Johan
is in De Heren van Rode (deel 131, 1989) naar zijn
Brabantse geboortestreek Rode teruggekeerd waar hij zijn
halfbroer Amelrick Pynock terugziet. Johan legt vele verhalen
lang zijn ronddolende zwerversbestaan af om avonturen in
en (ver) rond het kasteel van Horst te beleven, al dan niet
gebaseerd op historische feiten.
Qua verhaal is De Witte Duisternis een beetje een
vreemde eend in de bijt. Het vorige album, De Koningmaker
(deel 134, 1990), is eigenlijk nog niet afgesloten.
Daarin werd Johan betrokken in de Engelse Rozenoorlog tussen
de twee adellijke huizen van Lancaster en York om hun pretendent
op de troon te zetten. De Witte Duisternis start
met een compleet andere plot, waarbij magiër Magor
de streek rond Horst terroriseert. Met de witte duisternis,
een alles verblindende mist die hij naar believen kan oproepen,
maakt hij het de aanwezige ridders knap moeilijk. Johan
zit door de intrige van het vorige album nog steeds in Engeland.
We zien hem dan ook pas op pagina 11 opduiken. De problemen
rond de Engelse troonsopvolging zijn nog niet opgelost,
zodat Karel Biddeloo dit gegeven eerst
afhandelt. De hele spanningsboog rond Magor en zijn witte
duisternis, daarvoor al tien bladzijden lang opgebouwd,
wordt hiervoor onderbroken. Biddeloo moet nu snel —
maar dat worden al gauw ook weer tien pagina's — het
Engelse verhaal vertellen waarbij veel flashbacks en tekstballonnetjes
met extra uitleg komen kijken. Pas daarna kan Johan naar
Horst vertrekken om daar met Magor af te rekenen. Twee verhaallijnen
die niets met elkaar te maken hebben, kruisen elkaar dus
in dit album. De kwestie Magor raakt trouwens niet opgelost
in dit album, zodat er nog een vervolg, Sol Invictus
(deel 136, 1991), aan te pas komt.
De Engelse verhaallijn, die midden in dit album weer wordt
opgepikt, start met een aantal flashbacks, waarvan de eerste
een stomende scène is tussen koningin Isabelle en
haar minnaar Roger Mortimer. Biddeloo gaat hier, na de introductie
van korte rokjes en halfnaakte vrouwen, dus weer een stapje
verder met het verkennen van de grenzen. Die worden normaal
gezien streng bewaakt door Willy Vandersteen,
die echter zwaar ziek is in deze periode en op 28 augustus
1990 overlijdt. Biddeloo begint in deze periode de verhalen
en de tekeningen uit te werken zonder de vermanende en sturende
hand van zijn leermeester. Voorheen moest hij zijn synopsis
van elk nieuw verhaal eerst nog voorleggen aan Vandersteen,
die soms enkele wijzigingen aanbracht. Ook te korte rokjes
werden door Vandersteen soms wat bijgewerkt.
Vandersteen keurde indertijd zelfs niet alle verhaalvoorstellen
goed. De Gezellen van Nemrod (deel 103, 1983) werd
initieel afgekeurd omdat het onderwerp een mensenjacht betrof.
Uiteindelijk wijzigde Biddeloo het verhaal naar een jacht
op vliegende hertjes, maar hij zou dit idee uiteindelijk
toch nog recycleren voor het album Nemesis (deel
162, 1997).
IVO
DE WISPELAERE
|