Hoewel
het Byzantijnse rijk een enorm rijke geschiedenis achter
de rug heeft, merken we daar niet zo veel van in stripverhalen.
Akkoord, er zijn wel een aantal reeksen waar we de exploten
van de opvolgers van het Romeinse Rijk in actie zien, zoals
De Helse Meute (door Christian Højgaard
en Philippe Thirault), Maxentius
(door Carlos Rafael Duarte en Romain
Sardou) en Ira Dei (door Ronan
Toulhoat en Vincent Brugeas) om
er een aantal te noemen, maar al bij al is de oogst nogal
mager. In strips over de middeleeuwen wordt de focus namelijk
meestal gelegd op wat er in het westen gebeurde en daar
hoort het Oost-Romeinse Rijk niet bij. Dat is een gemiste
kans.
Oniria maakt echter veel goed en is een prima introductie
tot de pracht en praal van dat minder bekende aspect uit
onze geschiedenis. De strip opent al meteen met een zicht
op het beroemdste monument van het Byzantijnse rijk, namelijk
de Aya Sophia. Abusievelijk noemt Karel Biddeloo
de stad waar deze kerk zich bevindt Byzantium terwijl de
stad vanaf 330 officieel de naam Constantinopel kreeg, genoemd
naar de man die haar tot hoofdstad van zijn rijk maakte,
keizer Constantijn (273/280-337). Ach,
het weze hem vergeven, net zoals Biddeloos foutieve opvatting
dat de Aya Sophia een keizerlijk paleis zou zijn. De vele
tekstballonnetjes die in de strip uit deze kathedraal komen,
wijzen daar op, terwijl de enige geluiden die er historisch
echt aanwezig waren orthodoxe gezangen en een murmelende
priester zouden moeten zijn.
Oniria ademt van het begin tot het einde de sfeer
uit van het oude Constantinopel en is een leuke reisfolder
voor wie ooit een reis naar deze prachtige stad wil ondernemen.
We worden niet alleen op kleine straatjes getrakteerd, maar
krijgen zelfs een zicht — een bewerkte fotokopie,
zo kennen we Biddeloo immers — op de wereldberoemde
Basilica Cisterne of Yerabatan Saray, een ondergrondse wateropslagplaats
die dateert uit de tijd van de beroemde keizer Justinianus
die in de zesde eeuw regeerde. Er wordt ook gretig omgesprongen
met Griekse namen zoals Basilius, Narces, Cyrillus, Nicephorus,...
en in een klein hoekje is zelfs een icoon te zien, nog zo'n
typisch Byzantijns element.
Toch gebeurt de meeste actie niet in de steegjes van Constantinopel,
dat zou voor Biddeloo wellicht te veel opzoekingswerk betekenen
en daarvoor had hij met zijn helse ritme geen tijd. Het
valt namelijk op dat we afgezien van kleine straatjes, de
Cisterne en de Aya Sophia niet veel andere elementen van
de beroemde stad opmerken. Nee, de meeste actie speelt zich
af in de dromen van keizer Basilius. Het Oud-Griekse zelfstandig
naamwoord oneira betekent trouwens "dromen"
en "oneirologie" is de wetenschap van het verklaren
van dromen. In zijn dromen wordt Basilius gekweld door de
wreedste nachtmerries, maar daar blijft het niet bij. 's
Morgens wordt hij altijd nat wakker... van bloed, of wat
had je gedacht? De verwondingen die gruwelijke monsters
hem in zijn dromen toebrengen, zijn bij zijn ontwaken ook
echt aanwezig. Zeg maar Nightmare on Constantinople
street. De vraag is echter: waar is Freddy Krueger
in dit verhaal?
Na overleg met Merlijn, die voor de gelegenheid opgeroepen
wordt, concludeert de lokale magiër Nicephorus dat
de slaap van de keizer verstoord wordt door de Twaalf Naamlozen.
Dat snode clubje wil met behulp van het boek Necronomicon
de wereld veroveren, wat zowat de ultieme ambitie is van
elke slechterik in De Rode Ridder. Necronomicon
bestaat trouwens helemaal niet en is een verzinsel van de
Amerikaanse horrorauteur H.P. Lovecraft (1890-1937).
In de fantasie van Lovecraft werd dit duivelse boek neergepend
met bloed op mensenhuid door de gekke Arabier Abdul Alhazred.
Wie het boek in handen heeft, zou over bovennatuurlijke
machten beschikken, maar er is één probleem:
het lezen van Necronomicon kan voor hersenschade
zorgen...
Necronomicon of niet, laat staan een verdwaalde
(en suïcidale) ninja kunen Johan en Nicephorus tegenhouden
om met magische runebanden Oniria te betreden. De droomwereld
van Oniria is een vreemd landschap waar biologen hun hartje
zouden ophalen, maar vreselijke creaturen datzelfde hartje
met veel plezier eruit zouden halen! De vleesetende planten
en de grote draak worden met gemak afgemaakt door Johan,
Basilius en Nicephorus, maar de gigantische bidsprinkhaan
is een ander paar mouwen. Dit wezen zou het wellicht prima
kunnen vinden met Chikaraishi uit Prinses Kin-Lien,
en we vragen ons al af wat het resultaat uit een paring
van die twee zou kunnen zijn. Zou Chikaraishi voor of na
de daad opgegeten worden, zoals sommige bidsprinkhaanvrouwtjes
doen? We zullen het helaas nooit weten, want als een ware
deus ex machina verschijnt Merlijn die met zijn staf het
groene, groot uitgevallen insect tot as verpulvert.
Nog veel valser dan een bidsprinkhaanvrouwtje is natuurlijk
Demoniah, die achter al het onheil in dit album blijkt te
zitten. Ze heeft de echte keizerin ontvoerd en haar plaats
ingenomen. Gelukkig is het arme vrouwtje nog in leven en
op het einde van het album wordt ze weer met haar man verenigd.
Eindelijk zullen ze nu beiden schattige schaapjes in hun
slaap kunnen tellen, in plaats van vleesetende planten,
draken en bidsprinkhanen.
BERT
GEVAERT
|