nog omdat hij zijn levensstijl met onder meer een blinkende
sportwagen verder wil bekostigen. De tekeningen gaan er
zienderogen op achteruit en grote tekstballonnen met veel
witruimte vullen de plaatjes zodat er minder decor getekend
of fotokopieën van foto's voor die decors bewerkt moeten
worden. De verhalen onder de noemer De Kronieken van
Merlijn, waarin Johan terug avonturen beleeft in de
tijd van koning Arthur, levert meerdere dieptepunten op
in albums die in nog geen kwartier zijn uitgelezen. En we
krijgen een prequelversie van Bahaal alias Niemand voor
de kiezen.
Die Niemand is een loser, een sukkel, in dienst van de machtige
Kerwyn uit het Willy Vandersteen-verhaal
Kerwyn, de Magiër (deel 20, 1964). In de "verrijzenisperiode"
van koning Arthur, De Kronieken van Merlijn dus,
is Kerwyn de opperschurk van dienst. We leren vanaf Het
Klooster van de Dood (deel 178, 2000) ook zijn bevallige
dochter Azizah kennen. Al die tijd houdt Kerwyn zijn masker,
een puntige zotskap, op. In Gorgonia zet hij die
af en komen we meteen te weten wie hij is. In toch al een
van de belachelijkste verhaallijnen blijkt het om de...
tweelingbroer van Merlijn te gaan.
Een evil twin is een huizenhoog cliché wanneer
schrijvers even geen inspiratie meer hebben om hun bandwerkproductie
voor bijvoorbeeld soapseries te vervolgen. In dit album
blijken Kerwyn en Merlijn — ha, dat rijm in hun namen
heb ik nu pas door — onderricht te zijn door Hermes
Trismegistus, de vereenzelviging van de Griekse god Hermes
en de Egyptische god Thot, een millennia oude leermeester
die Biddeloo ook als aartsvader van magie en alchemie en
als architect van de grote piramide omschrijft. Zijn geest
reisde door de tijd om Kerwyn en Merlijn les te geven. Daarmee
moeten we het voor de rest stellen. Na deze uitleg is het
tijd om Niemand eindelijk zijn naam te geven. Op een nog
best appetijtelijke pagina krijgt Kerwyns discipel Niemand
een bekend merkteken op zijn borst gebrand tijdens een dramatisch
opgebouwd ritueel en krijgt hij zijn naam Bahaal, bijnaam:
Prins der Duisternis.
Als die identiteit van Kerwyn je al potsierlijk in de oren
klinkt, hoed je dan voor wat er nu komt. Het lukt Kerwyn
namelijk om een Titaan uit de Griekse mythologie terug tot
leven te wekken. Titanen waren een ras van reuzen die in
opstand kwamen tegen de goden op de Olympusberg. Volgens
Kerwyn bevond er zich onder die Titanen ook een vrouw, Gorgonia.
Nu wil Kerwyn haar inzetten als een verschrikkelijk geheim
wapen in zijn strijd tegen Camelot. "Alles en iedereen
moet daar verpulverd worden. Weg met de Ronde Tafel, met
Merlijn, met Arthur en de Ronde Tafelridders!" Die
wens naar een tabula rasa beoogt Kerwyn met brute en onmetelijke
kracht. Zijn listen en lagen haalden toch al niets uit,
temeer omdat Niemand ze telkens weer in het honderd liet
lopen, meestal door toedoen van Johan.
En zo krijgen we te maken met een reuzin met een trek in
mensenvlees, die alles kapot moet slaan. Biddeloo kent zijn
B-klassiekers en voert haar op als een gigantesk monster
dat zich als een soort kruising tussen de reuzin uit de
film Attack of the 50 Foot Woman (Nathan
H. Juran, 1958) en Godzilla gedraagt. Aantrekkelijk,
dat wel, maar toch meer vrouw dan Johan en Lancelot aankunnen.
In grote prenten zie je hen als kaboutertjes rondrennen
en vluchten voor die grote, stoute mevrouw. Wanneer Johan
zijn zwaard in de voet van Gorgonia plant, doet het pijn,
maar het oogt als een speldenprik. Die dolle achtervolging
speelt zich eerst af in het kasteel Blackstone, dat werd
verbouwd om haar grote gestalte te kunnen huisvesten, maar
de razende Gorgonia baant zich door muren waarbij ook Kerwyn
getroffen wordt door vallende stenen Uiteindelijk dondert
ze van een klif die afbrokkelt onder haar gewicht. Als dat
geen signaal is om wat kilootjes te verliezen... maar zo'n
uitsprak valt tegenwoordig onder #bodyshaming. Op de laatste
pagina is Kerwyn met omzwachteld voorhoofd te zien. Omdat
hij zijn masker weer draagt, zit dat verband gewoon rond
zijn masker. Daar heeft Biddeloo zich het hoofd niet goed
over gebroken.
Of het mede door Gorgonia of de nu toch onthulde
identiteit van Kerwyn komt, weet ik niet, maar de verhalen
onder De Kronieken van Merlijn lopen alvast op
hun einde. Hij komt nog eenmaal voor in De Vloek van
de Tupilak (deel 197, 2003), waarin nota bene een bazooka
en een raket voorkomen, en in Oude Vijanden (deel
200, 2003) wordt zijn naam nog eens genoemd. In De Elfenring
(deel 234, 2012) voert Claus D. Scholz hem
nog eens op. Daarin wordt Johan... verkleind! Zelf is hij
ook al eens een reus geweest in De Lamp van Aladdin
(deel 181, 2000).
Een album als Gorgonia, en wat men daarvan
vindt, triggert
me. Als films, tv-reeksen of strips door velen beschouwd
worden als archislecht kan het misschien weer zo overdreven
slecht zijn dat het grappig wordt, een guilty pleasure.
Ondanks het relativeringsvermogen dat met onze ernstig bedoelde
benadering van De Rode Ridder gepaard gaat, blijft
de conclusie toch dat het een rotslecht album is. De reeks
is in deze periode nog maar een schim van vroeger en Biddeloo
lijkt het zelf al lang niet meer serieus te nemen. Vele
jaren na de verschijning en de eerste lezing van het album
zie ik het niet plots uitgroeien tot een geliefde cultklassieker.
Al heb ik wel wat kunnen lachen met enkele groteske scènes
en uitspraken. Bijvoorbeeld wanneer Kerwyn Gorgonia verzoekt
om niet meer te stampvoeten, "want dan stort alles
in!" Of wanneer hij zijn discipel Niemand berispt als
hij hem tijdens een uitleg onderbreekt: "Ja! Maar WIE
vertelt hier het verhaal? Jij of ik? Zwijg en luister dan!"
DAVID
STEENHUYSE
|