De Rode Ridder
41/60. Prinses Kin-Lien (deel 115, 1985)
TEKENINGEN: Karel Biddeloo • SCENARIO: Karel Biddeloo


De Rode Ridder
De Rode Ridder

Mensen laten zich door verschillende motieven leiden om een stripverhaal te kopen. Ofwel open je je portemonnee omdat die strip in een reeks hoort waarvan je alle delen (en afwijkende uitvoeringen) verzamelt. Hoe slecht die reeks ondertussen ook geworden is (we noemen geen namen, vul zelf maar in), als een echt koopdier laat je zonder nadenken je geld rollen om je reeks te vervolledigen. Soms laat je je leiden door een recensie, die je bijvoorbeeld op Stripspeciaalzaak.be kunt vinden. Maar in veel gevallen koop je instinctmatig. Sommigen beweren dat alleen de inhoud echt telt, maar hoevelen onder ons laten zich bij de aankoop van een strip niet sturen door de cover? De cover is hét visitekaartje van een stripverhaal en voor uitgevers is het van het grootste belang dat die allereerste kennismaking laat smaken naar meer. Een tekenaar en/of uitgever zal dus goed nadenken welke cover hij op de wereld stuurt en vaak is het zelfs nodig om meerdere covers te maken, waarna men na rijp beraad de beste cover kiest. Appelleert de cover aan onze onbewuste verlangens, dromen, wensen of... angsten? Kan de cover iets in ons onderbewustzijn prikkelen, waardoor we geneigd zijn tot kopen? Of zit er iets van mysterie in, dat onze aandacht prikkelt?

Ik herinner me nog goed hoe mijn oog als jonge lezer meteen viel op de prachtige voorkant van Prinses Kin-Lien, hiermee bedoel ik uiteraard niet het goedgebouwde Chinese meisje met het veel te korte rokje, maar natuurlijk het album zelf. De bevallige "hoespoes" is duidelijk de damsel in distress, maar gelukkig zijn Johan en zijn trouwe viervoeter in de buurt. Op de achtergrond is echter een afschuwelijk wezen te zien met meer dan vier voeten en een veelvoud aan blikkerende tanden. De kop van het gedrocht lijkt op het gezicht van een oud vrouwtje, maar dan eentje dat te lang onder de zonnebank heeft gelegen en dringend moet langsgaan bij een plastisch chirurg, Jeff Hoeybergs misschien?

Het lelijke monster van dit album luistert naar de naam Chikaraishi, een zanddemon of spinachtig ondier dat serieus wat groeihormonen geslikt heeft tijdens een zomerkamp in de buurt van Tsjernobyl. Of misschien moeten we beter zeggen: Fukushima. Karel Biddeloo heeft de inspiratie voor zijn spinnenmonster namelijk uit de Japanse mythologie gehaald en heeft een aantal lichte aanpassingen uitgevoerd bij een ushi-oni. Dit is een yokai (bovennatuurlijk monster) dat meestal een runderhoofd heeft op een spinachtig lichaam, maar dan meestal met zes poten. Normaal heeft deze ushi-oni het op argeloze vissers voorzien (voor meer info over Chikaraishi, klik hier), maar in De Rode Ridder is het dier opgeroepen door Yin Sjang-Feng. Die boze tovenaar is kwaad omdat hij niet mag trouwen met Kin-Lien en is uit op wraak.

En wat voor wraak! Wie nooit last heeft gehad van arachnafobie zal dat na een kennismaking met Chikaraishi zeker hebben. Geen soldaat, geen leger, geen oorlogstuig of oorlogslist is tegen het ferm uit de kluiten gewassen ondier bestand. De eerste helft van het album krijgen we het wezen zelfs amper onder ogen, behalve de gruwelijke ravage die het spinnetje heeft aangericht.

En dan opeens, na zovele bladzijden in spanning gehouden te zijn, is het zover. Eindelijk krijgen we Chikaraishi in zijn volle glorie te zien. Eindelijk verschijnt het wezen waar we zo lang op zaten te wachten. Eindelijk!... (stilte)... hmmm... de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat wat het absolute hoogtepunt zou moeten zijn in feite volledig verknald was door de cover van dit album. In feite was de spanning die ik hierboven vermeldt niet bepaald aanwezig. En nee, het helpt niet dat we Chikaraishi nu in vogelperspectief te zien krijgen, waardoor de acht poten en het achterlijf duidelijk zichtbaar zijn. Iedereen had die grote verrassing al gezien op het moment dat hij of zij de strip voor het eerst in handen nam. Hier koos Biddeloo duidelijk voor de meest spectaculaire coverafbeelding, met alle gevolgen van dien. Weg mysterie! Ook de andere scènes waarin Chikaraishi een grote vuurzee overleeft, gif spuwt,... Nee, het haalde allemaal niets meer uit. De verrassing was verklapt, ik wist zelfs al dat prinses Kin-Lien op de rug van Johans paard zou ontsnappen. Ik had een strip omwille van zijn aantrekkelijke cover gekocht, maar voelde me bekocht.

Prachtige cover, dat wel, maar het verhaal was al helemaal samengevat in één enkel beeld. Misschien hadden ze het album bij het verschijnen wel van een grote, rode sticker moeten voorzien met daarop in koeien van letters: WARNING! SPOILER ALERT! Zou dat het eerste verschijnen van Chikaraishi spectaculairder hebben gemaakt? Ik denk het niet. Mezelf kennende, zou ik zeker al snel doorgebladerd hebben om een glimp van de spin op te vangen...

BERT GEVAERT



© Stripspeciaalzaak.be, 2019-2020