Laat
ons starten met een quizvraag. Wat hebben Alan Moore,
Erik Kriek, Sam Raimi,
John Carpenter en Karel Biddeloo
met elkaar gemeen naast hun liefde voor het horrorgenre?
Liefde voor... het werk van de Amerikaanse auteur Howard
Philips Lovecraft (1890-1937)!
Hoewel Lovecraft in de schaduw staat van veel bekendere
auteurs als Edgar Allan Poe en Stephen
King mag hij gerust tot een van de invloedrijkste
horrorschrijvers uit de hele geschiedenis genoemd worden.
De man zelf was echter een asociale eenzaat die als auteur
niet bepaald succesvol was. Hij schreef om den brode in
Amerikaanse horror- en sciencefictiontijdschriftjes en publiceerde
in zijn leven slechts één echt boek. Het saaie
en kleinburgerlijke leven van Lovecraft staat echter in
schril contrast met de indrukwekkende wereld die hij in
zijn (kort)verhalen tot leven heeft gebracht, onder andere
in de beroemde magazines Weird Tales en Amazing
Stories. Een rode draad in zijn œuvre is zijn
zogenaamde "kosmische" of "Lovecraftiaanse"
horror.
Die kosmische horror vinden we in grote mate terug in zijn
wereld van Cthulhu, waar de Great Old Ones ooit leefden
en de macht hadden over de aarde. Hoewel (nog) niemand onder
ons in contact gekomen is met Old Ones — en dan spreken
we niet over een occasioneel bezoek aan oma of opa tijdens
de kerstdagen — houden zij de mensheid in de gaten
vanuit de stad R'lyeh, klaar om toe te slaan. Een van die
wezens die daarmee in verband gebracht wordt, is Yog-Sothoth,
een tentakelachtig creatuur dat heel wat meer in zijn mars
heeft dan een zomers vakantiekwalletje waar je per ongeluk
je voet op kan zetten. Of wat te denken van Azatoth, die
buiten ons universum op ons loert en geen vriendelijke E.T.
is die in vrede komt. De kennis van de Old Ones staat beschreven
in het beruchte Necronomicon, waar ik op de vorige
pagina over schreef. Dit fictieve boek is een eigen leven
beginnen leiden in films en tv-series, waarvan het fantastische
The Evil Dead (Sam Raimi, 1981) zeker het beruchtste
is. In De Rode Ridder duikt het boek drie keer
op. Eén album is er zelfs expliciet naar vernoemd
(deel 124, 1987). De zogenaamde Naamloze Twaalf in het album
zijn hier duidelijk geïnspireerd op de Old Ones van
Lovecraft.
The Old Ones zijn de enige wezens die het contact met de
verborgen kennis en de Lovecraftiaanse creaturen aankunnen,
want jij en ik zouden na één enkele ontmoeting
met die wezens compleet stapelgek worden zodat zelfs een
psychiater geen raad meer zou weten met ons.
Soms krijgt het kwaad bij Lovecraft geen naam, maar is het
een dreigend iets vanuit de ruimte zoals in The Colour
Out of Space (1927). In dat kortverhaal wordt het fictieve
dorpje Arkham getroffen door een meteoriet, waardoor mens,
dier en natuur zich plots vreemd beginnen te gedragen. Karel
Biddeloo vond dit blijkbaar erg fascinerend en verwerkte
het idee in De Maagdenburcht (deel 102, 1983),
maar ook in De Rode Herberg.
Die Rode Herberg is zeker en vast geen klein café
aan de haven waar de mensen gelukkig zijn en tevree. Integendeel,
het is een merkwaardig etablissement, uitgebaat door een
onbeschofte sterrenchef, waar merkwaardige dingen gebeuren
en dan vooral in de zogenaamde Rode Kamer. Dat is de mooiste
kamer en heeft de kwalijke eigenschap om de gasten die er
overnachten dé nacht van hun leven te bezorgen, 't
is te zeggen: de laatste nacht van hun leven!
Nadat een aantal hotelgasten, onder andere een bijzonder
knappe dame, verdwenen zijn in de kamer is het de beurt
aan de Rode Ridder om de Rode Kamer van de Rode Herberg
uit te proberen. Zou Biddeloo hier subtiel verwijzen naar
The Colour Out of Space? Hmm... ik denk het niet,
maar van al dat rood zou een mens voor minder tureluurs
worden. Is dat niet een belangrijk aspect van de Lovecraftiaanse
horror? Wanneer de deur van de kamer zich sluit, verschijnen
plotseling allemaal ogen op het plafond en grijpgrage tentakels
uit de wanden. Zou dat lieve zwartharige meisje ook benaderd
geweest zijn door al die tentakels?... En wat zou er in
die rode kamer allemaal met haar gebeurd zijn? Sorry, we
laten ons even gaan. In De Rode Ridder kunnen we
op dit moment echt geen uitstapje maken naar Japan waar
in bepaalde mangagenres veel expliciete aandacht wordt besteed
aan de tastzin van sommige weekdieren.
Terug naar Johan die bedreigd wordt door die tentakels.
Alsof de Rode Kamer nog niet rood genoeg is, steekt Johan
de fik erin en rode vlammen schroeien het levend wezen dat
onze ridder innig probeert te "omtentakelen".
Om zijn daad van vandalisme te voltooien, springt Johan
door het raam en ontsnapt met een sprong in de nabijgelegen
rivier aan de gruwel van de herberg. Zelfs een ontploffing
mag niet ontbreken. Niemand zal nu ooit nog een review schrijven
over de Rode Herberg op Tripadvisor. Wanneer Johan uit het
water klautert, ziet hij een groot groen wezen met ogen
als schotels uit de rivier opduiken. Geen maxirups zoals
in De Maagdenburcht, maar geheel in de traditie
van Lovecraft krijgen we een niet te beschrijven wezen.
Is het een fluim? Is het een kotsvlek? Nee, dat is het niet!
Het is een vriendje van Azatoth of Yog-Sothoth die met een
meteoriet op de aarde is beland en nu weer op zoek kan gaan
naar een nieuw slachtoffer. Misschien een ideetje voor een
nieuw avontuur van De Rode Ridder? Wie zal het
weten?
Lovecraft zou zeggen: "Ph'nglui mglw'nafh Cthulhu R'lyeh
wgah'nagl fhtagn". En daar valt niets aan toe te voegen!
BERT
GEVAERT
|